29-03-2020

Corona-crisis, klimaat-crisis, financiële crisis, handelsoorlogen, oorlogen: symptomen van de uitzichtloosheid van het kapitalisme. Revolutie is noodzakelijk

Over de uitzichtloosheid van de bestaande kapitalistische maatschappij – waarbij vandaag de dag nu ook nog de “corona-crisis”komt – schreef het 36e congres van de Communistische Partij van België (in het Politiek Document van het XXXVIe Congres gehouden op 30 juni 2018 te Brussel, 30 maart en 26 april 2019 te Luik):

Het doel van de communisten is de omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van het socialisme naar het communisme. Wij delen dus niet de sociaal-democratische opvattingen die beweren de kapitalistische samenleving vorm te geven en de meest schadelijke effecten ervan uit te wissen. Het is duidelijk dat wij de werkers steunen in hun strijd voor hun eisen.
Maar het gaat er vooral om, het proletariaat ervan bewust te maken dat er meer voor nodig is dan een hervormingsgezind beleid om de samenleving te veranderen en dat alleen een politieke en sociale beweging van groot belang, georganiseerd in ons land maar ook op internationale schaal, een revolutionair proces van diepgaande veranderingen in de richting van een socialistische samenleving op gang kan brengen. (...)
In hun maatschapij- project hebben de communisten fundamentele doelstellingen:
- De vervanging van de kapitalistische samenleving in een eerste stap door een socialistische samenleving en vervolgens door een communistische samenleving. (...)
Het communistische project omvat ook de volgende punten:
- Er is geen socialisme mogelijk zonder de verovering van de politieke macht door de werkende klasse (dictatuur van het proletariaat) in een zo volledig mogelijke symbiose met de sociale beweging, d.w.z. alle werkers en andere deelnemers van de maatschappij die uitgesloten zijn van het beroepsleven (werklozen, mensen leven aan het bestaansminimum, immigranten, jongeren, gepensioneerden, ...).
- Een serieus alternatief voor het kapitalisme kan er onmogelijk komen door een geleidelijke evolutie naar een socialistische samenleving waarbij het financieel en economisch kapitaal niet alleen op nationaal niveau, maar vooral ook op Europees en internationaal niveau, wat betreft de controle en de besluitvorming in handen blijft van het financieel en economisch kapitaal. Zo blijft de socialisatie of collectieve toe-eigening van de belangrijkste productiemiddelen, marketing, transport, de energiesector, de banken, het land, enz. altijd een doel dat noodzakelijk, onvermijdelijk maar zeker nog onvoldoende is, als we werkelijk de noodzakelijke voorwaarden willen scheppen, om een revolutionair proces te verzekeren en de mensheid te bevrijden van de vervreemding en uitbuiting van de mens door de mens. (...)
In een wereld gedomineerd door de kapitalistische economie is elke wetenschappelijke en technologische vooruitgang bedoeld om te dienen als een middel om de winst te verhogen en/of als een middel om het voortbestaan van het systeem te bevestigen, in plaats van volledig te realiseren wat het van oorsprong is, een vooruitgang die uitsluitend ten goede komt aan de menselijke samenleving. (….)
Al bijna 45 jaar horen we over De Crisis. Wat is daar van aan, in eenvoudige woorden? We worden geconfronteerd met de verergering van een crisis die marxistisch-leninisten "de Algemene crisis van het kapitalisme" noemen.
Een van de kenmerken van de algemene crisis van het kapitalisme is de verergering van de marktproblemen en dus de chronische overcapaciteit van bedrijven en de enorme chronische werkloosheid die daaruit voortvloeit. In feite is er sprake van een overaccumulatie van financieel kapitaal en een te grote productiecapaciteit van bedrijven. Ook is het kapitaal niet in staat om een nieuwe productiecyclus te doen herleven.
Deze crisis is algemeen omdat zij alle sectoren van de samenleving treft, zowel op economisch, politiek als cultureel gebied. De werkloosheid kan verder oplopen tijdens periodieke overproductiecrises (relatief korte en plotselinge cyclische crises zoals in 2008), die de algemene crisis nog verergeren en die als voorwendsel dienen voor het kapitaal om zijn productie-apparaat te concentreren en banen te schrappen.
De cyclische of periodieke crisis bestaat er simpelweg in dat de markt gedurende een bepaalde periode overbelast is met producten die niet verkocht geraken: we hebben te veel geproduceerd tegenover de bestaande koopkrachtige vraag (overproductie). De algemene crisis treft niet alleen alle sectoren, maar is ook een chronisch en langdurig of zelfs definitief onvermogen om de beschikbare productie- en financiële middelen te gebruiken (onderproductie). (….)
De tendens tot monopolie-vorming leidt tot fusies, overnames of delokalisatie van bedrijven en leidt onvermijdelijk tot het verdwijnen van bedrijven en tot massaontslagen. Er gaat geen week voorbij zonder aankondiging van bedrijfssluitingen of herstructureringen. De Waalse staalindustrie, één van de mooiste juwelen van de regio, pionier van de Europese industrialisatie, werd onder druk van de Europese instellingen en hun lobby's verkocht aan privé-groepen (Usinor toenmalig Arcelor-Mittal, NLMK, Tata Steel...). Sluitingen treffen de meest uiteenlopende sectoren in een Belgische economie waar diensten-sector steeds belangrijker wordt. Ook Vlaanderen, dat eveneens getroffen werd door de sluiting van Opel Antwerpen en Ford Genk, ondervond zo de verzwakking van zijn automobielindustrie. De plundering had ook gevolgen voor het Brusselse Gewest. Het betreft hier Renault Vilvoorde en VW Forest/Vorst.
De werkloosheid is zeer hoog in België, vooral in Brussel en Wallonië. De daling sinds 2016 is vooral te wijten aan de uitsluiting van de werkloosheiduitkering en de toename van de onzekere tewerkstelling, vooral met de wet Peeters.
Als oplossing voor deze situatie overweegt de regering alleen een repressief beleid. Het aantal werklozen dat onder het mom van controle van beschikbaarheid wordt gesanctioneerd of uitgesloten, is aanzienlijk toegenomen. Veel werkzoekenden hebben geen uitkering. (….)
Het recht op huisvesting wordt erkend door de Belgische Grondwet en verplicht de Staat zelfs om ervoor te zorgen dat alle burgers fatsoenlijke huisvesting krijgen (artikel 23). Het wordt ook erkend door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties (10 december 1948), het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (in werking getreden op 3 januari 1976), het herziene Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa (3 mei 1996) en uiteindelijk de Verklaring van de Rechten van het Kind, afgekondigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1959. Deze internationale teksten maken huisvesting tot het fundament van economische integratie.
In het kapitalistische systeem worden woorden (zelfs wetten, verordeningen en andere voorschriften) over huisvesting echter zelden in de praktijk gebracht. Zolang particulier eigendom de norm blijft, blijft huisvesting een markt die geëxploiteerd moet worden zoals elke andere markt. (….)
De prijzen van woningen en nutsvoorzieningen zijn zo hoog dat veel huishoudens genoodzaakt zijn te bezuinigen op andere uitgavenposten, zoals voedsel, gezondheidszorg, kleding, vervoer of recreatie. (...) Tot 1980 bouwde de overheid echter meer dan 10.000 woningen per jaar. Het is daarom een duidelijke politieke keuze om de vastgoedvoorraad in handen te laten van de particuliere sector en speculanten. Deze keuze hangt samen met het gebrek aan financiële middelen, dat met name te wijten is aan het sociaal-democratisch-liberale beleid van toepassing van de Europese bezuinigingsverdragen en het voeren van een beleid ten gunste van de rijksten en multinationals. (….)
Ons sociaal model werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op nationaal niveau opgebouwd met een sterke structuur als gevolg van het verzet tegen het nazisme, de overwinning van de USSR en de lange sociale strijd, beïnvloed door de opbouw van het socialisme voor en na de oorlog. De wereld van de arbeid functioneerde met uiterst stabiele, inclusieve en op solidariteit gebaseerde overeenkomsten, die werkers in staat stelden om een minimum aan zwaarbevochten rechten te verkrijgen, hoewel het kapitaal dit steeds weer aanvecht. Sinds 30 jaar is het systeem uitgehold tengevolge van de regionalisering van de Belgische staat enerzijds en de globalisering van het kapitalisme en de internationalisering van de handel anderzijds. (….)
Deze toename van het armoedepercentage is te wijten aan een gestage verslechtering van de situatie van de gezinnen, vooral door het verlies van banen, uitsluiting van de werkloosheidsuitkering en de OCMW's, bezuinigingen op de openbare diensten, de waardevermindering van de sociale uitkeringen en diverse manipulaties van de index. (….)
Het kapitalistische systeem creëert "behoeften" waarvoor het goederen produceert die vervolgens worden verkocht met de "garantie" dat ze voldoen aan die "behoeften" die werkelijk gewenst zijn. Deze worden gecreëerd door reclame waardoot de boodschap aan de consument "lach maar, het is betaald" of "draag het maar, je bent het de moeite waard" een levensstandaard oplegt die onverenigbaar is met het inkomen van bescheiden mensen. Het gevaar van onzekerheid wordt dan groter wanneer men met behulp van krediet aan dit soort "behoeften" moet kunnen voldoen. De begrippen "levensstandaard en koopkracht", die alleen gebaseerd zijn op een kwantitatief begrip van het bezit van goederen, moeten aan de kaak worden gesteld. Het moet worden vervangen door de waardigheid van het welzijn en de levenskwaliteit, met inbegrip van het recht op gezondheid, het recht op een lonende activiteit die financiële autonomie mogelijk maakt en het recht om in een gezonde omgeving te leven. Al deze rechten zijn vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, maar de burgelijke staat is niet in staat ze te vervullen omdat ze uiteindelijk de kapitalistische productieverhoudingen moet stand houden.”


