21-12-2014

Wordt de ideologie van AMADA (1970), op 9e PVDA-congres (2015) gewist uit collectief geheugen?(1)

In 1978 nam ik twee beslissingen:ik trad toe tot de PVDA (via een aanvraag om lid te mogen worden door het volgen van een kandidatencyclus) én ik besloot definitief als arbeider te gaan werken (en wilde de keuze van welk bedrijf laten afhangen van een gesprek hierover mét de PVDA).

Ik had ooit “Het Kapitaal” van Marx gelezen (in feite slechts deel 1, dus “Het Kapitaal (deel 1)”, het enige dat in het Nederlands was vertaald) en later enkele teksten van Lenin, in de drie delen van “Keuze uit zijn werken”, in ieder geval was daar bij “Staat en Revolutie”.....Eigenlijk had ik die drie delen staan en had ik, in het kader van een (door MLB - Marxistisch-Leninistische Beweging studentenorganisatie van AMASA- gegeven) vorming over “staat en revolutie” stukken gelezen van het boekje van Lenin “Staat en Revolutie ..... en die stukken waren dan eigenlijk de citaten van Marx uit “Burgeroorlog in Frankrijk” en die van Engels uit “Oorsprong van het gezin, eigendom en de staat”. Dit had ik gedaan in mijn “studententijd” in Leuven. (dus dat was voor 1978....)
In het programma van de PVDA (uit AMADA voortgekomen in 1979) vond ik analyses, conclusies en programma-punten die het meest overeenkwamen met hetgeen ik had gelezen bij Marx en Lenin. Dit in vergelijking met andere organisaties die zich op het marxisme en op noodzaak van revolutie beriepen.

“Het kapitalisme heeft in de loop van zijn ontwikkeling de krachten voortgebracht waarmee het socialisme kan worden opgebouwd: de hoogontwikkelde productiemiddelen en de arbeidersklasse. De moderne productietechnieken laten toe de goederen te produceren
die nodig zijn om de noden van de wereldbevolking te voldoen. Dit wordt echter verhinderd door het feit dat de productiemiddelen in de kapitalistische en staatskapitalistische landenhet bezit zijn van een kleine klasse die ze enkel aanwendt in de mate dat ze er winst mee kan verwezenlijken.
De productiemiddelen dienen collectief bezit te worden van de werkende gemeenschap. Het voltrekken van dit onvermijdelijk revolutionair proces is mogelijk geworden omdat het kapitalisme een arbeidersklasse heeft geschapen die door de uitbuiting tot verzet en opstand wordt gedwongen. Deze klasse is bekwaam om samen met de andere werkende klassen de kapitalistenklasse omver te werpen en de moderne productiemiddelen in dienst van de gemeenschap te besturen.
De overgang naar het socialisme is een historische noodzaak geworden.
De Partij van de Arbeid van België baseert zich op het marxisme. Zij staat een terugkeer voor naar de bronnen van het socialisme, naar de wetenschappelijke leer van Marx en Lenin. Zij hebben de onoplosbare tegenstellingen van de kapitalistische economie ontleed. Zij hebben een revolutionaire leer ontworpen voor het voeren van de klassestrijd en het doorvoeren van de bevrijding van de arbeid.
De Partij van de Arbeid van België baseert zich eveneens op de werken van Mao Zedong. Het is zijn verdienste geweest de lessen te trekken uit het totale verval van de Sovjetunie en uit het herstel van het kapitalisme in dit land.
Het socialisme is een onstuitbare wereldomvattende beweging geworden.
Een aantal burgerlijke politieke stromingen, die ernaar streven het kapitalisme in stand te houden maar het 'om te vormen' en te 'verbeteren', misbruiken de naam van het socialisme.(...)
Het socialisme zal nooit bovenuit cadeau worden gedaan aan het volk. Het socialisme zal het resultaat zijn van de strijd en de inspanningen van de arbeiders en werkers.
Om het kapitalisme doeltreffend te kunnen bekampen, moeten wij het grondig kennen.
Om het echte socialisme te kunnen verwezenlijken, moeten wij goed weten welke de wezenlijke wetten en instellingen zijn van het kapitalisme, die moeten worden afgeschaft.
Marx leerde aan de arbeiders dat zij maar een socialistisch bewustzijn kunnen verwerven, wanneer zij een klaar inzicht hebben in de economische wetten van het uitbuitingssysteem.
Marx leerde eveneens de lessen te trekken uit de praktische ervaring van het verleden. Hij zei dat de bevrijding van de werkende klassen maar mogelijk is wanneer zij het kapitalistische staatsapparaat ontmantelen en een totaal nieuwe staat van arbeiders en werkers uitbouwen.(....)
De productiemiddelen worden kapitaal – het ontstaan van twee onverzoenlijke tegengestelde klassen
Onder het kapitalisme legt een beperkte klasse, de kapitalisten, beslag op een steeds groter deel van de productiemiddelen. Terzelfdertijd scheppen de kapitalisten een klasse van loonarbeiders die geen productiemiddelen bezitten en alleen kunnen overleven door hun arbeidskracht te verkopen. Onder het kapitalisme wordt de arbeidskracht zelf een koopwaar.
De arbeid is de enige bron van waarde (bedoeld wordt RUIL-waarde, in tegenstelling tot GEBRUIKS-waarde) voor alle waren. De waarde van elke waar wordt bepaald door de hoeveelheid arbeidstijd die zij bevat.
De koopwaar 'arbeidskracht” heeft een welbepaalde waarde en deze wordt uitgemaakt door de waarde van de bestaansmiddelen, nodig voor het onderhoud van de arbeider en zijn gezin (levensonderhoud, huisvesting, scholing, ontspanning, culturele behoeften, opvoeding en algemene ontwikkeling).
De kapitalist betaalt deze waarde van de arbeidskracht onder de vorm van loon.
Wanneer de arbeider zijn arbeidskracht heeft verkocht, dan kan de patroon erover beschikken naar eigen goeddunken. Tijdens de werkdag schept de arbeider eerst de waarde die overeenstemt met zijn loon. Daarna schept hij een meerwaarde die gratis wordt toegeëigend door de bezitter van de productiemiddelen.
Deze meerwaarde is de enige oorsprong van alle kapitalistische winsten. (...)
De klassenstrijd laat de arbeider toe om in het beste geval de waarde van zijn arbeidskracht te bekomen. De arbeider blijft nochtans een loonslaaf die zijn arbeidskracht moet verkopen. Zelfs de best betaalde arbeider wordt tot werkloosheid gedoemd wanneer de patroons er niet langer in slagen voldoende winst uit hem te persen. Daarom dient de strijd gericht te worden op de afschaffing van de loonslavernij.
Alle nieuwe waarde, tijdens het productieproces geschapen, is afkomstig van de arbeid. Slechts een klein deel van de voortgebrachte waarde komt naar de arbeiders terug in de vorm van loon; de rest wordt toegeëigend door de patroon.
De kapitalist investeert een deel van de meerwaarde en hij benut een deel voor zijn persoonlijk gebruik. Na een tijd heeft hij een bedrag verbruikt gelijk aan zijn oorspronkelijk kapitaal. Het gehele kapitaal waarover de patroon dan beschikt, is afkomstig van de meerwaarde, geschapen door de arbeiders.
Het zijn niet de kapitalisten die de arbeiders onderhouden, maar wel de arbeiders die de kapitalisten onderhouden. (....)
De accumulatie van kapitaal in grotere en meer ontwikkelde bedrijven brengt mee dat een deel van de werkende bevolking tot werkloosheid wordt gedoemd. In het geheel van de kapitalistische wereld groeit het leger werklozen aan, naarmate de kapitaalsaccumulatie toeneemt. Tot dit 'reserveleger', dat tot werkloosheid gedoemd is omdat de patroons niet voldoende meerwaarde uit hen kunnen halen, behoren ook de gehandicapten, de invaliden en verminkten, de zieken en de zwakken, de arbeiders die 'te oud' zijn, enz....
Het kapitalisme heeft de werkloosheid nodig: het bestaan van een reserveleger laat de patroons toe om de uitbuiting binnen de bedrijven te verhogen, om lagere lonen te betalen en de onderdrukking te versterken.(....)
Het kapitalisme heeft de productiekrachten ontwikkeld en een socializering van de arbeid tot stand gebracht:de producten die het bedrijf verlaten, zijn het gezamelijke werk van duizenden arbeiders. De specialisering brengt een onderlinge afhankelijkheid mee van de bedrijven en bedrijfstakken. De producten worden verkocht op een wereldmarkt. De productie ie gesocialiseerd maar de productiemiddelen en de vervaardigde producten zijn het privé-bezit van de kapitalisten: dit is de fundamentele tegenstelling vn het kapitalisme. Het is ook de basis van de crisissen van overproductie. (...)
De fundamentele tegenstellingen van het kapitalisme kunnen maar opgelost worden door het privébezit van de productiemiddelen om te vormen in collectief bezit van de gemeenschap der werkende mensen.(...)
De staatsmacht is verschenen met het ontstaan van onverzoenlijk tegengestelde klassen. De staat is het orgaan waarmee de heersende klasse haar onderdrukking uitoefent over de onderworpen klassen.(...) De huidige staatsmacht is tot een onverbrekelijke eenheid met de kapitalistenklasse versmolten. In een maatschappij die in onverzoenlijke tegengestelde klassen is opgesplitst, is de staatsmacht nooit een neutraal orgaan dat de belangen van heel de gemeenschap, van alle klassen belichaamd.(...) In feite behartigt de staat de collectieve belangen van de kapitalisten en hij drijft die met alle nodige middelen door tegen de arbeiders en werkers.
De staatsmachine waarborgt de volledige heerschappij van de kapitalistenklasse (...). Aangezien de burgerij haar gewapende afdelingen paraat houdt om de volksmassa's onderworpen te houden, is het proletariaat verplicht om de gewapende volksstrijd voor te bereiden en uiteindelijk ook door te voeren om zich te bevrijden.(...) De staat zorgt voor de algemene maatschappelijke voorwaarde die het de individuele kapitalist mogelijk maken loonarbeiders uit te buiten. Sinds de productie in hoge mate van concentratie heeft bereikt in de monopolies, is de staat de vertegenwoordiger geworden van de monopolies.”1

Ik vermeld hier die zaken die mij vooral aanspraken, omdat ik die zojuist ontdekt had in mijn allereerste kennismaking met de wetenschappelijke analyse van Marx. Het waren die zaken die mij overtuigden dat als ik communist wilde worden en “iets betekenen voor de revolutie” ik het beste “deel van de arbeidersklasse” zou gaan uitmaken.
Er waren zaken in het programma (en in de fundamentele analyses die eraan ter grondslag lagen) van de PVDA en dan vooral in de stukken die ik hier nu NIET aanhaal, die later erkend werden door de PVDA zélf “dogmatisch” te zijn of zelfs uitgingen van foute veronderstellingen. Maar aangezien ik het marxisme pas ontdekte en daarin wellicht OOK wat “dogmatisch” was, viel mij dit toen zo niet direct op.

