De
productiviteit/ha, de schaalgrootte, en de specialisatie continu
vergroten, daar het beleid, de steun, de ontwikkeling van de techniek
op afstemmen, was in 1979 (en is nu ook nog) de “ideologie” die
hoorde bij de opleiding van Ingenieur Landbouw. Het propageren van
biologische landbouw, van kleinschaligheid, van diversiteit en voor
het gemengd bedrijf, ten koste van de productiviteit/ha werd gezien
en veroordeeld als “een misdaad tegen de (hongerende) mensheid”.
De
toekomstige landbouwingenieurs zouden werken voor het ministerie van
landbouw, de Boerenbond of in grote bedrijven die machinerie,
meststoffen, spuitstoffen, zaden aan de landbouw(er) leveren, of
zouden in de consulting of het onderzoek werken om de landbouw(er) te
“helpen” om de juist investeringen te doen (en daarvoor de nodige
financiering vinden) om zijn productiviteit te verhogen en de
vergroting van zijn productieschaal door te kunnen voeren.(Scargill,
Atlas Copco, New Holland,….)
Dit
was 40 jaar geleden al zo, toen ik mijn studies volgen aan de
landbouwfaculteit van de KULeuven…..
Het
is ook al weer 40 jaar geleden dat ik ook al meende dit te
ontmaskeren. Dat de oplossing van het wereldvoedselprobleem en de
honger in de wereld niet een probleem was van “productiviteit”
maar van productiewijze.
Het
is niet zo dat daarom de biologische landbouw als zodanig de
oplossing was, zelfs niet gecombineerd aan ontwikkeling van
coöperatieven, boerenmarkten, anders consumeren…. Wèl dat het
aanschouwelijk werd gemaakt dat het wel ander KON… Ook was het een
goede zaak dat het mensen deed samenwerken en het de mensen
organiseerde en mobiliseerde.
Maar
het basisprobleem waren de kapitalistische productieverhoudingen…
en als er al gesproken kon worden van ‘misdaad tegen de
(hongerende) mensheid” dan was het wel het beschermen, versterken
juist VAN die kapitalistische productieverhoudingen.
Tijdens
mijn universitaire studie, een ideologische en politieke "rijping",
een vb.:
Hoe
ik in mijn thesis
voor diploma Landbouwkundig Ingenieur in 1978 pleitte
voor revolutie en communistische productieverhoudingen ...
40
jaar later … en nog altijd 1 miljard “hongerenden” en nog
altijd hebben de landbouwers dezelfde problemen … en wordt hen nog
altiijd voorgehouden dat de dwang op hen om toch maar steeds verder
de schaal te vergroten en de productiviteit/ha of / bedrijf te
vergroten de enige en juiste weg is.
….
en nog steeds is biologische landbouw of “agro-ecologie” géén
oplossing….
Op
“het interdisciplinaire denktank-debat” van Metaforum KU Leuven,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’:
De
verwachte en noodzakelijke stijging van de voedselproductie
stelt ons voor een specifiek probleem: ze moet gebeuren op het
huidige areaal. De productiecapaciteit mag dus zeker niet
dalen, wat door sommigen impliciet wordt nagestreefd wanneer
ze stellen dat de landbouw moet extensiveren. Bovendien zullen
we de productiviteit van het bestaande areaal moeten opdrijven: er
bestaat vandaag een productiekloof – de kloof tussen gerealiseerde
en potentiële productie – die moet worden gedicht. Als we
in de volgende decennia een belangrijke stijging van de
voedselproductie willen realiseren, dan hebben we daarvoor dus
voldoende productiecapaciteit nodig, die we bovendien vooral moeten
richten op menselijke consumptie. (...)1
De
landbouwbedrijven (onder het kapitalisme) zitten vast in een duivelse
kringloop. Om bij een bepaalde prijs en onder onderlinge concurrentie
om zoveel mogelijk te verkopen onstaat regelmatig een overaanbod, dat
de prijs – voor allen – doet dalen. De ene boer investeert en
doet kosten om de productiviteit te verhogen om bij die lagere prijs
toch een zekere marge te bekomen. Hij kan wellicht het marktaandeel
“overnemen” van de boer die niet uit de kosten komt en de sector
verlaat. Er komen (in iedere sector, melk, akkergewassen, vlees, ….)
MINDER bedrijven die ieder MEER produceren (door MEER investeringen
waarvan de KOSTEN door de opbrengst van die hogere productie moet
worden afbetaald) …. Na verloop der tijd zal door die uiteindelijke
GROTERE aanbod de prijs weer onder drukt komen te staan, waardoor
weer een aantal boeren niet genoeg verdienen om hun voorgaande
investeringen af te betalen, de sector verlaten, om het marktaandeel
over te laten aan die boer die er net wel aan uit kon komen…. Die
constante dwang tot vergroten, intensifiëren …. wordt door de
“landbouwwetenschap”juist gezien “als noodzaak om het
wereldvoedselprobleem op te lossen” De nadelige bijverschijnselen –
grote hoeveelheid aan spuit- en meststoffen die een impact hebben op
het milieu – maken voor de “landbouwwetenschap” het nodig
landbouw te scheiden van natuurbeheer…. En hier wordt dan wèl een
mogelijkheid gezien voor een zekere ontwikkeling van biologische of
agro-ecologische landbouw.
Duurzaam
intensifiëren impliceert het ruimtelijk scheiden van
landbouwproductie en natuurbehoud (het land sparing scenario). Dit
scenario is ook gunstig voor biodiversiteitsbehoud. Het
alternatieve scenario, natuur en landbouw verweven (land sharing),
impliceert in vele gevallen in de realiteit een verlies aan
landbouwareaal en leidt slechts tot een beperkte winst aan
biodiversiteit op de landbouwpercelen, vooral van generalistische en
algemeen voorkomende planten- en diersoorten. Bovendien leidt deze
natuurvriendelijke landbouw in de regel tot productieverliezen, die
dan moeten worden gecompenseerd door de te vermijden extra inname van
areaal. (...) Competitieve landbouw en biodiversiteitsbehoud
kunnen dus best ruimtelijk gescheiden worden, zeker in regio's met
een hoge productiecapaciteit zoals Vlaanderen. (...)Aan een succesvol
land sparing-scenario zijn weliswaar twee belangrijke randvoorwaarden
verbonden.
In
de eerste plaats dienen de milieu-externaliteiten van de intensieve
landbouw drastisch te worden gereduceerd. Zolang bestrijdingsmiddelen
en vooral nutriënten door uit- en afspoeling en door atmosferische
depositie in natuurlijke habitats terechtkomen, is ook
biodiversiteitsbehoud in ruimtelijk gescheiden natuurlijke habitats
een bij voorbaat verloren zaak.(...) Zo zou organische of
biolandbouw, die een lage impact heeft op de milieukwaliteit, bij
voorkeur kunnen worden ontwikkeld rond de huidige natuurgebieden, die
daardoor gebufferd worden tegen de milieueffecten van de
conventionele landbouw. Het lijkt immers onwaarschijnlijk dat
technologische vernieuwingen het milieuprobleem van de Vlaamse
landbouw volledig kunnen oplossen.(...)
De
tweede randvoorwaarde is dat er voldoende oppervlakte aan natuurlijke
habitats voorzien wordt voor soortenbehoud. (….)
Het
spreekt vanzelf dat een dergelijke oppervlakte in Vlaanderen moeilijk
te verwezenlijken is omwille van de diverse historisch gegroeide
aanspraken op de open ruimte. (….)2
De
noodzaak wordt een deugd: die constante productiviteitsverhoging, de
intensifiëring, de specialisatie moet aangehouden worden omdat hoe
dan ook de voedselproductie steeds verder moet stijgen, als enige
mogelijkheid om voor iedereen genoeg voedsel te verzekeren.
Theoretisch
gezien is een stijging van de voedselproductie goed mogelijk.
Volgens een uitgebreide wetenschappelijke studie merken we immers
voor de 16 belangrijkste akkerbouwgewassen een groot verschil tussen
wat vandaag reëel geproduceerd wordt en wat theoretisch mogelijk is
op basis van de gangbare landbouwpraktijken en van de natuurlijke
omstandigheden (…) Het hogergenoemde productieverschil vinden we
vooral terug in Noord-India, China, Centraal- en Oost-Europa, in
sommige van de Verenigde Staten en in vele Afrikaanse landen. Als de
huidige productie zou kunnen worden verbeterd tot 75% van de
potentiële productie, zou met de in deze studie beschouwde gewassen
jaarlijks 1,1 miljard ton meer kunnen worden geproduceerd.
Deze
1,1 miljard ton correspondeert met een voedingswaarde van 5x1015
kcal per jaar. Hiermee kunnen, op basis van een dagelijkse behoefte
van 2500 kcal, 5,5 miljard mensen gevoed worden met plantaardig
voedsel (eigen berekeningen op basis van Foley et al. 2011).De
productiekloof verminderen is een van de grootste uitdagingen in de
voedselproductie. De kloof kan verkleind worden door verbeterde
teelttechnieken, zoals bemesting en gewasbescherming, verbeterde
irrigatie en nieuwe rassen, bekomen via de veredeling.(…)3
De
alternatieve vormen voor landbouw die “verhoging van
productiviteit/ha of /bedrijf” niet als allereerste doel hebben
zijn niet geschikt om het wereldvoedselprobleem op te lossen.
Vandaag
is er veel belangstelling, zeker in de westerse wereld, voor
alternatieve productiesystemen, zoals bio-landbouw (organic farming),
agroforestry, Community Supported Agriculture (CSA), agro-ecologische
landbouw, permacultuur en dergelijke. Sommige van deze alternatieven
zijn gegroeid vanuit een bezorgdheid voor het milieu, de
voedselgezondheid of de biodiversiteit, sommige vanuit meer ethische
overwegingen, zoals het zich afzetten tegen de vrije markteconomie of
tegen multinationals, die ook in de landbouw actief zijn. Behalve
voor de bio-landbouw is er in Vlaanderen vandaag relatief weinig
ervaring met deze systemen.
De
biologische landbouw is het bekendste alternatieve teeltsysteem. Een
recente, in hoofdstuk 2 al aangehaalde meta-analyse van Seufert en
collega’s (2012) toont aan dat de oogst bij biologische
landbouw gemiddeld 25% lager ligt dan bij conventionele landbouw.
Wanneer best organic management practices worden gebruikt, neemt het
oogstverschil tussen beide teeltsystemen af tot 13%. Er zijn evenwel
grote verschillen tussen gewassen en bodemtypes. Zo kan voor
stikstoffixerende vlinderbloemigen, en voor sommige overblijvende
gewassen op bodems met een pH-waarde tussen 5,5 en 8,0, met
biologische landbouw een oogst gerealiseerd worden die van
conventionele landbouw evenaart. (….) Omdat in de biologische
teelt de bemesting vooral onder organische vorm gebeurt, zal moeten
worden nagegaan of deze organische mest wel in voldoende mate
beschikbaar is wanneer de teelt sterk zou uitbreiden.(...)