Algemene crisis van het kapitalisme sinds 1974

Fundamenteel zit het kapitalisme, in zijn laatste en hoogste stadium, het imperialisme, sinds 1974 – wat de burgelijke economie omschrijft als de “oliecrisis” – in een “algemene crisis”. Wat men de “oliecrisis” noemt is gewoon één van momenten van verscherpen van die algemene crisis, net zoals de regelmatige chronische momenten van acute overcapaciteits-crisis (in diverse sectoren zoals de landbouw, veeteelt, autosector,…..) Voor het monopolie-kapitaal zijn het gewoon verscherpte momenten van concurrentie waarbij capaciteit vernietigd wordt en uitbuitingsverhouding wordt verhoogd om de competitiviteit te verhogen. NA zo’n periode van overcapaciteit “lijkt” er dat er weer groei is. Dit is slechts schijn, er is geen echte algemene groei meer mogelijk … omdat de markt (de koopkrachtige vraag) niet meer kan groeien, door globale verarming van de werkers en waarvan miljarden geen genoeg inkomen hebben om een “marktvraag” te vormen. De schijnbare groei is het gevolg van het overnemen van marktaandelen van de verdwenen productiecapaciteit. Die schijnbare groei is ook het gevolg van het “afdwingen” van bestaande producten te moeten vervangen (dus KOPEN) door VERNIEUWDE producten.”Afdwingen” omdat de bestaande producten “verouderd” zijn, of “niet meer werken”, … of zelfs “verboden” worden. (zoals bepaalde oude auto’s geen toegang hebben tot bepaalde steden ….)
BV. is er een overcapaciteit als er meer dan 80 miljoen auto’s per jaar worden geproduceerd. Als elke auto ongeveer om de 10 jaar vervangen wordt, zijn er dus 800 miljoen potentiële auto-KOPERS in de wereld. Zeg pakweg 1 miljard….. Dan zijn er 6 miljard mensen in de wereld die niet genoeg inkomen hebben om een auto te kopen, ook al zouden zij die willen…..
Bij smartphones is ongeveer de grens 1,5 miljoen/jaar. Er zijn nu zo’n 2 miljard smartphone-bezitters. Het is maar dat iedere drie-vier jaar een smart-phone wordt vervangen door een nieuw type, dat die 1,5 miljoen/jaar nog wel zal blijven ...ALS iedere smartphone-koper NU, over drie jaar nog genoeg inkomen heeft om zo’n nieuw type te kopen ….. Maar zo’n 4 à 5 miljard mensen hebben blijkbaar niet genoeg inkomen om een smartphone te kopen…. 