Zo zou nu wellicht overal waar er de term “arbeider” voorkomt beter “werker” vermeld worden, zoals in het Engels – 'worker' – en in het Frans -'travailleur'- gebruikt wordt. (gezien de wat beperkende inhoud die in het Nederlands aan de term “arbeider” wordt gegeven)
Ook bijvoorbeeld het gebruik van de term 'patroon'. Het is niet duidelijk wie of wat dat is: de manager en/of kapitalist, de bedrijfsleider van een fabrieksvestiging of/en echte bezitter van die fabriek (en voor een “fabriek” zijnde een vestiging van een monopolie of multinational is dat de groep van aandeelhouders van dat monopolie/multinational en wordt die “eigenaar” slechts vertegenwoordigd door de plaatselijk bedrijfsleider - is dat dan de “patroon”?)

OPM.:Tot nader order is dit programma van 1979 nog altijd hét programma van de PVDA... Zowel een commissie om een nieuw voorstel van programma uit te werken - ik maakte daar deel van uit -, zoals ook het voorstel – in 2004, van Nadine Rosa-Rosso, voormalig algemeen secretaris, tot discussie in de partij van hoog tot laag, over een nieuw programma, zijn stopgezet met het dictaat van Peter Mertens en Boudewijn Deckers: “Het programma van 1979 blijft ons programma!

Na verwerven van politieke overtuiging volgde de ideologische “omvorming van wereldopvatting”
Ik was nog na mijn (universitaire) studie nog een jaar actief (van september '77 tot september '78) in het universitaire wereldje, als vrijgestelde voor de Sociale Raad, een job (voor een jaar) dat een beetje te vergelijken is met “vakbondsecretaris” (wordt ook soms wel “vrijgestelde” genoemd) maar dan voor een soort Studenten-vakbond waarmee je de toenmalige Sociale Raad een beetje kan vergelijken... Ik kocht (op een standje van MLB – Marxistisch-Leninistische Beweging, studentenorganisatie van AMADA ) het boekje “Dat was mei '68” .(de herdruk in '93 “Een kwart eeuw mei '68” hier te lezen)..Als auteurs stonden vermeld : Ludo Martens en Kris Merckx. Dat boekje heb ik gelezen en herlezen. Bepaalde passages heb ik wel 20 keer herlezen.....

Ludo Martens (1969): Arbeiders en studenten, één front..... Maar waarom en hoe?2

In een fabriek van Hainaut-Sambre staan een aantal wagens op een spoor om een hoogoven binnen te rijden. Een arbeider moet een aantal van deze wagens aan elkaar koppelen, die dan de oven binnenrollen. De veiligheidsvoorschriften luiden, dat men de wagens die op het spoor staan éérst moet blokkeren vooraleer ze aan elkaar te koppelen.
Men moet een blok voor de wielen leggen zodat de wagen niet kan verschuiven. De voorschriften worden nooit in acht genomen omdat men veel te snel moet werken. Een arbeider koppelt twee wagens aaneen. Een wagen gaat plots aan het rollen en de arbeider wordt tussen de wagens verpletterd. Hij is op slag dood.
Er ontstaat meteen een wilde staking in de fabriek. De vakbond wil echter niet volgen.
De volgende dag kunnen de arbeiders de staking niet doorzetten. Ze beslissen echter een soort 'stiptheidsstaking' te houden: ze zullen alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsnormen in acht nemen. Meteen daalt de productie met 30 %! Dertig procent van de productie wordt dus op 'onwettige' manier uit de arbeiders getrokken!
Maar wat gebeurt er? De patroon beslist alle premies in te houden. Meteen daalt ook het loon van de arbeiders met 30%...
De meesten kunnen daarmee niet leven. Na een week is de productie weer op 'normaal peil'... en de 'veiligheid' eveneens.
Er breekt een 'wilde' staking uit in ACEC-Gent. De arbeiders spreken er al maanden over de staking, 's Namiddags trekt plots een groep van 200 man naar buiten.
De vakbonds-délégué is een ... 'communist'... Hij loopt achter de 'wilde' stakers en zegt, dat de staking niet 'wettelijk' is. Een staking is immers maar 'wettig' als die weken tevoren door de vakbond is aangekondigd. Dan begint men een verzoeningsprocedure en allerlei onderhandelingen. Dit laat de patroon toe om alle nodige 'voorzorgsmaatregelen' te treffen. Als er dan 'gestaakt' wordt, komt dat niet meer ongelegen voor de patroon.
Als de vakbonden de 'wilde' stakingen -die de patroon pijn kunnen doen- vermijden, dan krijgen ze van het patronaat een premie van 0,6 % op de jaarlijkse lonen.
In Citroen-Vorst produceerde men een jaar geleden 90 auto's per dag. Nu moet men er 160 maken met hetzelfde aantal arbeiders. De patroon wil binnenkort overschakelen op 210 wagens... Er is veel reactie tegen dit helse ritme. Om het verzet van de arbeiders te breken, wordt een combattieve arbeider ontslagen. Als hij de volgende dag toch komt werken, wordt hij opgeleid door de politie. Zijn kameraden leggen onmiddellijk het werk stil.
Er zijn 80 % vreemdelingen in de fabriek. Alle syndicale délégués zijn echter Belgen... en vele délégués zijn ploegbaas of chef!
's Namiddags staat een groep arbeiders voor de poort te praten. Plots staan er een aantal rijkswachters voor hen en de arbeiders staan verwonderd en ongelovig te lachen. Opeens zien ze, dat er ook langs de achterpoort rijkswachters in de fabriek zijn binnengetrokken. Een rijkswachtofficier: 'Onmiddellijk aan 't werk of ge wordt over de grens gezet!'. Een colonne rijkswachters ―100 à 150 man sterk ― trekt in nieuwste gevechtskledij door de fabriek, geweer in de hand. De ploegbazen duiden 63 man aan die worden meegepakt.

Dit zijn drie concrete feiten uit de honderden die het laatste jaar aan de linkse studentenbeweging zijn gesignaleerd. Urenlang is er over gediscussieerd.
In de Studenten Vak Beweging van Leuven en in de Gentse Studenten Beweging.
Deze feiten zijn de achtergrond die men moet voor ogen houden als men de analyse leest die wij onszelf over de 'intellectuelen' maken.
Het intellect is een gigantische macht geworden tegen de arbeiders.
Het intellect is één van de sterkste wapens geworden die de bourgeoisie hanteert tegen de arbeiders. (...)

De arbeiders zijn de leidende kracht van de sociale revolutie. Waarom niet het 'intellectueel proletariaat', de technici, de leraars, de studenten?
Eerst een voorafgaande opmerking: de sociale revolutie komt maar tot stand wanneer de activiteit van leraars, technici, bedienden, ambtenaren, studenten zich verbindt met de activiteit van de arbeiders. Studenten, leraars, bedienden kunnen dus een belangrijke rol spelen. Ze spelen echter niet de fundamentele rol, ze zijn niet de leidende kracht van de revolutie. Hun actie krijgt maar een revolutionaire zin, wanneer ze de belangen en de strijd van de arbeiders als leidraad nemen. (....)
Het volstaat echter niet verdrukt te worden en het slachtoffer te zijn van de bourgeoisie. De arme boeren, de kleine middenstanders, de gepensioneerden hebben het dikwijls nog moeilijker dan de arbeiders. (...)
Materieel en fysiek hebben de arbeiders belang bij de vernietiging van een systeem van uitbuiting. (...)