Community
Supported Agriculture (CSA) is een landbouwvorm waarbij de
consumenten jaarlijks een bedrag betalen aan de boer in ruil voor een
bepaalde hoeveelheid voedsel. Zij worden als het ware lid of
aandeelhouder van een bepaald CSA-bedrijf. Dikwijls wordt met de
leden van een bedrijf afgesproken welke gewassen zullen worden
geproduceerd. Soms wordt van de leden verwacht dat zij meewerken op
het bedrijf of mee komen oogsten.
Er
waren in 2014 in Vlaanderen 21 CSA-bedrijven en zij hadden een
oppervlakte van 60 tot 80 m 2 per lid, voornamelijk voor groeten en
fruit. Volgens de eerste studies zou hierdoor in ongeveer de helft
van de jaarlijkse behoefte aan groenten en fruit van één individu
kunnen worden voorzien. De meeste CSA-bedrijven in Vlaanderen werken
volgens de principes van de biologische landbouw.
Stadslandbouw
(landbouw binnen de stad) staat in Vlaanderen in zijn kinderschoenen
en heeft niet bepaald een professioneel karakter. Gezien de
beperkte oppervlakte die hiervoor in aanmerking komt, zal de bijdrage
tot de voedselvoorziening zeer beperkt blijven. In specifieke
lokale situaties kan standslandbouw de voedselproblematiek terug
dichter bij de consument brengen. (…)
Agro-ecologie
en agro-ecologische landbouw zijn begrippen die recent op vele fora
veel aandacht krijgen. (...) Het onderscheid met duurzame
landbouw is dan ook niet altijd duidelijk: alhoewel het bij
agro-ecologie duidelijk gaat om voedselproductie, krijgt de
economische component in de meeste benaderingen minder aandacht. De
ecologische component gaat uit van minder externe input en het
principe dat er maximaal gebruik moet worden gemaakt van de diverse
diensten die een ecosysteem kan leveren. (...)
Het
is duidelijk dat agro-ecologie en ecologische intensificatie
principes zijn die nog veel onderzoek vragen vooraleer ze kunnen
worden vertaald en gebruikt in teeltechnieken die in staat zijn
voldoende voedsel te produceren voor de volledige wereldbevolking.
Over agro-ecologie en ecologische intensificatie zijn momenteel
weinig (goede) kwantitatieve data beschikbaar. Wat de
maatschappelijke component van de duurzame landbouw in de
agro-ecologie-benadering inhoudt, is ook niet altijd duidelijk. In
vele eerder wetenschappelijke artikelen worden hierover weinig
gezegd, maar volgens diverse organisaties houdt agro-ecologie
ook in dat de voedselproductie berust op rechtvaardigheidsprincipes.
(...)
Men
moet zich dan ook de vraag stellen of het vandaag aangewezen is
agro-ecologie als het alternatieve productiesysteem voor de gangbare
landbouw naar voren te schuiven.(…)4
De "Groene Revolutie" was het ideaal...
De
groene revolutie heeft vorige eeuw onze landbouw drastisch veranderd
omdat dit noodzakelijk was voor de voedselzekerheid van een groeiende
bevolking. Vandaag wordt de westerse kapitaalsintensieve landbouw met
veel externe input op de korrel genomen omdat die volgens sommigen
niet duurzaam zou zijn op termijn. Maar de vraag die we moeten
stellen is of agro-ecologie en ecologische intensificatie wereldwijd
in staat zullen zijn om binnen 50 jaar een beduidend hogere
landbouwproductie te realiseren om 10 miljard mensen te voeden.
Voorstanders argumenteren dat dit zeker mogelijk moet zijn, maar
geven hiervoor (nog) geen overtuigende, kwantitatief goed
ondersteunde bewijzen.
We
zullen ons ook de vraag moeten stellen of we een performant
landbouwsysteem dienen bij te sturen of het moeten vervangen door een
systeem met nog onduidelijke teelttechnieken en doelstellingen. Zijn
beide systemen onverzoenbaar of kunnen bepaalde principes uit de
agro-ecologie gebruikt worden in de gangbare landbouw als stap naar
een meer duurzaam voedselproductiesysteem?5
Ik
citeerde
ooit in een
rapport uit
een tekst6
(opgesteld door landbouwingenieurs, niet van de KULeuven maar van
Wageningen…)...”OVER DE GROENE REVOLUTIE IN INDIA … EN CHINA IN
DEZELFDE PERIODE”:
In
1943 werd door de Rockenfeller Foundation een team
landbouwdeskundigen naar Mexico gezonden om daar een
onderzoeksprogramma naar granen op te zetten. Dat team groeide na
enige jaren uit tot het eerste internationale researchcentrum, het
CIMMYT. Dit centrum en ook de andere centra, die daarna ontstonden,
zoals het IRRI enz., was er niet alleen op gericht onderzoek te
verrichten naar betere varieteiten van granen grassen enz... maar had
ook de bedoeling lokale landbouwdeskudigen op te leiden.
De
hoogwaardige graanvarieteiten, de 'high yielding varieties', die
ontwikkled werden op het CIMMYT, het IRRI enz. hadden een grote
behoefte aan kunstmest, bestrijdingsmiddelen, irrigatie, machinaal
oogsten enz. Het hele pakket, dat voor een groot deel geleverd moet
worden door het westerse bedrijfsleven, kost vrij veel geld en is dus
slecht bereikbaar voor een deel van de boeren. (…)
Lester
Brown schreef in "The seeds of change" dat de
VS en de wereldbank zeer veel druk uitoefenden,speciaal op de Indiase
regering om de multinationale ondernemingen aan te moedigen te
investeren in de lokale produktiecapaciteit.7
...een
van de belangrijkste overwinningen van de VS was de openstelling van
de Indiase kunstmestindustrie voor de buitenlandse private
investeringen. Dat was o.a. in het voordeel van Standard Oil of New
Jersey en de Bank of America, die beide, kunstmestfabrieken begonnen
of uitbreiden.
...In
ieder geval is de laatste jaren de strategie steeds meer gericht op
de realisering van de zogenaamde groene revolutie voor de kleine
boer, waarvan het de bedoeling is, dat die gaat werken met zaaizaden,
die zijn aangepast aan de omstandigheden van de kleine boer, met een
voor zijn bedrijf geëigende technologie enz. Dat is onder andere te
verklaren uit de veel te grote produktiecapaciteit van de industrien
in de derde Wreld. die de landbouwinputs leveren. In India werd bijv.
in 1970-1971 30% van de produktiecapaciteit van de
kunstmestindustrien niet gebruikt. (...)
Wolf
Ladejinski, een Amerikaans expert op het gebied van
landbouwhervorming en de groene revolutie stelde in 1951 tijdens een
symposium met de afgevaardigden uit de verschillende landen uit de
Derde Wereld:
"De
kommunisten zijn meesters in de kunst de ontevredenheid op het
platteland uit te buiten ten eigen bate. Op die manier hebben zij in
Rusland de macht veroverd en op die manier versloegen de Chinese
kommunisten de nationalistische regering...De afgevaardigden van de
verschillende landen zouden daarom in hun resp. landen de volgende
boodschap moeten verspreiden: als de landbouwhervormingen, die
bedoeld zijn om voor het te laat is het welzijn van de boeren te
verbeteren, niet uitgevoerd worden, dan zullen de kommunisten het
voor de boeren doen? In dat geval is er meer verloren dan alleen maar
het land van de landeigenaar."8
Een
presidentiele advieskommissie in de VS stelde in 1951 het volgende:
"De
agrarische hervorming in de onderontwikkelde landen moet ondersteund
worden teneinde het grondbezit veilig te stellen. In bepaalde landen
kan men slechts tegen de honger en het socialisme strijden dmv de
landbouw-hervorming."9
(…)
.Het
lijkt erop dat de strategie van de groene revolutie in India is
afgedwongen door de Amerikanen. We hebben reeds laten zien dat in
India een dynamische klasse boeren opkwam die de groene revolutie
strategie maar wat graag wilde toepassen, maar op regeringsnivo was
men terughoudend. De Amerikanen konden hun politiek doorzetten
in de periode '65-'67 toen de Indiase regering door droogte en
hongersnoden wel zeer afhankelijk geworden was van de Amerikaanse
voedselleveranties. Gesteld voor de ontreddering in eigen land en
Johsons onverzettelijkheid opende de Indiase regering de deuren
waardoor het Amerikaanse kapitaal en het grootste deel van de groene
revolutie naar binnen stroomde.10
Aantrekkelijke
afzetmogelijkheden werden nu verwezenlijkt. De stikstofkonsumptie nam
van 538.000 metrische tonnen in '64-'65 toe tot 1,2 miljoen metrische
tonnen. In '69-'70. 70.000 tubewells werden alleen al in '69-'70
geinstalleerd. In 1968 hadden twee traktorfabrieken nog een overschot
aan trekkers. In 1970 moest men al twee jaar wachten voor een
trekker. Vijf fabrieken produceren nu 18.000 traktoren per jaar.
35.000 traktoren moesten in '69-'70 geimporteerd worden. Het verbruik
van pesticiden nam van 10.304 ton in '61-'62 toe tot 28.000 ton in
'68-'69.11
Maar
als India in '78 er dan in slaagt rekord-oogsten te realiseren van
graan weet het niet waarheen
met
zijn graan. Het gebrek aan een geplande ekonomie (gericht op het volk
dus een socialistische) doet zich voelen. Der Spiegel no 15, 1978
titelt: "Das Hungerland Indien weisst nicht wohin mit seinen
Getreideernten."
CHINA
IN DE JAREN '40
"In
de jaren tussen de twee wereldoorlogen werd China niet alleen
doorkruist door Amerikaanse zakenlieden en missionarissen, maar ook
door experten in landbouw, geneeskunde en gezondheidszorg, die Tjang
Kai Tsjek moesten helpen " een alternatief voor de
kommunistische revolutie" uit te bouwen... De meeste van die
zogenoemde "menslievende" ondernemingen werden weer eens
gefinancierd door Rockefeller"12
Nog
groter wordt de prestatie van de Chinese Volksrepubliek als men de
tegenwerking en boycot van de imperialisten erbij rekent éénmaal
China gekozen heeft voor het socialisme.