Voorbeelden van symptomen van die algemene crisis van het kapitalisme sinds 1974

Over wat men “de klimaatcrisis” noemt:

13-02-2019 Burgerij hanteert metafysica en idealisme: het “probleem” BEPERKEN tot “opwarming” leidt tot louter “aanpakken van CO2-uitstoot". Dialectisch materialisme ziet verband en stelt: “Vernietigen van kapitalisme”

Over de  chronische overcapaciteit, met "herstructureringen", "sluitingen en afdankingen" en "fusies en overnames" als gevolg, in de automobielsector:

25-03-2019 Marx sur les crises capitalistes: la surcapacité pour des MARCHANDISES àVENDRE ... alors que la production de PRODUITS n'était pas suffisante pour satisfaire les BESOINS

De door chronische overcapaciteit geplaagde landbouwsector met sluiting van landbouwbedrijven, schaal-vergroting in "overblijvend" bedrijven, met chronisch "prijzen-crises" als gevolg, maar met behoud van 1 miljard mensen met honger...:

14-05-2019 De door het “officieel landbouwbeleid” aanbevolen“ productiviteitsstijging en schaalvergroting in de landbouw” is NIET de oplossing voor het wereldvoedselprobleem. Wel het breken van de kapitalistische productieverhoudingen … OOK in de landbouw/voedsel-sector!


Over de afbraak van sociale zekerheid sinds 1980 (overal in de wereld), hetgeen men vaak noemt “het neo-liberalisme

01-12-2019 COMMUNISTISCHE agitprop gericht op mobilisatie van werkers tot revolutionaire verandering òf REFORMISTISCHE agitprop, gericht op recuperatie van klassenstrijd en verkrijgen van méér stemmen in volgende verkiezingen

Met het teruglopen van het loon, de koopkracht, de afbraak van sociale zekerheid met de gevolgen daarvan in de gezondheidszorg, de verscherping van de concurrentie hierdoor, de gevolgen in farmasector, CONCREET ahv de herstructurering bij GSK:

13-02-2020 Strijobjectieven in functie van de populariteit (van de oppositie-partij) of strijdobjectieven in functie van de klassen-belangen van de werkers

Nu is die huidige herstrukturering van GSK vandaag niet een eenmalige operatie. Het is ook niet alleen het geval van GSK. Er zijn sinds de jaren ‘80, CONTINU herstruktureringen, … en bij ALLE kapitalistische monopolies en multinationals, … en in ALLE landen. De reden, de strukturele overcapaciteits-krisis waarin het wereldwijd imperialisme/kapitalisme zit sinds 1974”


Klimaats-crisis”, “financiële crisis”, vluchtelingen/migratie- ”crisis”, imperialistische oorlogen … en nu ook de aan het Corona-virus gerelateerde “gezondheids-crisis” slechts op te lossen met afbraak kapitalisme

Zoals de “klimaats-crisis”, de “financiële crisis”, de “vluchtelingen-crisis” is nu ook de “corona-crisis” rechtstreeks verbonden met het bestaan van de kapitalistische productieverhoudingen en zijn slechts echt op te lossen met de afbraak van het kapitalisme, door revolutionaire “onteigening van de onteigenaars”, het breken van de dictatuur van de burgerij door het instellen van de dictatuur van het proletariaat om zo doorheen de uitbouw van een socialistische planeconomie te komen tot het communisme.

Zo zou de Corona-besmetting ontstaan zijn , in China - van het overspringen van een virus van een dier (illegaal gestroopt) en “te koop” aangeboden op een “natte markt” – een markt waar levende dieren ter plaatse geslacht worden en verkocht. Het bestaan van zulke markten zijn het gevolg van de verandering van voedsel-producte en – bevoorrading ten gevolge van de ontbinding van de oorspronkelijke gecollectiviseerde landbouw en de uitbouw van de communes, sinds dat Deng Xiaoping in 1978 zijn “Hervorming en Opening” startte. (over deze variant op wat in 1986, in de USSR, de “Perestroika en Glasnost” van Gorbatchov zou worden, later meer) Hierbij werden kapitalistische productieverhoudingen opnieuw (waar die in de opbouw van het socialisme normaal gezien afgebouwd worden) ontwikkeld en versterkt.
De wereldwijde uitbraak en de problemen met het verwerven van controle hierover zijn ook een gevolg van het bestaan van het kapitalisme/imperialisme.
De – sinds “naoorlogse groei” en wat met de “zestiger jaren” noemt- verhoging – opnieuw - van de uitbuitingsverhouding waarmee de kapitalisten sinds het uitbreken van de Algemene Crisis in 1974 hun competitiviteit wisten te verhogen om de verscherpte concurrentie aan te gaan wordt door de burgerlijke economen omschreven als het “neo-liberalisme”.
Wereldwijd werden in alle landen, de sociale zekerheid en de gezondheidszorg afgebroken en allerlei “openbare dienstverleningen” overgeheveld naar het privé-kapitaal. Dit gebeurde vaak onderdruk van het IMF en van wat later de EU zou worden.