Zijn de arbeiders nu minder bewust dan vroeger, hebben ze nu alles wat ze kunnen dromen? De bourgeoisie maakt ons graag wijs, dat 'het niet is gelijk vroeger, men is er toch zo op vooruitgegaan', etc.
Dat lijken ons dan allemaal enorm moderne theorieën. Maar een blik in de geschiedenis leert ons, dat deze theorieën zo oud zijn als de staat. Of liever: ze zijn zo oud als de bourgeoisie zelf, die er alle belang bij heeft, dat de arbeiders zo worden bedrogen.
In 1870 had men de laatste grote oorlog gezien in West-Europa. Sindsdien waren Frankrijk en Duitsland een industrie gaan opbouwen. De grondige verovering van Azië en Afrika bracht enorme schatten op. Dank zij die superwinsten kon men loonsverhoging en sociale voorzorgen geven aan de arbeiders. Het kapitalisme kende geen oorlogen meer... omdat men op volle kracht oorlogen voerde in Azië en Zuid-Amerika.
Tussen 1890 en 1900 ontwierp Bernstein een 'totaal nieuwe' theorie. Volgens deze geleerde en moderne theoreticus, kende het kapitalisme geen crisissen meer: de welvaart van de arbeiders nam gestadig toe; de arbeiders hadden geen belang bij een verafgelegen revolutie waarvan ze niet weten wat het wordt.
Wat was het gevolg van deze 'totaal nieuwe' theorie?
De arbeiders hebben zich niet politiek, ideologisch en organisatorisch voorbereid op de totale botsing tussen de klassen, op de sociale revolutie. In diezelfde periode stapelden zich de tegenstellingen binnen het kapitalisme op: de kapitalisten begonnen onderling de strijd om de heerschappij in Afrika en Azië. Het volstaat niet voor de bourgeoisie van een bepaald land, dat ze haar eigen arbeiders naar willekeur kan uitbuiten elke bourgeoisie wil ook een zo groot mogelijk deel van de Derde Wereld aan haar uitbuiting onderwerpen. In 1914 begonnen de Westerse kapitalisten de oorlog om het bezit van de rijkdommen in de Derde Wereld. De 'socialisten' hadden tientallen jaren de arbeiders vergiftigd met hun 'moderne theorie' over de rustige vooruitgang van het kapitalisme. De arbeiders waren niet gewapend voor deze bloedige confrontatie. Honderdduizenden arbeiders werden geofferd op het altaar van de 'nationale bourgeoisie'.
En de 'moderne theorie' van de socialisten kende een nieuw hoogtepunt: de socialisten hebben deze oorlog geleid vanuit hun ministeriële zetels, in naam van de verdediging van het vaderland.
Toen de arbeiders in 1918 van het front terugkeerden, wilden ze maar één ding; de revolutie. In Duitsland en Hongarije grepen de arbeidersraden de macht. Ze waren echter politiek en organisatorisch niet voldoende voorbereid op deze revolutie. Ze hadden zich te lang laren bedriegen door de 'moderne theorie'. Ze werden verslagen en tienduizenden revolutionaire arbeiders werden zonder vorm van proces neergeschoten.
Dit is de enige directe, praktische en logische consequentie van alle 'moderne theorieën' die verkondigen: er zijn geen crisissen meer, er is stijgende welvaart, het kapitalisme beheerst nu zijn eigen kontradikties, de arbeiders hebben geen revolutie nodig.
Het is een theorie die de arbeiders voorbereidt op de nederlaag.
Vijftig jaar na de eerste wereldoorlog zaten de 'linksen' in Griekenland nog altijd met dezelfde 'moderne theorie'.
Voor hen was het niet waar, dat de bourgeoisie een klassedictatuur uitoefent over de arbeiders en de boeren: zo erg was het nu ook weer niet... Ge moet niet overdrijven. Het was niet waar, dat de staat een instrument was van de bourgeoisie. Het was niet waar, dat de arbeiders en boeren de burgerij moesten verslaan om de macht van de arbeiders en de boeren te vestigen.
Neen: de macht van de arbeiders en van de boeren zou gevestigd worden door een grote stembusoverwinning.
De arbeiders en de revolutionairen waren ideologisch, politiek en organisatorisch niet voorbereid op de sociale revolutie. Zesduizend mensen werden dan ook zonder enig verweer uitgeschakeld, mishandeld of vermoord.
Nu pas groeit het verzet en groeit het inzicht in de noodzaak de arbeiders te organiseren voor de revolutie, hen politiek te vormen voor de revolutie, hen te bewapenen voor de revolutie.
Wat kunnen wij uit deze historische voorbeelden besluiten? Het is van vitaal en van direct materieel belang voor de bourgeoisie, dat de arbeidersklasse niet wordt voorbereid op de revolutie. Vandaar het enorme belang, dat zij hecht aan de verspreiding van haar theorieën: 'De arbeiders zijn bourgeois' - 'De welvaart gaat steeds vooruit' - 'Er komen geen crisissen meer'. Het is anderzijds van vitaal en direct materieel belang voor de arbeidersklasse, dat zij ideologisch, politiek en organisatorisch is voorbereid op de revolutie. Zij moet ontmaskeren welke belangen er schuil gaan achter de modetheorieën van de burgerij.
De bourgeoisie ontmaskeren en zich voorbe­reiden op de sociale revolutie: dit is de enige betekenis van de uitdrukking: 'Het klassebewustzijn ontwikkelen'.
Een alternatief wordt niet gevonden door de 'slechte' bourgeois uit te schakelen en 'goeie' sociaal bewogen mensen in de plaats te zetten. Een alternatief wordt niet geboren uit de 'revolutionaire' of 'positieve' ideeën van een groep intellectuelen. Een alternatief kan alleen ontstaan op de basis van de klassebelangen van de arbei­ders.
Studenten, technici, leraars kunnen aan dit alternatief meewerken, maar hun eigen belangen als groep kunnen nooit de basis zijn van een alternatief.
De bourgeoisie vormt de wereld om naar eigen beeld. Alléén het proletariaat heeft belang in een totaal andere wereld. Het proletariaat moet de wereld omvormen naar zijn eigen beeld.
De wetten die de burgerlijke maatschappij regeren, zijn de wetten van de winstmaximering en van de strijd van iedereen tegen iedereen. Wanneer de ene kapitalist zijn macht kan uitbreiden dooreen andere kapot te maken, dan zal hij dat niet laten. Geheel de wereld, geheel de maatschappelijke orde wordt omgevormd naar de/e wet: de strijd van iedereen tegen iedereen. (...)
Iedereen wordt gedwongen tot individuele oplossingen voor sociale problemen. Iedereen vecht tegen iedereen. De bourgeoisie stort zich op alles waar ze 'winst' kan uitzuigen. De bourgeoisie laat alles, waar geen winst uit te halen valt, over aan de edelmoedige beoefenaars der naastenliefde.
Iedere arbeider gaat zijn arbeidskracht elke dag opnieuw te koop aanbieden aan de kapita­list. Elke dag moet hij dulden, dat de kapitalist nieuwe metodes uitvindt om het uiterste uit de arbeidskracht van de arbeider te persen. De bur­gerij vormt de wereld om naar haar eigen beeld.
Het proletariaat moet de wereld en elk aspect van het maatschappelijk leven, omvormen naar zijn eigen beeld.
De solidariteit, de onderlinge hulp en het ra­tioneel gebruiken van alle middelen zijn de wetten van deze nieuwe wereld.
Het werk in de fabrieken moet gebeuren in onderlinge hulp en in onderlinge opvoeding (maar tevens in permanente strijd tegen alle burgerlijke dictatoriale reglementen en metoden!). De arbeiders moeten de dictatuur van de arbeidersklasse uitoefenen over alle burgerlijke kader-functionarissen en ingenieurs die de arbeiders willen blijven uitbuiten en onderdrukken, zoals in de goeie burgerlijke tijd.
Wanneer het werk zijn eigenlijke zin krijgt, dat wil zeggen: wanneer de arbeiders de macht hebben over de productie en de verdeling, dan kunnen de ontspanning en het toerisme niet meer los gezien worden van de arbeid en van het collectieve leven.
De studie kan niet meer los gebeuren van het werk in de fabriek en de geestelijke en materiële belangen van de arbeiders moeten de leidraad zijn bij de studie. De meest klassebewuste arbeiders die vooraan hebben gestreden voor de bevrijding van de arbeid, zullen de beste en de eerste professoren zijn aan de universiteit.
Het proletariaat wil de wereld omvormen naar zijn eigen beeld. De bourgeoisie vormt de wereld om naar haar eigen beeld. Het centrale probleem hierbij, is het probleem van de macht: welke klasse heeft de politieke macht in handen?
Wanneer de burgerij de politieke macht in handen heeft, vormt zij de wereld om naar haar eigen beeld. (...)

De intellectuelen moeten zich ten dienste stellen van de strijd van de arbeidersklasse.
Ze moeten de revolutionaire theorie bestuderen. Deze theorie is niet uit de lucht gevallen. De theorie van Marx, Lenin en Mao Tse-toeng is de samenvatting van de levende ervaring van miljoenen en miljoenen revolutionairen.
Deze theorie vormt de neerslag van talrijke dramatische nederlagen van het proletariaat en van talrijke nieuwe stappen vooruit. Het is echter niet voldoende de theorie te bestuderen.
Voor de intellectueel wordt dit al te gemakkelijk een subtiel spel waarbij het er op aan komt om altijd zijn eigen gelijk te bewijzen.
We moeten niet alleen leren van Marx, Lenin en Mao Tse-toeng. (...)
Alleen de concrete actie met het proletariaat, maakt het de intellectueel mogelijk, de revolutionaire theorie van Marx, Lenin en Mao Tse-toeng werkelijk te begrijpen. Het begrijpen van deze theorie is van onschatbare waarde om de concrete praktijk beter en meer trefzeker te maken.

Wij zeggen dat de fundamentele taak van de intellectuelen erin bestaat de revolutionaire theorie te assimileren en toe te passen. We zeggen dat de fundamentele voorwaarde daartoe de omvorming van de intellectuelen is ten dienste van de arbeiders. Alleen wanneer men direct en praktisch contact heeft met de realiteit en de strijd van de arbeiders, kan men de theorie op een juiste manier ontwikkelen.(...)
Het proletariaat en de werkende mensen zijn de vruchtbare bodem voor de revolutionaire ideeën om deze materiële reden: de revolutionaire ideeën drukken de klassebelangen uit van de arbeiders. (...)
Wanneer we ten volle willen renderen voor de sociale revolutie moeten we de juiste “bodem” opzoeken om te gaan werken. Er is maar één criterium om uit te maken of een intellectueel werkelijk revolutionair is. Men moet nagaan: slaagt hij erin zich concreet onder de arbeiders te integreren of slaag hij daar niet in? (...)
(A)ls gewone arbeider in een fabriek gaan werken. Dit is ongetwijfeld de meest resolute en meest geschikte integratie....