Na
de uitroeping van de Chinese Volksrepubliek in 1949, was het John
D. Rockefeller III, die staatssekretaris Dean Acheson de
richtlijn gaf de handel met China te stoppen, "teneinde de
ekonomische situatie... zo te doen verslechteren, dat de bevolking
zich van het kommunistisch regime zou afkeren."13
De
principes van agro-ecologie of/en biologische landbouw worden
onmogelijk geacht om aan een verzekerde voedselvoorziening te doen
….natuurlijk zonder andere productieverhoudingen te kunnen
voorstellen, de kapitalistische productieverhoudingen en individuele
“zelfstandige” bedrijven worden stilzwijgend als enig mogelijk
verondersteld:
– De
na te streven gesloten nutriëntenkringloop van het natuurlijke
systeem zal logischerwijze leiden tot uitputting van de bodem.
Voedsel wordt immers afgevoerd buiten het landbouwsysteem om
geconsumeerd te worden. Dit impliceert ook de export van nutriënten
die moeten worden aangevuld. De vruchtbaarheid van een 'natuurlijke
bodem' is trouwens zeer laag, wat onder meer in de Sub-Sahara-landen
pijnlijk duidelijk is (zie hierboven bij bodem en nutriënten).
Externe input is hier noodzakelijk (naast andere productievoorwaarden
zoals water) om de bodemvruchtbaarheid op peil te brengen.
– Om
de bodemvruchtbaarheid volgens agro-ecologische principes op peil te
brengen/te behouden zijn grote hoeveelheden organische meststoffen
noodzakelijk, waarvan het vandaag niet duidelijk is of die voor
toepassingen op mondiale schaal voorhanden zijn.
–
Meer
genetische diversiteit binnen een teelt, zoals agro-ecologie wil
stimuleren, leidt in hoogproductieve landbouwsystemen tot
productieverlies en is teelttechnisch in vele gevallen wellicht niet
realistisch (bijvoorbeeld wegens verschillende
oogsttijdstippen). Ook mengculturen stellen dezelfde problemen. In
specifieke gevallen, zoals bij gebrek aan afdoende
bestrijdingsmiddelen of bij teelten die elkaar aanvullen, kunnen
mengculturen wel een oplossing zijn.
We
zullen in de traditionele landbouw op termijn minder gebruik kunnen
maken van externe hulpmiddelen. Dit impliceert dat we meer moeten
terugvallen op de genetisch potentie die gewassen, landrassen of
telersrassen en wilde varianten in zich dragen. We zullen meer
inzicht moeten krijgen in waarom sommige gewassen efficiënter met
water of nutriënten kunnen omgaan, waarom sommige planten resistent
zijn tegen ziekten en plagen en waarom andere zich dan weer meer
succesvol kunnen verdedigen tegen belagers. We zullen deze
natuurlijke mogelijkheden (ook een dienst die een ecosysteem kan
leveren) in onze cultuurrassen moeten inkruisen via veredeling en
onze teelttechnieken op basis van deze inzichten aanpassen.
–
Het
is niet duidelijk wat de arbeidsbehoefte is in geval van
agro-ecologie. Indien de arbeidsbehoefte groter is dan vandaag,
is die wel voorhanden op lokaal vlak en op wereldschaal?
–
Vanuit
agro-ecologische principes worden kleinschalige landbouw en 'kleine
boeren' door sommigen als na te streven naar voren geschoven wat
betreft ontwikkelingslanden. Dit argument is ook beschreven
in het rapport van de speciale VN-rapporteur voor het recht op
voedsel (De Schutter 2010).
Maar
zijn er voorbeelden waarbij 'kleine boeren' klein blijven wanneer ze
goed boeren? Zijn 'kleine boeren' geen utopisch ideaal? (…)
Wereldwijd
vraagt de voedselzekerheid de grootste aandacht en daarom moet de
productiviteit opgedreven worden. De klassieke landbouw lijkt vandaag
daarvoor het meest aangewezen. In specifieke situaties kunnen
alternatieve systemen een betekenisvolle rol spelen, zeker wanneer
daar een niche voor bestaat, zoals voor de bio-landbouw en Community
Supported Agriculture. Dit laatste systeem steunt immers op een
grotere betrokkenheid van de consument en er bestaat inderdaad een
(nog klein) aantal consumenten dat hiervoor gevoelig is.
Soms
leeft de perceptie dat de westerse intensieve grootschalige
monoculturen tegennatuurlijk zouden zijn, terwijl alternatieve
systemen wel natuurlijk zouden zijn. Alle vormen van landbouw zijn
echter ‘tegennatuurlijk’.
Vanaf
het prille begin van de landbouw bijvoorbeeld hebben de eerste boeren
onkruid gewied op hun akkers.
De
vraag is niet of landbouw al dan niet ‘natuurlijk’ is, maar wel
in welke mate landbouw duurzaam kan worden bedreven zonder het
ecosysteem als productiesysteem te hypothekeren. Anderzijds heeft
landbouw ook altijd een impact op natuurlijke ecosystemen, het milieu
en het klimaat. Het is nog niet duidelijk of de alternatieve systemen
op mondiale schaal in dit opzicht beter scoren en dit aspect moet
zeker de nodige aandacht krijgen.14
Het
zijn de BESTAANDE productiewijze en productieverhoudingen
(“zelfstandig
individueel/gezins-bedrijf”,
van dewelke de “aanvoer-zijde” als ook de “afvoer-zijde”
vaak beheerst worden door globale monopolies)
die de productiviteitsverhoging en de schaalgrootte dicteren, door de
ontwikkeling op langere termijn van de verkoopsprijs van het geteelde
product – die dus DAALT voor de boer. Hoewel dit door de “experts”
wordt voorgesteld als “oplossing voor het
wereldvoedselprobleem” betekent het voor de boer eerder een
last, een probleem voor de uitbouw van een leefbaar boerenbedrijf …
en uiteindelijk de oorzaak van ziektes, “mestoverschotten”, van
erosie, nutriënt-uitspoeling en degradatie van de bodem…. En zeker
de bereikbaarheid en de beschikbaarheid van gezonde voeding op een
rechtvaardige manier wordt voor iedereen eerder verminderd dan dat er
een oplossing wordt geboden… En natuurlijk dreigt een biologisch
kwekende “kleine” boer, maar gevat in de kapitalistische
productieverhoudingen OOK gevangen te worden in de
concurrentiespiraal van productiviteitsstijging om in de onderlinge
concurrentie het “hoofd boven water te kunnen houden” ten koste
van die “kleine” boer die hier niet in slaagt.
Zowel
wereldwijd als in Vlaanderen daalt echter het aantal
landbouwbedrijven. Bovendien is de gemiddelde ouderdom van de
bedrijfsleider in Vlaanderen meer dan 55 jaar en verwonderlijk genoeg
is dit ook het geval in ontwikkelingslanden: veel kinderen van
landbouwers trekken daar naar steden omdat ze daar een hoger inkomen
en meer voedselzekerheid verwachten dan op het platteland. Dit wijst
op een onzekere bedrijfsopvolging.
Tabel
115
toont de evolutie van het aantal bedrijven, de tewerkstelling, de
landbouwoppervlakte en de bedrijfsgrootte in België. Ook in
Vlaanderen wordt de onzekere bedrijfsopvolging wellicht veroorzaakt
door het lage gemiddelde arbeidsinkomen in de landbouw, dat in 2010
slechts 49% bedroeg van dit van loon- en weddetrekkenden. Toch
vermindert de totale landbouwoppervlakte nauwelijks in Vlaanderen: de
bedrijven worden steeds groter en deze tendens doet zich ook voor in
ontwikkelingslanden. Boeren willen hun inkomen verbeteren via
schaalvergroting.
Het
lage arbeidsinkomen moet gesitueerd worden in een mondiale context:
de Vlaamse landbouw is de afgelopen jaren een sector geworden die
meer dan ooit tevoren een geglobaliseerd karakter heeft gekregen. De
wereldwijde handel in landbouwproducten neemt jaar na jaar toe. Voor
nagenoeg alle landbouwproducten die in Vlaanderen worden
geproduceerd, kan er altijd wel een plaats in de wereld worden
gevonden waar goedkoper geteeld of verbouwd kan worden. Concurreren
op kostprijs is dan, zeker in een aanbodmarkt, uitermate moeilijk of
geen optie. In Vlaanderen slagen niche-producten bestemd voor
een welbepaald, eerder beperkt publiek er meestal wel in om hun
unieke karakter te verzilveren in een hogere prijs. Ze realiseren op
die manier een hogere toegevoegde waarde. Dit is onder meer het geval
voor streekproducten, bio- of speciaal gelabelde producten. Maar wat
voor deze niche-producten lukt, kunnen we dat niet toepassen op de
hele Vlaamse landbouw? De Vlaamse landbouw in zijn geheel
positioneren als niche op de wereldmarkt? Op die manier kunnen we uit
de neerwaartse spiraal komen van steeds maar weer in te zetten op
kostenreductie en geconfronteerd te worden met slinkende marges. Er
zou een strategie moeten worden ontwikkeld om de niche-kenmerken van
de verschillende landbouwsectoren en bij uitbreiding de
agro-voedingssectoren te definiëren. Daar zouden dan de onderzoek-
en innovatie-inspanningen op kunnen worden afgestemd.(Tabel 1)(...)
De
schaalvergroting in Vlaanderen is ook een gevolg van een aantal
nieuwe milieu-, dierenwelzijns- en voedselveiligheidseisen die de
afgelopen decennia opgelegd werden door de overheid en/of privésector
(distributiesector). Deze nieuwe normen brengen investeringen met
zich mee en vormen voor bedrijven meestal een gelegenheid of noodzaak
om uit te breiden. Voorbeelden zijn het afschaffen van legbatterijen
in de pluimveesector, de verplichte groepshuisvesting van zeugen en
de verplichting om ammoniakemissie-reducerende stallen te bouwen in
de varkenssector. Deze opgelegde verplichtingen hebben telkens een
piek veroorzaakt in het stopzetten van bedrijven en in de
schaalvergroting.16
De
wereld op zijn kop! Het is de (door de kapitalistische concurrentie)
DWANG tot continue schaalvergroting, het opgeven van het bedrijf
omwille van de concurrentie waardoor productie wordt toegevoegd aan
het “winnend”bedrijf, tot productiviteitsverhoging/ha/bedrijf,
continue omdat dit allemaal leidt tot een poging om de kleine marge
te verdelen over zo groot mogelijke productie,…. Maar waar die
marge dan weer onderdruk komt te staan omdat die schaalvergroting en
productiviteitsverhoging (investeringen) kosten zijn die OOK weer
betaald moeten worden…. Die continue schaalvergroting en
productiviteitsverhoging (en de daarmee samenhangende specialisatie
of neiging tot monocultuur ligt aan de BASIS van al die negatieve
verschijnselen: ziekten, verarming en dichtslibben van de bodem,
erosie, uitspoeling van nutriënten en spuitstoffen,
mestoverschotten,…..