Programma/strategie ontwikkelen voor revolutie

18-07-2018 Strategie/programma van de Communistische Partij van België uitwerking van: “De revolutie in één land (België) is mogelijk en noodzakelijk”


Over de socialistische revolutie en opbouw van socialisme mogelijk en noodzakelijk in België
De socialistische revolutie is niet iets van één dag maar van een periode van momenten van strijd die een revolutionair karakter hebben.
De revolutie in België zal TEGELIJK inhouden (dus op basis van de strijd voor het socialisme): disengement uit de EU (en de NATO natuurlijk)
Revolutie in België zal gebeuren als er in de naburige landen ook revolutionaire klassenstrijd is,,, dus in bv Frankrijk of /en Duitsland, Nederland en Luxemburg. Heel waarschijnlijk zullen er dan al zeker ook al revolutionaire strijd zijn in landen in andere delen van Europa (bv Griekenland, maar ook Spanje of/en Italië)
Heel waarschijnlijk zal de revolutie losbarsten op moment er een algehele oorlogssituatie is. De militaire instrumenten van de burgerlijke staat zullen op het “terrain de bataille” gebonden zijn.
En een revolutionaire toestand in elk land van de EU zal tegelijkertijd een strijd zijn tegen de EU. Dit zal de revolutionaire bewegingen over de grenzen aan elkaar verbinden en ze zal ze elkaar wederkerig beïnvloeden en versterken.
De revolutionaire krachten (de werkende klasse en daarrond de lagen die ook steeds minder belang hebben met het voortbestaan van het kapitalisme) zullen de burgerlijke staat afbreken en hun revolutionaire macht instellen ( dictatuur van het proletariaat) en alle activa van de kapitalisten onteigenen.
Toch zal de productie ( behalve die productie die niet meer zullen opstarten) hernemen terwijl zij (in het begin) wat arbeidsrelaties (loonvorming), producten en productiewijze nog volledig op het kapitalisme zullen zijn afgestemd. De producten zullen op één of andere manier eerst nog verkocht (geruild) worden. (en met het loon – in één of ander vorm – gekocht worden. Maar gelijk zal er begonnen worden om de kapitalistische productieverhoudingen te vervangen door communistische productieverhoudingen. (de ONTEIGENING is de voorafgaande voorwaarde en vormt gelijk het begin van de afbraak van de kapitalistische productieverhoudingen.
Er zal (in het begin na de revolutionaire onteigening) een soort “staatskapitalisme” zijn … maar dan zonder kapitalisten.
Er zal (nog eerst) strikt genomen “kapitalistische uitbuiting” zijn … maar de meerwaarde zal niet toegeëigend worden door de kapitalisten( want die zullen onteigend zijn van al de faciliteiten die hen dit mogelijk maakten) maar door de arbeidersstaat en zal overeenkomen met het “accumulatiefonds”… waar o.a. alle levensnoodzakelijke producten en voorzieningen reeds naar behoefte kunnen worden gegeven. (zie “Kritiek op het programma van Gotha”, Karl Marx, en “Staat en revolutie” van Lenin)
(...)
Socialistische planeconomie: productie volgens een plan op basis van reële behoeftes
Sociale zekerheid, gezondheidszorg, personenzorg, woonkosten, basismobiliteit beschikbaar naar behoefte voor iedereen … reeds ‘”gefinancierd’ door daarvoor nodige deel van de geproduceerde rijkdom…. In de productie waarvan een ieder al zijn/haar bijdrage zal hebben geleverd. Dus een groot deel van het loon dat men krijgt zit in die bijdrage dat men levert aan de productie van de totale ‘maatschappelijke rijkdom’. Zolang er nog sprake is van “wareneconomie” (een “erfenis” van de ‘oude” kapitalistische maatschappij die zal “verdwijnen” ) zal er nog een stuk “rest”-loon zijn voor aankoop van producten die (nog) te koop worden aangeboden.


De huidige Corona-gezondheidscrisis leidt tot inzichten dat het kapitalisme uitzichtloos is

Nico Oldenhof 15 maart
Het plannen van de ontwikkeling van remmers, in het vooruitzicht van de bescherming van de volksgezondheid”, ….. zouden de farmaceutica-monopolies dat sturen, …. laat staan financieren? Waar Neyts hier voor pleitte 16 jaar geleden, kan perfect opgenomen worden in een PLAN in het kader van een socialistische PLAN-economie …., waar de productie niet in functie staat van de winst op het VERKOOP, van producten maar in functie van reeële en vastgestelde BEHOEFTEN. “Kost”, “opbrengst”, “winst”, “economische groei”(uiteindelijk de groei van productie van goederen en diensten aan hun VERKOOPPRIJS), zijn termen van een afgeleefd productie-systeem, ... DAT is wat IK haal uit wat prof Neyts hier zegt.


Nico Oldenhof 17 March at 15:16 ·
Voila, ik zei dus nog bij het interview met viroloog Johan Neyts op de VRT: "“Het plannen van de ontwikkeling van remmers, in het vooruitzicht van de bescherming van de volksgezondheid”, ….. zouden de farmaceutica-monopolies dat sturen, …. laat staan financieren? Waar Neyts hier voor pleitte 16 jaar geleden, kan perfect opgenomen worden in een PLAN in het kader van een socialistische PLAN-economie …., waar de productie niet in functie staat van de winst op het VERKOOP, van producten maar in functie van reeële en vastgestelde BEHOEFTEN.
MOET ER NOG ZAND ZIJN?
Countries from across the globe have asked Cuba for the Interferon Alpha 2B, a drug developed in Cuba proven to be an effective against COVID-19


Nico Oldenhof 20 March at 16:54 
Dans une secteur (la sidérurgie) des grand monopoles globales dans une concurrence aigue a cause d’une production en SURCAPACITÉ, les travailleurs doivent “résulter” à une surplus-value neccessaire pour les capitaliste,s de AUGMENTER la productivité pour faire à nouveau une concurrence aigue en forcant de détruire des capacités “moins competitifs”. Dans cette cycle infernal les capitalistes ne sont pas concerner de prendre soins de “leurs” travailleurs.
Une autre système de production – communiste – est urgente! “Exproprier les expropriateurs”, installer le pouvoir de la classe des travailleurs, installer le premiere étappe du communisme: l’économie de plan socialiste, ….. laissons prendre notre sort dans nos propres mains, camarades!