Nu ik bepaalde inzichten had verworven, moest ik wel, als ik ideologisch consequent wilde blijven met die verworven inzichten, communist worden én gaan werken als arbeider (liefst in een groot productiebedrijf)... en toen dit mij lukte (een heel verhaal op zich) en ik mijn eerste werkdag aanvatte (in Raychem, nu Tyco Electronics geheten) voelde dit aan als een “overwinning op de burgerij”.

1Uit “Congresdocumenten – Programma, goedgekeurd op het stichtingscongres van de Partij van de Arbeid van België. Oktober 1979”. Hoewel in principe nog altijd het fundamenteel programma van de PVDA (volgens Peter Mertens en Boudewijn Deckers....) niet meer te krijgen!

2Uit “De kontestatie is vlees geworden”, P. Goossens, L. Martens, L. Reyntjens, e.a.,  De Gekleurde Boekjes, Sonneville Press, 1970, hernomen in “Een kwarteeuw mei '68”, Ludo Martens, Kris Merckx, EPO, 1993, ISBN 90 6445 748 4

06-12-2014

Kapitalistische belangen ideologisch en politiek beschermd door OBJECTIEVE burgerlijke alliantie van uiterst rechts tot uiterst (reformistisch) links.

Als nu de komende algemene stakingen zullen uitlopen op een “toegeving”, inhoudend, een soort van “vermogenbelasting” maar gekoppeld aan een “tax-shift” (dat wil zeggen INGRIJPENDE verlaging van “de loonkost”, in AL zijn aspecten en vormen, zoals OVERAL in Europa MOET gebeuren), dan zeg ik, dat er een OBJECTIEF BURGERLIJK bondgenootschap is, van de NVA en co, over de “oppositie” heen, met inbegrip van reformistische vakbondsleiders, TOT EN MET de “uiterst-linkse”(!?) PVDA.
Nu volgt een eerste deel van argumentatie voor de hierbovenstaande bewering. (de figuren zijn in feite een beperkte "voorafspiegeling" van een - nog - volgend tweede deel van argumentatie)....

De essentie of de achtergrond van de “huidige regeringsmaatregelen” én de “tax-shift” die daar onderdeel van uitmaakt

De essentie van de EU-politiek is (nog versterkt door de huidige overcapaciteitscrisis): de “concurrentie-kracht vergroten” van de bedrijven/monopolies die Europa als thuismarkt hebben en de rest van de wereld als export-markt, dit om (vooral in overcapaciteitscrisistijd) toch een zekere “groei” te hebben. Dit houdt in, een veroveren van (in stagnerende en soms krimpende markten) grotere markt-AANDELEN (en dus stijgende VERKOOP =groei). En dit wil zeggen: (loon-)kost verlagen door de uitbuitingsgraad in de productie (en alles wat daarmee samenhangt) te verhogen.
De zogenaamde “tax-shift” houdt, in essentie, in: de LOONKOST verlagen (door de “lasten op arbeid te verlagen”). Om allen hiervoor te overtuigen worden bepaalde “lasten”(op één of andere manier op ”vermogen”, bijvoorbeeld), ter compensatie, verhoogd: dus een “verschuiving in lasten”.

According to the Europe 2020 Strategy"raising taxes on labour, as has occurred in the past at great costs to jobs, should be avoided. Rather Member States should seek to shift the tax burden from labour to energy and environmental taxes".
However, the European Union is still an area of high tax burden on labour compared to other developed economies. (...)
In the current context of tight fiscal room for manoeuvre, the 2013 country-specific recommendations and the 2013 Annual Growth Survey emphasise the need to continue shifting taxation away from labour – in particular with regard to low income and second income earners – to other sources of taxation as a way to support job creation. Taxation on labour, measured by the tax wedge, encompasses employers' social security contributions, the personal income tax (PIT) and employees' social security contributions.1

De Oeso adviseert België het loonvormingsmechanisme, het indexsysteem dus, aan te passen en een tax shift door te voeren om de werkgelegenheid en de concurrentiekracht te verbeteren. (....) "De al overeengekomen tijdelijke opschorting van het indexmechanisme (de indexsprong, red.) zal helpen om de lonen beter in lijn te brengen met de productiviteit, maar de situatie illustreert de nood aan een hervorming van het loonvormingsproces." Verderop (...) snijdt de Oeso echter nog een tweede gevoelig onderwerp aan: de tax shift (...) De Oeso zegt dat het de werkgelegenheid en concurrentiekracht in ons land ten goede zou komen, mochten de lasten op arbeid verlaagd worden "ofwel door de algemene belastingdruk te verlagen, ofwel door belastingen te verschuiven naar consumptie en vermogenswinsten".2

De Europese Commissie brengt vrijdag de rapporten uit over de ontwerpbegroting voor 2015. België krijgt groen licht, vernam De Standaard. De Commissie is echter niet tevreden met de tax shift van de regering-Michel, meldt Le Soir.
In het rapport dat de Europese Commissie vrijdag bekendmaakt over de ontwerpbegroting 2015 van de regering-Michel staat een opvallende passage over de noodzaak aan een taxshift in België. 'De maatregelen lijken tekort te schieten als het aankomt op een alomvattende hervorming van het belastingsysteem', staat er te lezen. De Europese Commissie pleit, net als voorgaande jaren, voor een tax shift, waarbij de lasten op arbeid verminderd worden. Maar de Commissie specificeert niet dat er bijvoorbeeld nood zou zijn in Belgë aan een vermogenswinstbelasting om dat te realiseren. Europa heeft altijd al geijverd voor een taxshift. De nadruk ligt daarbij op consumptie en ecologie, maar niet noodzakelijk op het belasten van vermogens.(...)
Een van de andere opmerkingen de Europese Commissie gaat over de hoge schuldgraad in ons land. Die zou in 2015 oplopen tot 107 procent van het bbp, terwijl dat zou moeten dalen naar 60 procent. is het eindresultaat voor België een deliberatie, zonder schoonheidsprijs, die zowel regering als oppositie zal toelaten om argumenten voor het eigen gelijk te citeren. Ook binnen de regering kan de kritiek van de Commissie CD&V, dat een vermogenswinstbelasting wil invoeren, extra munitie geven. Open VLD en N-VA huiveren daarvoor.3

Tax shift. Het is het nieuwe politieke toverwoord. En terecht. Want al jaren wordt in ons land steen en been geklaagd over te hoge belastingsdruk op arbeid, wat de tewerkstelling zou tegenwerken. Verschuiven dus, die lasten. De politieke vraag is natuurlijk naar waar. De druk om dat naar grote vermogens te doen wordt groter, vanuit een roep naar fiscale rechtvaardigheid. Ook over verschuivingen naar consumptie en milieuvervuiling wordt gesproken. Er blijkt stilaan nog maar één groot taboe te bestaan in het debat over belastingshervormingen: de fiscale ondersteuning van bedrijfswagens. Oorspronkelijk was dit nochtans bedoeld als middel om de lasten op arbeid te verlagen. Ze effectief gewoon verlagen bleek echter te simpel dus werd een systeem uitgedokterd dat loon uitbetaald in auto fiscaal veel interessanter maakte dan loon in euro, zowel voor werkgever als werknemer. (...)
Hoe kon dit ooit ingevoerd worden denk je dan? Wel, dat danken we aan het zo geroemde sociale overleg. Dat heeft ongetwijfeld veel merites maar leverde ook miskleunen zoals deze op. Vakbonden wilden loonsverhogingen, werkgevers niet dus werd de factuur naar overheid en samenleving doorgeschoven. Het was ook een manier om de automobielindustrie te ondersteunen. We hebben gezien wat een succes dat werd.
Er blijkt stilaan nog maar één groot taboe te bestaan in het debat over belastingshervormingen: de fiscale ondersteuning van bedrijfswagens.
Ook bij de OESO geloven ze hun ogen niet en roepen ze ons al jaren op dit absurde beleid te stoppen. Maar aanbevelingen van internationale instellingen worden kennelijk enkel heilig verklaard als ze de traditionele agenda van een belangengroep of partij dienen. Er is nochtans een simpele oplossing: schaf de voordelen voor bedrijfswagens af en investeer die 4 miljard in een échte daling van de belasting op arbeid. Een opslag in euro geven of krijgen is dan niet meer duurder dan een opslag in auto. Wie zijn euro's dan nog steeds wil uitgeven aan auto's blijft daar even vrij in. En anderen krijgen meer vrijheid om hun loon anders te besteden. Meteen sla je twee economische vliegen in één klap door zowel arbeidskost als mobiliteit aan te pakken. Toch zwijgen de meeste partijen hierover. En media dus ook, omdat het niet valt te kaderen in een politiek conflict.Zelfs Groen (!) maakt hier geen groot strijdpunt van. Ja, de bedrijfswagen is voor heel wat mensen een statussymbool. Maar politiek zou ook moeten betekenen dat je de moed opbrengt om mensen uit te leggen dat ze zelf mee slachtoffers zijn van dit beleid. Zeker als je 5 jaar de tijd hebt en er prat op gaat op het eerste zicht onpopulaire maar noodzakelijke maatregelen te nemen.4

Inderdaad waren “bedrijfwagens” een (door vakbonden mee ondertekende) “loonsverhoging (in natura)” VRIJGESTELD van “patronale lasten “ (of zoals meelijkwekkend gezegd wordt “lasten op arbeid”)
En wat lezen we:

Minister van Financiën Johan Van Overveldt (N-VA) wil het fiscale gunstregime voor bedrijfswagens bespreken in de regering. “De discussie is relevant wanneer we praten over een tax shift en een verlaging van de lasten op arbeid. De vraag is dan niet alleen of je een vermogenwinstbelasting wil, maar ook of je de voordelen voor bedrijfswagens in stand houdt”, luidt het. Een aanpassing aan de regels voor bedrijfswagens zou kunnen kaderen in een verschuiving van de lasten op arbeid naar lasten op vervuiling.5
Zo gaat een loonsverhoging (in natura) waarop GEEN “patronale lasten” betaald moest worden, OPNIEUW gebruikt worden om via een “tax-shift” de zogenaamde “lasten op arbeid te verlagen” ... en hierdoor de financiering van de sociale zekerheid voor een TWEEDE keer te hypothekeren!