(...)
Zelfvoorziening
op lokaal niveau en op regionaal niveau komt in verschillende studies
aan bod. Volgens een Duitse studie zou per inwoner in 2030 2.272 m 2
nodig zijn om op basis van het huidige consumptiepatroon voldoende
voedsel te kunnen produceren, tenminste in een gangbaar
landbouwsysteem. Wanneer alle voedsel biologisch zou worden
geproduceerd zou volgens deze studie 13% meer oppervlakte nodig zijn
(Wiegmann et al. 2005). Metastudies komen tot 25-30% meer
oppervlaktebehoefte voor de biolandbouw dan de gangbare landbouw voor
eenzelfde productie. Andere cijfers voor oppervlaktebehoefte variëren
tussen 1.450 en 2.500 m 2 met een gemiddelde van 1.800 m 2 en dit op
basis van 10 studies uit ons omringende landen (Danckaert et al.
2013).
Omgerekend zou dit voor 6 miljoen Vlamingen over een oppervlakte gaan
van 1.080.000 ha. Het beschikbare areaal is echter slechts 625.000
ha. Voor Europa zou de oppervlaktebehoefte aan het huidige Europese
consumptiepatroon 1.300 m 2 per persoon zijn, wat betekent dat voor
de ongeveer 500 miljoen Europeanen een landbouwareaal van 650 miljoen
ha zou nodig zijn. Momenteel zijn er in Europa ongeveer 325 miljoen
ha landbouwgronden en legt Europa dus beslag op 325 miljoen
landbouwgrond elders.
De
Administratie Monitoring en Studie van het departement Landbouw en
Visserij (Danckaert et al. 2013) maakte een interessante
denkoefening: zij berekenden de oppervlakte die in Vlaanderen nodig
is in het geval Vlaanderen zelfvoorzienend zou willen zijn voor
voedsel. Zij baseerden zich hiervoor op de huidige gemiddelde
consumptie van de doorsnee Vlaming (zie Tabel 2).17
Op
basis van de gegevens in de bovenstaande tabel werd berekend
hoeveel landbouwoppervlakte per productgroep nodig is.
Hierbij werd rekening gehouden met de Vlaamse productie per hectare
en de verliezen in de keten tot bij de consument: (….) Er werden
ook enkele veronderstellingen gemaakt: indien voedsel of voeder
vandaag geïmporteerd wordt, wordt dit vervangen door hetzelfde of
een gelijkaardig product dat hier geteeld kan worden. Dit impliceert
wel dat geïmporteerde producten die hier niet kunnen worden
geteeld en waarvoor geen ander alternatief is, toch moeten worden
ingevoerd, zodat er nog altijd een oppervlakteclaim voor
landbouwproductie buiten Vlaanderen blijft bestaan. In plaats
van sinaasappelen kan men inlands fruit consumeren, zoals appelen of
aardbeien. Vooral met betrekking tot de vleesproductie heeft dit
belangrijke gevolgen: geïmporteerde soja wordt vervangen door
plaatselijk geteelde eiwitrijke gewassen zoals peulvruchten. Deze
denkoefening leverde enkele interessante resultaten op: de
varkensstapel zou gereduceerd worden van 6 miljoen naar minder dan 2
miljoen stuks en ook de rundveestapel zou gevoelig verminderen. Toch
zou voor de veeteelt nog bijna 600.000 ha nodig zijn, vooral voor
ruwvoeder (170.000 ha), granen (160.000 ha) en peulvruchten (200.000
ha). Voor plantaardige productie voor menselijke voeding zou ongeveer
250.000 ha nodig zijn. In ieder geval is de totale
oppervlaktebehoefte voor zelfvoorziening (850.000 ha) veel groter dan
de huidige 625.000 ha. (...)
De
gegevens tonen in ieder geval aan dat het areaal in Europa en
Vlaanderen onvoldoende is voor zelfvoorziening en dat de
productiviteit per oppervlakte een zeer belangrijke factor blijft
voor een voldoende voedselvoorziening. Dit niet alleen op
Vlaams of Europees niveau, maar zeer zeker op wereldniveau, waar de
productiviteit veel lager ligt, maar waar ook het
voedselconsumptiepatroon uiteraard niet te vergelijken is met dit in
Vlaanderen.
De
vraag kan worden gesteld of zelfvoorziening ook wenselijk is.
Bepaalde gewassen die we nodig hebben voor de eiwitvoorziening van
het vee, zoals erwten, leggen een groot beslag op de beschikbare
ruimte, en de eiwitopbrengst die per eenheid van oppervlakte behaald
wordt ligt lager in vergelijking met traditionele eiwitgewassen die
elders geteeld worden, zoals soja. De sojarassen die vandaag geteeld
worden zijn immers minder geschikt voor het Vlaamse klimaat. Men kan
zich daarom afvragen of zelfvoorziening moet primeren boven de meest
efficiënte productieplaats en -methode. Specialisatie en
productieoptimalisatie en de daaraan gerelateerde kostprijsreductie
zullen in de toekomst immers op wereldniveau steeds belangrijker
worden.
Kunnen
we het ons veroorloven om gewassen te telen die in Vlaanderen lagere
opbrengsten halen dan in andere gebieden in de wereld? Moeten we ons
niet toeleggen op die teelten en gewassen waar we grote rendementen
uit kunnen halen, zoals voor nicheproducten? In een wereld waarin
landbouwgrond schaars is en nog schaarser zal worden, is
zelfvoorziening die gepaard gaat met productiedaling misschien niet
de beste optie. Bovendien heeft de huidige Vlaamse landbouw- en
voedingssector een positief saldo van ongeveer 5 miljard euro op de
handelsbalans, terwijl in een zelfvoorzieningsscenario de oppervlakte
van de Vlaamse cultuurgrond te klein is en er dus ook een negatief
effect op onze handelsbalans zou ontstaan. Een belangrijk
element bij die keuze is dat we ook de milieu-impact van transport en
de landbehoefte in rekening moeten brengen en de meest efficiënte
productieplaats zal misschien niet de meest milieuvriendelijke plaats
zijn.18
In
feite wordt de idee – “om de toekomstige wereldbevolking te
voeden...” of “om een oplossing te bieden aan het
wereldvoedselprobleem/honger in de wereld….” IS GELIJK AAN
“de productiviteit/ha / bedrijf vergroten, de specialisatie en
de schaalgrootte maximaliseren” – VERTAALD naar “om de
bevolking in België … euh nee “in VLAANDEREN” te
voeden moet “in VLAANDEREN de landbouw de
productiviteit/ha / bedrijf, de specialisatie en de schaalgrootte
CONSTANT vergroten”. Als dit dan leidt tot een overchot/een
overcapaciteit, dan is dit goed, want dat kan geëxporteerd
worden,(en zo bijdragen tot de “economische groei”)
OPM.
Men stelt met “wetenschappelijke” en “objectieve”
argumenten het uitgangsstandpunt: “er is maar één mogelijke
productie-systeem, het kapitalisme”. Hierdoor is “maar één
oplossing om de groeiende wereldbevolking te voeden voor de productie
van de grondstoffen van de voeding”: toegeven aan de,
door inwerking van de kapitalistische concurrentie, DWANG om de
landbouwbedrijven steeds verder te specialiseren, de
productiviteit/ha of /bedrijf steeds verder te vergroten, de
productiecapaciteit/ha of / bedrijf te vergroten, waarbij alle
(vaak door grote monopolies) te koop aangeboden
technologie en materialen dit moeten ondersteunen en
een oplossing moeten bieden aan de neveneffecten die
dit met zich mee brengt.
Hierdoor
worden alle metodes voor principiële gezonde en rechtvaardige
productie, die evenwel niet meteen een hogere opbrengst/ha of /
bedrijf nastreven of realiseren bijna beschouwd als “misdaden
tegen de (hongerende) mensheid”.
Dit
doet mij denken aan de anticommunistische hetze die zich ontketende
tegen de revolutionaire experimenten met een anders dan
kapitalistische productiewijze. De socialistische revolutie en de
uitbouw van het socialisme werden ook bestempeld als “misdaden
tegen de mensheid”. De argumenten tegen biologische, of
agro-ecologische landbouw lijken wel wat op de argumenten die men
ontwikkelde tegen de “collectivisatie in de landbouw”, de
“uitbouw van communes” en bv met name tegen de “Grote
Sprong Voorwaarts” in China. Tegenover deze laatste werd dat
“de Groene revolutie” in India gesteld…..
Al
(de linken naar mijn bijeenverzamelende TEGEN-argumentatie zette ik
bijeen op DEZE pagina….. Argumenten tegen burgerlijk en
pseudo-marxistisch ANTI-communisme
De
realiteit bestrijdt de “wetenschappelijke uitwerking door experts”…. Voorbeeld 1: melk en zuivel
Alle
landbouwproducten en ook dus melk moeten gezien worden als
GRONDSTOFFEN voor de kapitalistische (in het huidig imperialistisch
stadium) door monopolies beheerste productie-lijnen die die
“grondstoffen” bewerken en verwerken in en naar eindproducten
(vooral dus voedsel) die door de consument(-werker) GEKOCHT moet
worden.
De
landbouwproducten vertonen dezelfde kenmerken als andere grondstoffen
(olie, steenkool, metalen, ….) Ze worden “gedolven” aan uiterst
lage kost – eigenlijk eerder “toegeëigend” – Hun prijs op de
wereldmarkt – in feite de “doorverkoopprijs” komt niet overeen
de “aanschafprijs” die zelf geen maat (meer) is voor de geleverde
arbeid om die “grondstof” te delven (of in de landbouw “te
telen/ te kweken”). Die “prijs op de werelmarkt” komt tot stand
door speculatie.
Voor
de melk is dit bijvoorbeeld de “zuivel prijs-index”
De TREND van de zuivelprijsindex stijgt van in 2000 op zo’n 120 naar 200 in 2016. De trend van de melkprijs voor de boeren stijgt van 30,5 euro/100 l.in 2000 tot 32,5 euro/100 l. in 2016.
In het eerste geval net geen 70% stijging, in het tweede geval maar zo’n 6,5% stijging.
In het eerste geval net geen 70% stijging, in het tweede geval maar zo’n 6,5% stijging.
De
experts op Metaforum KU Leuven, ‘Voedselzekerheid en
voedselproductie’:
De
verwachte en noodzakelijke stijging van de voedselproductie
stelt ons voor een specifiek probleem: ze moet gebeuren op het
huidige areaal. De productiecapaciteit mag dus zeker niet
dalen, wat door sommigen impliciet wordt nagestreefd wanneer
ze stellen dat de landbouw moet extensiveren. Bovendien zullen
we de productiviteit van het bestaande areaal moeten opdrijven: er
bestaat vandaag een productiekloof – de kloof tussen gerealiseerde
en potentiële productie – die moet worden gedicht. Als we
in de volgende decennia een belangrijke stijging van de
voedselproductie willen realiseren, dan hebben we daarvoor dus
voldoende productiecapaciteit nodig, die we bovendien vooral moeten
richten op menselijke consumptie.19
Wat
dat betreft is de evolutie in de melk-sector al lang in die richting
gegaan.