Nico Oldenhof 24 maart
Een Luikse spoedarts wist dit als volgt te verwoorden:

"...Ik kan er niet tegen dat mensen applaudisseren voor de mensen in de zorg. De ziekenhuizen hebben niet gewacht tot Covid-19 om zich in de miserie te werken, in permanente overboeking. De hulpdiensten hebben ook niet gewacht tot ze overbelast waren, onderbezet waren (vooral verpleegkundigen), in vervallen of ondermaatse lokalen. Dat het UMC Sint-Pieter moet bedelen om beademingsapparatuur is een totale schande! Waar zijn we? Gaan Artsen zonder Grenzen binnenvallen? Veel van de mensen die applaudisseren, stemmen elk jaar voor de hufters die bezuinigen, maken hashtags #keepsophie en vergeten dat ze minister van Begroting was in een regering die miljarden euro's uit de gezondheidszorg haalde. En ze zijn zogezegd bang omdat we ons leven riskeren?! Mensen die shifts draaien en stressvolle banen nemen omdat ze onvoldoende middelen hebben, sterven niet aan een infectie. Ze sterven omdat ze werken aan een hels tempo, waardoor ze 10-15-20 jaar levensverwachting verliezen…"

17-03-2020

Communist zijn, IS marxist zijn en marxist zijn, IS communist zijn – GEEN communist zijn, wil zeggen GEEN marxist zijn



Stalin(1950): “ Onze kaders moeten de marxistische economische theorie goed kennen.De eerste, oudere generatie van Bolchewieken had zich daar ten gronde in verdiept. We studeerden Het Kapitaal, maakten samenvattingen, we discuteerden onderling om elkaars kennis te testen. Dit was onze kracht. Dit hielp ons zeer. De tweede generatie was minder goed voorbereid. Men was bezig met praktisch werk en opbouw. Zij bestudeerden het marxisme doorheen brochures. De derde generatie was gewoonweg “opgegroeid” op basis van pamfletten en krantenartikels. Zij hebben geen echt begrip van het marxisme. Zij willen gewoon gevoed worden met hetgeen makkelijk verteerbaar is. De meesten van hen werd opgevoed op basis van citaten, niet op basis van studie van Marx en Lenin. Als dit zo verder gaat, gaan velen degenereren. Men zal beslissen dat Het Kapitaal niet nodig is aangezien we het socialisme opbouwen. Dit betekent ontaarding. Dit betekent de dood. (…) Neem Het Kapitaal van Marx en De Ontwikkeling van Kapitalisme van Lenin en gebruik ze als leidraad bij je werk.” (“Conversation with Stalin on Questions of Political Economy”, by Ethan Pollock in Working Paper no. 33, WOODROW WILSON INTERNATIONAL CENTER FOR SCHOLARS) 

Als communisten moeten we het besef hebben dat de “toepassing van het dialectisch en historisch materialisme” de essentie uitmaakt van “ontwikkelen van de strategie om de werkende klasse te mobiliseren voor haar historische taak (in overeenstemming met haar objectieve klassenbelang): het breken van de kapitalistische productieverhoudingen.

Marx en Engels (en Lenin) stellen duidelijk – denk ik – “een marxist is een communist, een communist is een marxist” … dus géén communist, dan ook geen marxist

Marx’ leer wekt in de hele beschaafde wereld de grootste vijandschap en haat van de hele burgerlijke (zowel de officiële als de liberale) wetenschap, die in het marxisme zoiets als een ‘schadelijke sekte’ ziet. Een andere houding kan men ook niet verwachten, want er kan geen ‘onpartijdige’ sociale wetenschap bestaan in een maatschappij, die opgebouwd is op de klassenstrijd. Hoe men het ook beziet, de hele officiële en liberale wetenschap verdedigt de loonslavernij, terwijl het marxisme deze slavernij meedogenloos de oorlog heeft verklaard. Een onpartijdige wetenschap verwachten in een maatschappij van loonslavernij is een even dwaze naïviteit als van fabrikanten onpartijdigheid verwachten in de kwestie of het arbeidsloon niet moet verhoogd en de kapitaalwinst niet verlaagd moet worden.
Maar dit is nog niet alles. De geschiedenis van de filosofie en de geschiedenis van de sociale wetenschap tonen overduidelijk aan, dat het marxisme niets bevat dat lijkt op ‘sektarisme’ in de zin van een in zich besloten, starre leer, die opkwam terzijde van de hoofdweg van de ontwikkeling der wereldbeschaving. Integendeel, de hele genialiteit van Marx bestaat juist daarin, dat hij antwoord heeft gegeven op de vragen die reeds door de progressieve gedachte van de mensheid werden gesteld. Zijn leer kwam op als een directe en onmiddellijke voortzetting van de leer van de grootste vertegenwoordigers van filosofie, politieke economie en socialisme.(…)
Het geniale van Marx ligt hierin, dat hij eerder dan alle anderen daaruit de gevolgtrekking maakte en consequent doortrok, welke uit de wereldgeschiedenis naar voor komt. Deze conclusie is de leer van de klassenstrijd.
De mensen waren en blijven domme slachtoffers van bedrog en zelfbedrog in de politiek, zolang ze achter alle zedelijke, religieuze, politieke en sociale frases, verklaringen en beloften niet de belangen van deze of gene klasse weten te ontdekken. De voorstanders van hervormingen en verbeteringen zullen altijd weer bedrogen worden door de verdedigers van het oude, zolang ze niet inzien, dat elke oude instelling, hoe barbaars en verrot deze ook mag zijn, zich staande houdt door de kracht van deze of gene heersende klassen. Om de weerstand van deze klassen te breken bestaat er slechts één middel: in de ons omringende maatschappij de krachten te vinden, voor te lichten en te organiseren, die de macht kunnen — en gezien hun maatschappelijke positie ook moeten — vormen, welke het oude uit de weg kan ruimen om het nieuwe te creëren.
Alleen het filosofische materialisme van Marx wees het proletariaat de uitweg uit de geestelijke knechting, waarin alle onderdrukte klassen tot nu toe kwijnden. Alleen de economische theorie van Marx heeft de reële positie van het proletariaat in het algemene systeem van het kapitalisme duidelijk gemaakt.1