De essentie “verlagen van de lasten op arbeid” blijft de inzet, maar de “shift” (verschuiving) kan in verschillende richtingen

De CD&V-onderhandelaars De Crem, Geens en Beke kunnen vandaag met de voorstellen van de Hoge Raad aan de slag.
De Hoge Raad van Financiën legt verschillende sporen op de tafel van de formatie om de lasten op arbeid te verlagen en de fiscaliteit te hervormen. (....)
Een verlaging van de lasten op arbeid is een van de topprioriteiten voor de toekomstige regering. (....) De Hoge Raad van Financiën legt nu drie sporen op tafel om de lasten te verlagen en tegelijkertijd de fiscaliteit te hervormen. (...)
Een verschuiving van de sociale lasten en belastingen naar de btw, een zogenaamde tax shift, (...) De raad ziet drie mogelijkheden.
De eerste is een btw-verhoging waarmee de werkgeversbijdragen verlaagd kunnen worden, (...)
De tweede komt neer op het schrappen van de verlaagde tarieven van 6 en 12 procent. Daarmee kunnen de inkomstenbelastingen worden verlaagd. (...) De prijsverschillen met het buitenland worden daardoor net groter en bovendien is er een effect op de inflatie.
De derde optie is een belasting op elektriciteit en gas van 600 miljoen euro, waarmee eveneens de inkomstenbelastingen worden verlaagd.(...)
Een uniforme belasting op allerhande soorten spaaropbrengsten, inkomsten en meerwaarden, biedt de ruimste marge om de belastingdruk op arbeid te verlagen, schrijft de Hoge Raad van Financiën. Een hervorming waarbij er ook op meerwaarden uit aandelen een belasting wordt geheven, kan bijna vier miljard euro opbrengen. Technisch is die hervorming ook niet zo moeilijk uit te voeren. De raad stelt voor om de grondslag van de inkomstenbelastingen te verbreden met de spaarinkomsten en meerwaarden.(...)
(T)wee scenario’s uit om de progressiviteit van de belastingen aan te passen. Dat kan door de belastingvrije som te verhogen tot het leefloon en door de benedengrens voor het belastingtarief van 40 procent te verschuiven.
(...) Een hogere belastingvrije som is het meest voordelig voor het kwart van de Belgen met het laagste inkomen. Een lager belastingtarief komt vooral het kwart Belgen dat daar qua inkomen net boven zit ten goede.
Een andere mogelijkheid bestaat uit het verhogen van de forfaitaire beroepskosten. De Hoge Raad werkte een voorstel uit om daarmee werknemers een bijkomend voordeel te geven. In vergelijking met de twee andere voorstellen genieten in dit voorstel minder werknemers een hoger voordeel.
Vennootschapsbelasting hervormen
Om de lasten op arbeid te verlichten is de vennootschapsbelasting geen goed instrument, maar er kan wel aan worden gesleuteld. Het is mogelijk om het nominaal tarief (vandaag 33 procent) te verlagen zonder dat dit geld kost, door de belastinggrondslag te verbreden. De Hoge Raad stelt voor een reeks vrijstellingen af te schaffen, net als de investeringsreserve en de verminderde tarieven voor vennootschappen met een specifiek doel. Ook intercommunales moeten vennootschapsbelasting betalen. Wel wordt de investeringsaftrek behouden.6

Klassenstrijd ontwikkelen tegen EU-politiek van verhogen van uitbuitingsgraad is klassenstrijd ontwikkelen tegen “verlagen van lasten op arbeid”(=LOONS-verlaging!).....
Als men zich verzet tegen deze politiek van verhoging van uitbuitingsgraad, moet men dus de “verlaging van lasten op arbeid” AFWIJZEN en dus ook die zogenaamde “tax-shift”.....En moet men met terugwerkende kracht ALLE (door de vakbondsleiding mee ondertekende) gedeeltelijke en aan specifieke groepen verbonden verminderingen van patronale lasten en met de (door de vakbondsleiding mee ondertekende) aan de “loonnorm” geschrapte loonsverhogingen én “index-sprongen” én indexmanipulaties ongedaan maken. Tenslotten is het door deze (door de opeenvolgende verschillende regeringen in opdracht van Europa doorgevoerde) “loonkostverlagingen” dat iedere keer “noodzakelijke” besparingen in de sociale zekerheid, de gezondheidszorg én de pensioenen verbonden waren (en nu weer zullen zijn).
Recuperatie van al die “loonsverlagingen” (objectief van Europa: “concurrentie-positie versterken”) maken het populistisch verdedigen van “alternatieve” inkomsten voor de sociale zekerheid en/of gezondheiszorg..... zoals waarvoor een vermogenbelasting (tenslotte alleen bedoeld voor eerlijkere “herverdeling”) verdedigd wordt, (anderen stellen een “alternatieve” financiering uit btw-inkomsten voor....) nutteloos!
Natuurlijk is een eerlijkere (her)verdeling van de maatschappelijke rijkdom door een progressievere persoonsbelasting, de invoering van een vermogenbelasting, én de (her) invoering van de vennootsbelasting van 49% op winst voor belasting (zoals die nog bestond in 1979) én het schrappen van alle wettelijke mogelijkheden van belastingontwijking, een rechtvaardige HERVORMING..... Echter beter, radicaler, correcter en blijvend is de mobilisatie en organisatie van de “onteigening van de onteigenaars” doorheen een socialistische revolutie... En zélfs die “rechtvaardige HERVORMINGEN” zullen maar doorgevoerd worden op moment dat de strijd een revolutionair karakter krijgt...al is het alleen maar om de revolutionaire strijd te doen LUWEN. Het doorvoeren van die HERVORMINGEN gaat dan ook gepaard met een gelijktijdige -soms dodelijke- repressie tegen haar deelnemers, zo leert de geschiedenis).

....Maar de verschillende “fracties” van de “eengemaakte burgerlijke alliantie” maken, zullen hoe dan ook de fundamentele politiek van de burgerij, de continue verhoging van de uitbuitingsgraad, .... beschermen
De regeringspartijen staan klaar, zoals iedere keer, om de opgelegde EU-politiek, en dus de “verlaging van lasten op arbeid” (of te wel een LOONSverlaging en dus VERHOGING van uitbuitingsgraad),zo ver als tactisch mogelijk, door te voeren.
Ook de oppositie-partijen verzetten zich niet tegen de ESSENTIE van de EU-politiek al zullen ze (als oppositie hun rol spelend) protesteren dat de “huidige regering nu te ver gaat” of zullen ze een populaire “tax shift” voorstellen, beter dan een eventuele “tax-shift” voorgesteld door de regering.
De vakbondleiders die reeds bij voorgaande keren al akkoorden hebben ondertekend waarbij bepaalde “lasten op arbeid” bij bepaalde vormen van loon of het loon van bepaalde groepen werkers “verlaagd” werden, zullen zich niet echt verzetten tegen het PRINCIPE van het “verlagen van de lasten op arbeid”....maar eer moet iets tegenover staan dat ze aan hun achterban kunnen verkopen.

Er moet een tax shift komen, vooraleer het sociaal overleg echt kans op slagen heeft. Dat zegt ACV-voorzitter Marc Leemans, na de eerste stakingsdag. Hij legt de druk vol bij de CD&V. (...)
Maar ook na die eerste regionale staking is het sociaal overleg nog geen millimeter opgeschoten.
"Zonder tax shift komt er geen sociale vrede. Pas als de regering werk maakt van een eerlijke lastenverschuiving, dan kunnen we echt praten en eventueel een opening maken", zegt Marc Leemans nu. "Er moet een bijdrage komen van iedereen, ook van de vermogenden. Een stuk van de zure appel willen we zelf doorbijten, maar we willen hem niet helemaal doorslikken."

Vermogenswinstbelasting
De ACV-voorzitter pleit voor een echte tax shift, via een vermogenswinstbelasting. Zo verhoogt hij de druk op de CD&V. Die gooide het idee weer op tafel, maar N-VA en Open Vld verroeren geen vin. De poging van premier Charles Michel om de discussie weer binnenskamers te krijgen, lijkt evenwel mislukt. Nog dit weekend schaarde ook justitieminister Koen Geens (CD&V) zich openlijk achter een tax shift.
Het ACV staat niet alleen binnen CD&V, zegt Leemans. "Ook voorzitter Wouter Beke zegt dat een eerlijke tax shift in het regeerakkoord staat. Ik deel die interpretatie." Maar CD&V zal haar standpunt ook binnen de regering moeten waarmaken, waarschuwt Leemans. "Voorlopig heb ik nog geen enkel signaal ontvangen van de regering dat er ook een echte tax shift zal komen."
Dat CD&V beseft dat het menens is, blijkt ook uit een interview met Eric Van Rompuy in deze krant. "Wij zeggen aan N-VA: de tax shift moet er komen. Het rechtvaardigheidsgevoel zit in de genen van onze partij. Als dat op de helling komt, komt de essentie van onze partij in gevaar. De strenge maatregelen moeten gepaard gaan met solidariteit. Niemand trekt de eerste in twijfel, het is de tweede die groter moet worden."