De
hoeveelheid melk volgde blijkbaar de gestegen bevolking, want “de
zelfvoorziening voor volle melk” was steeds boven de 100%
Toch
vonden de afnemers het blijkbaar nodig om melk te importeren (vanaf
2014, het loslaten van de melkquota in Europa zit hiermee tussen)
Daar
waar de AFGEWERKT producten dan weer ge-exporteerd zijn(moesten)
geworden, kijk wat een hoge “zelfvoorzienings-graad” bv voor melkdranken (hierboven)….
Het
is dan ook niet de bezorgdheid om de beschikbaarheid voor voedsel
(zie hierover verder….) of de drang om tegemoet te komen aan het
“voedselprobleem bij de 1 miljard hongerenden, vandaag de dag” …
maar economische noodzaak die de boeren hiertoe dreven.
Het
is omwille van de kapitalistische productieverhoudingen waarin de
zelfstandige individuele boeren gevat zitten, waarbij de
aanvoer-zijde als de afvoer-zijde, alsook de financierings-zijde
beheerst wordt door monopolies.
De
individuele boeren/bedrijven leveren een WAAR (melk) – waarvan de
VERKOOP de productiekosten èn de kosten van levensonderhoud moeten
betalen – . Bij een bepaalde prijs betekent dit voor de
boeren/bedriijven een onderlinge concurrentie voor een zo groot
mogelijk “markt-aandeel” – maar wel van een “markt” en
“markt-vraag” komt van monopolies. De ene boer kan door
investeringen – en door wellicht de mogelijkheid om die
investeringen te doen (krediet bij de leveranciers en/of leningen bij
de bank) de productiviteit zo ver opdrijven dat hij de kosten kan
recupereren door een genoeg grote productie. Hierbij slaagt hij erin
de “marktaandelen” over te nemen van boeren/bedrijven die die
investeringen niet kunnen doen of/ en niet uit de kosten komen e/of
failliet gaan of/en de productie staken.
In
de inkomsten voor de melk zitten dan voor de ene boer, de kosten van
de investeringen èn de kosten voor levensonderhoud maw de kosten van
zijn arbeid… Maar in die inkomsten voor de melk zitten ook de
“verliezen” van die boeren die de sector verlaten.
De
prijs van de melk staat dus niet in verhouding met de betaling voor
de “eigen arbeid”.
Komt
daarbij nog dat het gezinsverbruik voor zuivel afneemt.
Dus de productie van melk door de boerenbedrijven staat in geen verhouding tot de “voedselnoden van de (Belgische) bevolking… Dus de claim van de “experten” van Metaforum klopt van geen kanten!
Dus de productie van melk door de boerenbedrijven staat in geen verhouding tot de “voedselnoden van de (Belgische) bevolking… Dus de claim van de “experten” van Metaforum klopt van geen kanten!
En
zo lezen we in de pers:
De
melkprijs lag vorig jaar nog altijd te laag om de productiekosten van
de Belgische melkboeren te dekken.
Dat
heeft de Europese sectorfederatie European Milk Board (EMB) berekend.
De resultaten van de studie werden
vandaag
voorgesteld op de landbouwbeurs in het Luikse Battice, bij Herve.
Belgische melkboeren kregen vorig jaar gemiddeld 26,7 eurocent per
liter melk, terwijl de productiekost voor diezelfde hoeveelheid
opliep tot iets meer dan 41 eurocent. De Waalse boeren kwamen er het
slechtst van af. Daar bedroeg de productiekost 43,36 cent, tegenover
40,13 cent in Vlaanderen. Als het werk van de boeren zelf niet wordt
meegerekend, dan bedraagt de prijs volgens Erwin Schöpges van EMB
nog minstens 30 eurocent. "Dat betekent dat we vorig jaar zeker
3 cent per liter melk verloren hebben, zonder enige vorm van
compensatie", klinkt het. De laatste maanden gaat de melkprijs
wel weer de hoogte in. Momenteel krijgen boeren gemiddeld 33 à 35
eurocent per liter, maar dat maakt de situatie er niet veel
gemakkelijker op, zegt Schöpges. "De hogere prijs dient eerst
en vooral om facturen van de laatste jaren die zijn blijven liggen te
betalen", meent hij. De productieprijs van melkboeren werd
berekend door het Duitse studiebureau voor de landbouw BAL, en houdt
onder meer rekening met de kosten voor de bevruchting van de koeien,
het voer, meststoffen en kosten voor de veearts. De waarde van het
rundvlees dat uiteindelijk kan worden verkocht en het geld dat boeren
krijgen via verschillende binnenlandse en Europese steunprogramma's,
werd afgetrokken van de totale kost. (Belga)20
De
Rabobank verwacht dat de melkprijs in het eerste halfjaar van 2018
zal dalen, als gevolg van lagere mondiale prijzen voor
basiszuivelproducten en termijncontracten. In Nederland daalt de
melkproductie al als gevolg van de actuele regelgeving, in het vierde
kwartaal
2018 komt er ook een omslag in de nu nog stijgende Europese
melkproductie. De daling zal een reactie zijn op de dalende
melkprijzen en lagere marges in 2018 en hogere referentiemaanden
in 2017, aldus de Rabobank in het vandaag gepubliceerde
Kwartaalbericht Zuivel.21
In
augustus 17 was er nog veel goesting om meer melk te kopen in de
markt. 2017 was een jaar met een relatief hoge melkprijs.
De
melkfabrieken hadden in augustus nog melkdorst en betaalden zelf
boven de markt om meer melkveehouders aan zich te binden.
Ondernemen
is vooruit kijken. Voor 2018 moet iedereen er rekening mee houden
dat de melkprijs gaat zakken: Er is wereldwijd te veel melk en te
weinig vraag, terwijl er zowel in Europa als in Amerika nog grote
voorraden melkpoeder en kaas boven de markt hangen. Die zullen weg
moeten voordat er een nieuw evenwicht komt. 22
Ivm
de zogenaamde “zelfvoorziening”
De tabel 2 geeft THEORETISCHE, niet op de realiteit gebaseerde cijfers. Daar waar het reëele verbruik voor de melkproducten (dus MIN de kaas en de smeerproducten) groter is dan de theoretische, is de ZELFVOORZIENING méér dan voldoende (daar waar voor de theoretische cijfers de bestaande oppervlakte en productiviteit "eerder zou mogen stijgen en zeker niet dalen"). In de REALITEIT komt door OVERCAPACITEIT, de prijs onder druk en
wordt het INKOMEN van de gemiddelde “melkboer” zelfs NEGATIEF (zie verder) …. en
dan nog “neemt voor zuivel het gezinsverbruik af”….
En dus leidt het “aangeraden productiviteitsstijging en schaalvergroting in functie van toekomstige voedsel voor een gestegen wereldbevolking”(KULeuven-Metaforum) …. naar een inkomens-verlies voor de melkboeren...
En dus leidt het “aangeraden productiviteitsstijging en schaalvergroting in functie van toekomstige voedsel voor een gestegen wereldbevolking”(KULeuven-Metaforum) …. naar een inkomens-verlies voor de melkboeren...
9
op 10 melkboeren maken verlies | De Tijd
De
melkprijs zit op zijn diepste punt in zeven jaar. Steeds meer boeren
belanden daardoor in slechte papieren.
Volgens
berekeningen van het gespecialiseerde adviesbureau LIBA raken negen
op de tien Vlaamse melkveehouders niet uit de kosten. ‘Om
break-even te draaien heeft de gemiddelde Belgische boer een prijs
nodig van 31 euro per 100 liter melk, maar nu krijgt hij minder dan
25 euro’, zegt LIBA-consultant Niels Achten.
Sinds
Europa een jaar geleden een einde maakte aan de melkquota is de
productie zienderogen toegenomen. Door het overaanbod ging de prijs
in vrije val. Milcobel, het grootste Belgische zuivelbedrijf,
verlaagde gisteren zijn standaardprijs tot 21 cent per liter. Met
kwaliteitspremies inbegrepen krijgt de boer nu ruwweg 24 cent per
liter tegenover 40 cent in 2013.
De
lage melkprijs veroorzaakt spanningen. De kans op faillissementen is
reëel.
‘Als
de inkomsten de kosten niet meer dekken, is het familiaal inkomen het
eerste slachtoffer’, zegt Achten. ‘Velen belanden zo in armoede,
moeten hun reserves aanspreken of bij de bank aankloppen op peil te
houden.’
Jan
Leyten, landbouweconoom bij KBC, berekende dat de gemiddelde melkboer
in het eerste kwartaal een operationele cashflow van slechts 6,2 euro
per 100 liter overhield. ‘Dat is de jongste decennia nooit gezien’,
zegt hij. ‘De gemiddelde cashflow lag de jongste vijf jaar iets
boven 13 euro.’ Daarvan moeten boeren hun rentelasten, pacht en
mestafzetkosten betalen, waardoor de meesten in de rode cijfers
eindigen.
‘De
lage prijs veroorzaakt op veel melkveebedrijven spanningen’, zegt
Roel Vaes van de Boerenbond. ‘De kans op faillissementen is reëel.’
Ons
land telt zo’n 8.000 melkboeren, van wie iets meer dan de helft in
Vlaanderen.
Intussen
op dezelfde site over de landbouwsector .....
Rabobank:
‘China moet 200 miljoen varkens afslachten'
De
epidemie van de Afrikaanse varkenspest die huishoudt in China heeft
volgens analisten van Rabobank een nooit geziene omvang aangenomen.
Van de 360 miljoen Chinese varkens zouden tot 200 miljoen ten dode
opgeschreven
Massaslachting
Chinese varkens goed nieuws voor Belgische boeren 200 miljoen Chinese
varkens moeten worden afgemaakt door de uitbraak van varkenspest.
Goed nieuws voor de Belgische varkenskwekers, al zien die nog steeds
af door de varkenspest in Wallonië.
Banken
geven noodlijdend Greenyard 15 maanden respijt
De
banken geven groentebedrijf Greenyard 15 maanden de tijd om
maatregelen te nemen om zijn schuldgraad te verlagen. Nu is de
schuldgraad 5 tot 6 keer de brutobedrijfswinst. Dat moet binnen de
drie jaar verlagen naar 3 keer.23
En
zo moet in tegenstelling van wat de “experts” zeggen (“De
productiecapaciteit mag dus zeker niet dalen,
(...)