Friedrich Engels in “Socialisme, van utopie tot wetenschap”:
De beschouwingswijze van de utopisten heeft de socialistische opvattingen van de 18de eeuw lang beheerst en beheerst ze ten dele nog. Ze werd nog tot voor zeer kort door alle Franse en Engelse socialisten gehuldigd; daartoe behoort ook het vroegere Duitse communisme, Weitling inbegrepen. Het socialisme is voor hen allen de uitdrukking van de absolute waarheid, rede en gerechtigheid; het behoeft slechts ontdekt te worden om door eigen kracht de wereld te veroveren; aangezien de absolute waarheid onafhankelijk is van tijd, ruimte en menselijke historische ontwikkeling, is het zuiver toeval wanneer en waar zij wordt ontdekt. Daarbij is dan de absolute waarheid, rede en gerechtigheid bij iedere stichter van een school verschillend; en aangezien hij elk van hen de bijzondere soort van absolute waarheid, rede en gerechtigheid weer afhangt van zijn subjectieve verstand, van zijn levensomstandigheden, zijn mate van kennis en geschooldheid in het denken, is voor dit conflict van absolute waarheden geen andere oplossing mogelijk dan dat zij elkaar over en weer afslijpen.
Dat kon dan weer niets anders opleveren dan een soort eclectisch doorsnee socialisme, zoals het inderdaad tot op heden in de hoofden van de meeste socialistische arbeiders in Frankrijk en Engeland heerst; een uiterst veelsoortige schakeringen toelatend mengelmoes van de minder aanstoot verwekkende kritische uitspraken, economische leerstellingen en maatschappelijke toekomstbeelden van de verschillende sektestichters, een mengelmoes dat des te gemakkelijker tot stand komt, naarmate in de stroom van de debatten van de afzonderlijke bestanddelen de scherpe kanten van de concreetheid zijn afgeslepen, zoals bij ronde kiezelstenen in een beek. Om van het socialisme een wetenschap te maken, daarvoor moest het eerst op een reële grondslag geplaatst worden.
(...)
Voortaan verscheen het socialisme niet meer als de toevallige ontdekking van deze of gene geniale kop, maar als het noodzakelijke product van de strijd tussen twee historisch ontstane klassen, het proletariaat en de bourgeoisie. Het was niet meer zijn taak een zo volmaakt mogelijk maatschappijsysteem te scheppen, maar het historische economische verloop, waaruit deze klassen en hun strijd noodzakelijk waren voortgekomen, te onderzoeken en in de daardoor ontstane economische situatie de middelen tot oplossing van het conflict te ontdekken. Met deze materialistische beschouwing was echter het tot dusver bestaande socialisme even onverenigbaar als de natuurbeschouwing van het Franse materialisme met de dialectiek en de nieuwere natuurwetenschap. Het tot nu toe bestaande socialisme bekritiseerde weliswaar de bestaande kapitalistische productiewijze met haar gevolgen, maar het kon ze niet verklaren en er dus ook niet mee klaar komen; het kon ze alleen als slecht verwerpen. Hoe heftiger het tegen de van deze productiewijze onafscheidelijke uitbuiting van de arbeidersklasse ijverde, des te minder was het in staat duidelijk aan te geven waarin deze uitbuiting bestaat en hoe ze ontstaat. Het ging er echter om de kapitalistische productiewijze enerzijds in haar historische verband en haar noodzakelijkheid voor een bepaald tijdperk van de geschiedenis, dus ook de noodzakelijkheid van haar ondergang, te verklaren; anderzijds echter ook haar innerlijke aard bloot te leggen, die nog steeds verborgen was. Dit geschiedde door het onthullen van de meerwaarde.
Bewezen werd dat het toe-eigenen van onbetaalde arbeid de grondvorm van de kapitalistische productiewijze en van de door haar tot stand gebrachte uitbuiting van de arbeider is; dat de kapitalist, zelfs wanneer hij de arbeidskracht van zijn arbeider koopt tegen de volle waarde, die zij als waar op de warenmarkt heeft, daaruit toch meer waarde haalt dan hij ervoor betaald heeft; en dat deze meerwaarde in laatste instantie de waardesom vormt waaruit de steeds toenemende kapitaalmassa zich in de handen van de bezittende klassen ophoopt. De toedracht zowel van de kapitalistische productie als van de productie van kapitaal was verklaard.
Deze beide grote ontdekkingen: de materialistische geschiedbeschouwing en de onthulling van het geheim van de kapitalistische productie door middel van de meerwaarde hebben wij aan Marx te danken. Met deze ontdekkingen werd het socialisme een wetenschap die, en daar gaat het nu allereerst om, in al haar onderdelen en samenhangen verder uitgewerkt moet worden.(…)
Proletarische revolutie: oplossing van de tegenstrijdigheden: Het proletariaat maakt zich meester van de openbare macht en verandert met behulp van die macht de maatschappelijke productiemiddelen, die aan de handen van de bourgeoisie ontglippen, in openbare eigendom. Door deze daad bevrijdt het de productiemiddelen van de eigenschap als kapitaal, die zij tot dusverre hadden, en geeft het aan hun maatschappelijke karakter de volle vrijheid om zich te ontplooien. Een maatschappelijke productie naar een vooraf vastgesteld plan wordt nu mogelijk. De ontwikkeling van de productie maakt het voortbestaan van verschillende maatschappelijke klassen tot een anachronisme. Naarmate de anarchie van de maatschappelijke productie verdwijnt, slaapt ook de politieke autoriteit van de staat in. De mensen, eindelijk meesters van hun eigen wijze van vermaatschappelijking, worden daarmee tegelijk meesters van de natuur, meesters van zichzelf — vrij.
Deze wereldbevrijdende daad te volbrengen is de historische roeping van het moderne proletariaat. Haar historische voorwaarden en daarmee haar natuur zelf te doorgronden en zo aan de tot actie geroepen, thans onderdrukte klasse de voorwaarden en de aard van haar eigen actie tot bewustzijn te brengen, dat is de taak van de theoretische uitdrukking van de proletarische beweging, van het wetenschappelijke socialisme.2