Kaaimantaks
CD&V-vicepremier Kris Peeters, die het sociale overleg weer op gang moet trekken, zegt dan weer, met zeer weloverwogen woorden, dat de regering streeft "naar een evenwichtig gedragen inspanning van de samenleving, en naar een zo fors mogelijke versterking van onze economie en sociale bescherming. Die inspanning is nodig en niemand mag er afzijdig van blijven."
Alvast de Kaaimantaks, om grote vermogens in belastingparadijzen aan te pakken, komt nog niet op de agenda van de regering in 2015. Dat blijkt uit de beleidsnota met de plannen van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) voor volgend jaar. De regering zette hoog in op de taks om te tonen dat iedereen wel degelijk moet bijdragen. Het kabinet van Financiën bevestigt dat de taks er ten vroegste in 2016 komt. "Wij willen de tijd nemen om een wet te maken die doel treft en voldoende oplevert, en dus niet zoals in het verleden door haastwerk tien reparaties nodig heeft zonder budgettair resultaat."7

Nu is het ABVV ook niet zo duidelijk in hun houding tov de ESSENTIE van de “tax-shift” zoals voorgesteld door Europa, de regering en de OESO: het verlagen van de “patronale lasten”...of andere “lasten op arbeid”

“Sinds jaren veroordeelt het ABVV het onevenwicht tussen de belasting op de inkomens uit arbeid en die op inkomens uit kapitaal. De vakbeweging is dus al lang (veel te lang) vragende partij om het evenwicht tussen de belastingen op beide productiefactoren te herstellen.(..)Daarom (...) twee onderwerpen:
• Wat als fiscale concurrentie de belastinginkomsten van de staten en het welzijn van de bevolking op de helling zet? Stand van zaken in de OESO en de EU.
• Naar rechtvaardigere, eerlijkere belastingen dankzij een grotere progressiviteit – Hoe in ons land een tax shifting in die zin doorvoeren?”8

Terwijl het ABVV wél duidelijk vermeld dat er al een hele historie is van verlaagde “patronale” (en andere sociale) lasten”:

“In juli 2013 deed de RSZ een poging om het loonequivalent te becijferen van bepaalde loononderdelen, van sommige alternatieve (of uitgestelde) vormen van loon waarop een verlaagde (of geen) sociale bijdrage van toepassing is. Hieronder het resultaat van deze eerste berekeningen (in euro), die nog moeten worden verfijnd, maar die toch al een eerste interessant idee geven van de orde van grootte. Uit deze eerste berekeningen blijkt dat deze voorkeurstarieven voor de sociale zekerheid neerkomen op een jaarlijks kostenplaatje van 4,680 tot 6,774 miljard euro per jaar. Voor andere voorkeurstarieven moet de kostpr i js nog geschat worden: cadeaucheques, anciënniteit, cao 90 m.b.t. de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, …
Dit komt dus nog bovenop de kostprijs van de sociale bijdrageverlagingen voor de sociale zekerheid (sociale Maribel, wetenschappelijke Maribel, jongerenbonus social profit, eerste werk, loonmatiging universiteiten, gesubsidieerde contractuelen, baggervaart en binnenscheepvaart, wetenschappelijk onderzoek, KB huispersoneel, kunstenaars, onthaalouders, doelgroepen, structurele bijdrageverlagingen) die in 2012 neerkwamen op 6,8 miljard euro.”9

Ook de andere (“linkse”?) reformisten, zoals die van de PVDA, spelen hun burgerlijke rol....

Morgen stelt de nieuwe minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, zijn beleidsnota voor. Een visietekst op het financieel beleid de komende jaren. Er moet "fiscale stabiliteit" komen voor "de investeerders en de ondernemingen", zo lezen we. En daarmee is de veelbesproken tax-shift afgeserveerd.
De achterpoorten van ons fiscaal stelsel blijven wagenwijd open staan. (...) Dat betekent dat het systeem van notionele interesten blijft bestaan, net als andere aftrekposten zoals de vrijstelling van de meerwaarde op aandelen, en het mechanisme van de definitief belaste inkomens. (...).
Vorige maand maakte onze studiedienst voor het vijfde jaar op rij een top 1.000 op van de winsten en de belastingen van de Belgische bedrijven. Daaruit blijkt dat er inderdaad fiscale stabiliteit bestaat voor de allergrootste ondernemingen, maar dan wel op een heel laag niveau. De gemiddelde aanslagvoet van de duizend meest winstgevende Belgische bedrijven blijft ver onder de 10 procent liggen. Vorig jaar bedroeg die aanslagvoet nauwelijks 6,7 procent. Een korting van meer dan 13 miljard euro, ten aanzien van de wettelijke aanslagvoet. (....) op zich voldoende om alle aangekondigde besparingen terug te schroeven. (....)
België een paradijs voor de allerrijksten, en een land van belastingwoede voor de anderen. Het Belgisch probleem is dus niet budgettair, maar in de eerste plaats fiscaal."
De bakkers, kleermakers, elektriciens, bloementelers, caféhouders, kappers, schoonheidsspecialisten en garagisten die een NV of BVBA hebben opgericht, hebben net zo min als de kleine KMO's het grote eigen vermogen om de notionele interesten te laten spelen. (...)(W)aar hun mastodont-concurrenten slechts 6,7 procent vennootschapsbelasting betalen, betalen zij vaak meer dan 20 procent vennootschapsbelasting, of gewoon de volle pot van 33,99 procent. De fiscale stabiliteit van de regering bevordert de grootste spelers, en dat is ook ten nadele van de zelfstandige middenklasse van ons land. (....)
En wat betekent de fiscale stabiliteit voor de zwaarst belaste inkomens, die uit arbeid? Het betekent dat de belastingdruk hoog blijft, maar dat de gezinnen steeds minder terug krijgen voor de belastingen die ze betalen. De kinderopvang wordt duurder; water en elektriciteit worden duurder; trein, tram en bus worden duurder; jeugdbewegingen en cultuurbeleving wordt duurder; justitie wordt duurder; de zorgverzekering wordt duurder; hoger onderwijs wordt duurder; het rusthuis wordt duurder.
Het misprijzen waarmee de regeringsleden de maatregelen weglachen wordt ondertussen legendarisch. Het stramien is steeds hetzelfde: men licht één van de maatregelen uit het geheel en verkneukelt zich dan in het onbegrip van de bevolking over "die paar tientallen euro's meer". Zoals de woorden van Ben Weyts: "Wie maakt zich nu zorgen dat graaf Lippens 50 euro moet betalen voor openbaar vervoer?" (....). De tariefverhogingen van De Lijn omdopen tot een belasting op het kapitaal, zowaar een mooie tax-shift. Ware het niet dat graaf Lippens geen cent gemeentebelasting betaalt (...) geen cent vermogensbelasting betaalt op zijn persoonlijk fortuin van 304 miljoen euro (...) Bovendien: graaf Lippens verplaatst zich niet met de tram (...). Van tax-shift is er dus geen sprake. (....)
Tax-shift: gepensioneerden betalen voortaan meer belastingen
Precies die mensen worden nu extra getroffen (...) (I)n de beleidsnota van Van Overtveldt immers wel sprake van belastingverhoging voor gepensioneerden. De korting die vandaag wordt toegekend aan uitkeringen zoals pensioenen, zal immers nooit meer geïndexeerd worden (...) (G)epensioneerden die vandaag als alleenstaande een pensioen trekken van 1200 euro, en daarop geen belastingen betalen, binnen een aantal jaren wel binnen een belastbare schijf zullen vallen. Hun belastingen gaan dus omhoog. (...)
Terwijl GDF Suez een belastingvermindering krijgt, zullen duizenden gepensioneerden in ons land de komende jaren een belastingverhoging te slikken krijgen. Dat is uiteraard een totaal verkeerde tax-shift. (...)Terzelfdertijd wordt de begrafenis georganiseerd van de discussie over de bescheiden vermogenswinstbelasting.(...)
De politiek van deze regering vergroot de tweedeling. Aan de ene kant een fiscale cadeaupolitiek voor AB Inbev en GDF Suez, en een lastenverlaging zonder de minste garantie op nieuwe tewerkstelling. Aan de andere kant: zware besparingen op de gezinnen, een belastingverhoging voor gepensioneerden, en extra besparingen op uitkeringen voor zieken, deeltijdsen, tijdelijk werklozen, oudere werklozen en gepensioneerden.(...)
De sociale beweging vraag fiscale rechtvaardigheid. De regering antwoordt met een verkeerde tax-shift, met goedkope boutades over graaf Lippens, en met een retorische overdrive over semi-criminele ideeën. Dat wil alleen maar zeggen dat de noodzaak en de legitimiteit van de sociale beweging groeit. Volgende week maandag, op 24 november, leggen de werknemers in de provincies Antwerpen, Henegouwen, Limburg en Luxemburg het werk neer. Ze vragen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. (...)"Het Belgisch probleem is niet budgettair, het is in de eerste plaats fiscaal. Er is dus geen reden om onze sociale zekerheid, ons onderzoek, onze culturele instellingen en onze spoorwegen te ontmantelen. Het volstaat dat de allerrijksten onder ons belast worden zoals de rest van de bevolking."10

Niets over de essentie van de “tax shift”, de verlaging van lasten op arbeid, uiteindelijk DE reden (doordat deze LOONS-verlaging al tientallen jaren plaatsvindt met de huidige “besparingen” gewoon de laatste in de rij...)dat er tekorten komen in de sociale zekerheid, en er “bespaard moet worden” in de pensioenen,.... en op onderwijs..... En als dan de term valt, wordt de “tax shift” geminimaliseerd en er eigenlijk een rookgordijn rond opgetrokken. De voorgaande besparingen worden gewoon vergeten zodat voor de HUIDIGE besparingen er een evenredige som kan worden gevonden ...met een berekende vermogenbelasting. Eerst wordt er gesuggereerd dat er alleen een (louter Belgisch?....) probleem van “herverdeling” bestaat “Het Belgisch probleem is in de eerste plaats fiscaal