Bovendien zullen
we de productiviteit van het bestaande areaal moeten opdrijven”)
… de productie AFGEBOUWD worden:
Crisismaatregel
Vermindering Melkproductie
Ter
compensatie van de aanhoudende crisis in de zuivelsector is een
Europese enveloppe van 150 miljoen euro ter beschikking gesteld voor
een tijdelijke en vrijwillige productiebeperking.
Om
in aanmerking te komen moet de landbouwer de melkproductie tijdens de
‘verminderingsperiode’ verlagen ten opzichte van de
‘referentieperiode’ een jaar eerder. Het gaat enkel om een
vermindering van melkleveringen aan zuivelfabrieken. Rechtstreekse
verkopen komen niet in aanmerking. De voorziene compensatie bedraagt
14 eurocent per kg melk die minder geproduceerd wordt.
Europa
voorzag vier mogelijke periodes waarin de productiebeperking kan
plaatsvinden. Na elke inschrijfronde werd gekeken of er nog budget
overbleef om de volgende ronde open te stellen. Uiteindelijk konden
enkel de eerste en tweede periode opengesteld worden. Na de tweede
periode was het voorziene budget volledig toegekend.24
De
(“gesteld als noodzakelijk voor de voedselvoorziening”)
productiviteitsstijging en schaalvergroting èn de totale verhoging
van de levering …. leidt naar faillissementen en een
“negatief”inkomen. In feite is er dus een overcapaciteit die
leidt tot “crisismaatregelen en melkreductie”.
Maar
intussen leidt de concentratie van steeds méér koeien per bedrijf
èn de “specialisatie” tot meer ziektes en mestoverschotproblemen
… die dan weer extrakosten voor de indivividuele
bedrijfshoogd/gezin leidt.
De
landbouw-sector ingebed in de kapitalistische productieverhoudingen
van het kapitalisme in zijn imperialistisch stadium KAN geen
“oplossing”bieden voor welke “voedselproblemen” dan ook …
en zadelt de maatschappij met nog bijkomende problemen en kosten op
die dan weer afgewenteld worden op de consument-werker.
De
melkleveringen in 2017 stegen met 3,6%. Dit is een sterkere groei dan
vorig jaar, maar blijft lager dan het historisch record van 5% in
2014. De groei ten opzichte van 2016 situeerde zich vooral in de
tweede helft van 2017. Vanaf april lagen de maandelijkse
schommelingen terug meer in trend met deze in 2015. De daling in de
tweede helft van 2016 was te wijten aan de slechte marktsituatie
wereldwijd, en mogelijks ook aan het Europese vrijwillige
steunprogramma dat een reductie in de melkproductie beoogde. De
afgelopen tien jaar zijn de melkleveringen in ons land met 27 %
gestegen.25
De
“experts” doen aan peptalk en double-speak, de “industriëlen”
zijn ten minste duidelijk ….
In
feite diende de “noodzakelijke productiviteitsstijging” niet om
de “beschikbaarheid voor voedsel” te vergroten … maar om meer
te kunnen VERKOPEN op de plaatsen in de wereld waar door een
INKOMENSSTIJGING geneigd was meer AAN TE KOPEN, zo bekennen de
zuivel-industriëlen van de AANKOOP-monopolies:
Met
een behoorlijk ontwikkelende wereldeconomie, een
toenemend inkomen in de groeilanden en een verwestersing van het
eetpatroon blijft de wereldvraag naar zuivel gunstig
evolueren. Ook de gestegen aardolieprijzen creëren meer
koopkracht in een aantal landen. Toename van de vraag blijft
zich evenwel situeren tussen 2 à 3 % op jaarbasis en grotere
sprongen voorwaarts in het aanbod kunnen tot onevenwicht leiden. Net
zoals in de voorgaande jaren zal de ontwikkeling van het aanbod
bepalend zijn voor de prijsontwikkeling van de internationale
zuivelmarkt. (...)Na een sterke groei van de wereldhandel in
zuivelproducten in 2014 (+8%), volgde in 2015 een terugval (-1,7%).
Deze was onder meer te wijten aan het Russisch embargo en aan de
terugval in China. In 2016 stabiliseerde de toestand. Voor 2017 raamt
FAO een lichte toename van de wereldhandel in melkequivalenten, nl. +
1,3%. De wereldhandel nam toe voor alle zuivelproducten, behalve voor
boter en volle melkpoeder. Het marktaandeel van de EU ging er voor de
meeste producten op vooruit,(...)De wereldhandel, uitgedrukt in
melkequivalenten, kent een stijgende trend. Zo steeg de wereldhandel
van 55,1 mia liter melkequivalent in 2010 naar 70,8 mia liter in
2016. Dit is een jaarlijkse gemiddelde toename van 4,3%. Voor 2017 is
er een kleine toename naar 71,7 mia liter. Dit is bijna 9% van de
wereldmelkproductie.(…) China was in 2017 de belangrijkste afnemer
van zuivelproducten op wereldvlak. De Chinese vraag naar zuivel
blijft groeien en kan momenteel onvoldoende ingevuld worden door de
ontwikkeling van de eigen melkproductie.(...)
Alle
basiszuivelproducten kennen een toename inzake invoer in China in
2017. De totale invoer bereikt bijna de recordvolumes die in 2014
gerealiseerd werden. (...)
China
stelt heel veel in het werk om de eigen melkproductie op een hoger
niveau te brengen qua kwaliteit en qua milieu-effecten. Daarnaast
wordt fors ingezet op een uitbreiding van de productie.(...)
Hierdoor
zal de invoer allicht trager groeien.(...)
De
melkverwerking door de zuivelindustrie in België is de laatste
jaren fors gestegen en in 2017 ging het om 4.778 miljoen
liter melk. De stijging van bijna 300 miljoen verwerkte liters is toe
te wijzen aan de daling in uitvoer in bulk, de stijging van de
melkleveringen en de stijging in invoer in bulk.
Sedert
2006 is de melkaanvoer met 27% of 886 miljoen liter gestegen. In
dezelfde periode bedroeg de stijging van het volume ingevoerde
melk 675 miljoen liter. De volumes verwerkte melk in ons land
zijn in die periode dus gestegen met ruim 1,7 miljard liter. Dit is
een stijging van 55%. De forse toename van de melkverwerking laat de
zuivelindustrie toe om een performant verwerkingsapparaat van
voldoende schaalgrootte operationeel te stellen en te houden.(…)
Uitgedrukt
in volume, doorvoer inclusief, is de invoer in 2017 met 8,5%
toegenomen en bereikt ruim 2,5 miljoen ton. Deze
stijging is grotendeels te wijten aan de import van grondstoffen met
het oog op een latere verwerking in de zuivelindustrie of
andere sectoren (bakkers, chocolade, enz.). De invoer stijgt
inderdaad voor melkpoeder en voor melk en room. Opvallend is opnieuw
de daling in
invoer
van wei, met maar liefst 14,3%.(…) Er wordt meer ingevoerd
voor verdere verwerking in ons land. Dit komt de
tewerkstelling en de economie in zijn geheel ten goede.
De
productie heeft NIETS te maken met grotere beschikbaarheid voor
voeding bij een groeiende wereldbevolking … wellicht eerder met een
toename van de “koopkrachtige vraag”:
In
2017 is het aandeel van de uitvoer naar landen buiten de EU terug in
opmars. De opgetekende daling tussen 2016 en 2015 was te wijten aan
de moeilijke internationale marktsituatie. Voorbeelden van factoren
die de wereldmarkt beïnvloeden zijn de soms onvoorspelbare
wijzigingen in de Chinese import, het Russische embargo, de
economische moeilijkheden waarmee de olieproducerende landen
worstelen en een sfeer van toegenomen internationale competitie.
(Belgische
Confederatie van de Zuivelindustrie - JAARVERSLAG 2018 —
WERKINGSJAAR 2017)
Maar
globaal genomen kunnen de (Belgische) boeren er niet aan
uit.(negatief resultaat...)
Melk
is een grondstof, zo goedkoop mogelijk gewonnen door monopolistische
productieketens, om te verwerken tot een te verkopen product, of te
verwerken IN een te verkopen product … en AAN te kopen door
“consumenten” om de winst te genereren, voor diezelfde monopolistische
productieketens: het voorbeeld Danone
Danone
investeert in Afrika … om melkproducten te verkopen, niet om “het
voedselprobleem aan te pakken"
Brookside,
le numéro un kényan des produits laitiers, a réalisé 130 millions
d’euros de chiffre d'affaires en 2013.
Danone
maintient son cap africain. Et frappe fort en s'offrant 40 % de
Brookside Dairy, le premier groupe laitier du Kenya et l'un des plus
avancés au sud du Sahara. "Brookside est un leader sur de
nombreux plans, notamment en matière de solidité des marques et de
distribution avec 200 000 points de vente et de collecte. La société
travaille avec 140 000 éleveurs", explique Emmanuel Marchant,
directeur du développement de Danone pour les pays du Sud. Une cible
rare que Danone convoitait depuis plusieurs mois, comme l'avait
révélé Jeune Afrique en janvier.
Un
an après avoir repris 49 % du capital de Fan Milk, un groupe de
produits laitiers et de jus de fruits présent en Afrique de l'Ouest
et très solide au Ghana, le français complète son dispositif
subsaharien.
Mais
alors que Fan Milk importe la totalité du lait dont il a besoin
(sous forme de poudre), Brookside, lui, se fournit localement auprès
de producteurs kényans. "Danone a fait de l'Afrique une
nouvelle frontière et il était important de mettre un pied en
Afrique de l'Est, la plus importante zone de production laitière
d'Afrique subsaharienne", ajoute Emmanuel Marchant, qui ne cache
pas que le groupe français a l'intention de poursuivre l'offensive.
(…) Mais le français ne cache pas ses ambitions pour la société
kényane, qui devrait poursuivre son développement géographique en
Afrique de l'Est et la diversification de ses produits. Le
lait représente encore 80 % des ventes (130 millions d'euros de
chiffre d'affaires total) de Brookside, de quoi offrir de belles
perspectives à Danone, grand producteur de yaourts.26
Le
groupe agroalimentaire français Danone mène une politique
d'acquisition intense en Afrique. © Hassan Ouazzani pour J.A.Après
l'acquisition de Fan Milk en Afrique de l'Ouest, le groupe français
Danone projette de reprendre le leader kényan des produits laitiers,
Brookside Dairy.
Danone
se sera battu jusqu'au bout. Juin 2013 : comme d'autres concurrents,
tel Nestlé, le géant mondial des produits laitiers est devancé par
le financier Abraaj dans la reprise du capital de Fan Milk. Mais
quelques mois plus tard, le français revient par la fenêtre,
s'offre 49 % de ce leader des produits laitiers glacés et des jus de
fruits en Afrique de l'Ouest, et s'assure par ailleurs sa prise de
contrôle progressive.(...)