Marx en Engels in “Het Communistisch Manifest”:
De communisten zijn geen bijzondere partij tegenover de andere arbeiderspartijen.
Zij hebben geen belangen die van de algemene belangen van het proletariaat gescheiden zijn.
Zij stellen geen bijzondere3 beginselen op waarnaar zij de proletarische beweging willen modelleren.
De communisten onderscheiden zich slechts als volgt van de overige proletarische partijen: enerzijds brengen zij in de verschillende nationale klassengevechten van de proletariërs de gemeenschappelijke, van de nationaliteit onafhankelijke belangen van het hele proletariaat naar voor en laten ze die tot hun recht komen, anderzijds vertegenwoordigen zij in de verschillende ontwikkelingsfasen van de strijd tussen burgerij en proletariaat steeds het belang van de hele beweging.
Praktisch zijn de communisten dus het meest besliste, steeds voortstuwende deel van de arbeiderspartijen van alle landen. Zij hebben een stap voor op de overige massa van het proletariaat: het theoretisch inzicht in de voorwaarden, het verloop en de algemene resultaten van de proletarische beweging.
Het naaste doel van de communisten is hetzelfde als dat van alle andere proletarische partijen: de vorming van het proletariaat tot klasse, omverwerping van de heerschappij van de burgerij, verovering van de politieke macht door het proletariaat.4

En dus….
Dus zo meen ik te kunnen stellen dat een communist wel een marxist MOET zijn (en het zich daarom eigen maakt om het als “wapen” te kunnen hanteren) … maar dat iedereen die claimt dat hij “marxist” is, dit zeker NIET kan zijn, als hij of zij niet een communist is.
Het marxisme is de toepassing van een wetenschappelijke methode om datgene, vooral dus de maatschappij waarin men leeft – en dat is NU de KAPITALISTISCHE maatschappij-, te analyseren om die te willen veranderen door handelend op te treden. De wetenschappelijke methode is de objectieve kant, de keuze voor datgene wat men wil veranderen is de subjectieve kant. Bij Marx (en Engels) is dat: de keuze voor de kant van de onderdrukten, de uitgebuitenen.
Ik daag iedereen en elke partij uit, die stelt dat ze “marxist(isch) zijn”, “maar zeker niet communistisch willen worden genoemd” aam te tonen dat ik een foute voorstelling heb van wat “marxisme” is, zoals ik dat hieronder doe….

Aan de ene kant wordt marxisme soms uitgelegd als zijnde “een kennis te hebben van de meerwaardetheorie”. Aan de andere kant wordt marxisme (via referenties naar werken van “de jonge Marx”) uitgelegd als zijnde “een progressieve stroming die opkomt voor de verdediging van een specifieke doelgroep/minderheid/ ...”, maar waarbij het draait over “verbeteringen” BINNEN het systeem. Dat wordt dan onduidelijk voorgesteld als “door handelen om de maatschappij te veranderen” ´... in het best dan nog opgevat als “klassenstrijd”.


Een objectieve analyse vanuit een subjectief gekozen klassenpositie
Daar waar bijvoorbeeld “Beitrage zur kritik der politische Ökonomie” een objectieve analyse is van de wetmatigheden van het kapitalisme, is “Het Communistisch Manifest” een uitdrukking van de klassenpositie die Marx en Engels innemen: aan de kant van de arbeidersklasse, hoewel latere analyse (zoals “Beitrage zur Kritik….”) de inzichten brengt wat de karakteristieken van de klassen (zowel wat betreft de kapitalisten-klasse als wat betreft de arbeiderklasse) zijn.
Er zit heel wat dialectiek in Het Communistisch manifest: zij geeft een historische analyse van de ontwikkeling van de maatschappij vanuit het feodalisme in een burgerlijke maatschappij, beheerst door de kapitalistische productieverhoudingen, daar waar de èchte analyse nog moet gemaakt worden …. en de wetenschappelijke methode (het dialectisch en historisch materialisme) nog moet worden ontwikkeld. Het is niet voor niets dat Engels “Het communistisch manifest” van 1847, heeft HER-uitgegeven in 1888, met voetnoten -van Engels- erbij, die juist die “latere analyse” erin “verwerkt” ….(zonder de oorspronkelijke tekst te wijzigen).

De filofische analyses die de vorige maatschappijen “analyseerden”, de ideologien die de ordening van de maatschappij bepaalden – meestal een vorm van “staats-godsdienst – moesten in 1847 nog grotendeels weerlegd worden.
De meer godsdienst-vrije filosofische analyse en bepaling van de ordening van de maatschappijen (ik denk dus aan Hegel en Feuerbach), dààr moest nog het dialectisch en historisch materialisme uit ontwikkeld worden.
De conclusie (waartoe Marx – en Engels- toe kwamen om dan -wat marx betreft de analyse “Beitrage...” en later Het Kapitaal te doen schrijven) moest nog definitief bepaald worden zoals die in de Inleiding van “Beitrage zur kritiek der politische Öconomie”(Marx) staat:

Het algemene resultaat waartoe ik kwam en dat mij, nadat het eenmaal was verkregen, tot leidraad diende bij mijn studies, kan kort worden geformuleerd als volgt: In de maatschappelijke productie van hun leven treden de mensen in bepaalde, noodzakelijke van hun wil onafhankelijke verhoudingen, productieverhoudingen; deze productieverhoudingen beantwoorden aan een bepaald ontwikkelingsniveau van hun materiële productiekrachten. Het geheel van deze productieverhoudingen vormt de economische structuur van de maatschappij, de materiële basis waarop zich een juridische en politieke bovenbouw verheft en waaraan specifieke maatschappelijke vormen van bewustzijn beantwoorden. De wijze waarop het materiële leven wordt geproduceerd, is voorwaarde voor het sociale, politieke en geestelijke levensproces in het algemeen. Het is niet het bewustzijn van de mensen dat hun zijn, maar omgekeerd hun maatschappelijk zijn dat hun bewustzijn bepaalt. Op een bepaalde trap van hun ontwikkeling raken de materiële productiekrachten van de maatschappij in tegenspraak met de bestaande productieverhoudingen, of, wat slechts een juridische uitdrukking voor hetzelfde is, met de eigendomsverhoudingen, waarin zij zich tot dusver hadden bewogen. Van vormen waarin de productiekrachten tot ontwikkeling kwamen, slaan deze verhoudingen om in ketenen daarvan. Dan breekt een tijdperk van sociale revolutie aan. Met de verandering van de economische grondslag wentelt zich — langzaam of snel — de gehele reusachtige bovenbouw om. Wanneer men dergelijke omwentelingen onderzoekt, moet men altijd onderscheid maken tussen de materiële omwenteling in de economische voorwaarden van de productie, die natuurwetenschappelijk exact kan worden vastgesteld, en de juridische, politieke, godsdienstige, artistieke of filosofische, kortom ideologische vormen, waarin de mensen zich van dit conflict bewust worden en het uitvechten. Zomin als men een individu beoordeelt naar wat het van zichzelf vindt, zomin kan men een dergelijk tijdperk van omwenteling beoordelen vanuit zijn eigen bewustzijn; men moet veeleer dit bewustzijn verklaren uit de tegenspraken van het materiële leven, uit het bestaande conflict tussen maatschappelijke productiekrachten en productieverhoudingen. Een maatschappijformatie gaat nooit onder, voordat alle productiekrachten tot ontwikkeling gebracht zijn die zij kan omvatten, en nieuwe, hogere productieverhoudingen treden nooit in de plaats, voordat de materiële bestaansvoorwaarden ervoor in de schoot van de oude maatschappij zelf zijn uitgebroed. Daarom stelt de mensheid zich altijd slechts taken, die zij kan volbrengen. Want bij nader toezien zal steeds blijken, dat de taak zelf eerst opkomt, waar de materiële voorwaarden voor haar volbrenging reeds aanwezig zijn of althans in staat van wording verkeren.

Waarbij de inzichten -eenmaal verworven- tot de conclusie moest leiden:
De burgerlijke productieverhoudingen zijn de laatste antagonistische vorm van het maatschappelijke productieproces; antagonistisch niet in de zin van individueel antagonisme, maar van een antagonisme dat voortkomt uit de maatschappelijke levensvoorwaarden van de individuen. Maar de productiekrachten die in de schoot van de burgerlijke maatschappij tot ontwikkeling komen, scheppen tegelijk de materiële voorwaarden om dit antagonisme op te lossen. Met deze maatschappijformatie eindigt daarom de voorgeschiedenis van de menselijke maatschappij.

Het kapitalisme is, historisch gezien, “van voorbijgaande aard” en gebaseerd op gewelddadige “onteigening” – dit is geen waarde-oordeel maar gewoon een vaststaand historisch feit
Waarbij het kapitalisme als productie-systeem vanuit het oogpunt van de totale ontwikkeling van de mensheid eigenlijk maar een “kleine voorbijgaande” ontwikkeling is. De analyse leidt tot de conclusie dat het kapitalisme is gebaseerd op onteigening en geweld en dat zijn wetmatigheden uiteindelijk ongeschikt zijn, om de maatschappelijke behoeftes te vervullen. Eenmaal dit besef is verworven door de klasse die objectief tegengestelde belangen heeft met het kapitalisme – de werkers-klasse – kan zij bewust een einde stellen aan het kapitalisme.
Die analyse, waarvan de “aanzet” gemaakt is in Het Communistisch Manifest, is uiteindelijk gemaakt in “Het Kapitaal”.
Het boekje “Loonarbeid en kapitaal” moest na Het Communistisch Manifest eigenlijk al een eerste “populaire analyse” zijn. De analyse in dat boekje is later verbeterd door “Beitrage zur kritik der Politische Ökonomie” en uiteindelijk door “Het Kapitaal
Maar Engels heeft “Loonarbeid en kapitaal” (omwille van zijn “toegankelijkheid” en populair karakter) opnieuw uitgegeven – met “verbeteringen zoals Marx het gewild zou hebben”.
Dit maakt van het boekje (in zijn “heruitgave”-vorm!) een goed volgende tekst (na hv Het Communistisch Manifest) om te bestuderen (om niet “meteen” aan Het Kapitaal te moeten beginnen).  – Wordt nog vervolgd –

1 https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1913/1913driecomponenten.htm, V.I. Lenin, “Drie bronnen en drie bestanddelen van het marxisme”, Geschreven: maart 1913, Eerste publicatie: Prosveshcheniye, Volume 3, augustus 1913. Transcriptie naar HTML: Geert Cool, oktober 2003 – Deze versie: Marxists Internet Archive, november 2003, verzorgd door Maarten Vanheuverswyn, bijgewerkt in december 2003
2 https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1880/utopie/1.htm, Friedrich Engels – De ontwikkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap - Geschreven: Januari-maart 1880. Eerste publicatie: In de maart-, april- en mei-edities van de Revue Socialiste in 1880. Bron: Genomen uit een Progres-uitgave. Transcriptie: LSP. Deze versie: Verder aangepast voor het Marxistisch Internet-Archief (kleine taalkundige aanpassingen en wegwerken van transcriptiefouten) HTML: Maarten Vanheuverswyn
3 In de Engelse uitgave van 1888 staat in plaats van "bijzondere beginselen", "sektarische beginselen".

4 https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/index.htm, Karl Marx & Friedrich Engels, "Het Communistisch Manifest". Geschreven: eind 1847; Eerste publicatie: februari 1848. Bron: genomen uit een oude uitgave van de SDAP, vertaling door Herman Gorter. Proeflezen en correcties: Bert Altena. Transcriptie en HTML: Maarten Vanheuverswyn.