De vermogensbelasting komt regelmatig opnieuw op tafel. Sinds enkele dagen staat het thema opnieuw op de agenda gezet door… de CD&V. En dat zorgde voor enige malaise in de regering Michel-De Wever. Maar hoe kun je de superrijken écht laten betalen? We hielden de verschillende voorstellen voor u tegen het licht.
De miljonairstaks is een van de sterke programmapunten van de PVDA. Het is een idee waar veel mensen voor gewonnen zijn. (...) Op 9 november verklaarde vicepremier Kris Peeters: “De mensen verwachten dat we heel duidelijk inspanningen vragen aan de vermogens.” Die uitspraak kwam natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen: in Brussel waren er meer dan 120 000 mensen op straat gekomen tegen de asociale maatregelen van de regering Michel-De Wever. (...)(D)e vraag blijft: hoe zorg je ervoor dat de grote fortuinen betalen?
Onze vergelijkingsmethode
We analyseerden de verschillende voorstellen voor een vermogensbelasting volgens drie criteria:
1. Een vermogensbelasting moet echt de grote vermogens raken, en alleen maar de superrijken
2. Een vermogensbelasting moet veel opbrengen. Het mag geen puur symbolische maatregel zijn.
3. De opbrengst van een vermogensbelasting moet volledig geïnvesteerd worden in de sociale en ecologische noden van onze samenleving. Het kapitaal belasten om de opbrengst daarna terug te geven aan het kapitaal, dat heeft geen zin.
De formule “laat de vermogens met rust” van de N VA, de MR en Open Vld
Het programma van de rechtse partijen is duidelijk: de federale begroting bedoeld als maatwerk voor en dienstverlening aan de allerrijksten. Een indexsprong sluist 2,4 miljard euro door uit de zakken van de werkende mensen naar de kluizen van de werkgevers. Aan de notionele interesten en alle mechanismes die ervoor zorgen dat de multinationals geen belastingen hoeven betalen, daar wordt niet aan geraakt. De strijd tegen fiscale fraude wordt zelfs teruggeschroefd, enz.
De bijdrage van het kapitaal in het programma van de regering Michel-De Wever bestaat uit een “Kaaimantaks” en een symbolische bijdrage van de financiële sector (270 miljoen euro op een totaal van 11 miljard, ofwel 2% van de begrotingsinspanning). En tot slot is er nog een maatregel tegen speculatie: een verhoging van de taks op beursverrichtingen (TOB). (...)Marco Van Hees vergeleek de verhoging van de TOB met een belasting van meerwaarden op aandelen: “De firma van Albert Frère heeft de aandelen RTL-Bertelsmann verkocht voor 4,5 miljard en gekocht voor ongeveer 2,5 miljard. De meerwaarde is dus circa 2 miljard. Bij een bedrijfsbelasting van 34 procent had dit de overheid 680 miljoen opgeleverd. De verhoging van de taks op beursverrichtingen daarentegen brengt maar 1000 – 740 = 260 euro op.”
Score: 0/10. Het regeerakkoord en de standpunten van de rechtse partijen laten zien dat zij werken voor de grote multinationals en de allerrijksten. Deze formule moet in zijn geheel afgewezen worden.
De beperkte formule “belast de meerwaarden” van de CD&V
Wie zijn kapitaal belegt op de beurs of speculeert op aandelenkoersen wordt in België niet echt belast op zijn beurswinsten. Op die manier kon Marc Coucke met de verkoop van Omega Pharma een meerwaarde van 1,5 miljard euro realiseren zonder daarop ook maar een cent belasting te betalen. Daarom stelt de PVDA niet alleen haar miljonairstaks voor, maar daarnaast ook een speculantentaks. Voor andere kapitaalinkomsten bestaat er al zo’n taks van 25%. De PVDA wil die uitbreiden naar de meerwaarden op aandelen. Dat zou volgens een studie van het HIVA-Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven 2 miljard euro opbrengen, zonder groot risico op kapitaalvlucht.
Het CD&V-voorstel is niet hetzelfde als de miljonairstaks van de PVDA of een ander soort vermogensbelasting. Nee, Kris Peeters en zijn partij willen een meerwaardebelasting. Wat zo’n meerwaardebelasting zou opbrengen, heeft de CD&V niet becijferd en is dus onbekend. Ten tweede zou zo’n vorm van kapitaalbelasting in de geest van de CD&V deel uit moeten maken van een “tax shift”, dat wil zeggen dat de fiscale opbrengst gebruikt zou worden om andere belastingen of (patronale) “lasten” te verlagen. Dat staat haaks op het voorstel van de PVDA om deze inkomsten volledig aan te wenden voor de sociale noden.
Score: 2/10. Zelfs zo’n beperkte vorm van kapitaalbelasting tornt aan het radicale veto van de andere rechtse regeringspartijen. Bart De Wever herhaalde het nog eens vanuit Antwerpen: “Er is geen alternatief voor ons beleid.” Volgens Peter Mertens, voorzitter van de PVDA, moet de CD&V consequent zijn en uit de regering stappen als die weigert om een rijkentaks in te voeren.
De formule “belast de vermogens (maar niet te veel)” van de PS, de SP.A en Groen
In hun programma’s schoven de PS, de SP.A en Groen maatregelen naar voren om het kapitaal te belasten. Hun voorstellen vertonen wel enkele zwakheden.
Tijdens de kiescampagne pleitte de PS voor een vermogensbelasting die… 400 miljoen euro zou opbrengen. Kortom: een erg symbolische maatregel. Ook de SP.A en Groen spraken zich uit voor een vermogenswinstbelasting. De versie van Groen zou 7,5 miljard euro opbrengen. Het enige minpunt is dat groenen met hun voorstel alle fortuinen boven de 200 000 euro willen belasten. Dat zou 15% van de bevolking treffen (tegenover de 3% rijksten bij het voorstel van de PVDA). Maar de opbrengsten van de belasting in het voorstel van Groen zou niet dienen om tegemoet te komen aan de sociale noden door jobs te creëren in de publieke sector of door de pensioenen ermee te herfinancieren. Nee, zij willen de opbrengst gebruiken om de patronale bijdragen te verlagen, in de hoop dat de privésector jobs zou creëren. Maar terwijl geen enkele studie ooit een positieve impact van zo’n verlaging van de patronale bijdragen heeft aangetoond, is de impact op de stijging van de dividenden voor aandeelhouders wél bewezen. (...)
Score: 5/10. De voorstellen in het programma van de PS, de SP.A en Groen bevatten een interessante basis om de rijken écht te laten bijdragen. Het gaat dus om een veel voordeliger keuze dan die van de CD&V en de rechtse partijen. Maar de voorstellen vertonen ook belangrijke zwakheden. Bovendien is er, zeker bij de PS en de SP.A, dikwijls een groot verschil tussen verkiezingsbeloftes en de daden die daarop volgen…
Onze absolute topper: de miljonairstaks van de PVDA
Behalve de speculatietaks die de PVDA voorstelt (zie hoger), ijvert de PVDA al verschillende jaren voor een miljonairstaks.
Die maatregel is gericht op de heel grote vermogens, namelijk de rijkste 3% van de Belgische bevolking. Deze vermogensbelasting zou alleen van toepassing zijn op wie een vermogen heeft van meer dan een miljoen euro (met daarbij nog een aftrek voor de woning van maximum 500 000 euro).
De miljonairstaks zou de staat jaarlijks ongeveer 8 miljard euro opbrengen. Het voorstel van de PVDA is een taks van 1% op het gedeelte van het vermogen boven 1 miljoen euro, 2% op het gedeelte vanaf 2 miljoen en 3% op het gedeelte vanaf 3 miljoen. Deze beperkte belasting zou slechts van toepassing zijn op 88 000 gezinnen.
De PVDA stelt ook voor dat de opbrengst van haar miljonairstaks volledig geïnvesteerd wordt in een sociale en ecologische vernieuwing: 3 miljard om de pensioenen te versterken, nog eens 3 miljard om jobs in de openbare diensten en de non-profit te creëren met een openbare energiebedrijf, een overheidsbedrijf voor de bouw en isolatie van sociale woningen en een investering in het openbaar vervoer, en ten slotte nog eens 2 miljard om te investeren in onderwijs.
Zo’n taks is perfect mogelijk als je een vermogenskadaster invoert, het bankgeheim opheft en aandelen op naam verplicht maakt. De laatste regel is al van toepassing en de twee andere kunnen zonder problemen ingevoerd worden. (...)
Score: 10/10. Deze formule is de enige die volledig beantwoordt aan al onze criteria om de rijken echt te doen betalen.... (D)e miljonairstaks (....) is een hefboom die de grootste fortuinen écht activeert en waarmee je een publiek investeringsbeleid kunt voeren voor een sociale, ecologische en democratische vernieuwing zoals de PVDA dat in haar Cactusplan heeft uitgewerkt (www.pvda.be/cactusplan). Dit is voor ons echt de absolute topper.11

In plaats van ALLE voorgaande verminderingen van “patronale lasten” (waardoor uiteindelijk “tekorten” in de Sociale Zekerheid zijn ontstaan) met terugwerkende kracht ongedaan te maken, in plaats van het door de EU aan al de Europese werkers opgelegde en reeds tientallen jaren verhoging van uitbuitingsgraad (die neerkomt op een steeds weer terugkerende VERLAGING van het LOON – in al zijn aspecten en vormen) worden deze voorgaande verminderingen gewoon als feit aanvaard door nu een vermogentax voor te stellen om die “tekorten” te dichten...
De essentie van de tax-shift (verlagen van “patronale lasten en andere lasten op arbeid”) wordt “vermeld” als minder voordelig element in het vermogentax-voorstel van de CD&V tegenover het vermogen-tax-voorstel van de PVDA.

De beweging is alles, het doel is niets” zoals Bernstein (de “eerste” reformist die zijn reformisme formuleerde in marxistisch-klinkende phrases) al zei
In een poging een zekere politieke en ideologische “leiding” te verwerven (in een poging om door het propageren van een bepaald IMAGO mogelijke toekomstige stemmen “te recupereren”), is het het belangrijk het enthousiasme voor de stakingen zo a-politiek mogelijk te ondersteunen:

“Hoe diep deze beweging gaat, is ook te merken aan de vastberadenheid van de mensen om door te gaan met de acties zolang de regering niet wil plooien. “Ik denk dat de acties zullen voortgaan, als de regering potdoof blijft voor de verzuchtingen van de mensen. Dat komt zeer sterk tot uiting bij de honderden discussies die onze militanten overal in het land hebben gevoerd”, aldus Peter Mertens. “In alle provincies hoorden we mensen van elke vakbondskleur hetzelfde zeggen: op 15 december zullen we met nog meer zijn. Iedereen is bereid om daarna voort te gaan mocht dat nodig blijken.”12

Vervolgens “vult men de strijdobjectieven in” met die ordewoorden die overeenkomen met het kapitalisme beschermend reformistisch (verkiezings-)programma:

“Wat de stakers vragen is overduidelijk en het is compleet tegengesteld aan het aangekondigde “overleg” van de regering. “Overal horen we dat de mensen niet willen weten van een indexspong, van het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd tot 67 jaar of de afschaffing van vervroegd pensioen. Ze verdedigen hun openbare diensten. En ze willen dat er een echte vermogensbelasting komt voor de rijksten. De mensen laten zich steeds minder om de tuin leiden door de schijnheilige woorden van deze regering over de ‘ruime’ marge voor overleg. En wij begrijpen hen. De ene dag zegt de regering dat ze wil overleggen en de volgende dag laat diezelfde regering aan de Europese Commissie weten dat de voornaamste beslissingen vastliggen – uitgerekend de maatregelen waartegen het sterkst geprotesteerd wordt – en dat ze daar niet meer op terugkomt.”
“ Enkele ministers maakten veel lawaai over de vermogensbelasting voor de rijksten. Als er op dit punt niets gebeurt, zijn ze straks ook het beetje geloofwaardigheid dat ze nog hadden, kwijt”, zegt Mertens.”13

Alleen de huidige besparingen worden “bestreden”. Het objectief voor de strijd wordt in feite begrensd tot “vermogen-tax”
Zowel de “index-sprong” als “het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar” als de ”afschaffing van vervroegd pensioen” (over het behoud van de “sociale afdankings-maatregel”, brugpensioen wordt al niets meer gezegd...) zijn slechts onderdelen van voorgaande én nog toekomstige door Europa opgelegde maatregelen om de uitbuitingsgraad (continu en zonder einde....) te verhogen. De voorgaande én toekomstige maatregelen die allemaal de “loonkost” (in AL zijn aspecten en al zijn vormen - directe en indirecte - moeten verlagen, NOODZAKEN tot, of zijn de OORZAAK van, besparingen in (door het loon – in al zijn aspecten – gefinancierde) sociale zekerheid, gezondheidszorg, pensioenen.....
Wat lezen we nu in de krant? Het is weliswaar gekaderd in een interview met iemand (Vande Lanotte) die niet in zijn eerste populistisch verhaal gestikt is.....:
“En Vande Lannotte voorziet nog meer onheil. In maart zal er volgens de socialist een nieuwe besparingsronde volgen. “In elke commissie in de Kamer is er een minister die toegeeft dat hij nu onvoldoende middelen heeft om zijn beleid uit te voeren, maar dat het in maart wel goed komt. Hoe denkt deze regering in maart geld bij te toveren? Door extra groei?”
Nieuwe cijfers die de Nationale Bank gisteren bekendmaakte, doen daar alvast niet op hopen. De groei zal in 2015 met 0,9 procent nog ruim een halve procent lager uitvallen dan verwacht, zegt gouverneur Luc Coene. Dat heeft een rechtstreeks negatief gevolg op de overheidskas. Tel daarbij dat de indexprong en loonmatiging de eerste jaren een negatief effect zullen hebben op het budget en de regering mag de komende twee jaar al 5 miljard extra besparen.” (De Morgen Weekend, zaterdag 6/12/2004)

Wat gaat de PVDA als “strijdobjectief” tegen die nieuwe besparingen aanvoeren? .... Aangezien de crisis niet zal oplossen, zal er de komende jaren steeds “door tegenvallende groei" NOG méér besparingen én “lasten op arbeid verlagingen” volgen, die wéér de Sociale Zekerheid (waaronder de pensioenen) verder zullen hypothekeren.... Gaat de PVDA een “annex” breien aan hun “Cactus-plan” en een “bijkomende uitbreiding” voorstellen van hun “vermogen-belasting”?

Mijn conclusie: PVDA beschermt belangen van kapitalisten, zoals ALLE ANDERE partijen
De voor de, door de OPEENVOLGENDE LOONS-verlagingen veroorzaakte “Sociale Zekerheid-tekorten”, geprogageerde “vermogenbelasting”, is een op stemmenwinst gericht populisme. In feite BESCHERMT men met dit populisme ..... de belangen van de burgerij(of beter gezegd van de kapitalistenklasse). REFORMISTEN (zoals de PVDA) vervullen zo hun BURGERLIJKE OPDRACHT, door NIET de strijd te richten op de grondoorzaak, het kapitalisme (met de onafscheidelijke overcapaciteitscrisis die dan weer de concurrentie doet verscherpen) die de kapitalisten ertoe aanzet STEEDS VERDER DE LONEN (in al zijn huidige vormen) TE VERLAGEN, maar iedere keer de werkers, die spontaan in klassenstrijd gaan omwille van de “laatste concrete besparingen en loonsverlagingen”, juist te richten op een niet aan het kapitalisme rakende HERVORMING (die hierdoor alleen al, sowieso NIET ZO zal doorgevoerd worden .....of VERVORMD, BEPERKT en TIJDELIJK....)

Ik stelde ooit (in 2002) voor om het geheel van de opeenvolgende besparingen van de verschillende regeringen en de aantoonbare band met de richtlijnen van de verschillende EU-instanties te analyseren, als het verhogen van de uitbuitingsgraad van de Europese werkers. Dit door het begrip “arbeidsloon” (met al zijn directe, indirecte, uitgestelde en soms bedekte en verborgen aspecten) op een Marxistische manier te bepalen en zo alle componenten te bepalen van dat “loon”, die er heden ten dage in een ontwikkeld imperialistisch centrum (in haar verschillende lid- of deel-staten) bestaan. Zo kon op basis van die analyse een revolutionaire strategie kunnen worden opgesteld, meende ik, die de klassenstrijd, die zich spontaan richt op de “laatste” besparingen (die als druppel beschouwd wordt die de emmer doet overlopen) op een zo hoog en zo breed mogelijk revolutionair bewustzijn zou moeten proberen te krijgen. Mijn rapport werd geringschattend afgewezen, geen discussie waardig. Het werd “samengevat” als “een voorstel voor strijd voor loon” en zo als “economisme” geklasseerd tegenover de “anti-imperialistische”(en dus wél revolutionaire?) anti-oorlog (VERKIEZINGS-)strijd (....met de kartellijst RESIST) die bij de PVDA-leiding toen prioritair was.....Nu was het “programma” van RESIST zeker niet revolutionair!
In een volgend artikel zal ik aantonen hoe de HUIDIGE “populistische” lijn van de PVDA de belangen van de kapitalisten méér beschermd, dan mijn “economistisch voorstel” dat zou doen in 2002.

1 http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/themes/20_tax_burden_on_labour.pdf, zie pdffile
2http://www.demorgen.be/economie/oeso-pleit-voor-tax-shift-in-belgie-a2131649/, Oeso pleit voor tax shift in België, 25-11-14, 12.38u Bron: Belga
3http://www.standaard.be/cnt/dmf20141125_01394783, ‘Europese Commissie vindt tax shift regering-Michel onvoldoende’, Bart Beirlant EU-redacteur Vandaag om 11:29 door evg, bar
4http://www.tijd.be/opinie/column/File_shift.9571782-2337.art,File shift: schaf voordelen op bedrijfswagens af, 26 november 2014 05:00, Dave Sinardet
5De Morgen, p1, van dinsdag 2/12/2014,”Van Overveldt wil nieuwe discussie over bedrijfswagens”.
6http://www.standaard.be/cnt/dmf20140826_01232997, Tax shift kan win-winsituatie opleveren, 26/08/2014 om 11:07 door Wim Winckelmans
7http://www.demorgen.be/binnenland/acv-zonder-tax-shift-geen-sociale-vrede-a2131399/, ACV: "Zonder tax shift geen sociale vrede", BART EECKHOUT 25-11-14, 06.54u
8 Echo ABVV no 8 oktober 2013, “Intersyndicale conferentie over fiscaliteit”
9 Echo ABVV no 8 oktober 2013, “Intersyndicale conferentie over fiscaliteit”
10http://pvda.be/artikels/de-verkeerde-tax-shift-gepensioneerden-betalen-meer-belasting-gdf-suez-minder, De verkeerde tax-shift: gepensioneerden betalen meer belasting, GDF Suez minder. 18 november 2014 auteur: Peter Mertens
11http://www.openbarebank.be/archives/31576, Hoe zorg je ervoor dat de rijken de crisis betalen?, 22 november 2014 – Axel Bernard en Jonathan Lefèvre (Solidair)
12http://pvda.be/artikels/peter-mertens-pvda-als-de-regering-potdoof-blijft-dan-denk-ik-dat-de-acties-zeker-voortgaan, Peter Mertens (PVDA): “Als de regering potdoof blijft, dan denk ik dat de acties zeker voortgaan” 1 december 2014

13http://pvda.be/artikels/peter-mertens-pvda-als-de-regering-potdoof-blijft-dan-denk-ik-dat-de-acties-zeker-voortgaan, Peter Mertens (PVDA): “Als de regering potdoof blijft, dan denk ik dat de acties zeker voortgaan” 1 december 2014