Totalement
absent de la zone jusque-là, Danone s'invite ainsi dans six pays,
dont de gros marchés comme le Nigeria, le Ghana et la Côte
d'Ivoire, et acquiert un réseau de distribution d'environ 30 000
revendeurs.
Alors
que cette opération est à peine finalisée, Emmanuel Marchant,
l'homme de Danone dans la région, projette déjà une autre
acquisition : la reprise des parts du même Abraaj dans le kényan
Brookside Dairy. Un objectif encore secret au moment où nous
écrivons ces lignes. Selon des sources fiables, le groupe n'est pas
le seul en lice. Fondé au début des années 1990 et contrôlé
majoritairement par la famille du président Uhuru Kenyatta,
Brookside Dairy est un leader
incontesté en Afrique de l'Est, achetant en moyenne 500 000 litres
de lait par jour auprès de 125 000 petits producteurs kényans.
Présent en Tanzanie et en Ouganda
et exportant ses produits au Rwanda, au Burundi et en Égypte, il
veut devenir le premier groupe de produits laitiers du Marché commun
de l'Afrique orientale et de l'Afrique australe (Comesa).
L'élévation
du niveau de vie entraîne la hausse de la consommation de protéines
animales, notamment de viande et de lait
Déjà
premier en Tunisie, en Algérie, et aussi au Maroc depuis la prise de
contrôle majoritaire de Centrale laitière en 2012, Danone
semble décidé à employer les grands moyens pour doper ses ventes
de produits laitiers sur le continent. "C'est tout à fait
logique, souligne le financier Lionel Zinsou, un proche du groupe qui
a fait partie de son comité exécutif dans les années 1990.
L'élévation du niveau de vie entraîne la hausse de la consommation
de protéines animales, notamment de viande et de lait."
Danone
n'est pas le seul géant mondial des produits laitiers à
s'intéresser à l'Afrique. Nestlé y est implanté depuis longtemps
avec un portefeuille alimentaire bien plus diversifié. Si le
néerlandais FrieslandCampina est déjà un poids lourd du Nigeria,
Arla Foods, autre géant d'Europe du Nord, a mis en place une
stratégie africaine en s'implantant modestement en Côte d'Ivoire.
Quant à Sodiaal (Candia, Yoplait), il y est présent via des
franchisés locaux. Et il ne faut pas non plus oublier l'offensive de
Lactalis et du fromager Bel (La vache qui rit, Babybel, etc.).
(..)
ces géants devraient se battre à coups d'innovations (en misant
notamment sur des produits moins chers que les yaourts) et de
marketing, mais pas seulement. Dans
une zone où la production laitière locale reste faible, l'enjeu
réside aussi en amont de la filière. Et dans les relations avec les
éleveurs. En Afrique de l'Ouest, les importations de poudre de lait
ont triplé ces quinze dernières années.
Fan
Milk, le nouveau partenaire de Danone dans la zone, n'utilise
d'ailleurs que de la poudre importée pour fabriquer ses laits
aromatisés et ses yaourts. Les transformateurs locaux apparus durant
la dernière décennie n'ont guère cherché à développer l'amont.
Alors qu'entre janvier et avril 2013, les prix mondiaux du lait en
poudre ont doublé.
"Dans
l'UEMOA [Union économique et monétaire ouest-africaine], la
production de lait a augmenté, mais beaucoup moins qu'en Asie ou en
Amérique du Sud. Et elle est dominée par l'élevage pastoral",
insiste Guillaume Duteurtre, chercheur au Centre de coopération
internationale en recherche agronomique pour le développement
(Cirad). (...)
En
Égypte, Danone a créé une mégaferme de plusieurs milliers de
vaches (comme Centrale laitière au Maroc), mais il aide aussi les
petits producteurs via son Fonds pour l'écosystème. Au sud du
Sahara, Danone devrait dans un premier temps soutenir la production
indépendante locale en améliorant la collecte comme a su le faire
Brookside Dairy au Kenya. Ce dernier emploie ainsi des centaines de
bicycle boys pour ramasser le lait autour de Nairobi.
À
condition d'encourager l'investissement local, voire de décourager
les importations, la production laitière peut se développer partout
en Afrique, y compris en zone tropicale humide. "Il n'y a
pas de raison qu'il en soit autrement. Au
Vietnam, une ferme de 36 000 têtes vient d'être inaugurée",
raconte Duteurtre. Pour les pays africains, l'enjeu est aussi
important : réduire la facture des importations et renforcer la
sécurité alimentaire.27
Danone,
wordt melkproducten-monopolie in Marokko … en verhoogt de
verkoopsprijzen
Danone
a pris le contrôle de Centrale Laitière en juin 2012. Appuyée par
le chef du gouvernement, la campagne de boycott des produits de
Danone au Maroc a créé un énorme buzz. A l'origine de ce
ras-le-bol, la récente augmentation des prix des yaourts, décidée
par Centrale Laitière. De son côté, l'entreprise maintient que
cette hausse est légitime et répond à l'envolée des coûts des
intrants.
Il
a suffi que le holding royal SNI lâche le contrôle de Centrale
Laitière au profit du groupe français Danone pour que les langues
se délient. Accusée par la Fédération marocaine des droits du
consommateur d'être "l'instigatrice des augmentations de prix
du lait et de ses dérivés dans le secteur", la filiale
marocaine du groupe Danone est la cible d'une large campagne de
boycott menée par les associations de consommateurs et soutenue par
le chef du gouvernement, Abdelilah Benkirane.
Les
prix des produits laitiers n'ont pas bougé depuis dix ans, tandis
que ceux des intrants grimpaient", explique-t-on du côté de
Centrale Laitière
Ce
dernier a annoncé le samedi 25 mai dernier, à l'occasion d'un
meeting politique, son intention de boycotter les produits de
l'entreprise pendant une durée de 10 jours, appelant les Marocains à
faire de même et à se mettre au "Raïb", du lait caillé
traditionnel (fait maison généralement).
Cette
campagne fait suite à l'augmentation récente des prix des yaourts
de 20 centimes de dirhams (environ 2 centimes d'euros), qui
intervient quelques mois après la hausse très contestée du prix du
lait.
"Cette
décision intervient surtout à quelques semaines du mois de ramadan,
période où on enregistre un pic de consommation des produits
laitiers", tonne la Fédération marocaine des droits du
consommateur.
(...)Centrale
Laitière maintient toutefois que ces hausses restent légitimes.
"Les prix des produits laitiers n'ont pas bougé depuis au moins
dix ans, alors que tous les
intrants ont vu leur prix augmenter. On ne fait que rattraper
le retard", signale une source au sein de la filiale de Danone.
Au
premier rang de ces intrants dont les prix ont flambé : l'énergie.
"Les prix des hydrocarbures ont augmenté de 15 à 20 % depuis
2012. Sans parler du fioul industriel, dont le prix a augmenté de 73
% en 2013 suite à la décompensation décidée par le gouvernement.
(...) Leader du marché avec près de 70 % de parts de marché,
Centrale Laitière a beaucoup souffert du gap entre ses coûts de
revient et ses prix de vente. En 2013, son excédent brut
d'exploitation a baissé de 11 % et ses bénéfices ont même chuté
de 53 %. Tendance à contre-courant de la croissance du chiffre
d'affaires qui signe, lui, une croissance supérieure à 4 %.28
Le
géant français des produits laitiers a acquis 21,75 %
supplémentaires du capital de Centrale laitière auprès de SNI. le
holding royl marocain. Ce dernier souhaite se désengager de
ses participations
matures
dans l'agroalimentaire.
En
février 2013 Danone était devenu l’actionnaire majoritaire (67%)
de Centrale laitière, leader marocain du secteur en rachetant des
participations de la Société Nationale d’Investissement (SNI)
marocaine. Le holding royal a franch une nouvelle étape ce
lund 03 novembre en cédant un bloc supplémentaire de 21,75 %
d’actions au groupe français qui monte désormais à 90 % du
capital.29
De
verkoop van Danone-producten krijgt een klop … door een BOYCOT van
de werkers-consumenten
L’année
2015 peut être qualifiée de paradoxale pour la filiale marocaine du
géant français de l’agroalimentaire Danone. De fait Centrale
Danone a enregistré un recul de -4 2% de son chiffre d’ affaires
consolidé, à 6,7 milliards de dirhams (environ 604 millions d
euros), alors que son résultat net part du roupe a bondi de +28,7%
pour atteindre 53 millions de dirhams.
La
baisse
des revenus de Centrale
Danone
s’ explique
« essentiellement
par
la
baisse
des ventes des filiales
liées
à
l’ activité
de commercialisation
des génisses
ainsi
qu’ à
la continuité
du déclin
de l’ ensemble de la
catégorie
du lait
affectée
par
une baisse
de la
consommation
» précise le communiqué de presse tout en ajoutant que «
les produits laitiers frais sont en croissance sur l’année 2015 »
(…)
Cette
performance repose essentiellement sur la baisse des coûts des
matières premières qui a permis «de compenser l’inflation surc
certaines catégories d’ emballage, sur la masse salèriale et
l’augmentation des investissements réalisés en 2015 pour la mise
e n niveau des outils industriels et de distribution » indique la
communication financière de Centrale Danone.30
Le
lait de Centrale Danone, l’eau minérale Sidi Ali et le carburant
des stations Afriquia... Depuis quelques jours, ces trois marques
sont victimes d'un boycott lancé sur les réseaux sociaux. Ce
mouvement qui surfe sur des thématiques de défense des
consommateurs fait réagir les cercles politiques et économiques.
Depuis
quelques jours, les réseaux sociaux au Maroc s’agitent suite à un
appel au boycott, assez mystérieux, lancé en premier lieu
sur quelques pages Facebook avant de se propager sur Twitter. Les
initiateurs du « mouvement » demandent aux Marocains de cesser
d’acheter du lait de chez Centrale Danone, filiale du géant
français Danone, l’eau minérale Sidi Ali, marque historique de
l’entreprise Eaux minérales d’Oulmès dirigée par Miriem
Bensalah (présidente sortante de la CGEM), et enfin le carburant
vendu par le distributeur d’hydrocarbures Afriquia du groupe Akwa,
dont l’actionnaire majoritaire est Aziz Akhannouch, le ministre de
l’Agriculture. Même si l’origine de l’initiative reste
inconnue, le Hashtag #nous_boycottons (traduit aussi de l’arabe
#Mou9ati3oun) prend de plus en plus d’ampleur.
Entre
défense du pouvoir d’achat des citoyens et attaque à l’encontre
de la gourmandise et de l’avidité des entreprises, le mouvement a
trouvé un certain succès populaire, au point de faire réagir les
politiques. Répondant à une question orale, le 24 avril au
Parlement, l’argentier du royaume Mohamed Boussaid a eu des mots
assez durs à l’encontre des initiateurs de l’appel, les
qualifiant d’« étourdis ».31
Les
chiffres sont tombés ce matin:
les ventes de produits
Danone
au
Maroc
ont chuté de 178 millions
d’euros en 2018, par
rapport
2017 entrâinant
une diminuation
de son résultat
opérationnel
de 43 millions
d’euros sur la
même période.
Ainsi
le boycott
marocain
enlevé 1,7 points
à la
croissance
annuelle
de ventes au
niveau
mondiale
chiffrée
2,9 % pour l’ année
écoulée.32
Door
strijd werd zo een grotere “beschikbaarheid” van melk verkregen dan
door productiviteitsstijging en schaalvergroting van melkboeren in
België zoals de "experts" dit aanraden
Quatre
mois après le lancement de la campagne de boycott qui a visé trois
marques au Maroc, Centrale Danone s’apprête à vendre son lait
pasteurisé sans faire le moindre gain, dès septembre prochain.
Après
avoir été victime d’un mouvement de boycott avec deux autres
entreprises (Sidi Ali et Afriquia), Centrale Danone a connu une
baisse de 50 % de ses ventes au Maroc. Une situation alarmante pour
le leader incontesté et historique du secteur. Elle lui a imposé de
se rapprocher de ses consommateurs et même de faire quelques
concessions. Ainsi, il est prévu que la filiale marocaine de Danone
chamboule tout le marché à partir du mois de septembre en vendant
son lait pasteurisé à un nouveau prix.
«
Nous nous apprêtons à faire baisser le prix du litre de lait.
L’annonce sera faite à la rentrée, après avoir trouvé le
nouveau modèle économique qu’on adoptera dorénavant », explique
à Jeune Afrique et sous couvert d’anonymat un responsable du
groupe, dont le service communication semble avoir interdit tout
contact avec la presse durant cette période.
Une
baisse d’environ 60 centimes ?
D’autres
sources chez des concurrents parlent d’une probable baisse
d’environ 60 centimes sur le litre de lait vendu par la filiale du
géant mondial. « L’ensemble des acteurs du secteur vont devoir
s’adapter et ça risque de laisser des traces. Nous n’avons pas
tous les capacités capitalistiques de Centrale Danone », estime un
haut cadre dans l’un des industriels producteurs de lait au Maroc.
Le
nouveau prix fait suite à la visite d’urgence d’Emmanuel Faber,
le PDG de Danone Monde, au Maroc le 26 juin dernier. Ce jour-là, il
avait pris trois engagements en espérant que cela calmerait un temps
les esprits et que les boycotteurs se réconcilieraient avec la
marque.
Quatre
mois après le lancement de la campagne de boycott qui a visé trois
marques au Maroc, Centrale Danone s’apprête à vendre son lait
pasteurisé sans faire le moindre gain, dès septembre prochain.
Après
avoir été victime d’un mouvement de boycott avec deux autres
entreprises (Sidi Ali et Afriquia), Centrale Danone a connu une
baisse de 50 % de ses ventes au Maroc. Une situation alarmante pour
le leader incontesté et historique du secteur. Elle lui a imposé de
se rapprocher de ses consommateurs et même de faire quelques
concessions. Ainsi, il est prévu que la filiale marocaine de Danone
chamboule tout le marché à partir du mois de septembre en vendant
son lait pasteurisé à un nouveau prix.33
Ook
voor de boeren als “zelfstandige werkers” of als “werkers voor
stukloon” is revolutie en socialisme noodzaak
De
kapitalistische productieverhoudingen in het huidig imperialistisch
stadium van het kapitalisme, binden de individuele boeren en/of hun
bedrijven totaal aan de aanleverende en afnemende monopolies …
Hierover en zelfs specifiek over de melk-sector en de noodzaak voor
revolutionaire onteigening van de kapitalisten en het breken van de
burgerlijke macht ….. ook als enige oplossing voor een gezonde en
rechtvaardige voedselproductie en de rol dat de landbouw hierin kan
spelen in een socialistische plan-economie schreef ik dit:
18-07-2018 Strategie/programma van de Communistische Partij van België uitwerking van: “De revolutie in één land (België) is mogelijk en noodzakelijk”
Wat ik hier aantoon voor een deelsector van de landbouw (de melkvee-sector) kan (en zal) ik nog aantonen voor andere sectoren in de landbouw (de groente/akkerbouw, de vleessector, de pluimvee-sector, ....)
De noodzaak tot prioritair de kapitalistische productieverhoudingen te breken toonde ik ook aan wat betreft mobiliteit en de auto-productie, en wat betreft de klimaatopwarming.
De noodzaak tot prioritair de kapitalistische productieverhoudingen te breken toonde ik ook aan wat betreft mobiliteit en de auto-productie, en wat betreft de klimaatopwarming.
1
Metaforum KU Leuven, interdisciplinaire denktank voor
maatschappelijk debat, Hollands College, Damiaanplein 9 bus 5009,
3000 Leuven. metaforum@kuleuven.be, www.kuleuven.be/metaforum,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’.
2Idem.
3Idem.
4Idem.
5Idem.
6
Uit 'De Landbouwhogeschool en de Derde Wereld', Wageningen 1975. De
voetnoten in de teksten komen heb ik overgenomen uit dit werk.
7
L.Brown:Seeds of change, New York, 1970, p.58.
8
Geciteerd in P. Spitz: Les aides alimentaires, technique et
culturelle dan la politique agricole des Etats-Unis en Inde depuis
la defaite de Kuomingtang.
9
Geciteerd in TAS-bulletin nr 5, p.53.
10
Nesbic Bulletin, groene revolutie, katalysator van de
onderontwikkeling. Artikel Cleaver in dit bulletin, tegenstellingen
van de groene revolutie, sept-okt '72.
11
idem,16 (Sharma),p.78.
12
De Standaard, 3 december 1971.
13
De Standaard, 3 december 1971.
14
Metaforum KU Leuven, interdisciplinaire denktank voor
maatschappelijk debat, Hollands College, Damiaanplein 9 bus 5009,
3000 Leuven. metaforum@kuleuven.be, www.kuleuven.be/metaforum,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’.
15
http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/
16
Metaforum KU Leuven, interdisciplinaire denktank voor
maatschappelijk debat, Hollands College, Damiaanplein 9 bus 5009,
3000 Leuven. metaforum@kuleuven.be, www.kuleuven.be/metaforum,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’.
17
Metaforum KU Leuven, interdisciplinaire denktank voor
maatschappelijk debat, Hollands College, Damiaanplein 9 bus 5009,
3000 Leuven. metaforum@kuleuven.be, www.kuleuven.be/metaforum,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’.
18
KULeuven – Metaforum visietekst 14, “Voedselproductie en
voedselzekerheid: de onvolmaakte waarheid”, voorgesteld op het
symposium van 1 oktober 2015. www.kuleuven.be/metaforum
19
Metaforum KU Leuven, interdisciplinaire denktank voor
maatschappelijk debat, Hollands College, Damiaanplein 9 bus 5009,
3000 Leuven. metaforum@kuleuven.be, www.kuleuven.be/metaforum,
‘Voedselzekerheid en voedselproductie’.
20https://www.knack.be/nieuws/belgie/melkprijs-nog-steeds-te-laag-in-2016/article-belga-895417.html
Melkprijs
nog steeds te laag in 2016 - België – Knack – Bron : Belga
21www.rabobank.nl/bedrijven/cijfers-en-trends/veehouderij/kwartaalbericht-zuivel-dec-2017
– Rabobank verwacht daling melkprijs en stagnerende melkproductie
in 2018 – 21 december 2017
22Volatiliteit
in de melkprijs is om zot van te worden – webmaster
(https://www.boerenopeenkruispunt.be/Tips/tabid/105/Author/1/Default.aspx)
geplaatst op 4-1-2018 17:45:00
23https://www.tijd.be/ondernemen/voeding-drank/9-op-10-melkboeren-maken-verlies/9767777.html
9 op 10 melkboeren maken verlies | De Tijd - 19 mei 2016 01:00
24https://lv.vlaanderen.be/nl/landbouwbeleid/landbouwbeleid-eu/crisismaatregelen/crisismaatregel-vermindering-melkproductie–
14-4-2019– Crisismaatregel Vermindering Melkproductie |
Departement Landbouw & Visserij
25
Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie – Confédération
Belge de l’industrie laitière, jaarverslag 2018 werkingsjaar 2017
26http://economie.jeuneafrique.com/index.php?option=com_content&view=article&id=22701
– Agroalimentaire : Danone double la mise– lundi 04 août 2014
10:30 PAR FRÉDÉRIC MAURY
27
http://economie.jeuneafrique.com/regions/afrique-subsaharienne/21109-danone-boit-du-petit-lait-au-sud-du-sahara.html
– Danone boit du petit-lait au sud du Sahara – mardi 21 janvier
2014 PAR FRÉDÉRIC MAURY
28
http://economie.jeuneafrique.com/entreprises/entreprises/agro-industrie/22214-les-marocains-en-colere-contre-danone.html
– Les Marocains en colère contre Danone – mercredi 28 mai 2014
PAR MEHDI MICHBAL
29https://www.jeuneafrique.com/5432/economie/maroc-danone-monte-90-du-capital-de-centrale-laiti-re/
– Maroc Danone monte 90 % du capitale de Centr le laitière – 03
novembre 2014 18h34 Par Marion Douet
30https://www.jeuneafrique.com/315727/economie/maroc-le-francais-centrale-danone-enregistre-une-croissance-de-son-resultat-...
Maroc résultat en croissance pour Centrale Danone malgré une
baisse de ses ventes 05 avril 2016
31https://www.jeuneafrique.com/555554/economie/consommation-au-maroc-trois-marques-boycottees-suite-a-un-appel-sur-les-reseaux-sociaux/ – Consommation : au Maroc, trois marques boycottées suite à un appel sur les réseaux sociaux – 26 avril 2018 à 19h52 | Par El Mehdi Berrada - à Casablanca
32https://www.jeuneafrique.com/737259/economie/danone-des-resultats-annuels-en-berne-au-maroc-en-raison-du-boycott-de-2018/
Maroc
: le boycott aura coûté 178 millions d’euros à Danone –
JeuneAfrique.com – 19 février 2019 15h09
33https://www.jeuneafrique.com/617001/economie/boycott-au-maroc-centrale-danone-sapprete-a-baisser-son-prix-du-lait/
– Boycott au Maroc : Centrale Danone s’apprête à baisser son
prix du lait – 17 août 2018 à 16h58 | Par El Mehdi Berrad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten