24-03-2014

Peter Mertens erkent MIJN analyse: “PVDA niet (verborgen) revolutionair, alleen maar openlijk (“links”) reformistisch”

Politoloog Pascal Delwit (ULB) maakt in zijn boek “PTB, nouvelle gauche, vieilles recettes” een analyse van de PVDA/PTB en hoe die volgens hem geëvolueerd is

"De beste chef-koks onthullen hun geheimen niet." Zo verwoordde de PVDA in 2008 tijdens hun achtste en laatste congres hun te volgen strategie. In de keuken kan het soms chaos zijn, het is de sfeer in het restaurant die telt. Laten we daar vooral op focussen als we naar buiten komen in de media, klonk het.
Het congres, dat ongeveer eens om de vijf jaar wordt gehouden, betekende een waar kantelpunt. Van een marginaal partijtje ideologische ruziemakers vervelde de PVDA tot een reële politieke factor. In Franstalig België kapen ze massaal stemmen bij de PS en pieken ze in de peilingen tot een ongeziene 7 procent.
Ook in Vlaanderen ambiëren ze in Antwerpen voor het eerst een zitje in de Kamer. De mediagenieke boegbeelden als voorzitter Peter Mertens en woordvoerder Raoul Hedebouw werkten aan de geloofwaardigheid van de partij, onder meer met de publicatie van veelgelezen boeken. Enkele welgemikte campagnes - denk aan de rode neuzen - deden de rest.
Maar is de partij ook au fond veranderd?”1

Dit is zoals de PVDA gezien wordt en zoals ze zich presenteert, en wat er vooral over de PVDA te vinden is, let wel voor een buitenstaander, iemand die de PVDA niet van binnen kent. .
En dan wordt volgende analyse gemaakt, die van het dubbel karakter, de dubbele politieke lijn, de dubbele organisatiestructuren....:

“De PVDA danst op twee benen, schrijft politoloog Pascal Delwit (ULB) in zijn boek “PTB, nouvelle gauche, vieille recettes”, dat vandaag verschijnt. "De partij heeft een vriendelijker imago, maar intern wordt de marxistisch-leninistische lijn strak aangehouden."(...)
Volgens Delwit is de PVDA de enige extreem-linkse partij in Europa, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Die Linke in Duitsland of de SP in Nederland, die niet geëvolueerd is sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie. De buitenlandse partijen worden intern een gebrek aan beginselvastheid verweten. "In elk land ter wereld blijft het van prioritair belang om te bouwen aan een leninistische partij, trouw aan de Oktoberrevolutie", klonk het nog op het congres van 2008.
Ook de ontmoetingen met de andere communistische partijen wereldwijd, uit Cuba, Vietnam én Noord-Korea, verraden volgens Delwit het ware gelaat van de PVDA. Bij de internationale bijeenkomsten, onder meer in Brussel, toont de PVDA zich van zijn meest dogmatisch kant. Dat de ontmoetingen steeds achter gesloten deuren plaatsvinden, is volgens Delwit het bewijs van de dubbele houding. Intern kan er met de spierballen gerold worden, buiten wordt er geen schade berokkent.”2

Meer over een vastgesteld “dubbel karakter van de PVDA” en de problemen daarbij:

“De partij kan van houding veranderen en de hachelijke weg inslaan van een radicaal linkse formatie die bereid is om te regeren en dus onvermijdelijk te ontgoochelen. Maar dat alternatief is weinig waarschijnlijk(...)
de PVDA is geen nieuwkomer in de politiek maar een van de weinige marxistisch- leninistische formaties die de jaren zeventig hebben overleefd. Zonder echt veranderd te zijn, volgt ze sinds het midden van de jaren 2000 een dubbele lijn, één voor het publiek en één voor de interne keuken. (....)
De hoop op één of meer Kamerzetels - en dus ook op openbare partijfinanciering - is nog nooit zo groot geweest.(...)
Maar het valt op dat ze weinig uitleg geven over hun socialisme, dat nauwelijks lijkt te verschillen van de algemene ideeën van Ecolo, Groen, de PS en zelfs de sp.a. Ze vertellen evenmin hoe dat socialisme er moet komen. Eigenlijk zijn hun verkiezingsprogramma's en hun boeken erg braaf voor een partij die het socialisme wil invoeren.(...)
De PVDA staat voor een moeilijke keuze. Ofwel blijft ze wat ze is: een marxistisch-leninistische groepering die van een socialistische revolutie droomt. In dat geval kan ze een antisysteempartij blijven en vasthouden aan een vorm van sociaal of socialistisch populisme. Die optie heeft een groot voordeel: ze vermijdt dat de partij verantwoordelijkheden neemt en dus kan ontgoochelen.3

Conclusies van Pascal Delwit zijn begrijpelijk
Nu is het logisch en begrijpelijk dat een niet-communist, voor iemand die de politieke scène in zijn geheel beschouwt, deze conclusies maakt in verband met de PVDA.
We gaan ervan uit dat Pascal Delwit zich alleen kan baseren op openlijk te verkrijgen documenten van de PVDA. Welnu, het boek “de Partij van de Revolutie” is zo'n document. Meer nog, het is door de PVDA van nà 2008, dus nà haar 8ste congres HER-uitgegeven.

“Als economisch en politiek systeem kan het kapitalisme de mensheid geen humane toekomst bieden.(...)
Dit misdadig en onmenselijk systeem zal nochtans niet zomaar verdwijnen. De beestachtigheid van dit imperialistisch systeem kent geen limieten. Alleen de volksopstand en de socialistische revolutie kunnen een einde maken aan dit barbaarse systeem. In die revolutie speelt de communistische partij als subjectieve factor, met haar politieke lijn en haar organisatie-vermogen, de voornaamste rol. (....)
Alle burgerlijke en kleinburgerlijke partijen hebben hun failliet bewezen. Zij hebben alle mogelijjke demagogische trucjes geprobeerd. Geen enkele kan een samenhangend, rationeel plan voorleggen met effectieve oplossingen voor de enorme maatschappelijke problemen.(...)
Alleen het marxisme-leninisme biedt een oplossing met het socialisme en het communisme.(...)
Hoofdstuk 1 De organisatie van een partij van het bolsjevistische type
  1. De overwinning of de nederlaag van de revolutie en de toekomst van het socialisme hangt voornamelijk af van de politieke lijn van de communistische partij.
Zonder juiste politieke lijn is het onmogelijk de revolutie naar de overwinning te leiden.
De klassen en de klassenstrijd zijn voortdurend in evolutie en de politieke lijn van de partij moet constant aan deze veranderingen worden aangepast.
De partij moet haar politieke lijn formuleren op basis van een nauwgezette studie van de nationale en internationale klassenstrijd, op basis van de wetenschap van het marxisme-leninisme en de gedachte Mao Zedong.”4

Nu zal Pascal Delwit gezocht hebben naar die “politieke lijn van de (PVDA als) communistische partij en organisatie” wat betreft haar “voornaamste rol” inzake de “socialistische revolutie”....en niet veel gevonden. Wellicht dus het boek “Partij van de revolutie”.
Wellicht heeft hij in het verleden nog de teksten kunnen lezen van het Internationaal Communistisch Seminarie...maar de website van het ICS, waarop die teksten stonden zijn van het internet gehaald.
Op Solidnet.org,een website opgericht door de Griekse Communistische Partij (KKE) kunnen
communistische organisaties een account aanmaken waarna ze verklaringen en analyses kunnen posten.
Uit een bijdrage: er wordt een gesproken over het oorspronkelijk Marxistisch-Leninistisch karakter van de PVDA, maar ook over een (nieuwe) “tactische benadering van de massas” dat allereerst leidt tot een toename van stemmen in verkiezingen

“There we decided to combine steadfastness as regards our basic Marxist-Leninist principles with flexibility in our tactical approaches towards the masses, the trade unions, alliance work and the mass media.(...)... (T)hat led to the PTB's further advance in the October 2012 local elections, where we increased threefold the number of our local councilors.5

Maar de hoofdoriëntatie blijft de revolutie...
“Our Party aims to arouse, organize and mobilize the workers – defined in the broadest possible way, but with a priority for the workers in the big companies and the main public services – for a militant struggle for social and democratic rights and for concrete improvements in their work and living conditions. Such a struggle is at the same time a school to discover the power of collective action and to give it a political orientation.
Through this process, and by further building and strengthening the Party, we are confident that more and more workers will become empowered and enlightened so as to finally break with the capitalist system and strive for an entirely different and new society, socialism. This will be the result of the convergence of several major struggle movements in various fields (social progress, democratic rights, international solidarity, peace, the protection of the environment) over a longer period of time, in which the working class is diametrically opposed to the capitalist class and finally will be able to take power.6

Logisch dus dat Pacal Delwit spreekt van een dubbele organisatie, één naar binnen gericht, niet bekend naar buiten en één naar buiten gericht, bedoeld om een bepaald imago of beeldvorming te hebben naar het grote (kies)publiek toe.

Peter Mertens reageert furieus.....

“Voorzitter Peter Mertens reageert furieus. "Delwit suggereert dat we een verborgen zolder hebben waar we allerlei duistere geheimen bewaren. Hij mag komen kijken, wij hebben een plat dak. Wij spelen open kaart."
Mertens benadrukt dat hij hard gewerkt heeft om de partij te vernieuwen, ook inhoudelijk. Met de andere Europese partijen is de relatie opperbest en sommige internationale ontmoetingen ziet hij ook liever niet. "Laat ons duidelijk zijn: wij verafschuwen het regime in Noord-Korea."7

Peter Mertens weerlegt Pascal Delwit niet, hij geeft bemerkingen en “er is geen dubbel karakter” alleen een “openlijk reformistisch karakter” bij de PVDA:

"Erg braaf", zo noemde professor Delwit mijn boek 'Hoe durven ze?'(...) ons verkiezingsprogramma "nauwelijks lijkt te verschillen van de algemene ideeën van Ecolo, Groen, de PS en zelfs de sp.a". (...).De professor vergist zich. 'Hoe durven ze' is een antwoord op de derde weg van Schröder en Blair, en van de hele Europese sociaaldemocratie. (...) dus pleit ik voor in 'Hoe durven ze' voor systeemkritiek, voor een grondig debat over de richting van onze samenleving. (...). Zolang de PVDA niet mee regeert, kan de partij geen invloed hebben op de beleidsvorming, beweert de professor. Als politoloog zou hij beter moeten weten. De meeste sociale verworvenheden in ons land zijn in de eerste plaats te danken aan sociale geuzen, aan basisbewegingen, aan vakbonden, aan druk van onderuit. Verbod op kinderarbeid, organisatierecht, betaald verlof zijn het resultaat van een dynamische democratie waar ook de tegenmacht weegt op het beleid.
Onze stelling is dat we vandaag best opnieuw bouwen aan een tegenbeweging die een stem geeft aan de stemlozen. Ja, wij kunnen wegen op het beleid door het democratisch veld te vergroten, door mensen mondig te maken, door een stem te zijn van onderuit. (...) voor een btw-verlaging op energie, of het nu gaat om het Kiwi-model voor goedkope geneesmiddelen of over een herverdelende miljonairstaks,(...) Bovendien bewijzen we elke dag in Borgerhout dat we bereid zijn om deel te nemen aan het beleid, en dus om fouten te maken. Maar dan kan natuurlijk enkel als je een stevige basis hebt opgebouwd, anders wordt je zo weggeblazen.
Wij streven naar een samenleving waar arbeidskracht en natuur gerespecteerd worden als bronnen van welvaart, waar de grondrechten zoals toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, wonen en cultuur gegarandeerd worden, en ook afdwingbaar zijn. Zo zien wij een eigentijds marxisme, dat zijn onze toetsstenen om het beleid te beoordelen. Wij zijn er van overtuigd dat het vermarkten of commercialiseren van grondrechten tot meer ongelijkheid zal leiden. Wij geloven dat een mondige tegenbeweging van onderuit de samenleving in de richting van meer solidariteit zal duwen.(...). Wel, er is geen dubbele lijn: what you see is what you get. Wij nodigen Delwit uit om het debat te voeren over onze voorstellen en ons programma, (...)die angst voor het debat verzwakt de linkerzijde. Dat zie je overal in Europa.8

Impliciet ontkent Peter Mertens met louter deze bemerkingen dus dat de PVDA een communistische partij is die werkt aan de revolutie, die een politieke lijn uitwerkt op basis van het wetenschappelijk socialisme (het marxisme-leninisme en de gedachte Mao Zedong zoals vroeger congrestexten stelden). In feite verwerpt hij de orientaties en de politieke lijn van AL de congressen voor die van de 8e in 2008.( Over dit standpunt “8e congres van de PVDA is EIGENLIJK 1e congress van de Belgische Sociaal-democratische Partij” schreef ik in het Engels volgende artikels) Eigenlijk ontkent hij bij de PVDA, het toepassen van het marxisme om te komen tot een revolutionaire strategie. Het “eigentijds marxisme” dient dus alleen maar om het eigen IMAGO van de PVDA in de verf te zetten, om zich zo te profileren tegenover alles wat zich in verkiezingen als “links” of “sociaal” aanbiedt.

Welnu Ik zeg dat Peter Mertens gelijk heeft.... en Pascal Delwit dus ongelijk....en Peter Mertens geeft mij gelijk!
De PVDA is geen (verborgen of “intern”) communistische revolutionaire partij. De PVDA is gewoon een sociaal-demokratische partij van het type van de Tweede Internationale. Op haar 8ste congres in 2008 vergeleek ze zich zelf met de Belgische Werklieden Partij (1885). En haar “marxisme” is hetzelfde als het “marxisme” van Karl Kautsky en Emile Vandervelde. (...en is Peter Mertens een even grote “Renegaat” als Kautsky....)
Eigenlijk, met het bestrijden van de analyse die Pascal Delwit maakte erkent Peter Mertens impliciet de JUISTHEID van MIJN analyse over de PVDA. (leeshier meer erover)
1http://www.demorgen.be/dm/nl/5036/Wetstraat/article/detail/1825081/2014/03/21/Politicoloog-Delwit-onthult-ware-gelaat-extreemlinks-PVDA-danst-op-twee-benen.dhtml, Politicoloog Delwit onthult ware gelaat extreemlinks: "PVDA danst op twee benen". Roel Wauters − 21/03/14, 10u27
2http://www.demorgen.be/dm/nl/5036/Wetstraat/article/detail/1825081/2014/03/21/Politicoloog-Delwit-onthult-ware-gelaat-extreemlinks-PVDA-danst-op-twee-benen.dhtml, Politicoloog Delwit onthult ware gelaat extreemlinks: "PVDA danst op twee benen". Roel Wauters − 21/03/14, 10u27
3http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1824431/2014/03/21/Opinie-Hoe-groter-de-PVDA-wordt-hoe-meer-vragen-rijzen-over-haar-socialisme.dhtml, Hoe groter de PVDA wordt, hoe meer vragen rijzen over haar socialisme, OPINIE − 21/03/14, 06u30, Pascal Delwit is politicoloog aan de ULB en auteur van het pas verschenen Le PTB. Nouvelle gauche, vieille recette (Editions Luc Pire).
4Uit “De Partij van de Revolutie” (dokumenten van het 5e congres in 1995), samenstelling door Ludo Martens in samenwerking met Nadine Rosa-Rosso (dit laatste staat er in de her-druk niet meer bij),, EPO.
5http://www.solidnet.org/belgium-workers-party-of-belgium/wp-of-belgium-the-current-situation-and-challenges-of-the-workers-party-of-belgium-ptben, WP of Belgium, The current situation and challenges of the Workers' Party of Belgium (PTB)[En.]Interview of Bert De Belder, member of the PTB's National Council and head of its Department of International Relations, for AKEL's daily newspaper HARAVGI. Monday, 09 December 2013.
6http://www.solidnet.org/belgium-workers-party-of-belgium/wp-of-belgium-the-current-situation-and-challenges-of-the-workers-party-of-belgium-ptben, WP of Belgium, The current situation and challenges of the Workers' Party of Belgium (PTB)[En.]Interview of Bert De Belder, member of the PTB's National Council and head of its Department of International Relations, for AKEL's daily newspaper HARAVGI. Monday, 09 December 2013.
7 http://www.demorgen.be/dm/nl/5036/Wetstraat/article/detail/1825081/2014/03/21/Politicoloog-Delwit-onthult-ware-gelaat-extreemlinks-PVDA-danst-op-twee-benen.dhtml, Politicoloog Delwit onthult ware gelaat extreemlinks: "PVDA danst op twee benen". Roel Wauters − 21/03/14, 10u27

8http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1826192/2014/03/22/Professor-Delwit-construeert-een-imaginaire-tegenstander.dhtml, “Professor Delwit construeert een imaginaire tegenstander”. OPINIE − 22/03/14, 09u26, Peter Mertens.

04-03-2014

PVDA:"Wereldbeschouwing is marxisme." Maar wat is voor haar marxisme?

Vroeger bestempelde de PVDA een aantal organisaties als zijnde "trotskistisch". "Trotskistisch" hield in, "anti-revolutionair", "anti-communistisch", en als in feite, een links of/en “marxistisch”-KLINKEND geformuleerd REFORMISME. Hun marxistisch-klinkende fraseologie was behalve op citaten van Marx en Lenin dan ook nog gebaseerd op citaten van Trotski, wiens analyses bij de PVDA niet als marxistisch geboekt stonden.
De "
trotskisten" bestempelden de PVDA dan weer als "stalinistisch" omwille van hun rigoureus toegepaste LENINISTISCHE partijbeginsels (overeenkomstig met die van de bolsjewieken), omwille van hun onverdeelde steun aan de ontwikkeling van het socialisme in de Sovjet-Unie (zéker dat, van in de tijdspanne dat Stalin partijvoorzitter was) en de strijd van het regime (onder Stalin's leiding) tegen intriganten, saboteurs en andere burgerlijke elementen die bewust een praktijk van ondermijning van het socialisme voerden, waaronder bepaalde "trotskistische" groepen.
De PVDA stelt tegenwoordig dat ze "
niet stalinistisch (meer) is", hierbij indirect het vroeger verwijt van de "trotskisten" erkennend, als was "stalinisme" een bepaalde te veroordelen strekking binnen de communisten, en in de internationale communistische beweging.
Omdat de PVDA nu zelf, sinds 2004 (en bij meerderheid erkend sinds het
8e congres in 2008) een marxistisch-klinkend REFORMISME predikken, hoeven de "trotskisten" eigenlijk geen allusies naar Trotski te maken in discussies met de PVDA..... dus voorzover er gezwegen wordt over Trotsky (over Stalin wordt er sowieso niet meer gerept...) voeren de “trotskisten” én de PVDA een gelijkaardig revisionistisch discours om hun REFORMISTISCHE politieke lijn te rechtvaardigen.
En zo kunnen er mensen van de SAP op de lijst van de PVDA(+) staan en kunnen ze zonder problemen propaganda maken voor PVDA(+)
Om zich binnen het reformistische kamp te profileren, "belijdt" de PVDA dat ze (“nog steeds”)een "marxistische" partij is en dat "het socialisme" het alternatief maatschappij model is voor het kapitalisme. Internationaal profileren zij zich nog (om het verschil te maken met “sociaal-democraten”) als “communisten”....
Het zal echter voor de PVDA moeilijk worden “om het verschil te maken”, aangezien verschillende trotskistische tendenzen zich gelijkaardig profileren......

PVDA anders dan (andere) reformisten:"wereldbeschouwing is marxisme". Maar wat is marxisme?
Op het 8ste congres in 2008 van de PVDA stemde de meerderheid voor de formulering “
De wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme. De basis ervan werd gelegd door Karl Marx, Friedrich Engels en Vladimir Lenin.“ aan het begin van de tekst waarin de PVDA

eensgezind formuleerde wat het marxisme (volgens haar) dan wel was. (Het betreffende document is te lezen of/en te downloaden op de website van de PVDA op http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008, Ik plaatste grote stukken in een “bijlage-artikel” om dit artikel niet te zwaar te maken met grote stukken tekst.)
De uitleg over het “marxisme” bestaat uit zéér algemene en vooral subjectief uitgekozen karakteristieken en eigenschappen van het “marxisme”, met daarbij de gratuite opmerking dat “de PVDA marxistisch” zou zijn. Zo'n “belijdenis” is op zich geen bewijs van zijn eigen juistheid. Het marxistisch karakter van de PVDA moet in feite gewoon blijken uit de werking, opstelling van programma en de uitwerking van de strategie naar de uitvoering van dat programma, en de concrete inhoud van propaganda of en antwoorden in discussies en interviews.
In hetzelfde congresdocument worden tegelijk bepaalde algemene inzichten en algemene bepalingen zijnde als “algemene intentieverklaring(en)” van de PVDA zélf gesteld. Ik schrijf “algemene intentieverklaringen” omdat hier geen sprake is van een apart opgesteld programma – apart dan van de “belijdenis” tot het marxisme en het “aanhangen” van het marxisme - van de revolutionaire of/en communistische partij die de PVDA nog altijd beweerd te zijn. Het revolutionair en/of communistisch karakter dat de PVDA nog zou hebben, wordt weliswaar duidelijker en luider uitgesproken in verklaringen en teksten gericht aan “zuster”-partijen, in wat men noemt “de internationale communistische beweging” .... dan in de documenten van het 8ste congres waarvan men de gedelegeerden moeilijk allemaal, overtuigde communisten kan noemen gezien de toetredingsvoorwaarden in de statuten – van het 7de congres in 2001 -,die honderden of wellicht een “meerderheid” van meer dan 2.000 zogenaamde raadgevende leden “opleverden” die zeker geen communist zijn of zelfs maar zo genoemd willen worden, maar die wél het programma van de PVDA mee mochten bepalen in 2004 (lees HIER hoe dit gebeurde).

Het “marxisme” zoals de PVDA het aanhangt (sinds het 8ste congres, 2008)
"1. Het marxisme
...(De)....samenhangende visie op mens en maatschappij, (....). De wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme. De basis ervan werd gelegd door Karl Marx, Friedrich Engels en Vladimir Lenin. Het marxisme bestaat uit vijf grote elementen, die samen een consequent en harmonieus geheel vormen. ... Wij proberen natuur, mens en maatschappij te begrijpen zoals ze “zijn”....het dialectisch materialisme...geschiedenisopvatting, het historisch materialisme...(ik hernam een groot stuk uit de PVDA-tekst in het bijlage-artikel, zie en lees hier).....Deze economische leer noemen we de politieke economie van het marxisme."1

Het gaat hier over een opsomming van UITGEZOCHTE algemeenheden over hetgeen de PVDA beschouwt (en waar een meerderheid op het 8e congres mee instemde) als zijnde “marxisme”.
IS dit wel wat “het marxisme” inhoudt? Maar vooral,hoe weet je of de PVDA dit dan ook toepast?
Als men niet “vertrekt van de wereld zoals die is”,....maar van een idee over “de wereld” zoals men wil dat men “hem beschouwt dat hij is”, dan is men NIET het marxisme aan het toepassen. En als dat wereldbeeld dat men wil voorhouden hetzelfde is als het wereldbeeld dat de burgerij wil voorhouden dan is men bewust anti-revolutionair bezig en met marxistisch klinkende frases BURGERLIJKE ideologie aan het verkopen.
Ten eerste is marxisme een wapen in de ideologische en politieke strijd om het bewustzijn van de arbeidersklasse te winnen voor het volvoeren van haar historische taak: het omverwerpen van het kapitalisme. ... en dit blijkt helemaal niet uit de algemene en beschrijvende formulering van de “belijdenis” tot het marxisme van de PVDA.
En wat “wereldbeschouwing” betreft, gaat het bij de PVDA-ideologen NIET, om “de wereld zoals hij is”, maar om “de wereld zoals de kaders van de PVDA die zien” of “de wereld zoals de leiding van de PVDA wil dat alle leden en de potentiële kiezers ze zien”.
Zo'n pseudo-marxistische wereldbeschouwing heeft een BURGERLIJK klassekarakter, van bedrog, misleiding, geschiedenisvervalsing en van uiteindelijk het AFHOUDEN van revolutie en BESCHERMEN van het voortbestaan van het kapitalisme.

De praktijk van PVDA-topman Peter Mertens inzake “marxistische analyse “ of zogenaamd toepassen van dialectisch en historisch materialisme:
"In plaats van een belerende zijn wij een luisterende partij geworden. Onze verkiezingsprogramma's worden nu opgesteld na consultatie van duizenden mensen. Niet dat we alles herhalen wat zij zeggen, want dat zou populistisch zijn. Maar we luisteren wel." Aan het woord is de nieuwe partijvoorzitter, Peter Mertens (37).(…)
Mertens: "
Het is ook eenvoudiger om lid te worden. Je onderschrijft het politieke programma van de PVDA en je betaalt twintig euro lidgeld. Je moet geen meerdaagse cursus marxisme-leninisme meer volgen. We hebben nu al drieduizend leden en over een jaar hopen we er vierduizend te halen. Dan zijn we even groot als Groen!."(..) Nog in de jaren negentig schreef Ludo Martens een hardnekkige verdediging van Stalin bijeen. Mertens: "Ik ontken de verdiensten van Ludo Martens niet en we gaan zeker geen afrekening maken met het eigen verleden. Maar we willen wel moderne communisten zijn en kiezen voor een andere aanpak in de toekomst. Vorig jaar zei PVDA-dokter Mie Branders in een interview met De Morgen nog: 'Wij voelen ons geen stalinisten.' Ik ga verder: 'Wij zijn geen stalinisten.' …(en).....heb ik met de Sovjet-Unie of China niets meer te maken. Je rekent CD&V toch ook niet af op de steun van de Spaanse christendemocraten aan Franco in 1936? Je kunt je toch niet inbeelden dat journalisten in een interview met Caroline Gennez voortdurend terugkomen op Hendrik De Man? Net zo heeft de PVDA niets te maken met het stalinisme of het maoïsme. (…)
Was -
is - de PVDA ook geen revolutionaire partij? Mertens: "Ik bekamp de regering-Verhofstadt, maar ik smeed daarom geen plannen om zijn auto op te blazen, hé. Maar stel dat de Tweede Wereldoorlog morgen weer zou uitbreken, dan zou ik alle PVDA'ers weer oproepen om bij de partizanen aan te sluiten. Net zoals ik begrijp dat Nelson Mandela in de jaren zestig ooit geen andere uitweg zag dan de gewapende strijd. Maar de PVDA is niet extreem links: wij kanten ons tegen extremistisch geweld à la CCC of DHKP-C. (grijnst) Al vind ik, samen met kranten als De Morgen, de vrijspraak van Fehriye Erdal wel terecht. We mikken vooral op de revolutie met ideeën: we waren bijvoorbeeld de eersten om de verlaging van de btw op energie tot 6 procent te bepleiten."2

Onze verkiezingsprogramma's worden nu opgesteld na consultatie van duizenden mensen......Het is ook eenvoudiger om lid te worden.”  Inderdaad, sinds het 7e congres in 2001 zijn er honderden, wellicht enkele duizenden, RAAD-gevend lid geworden. Nu, véél afgevaardigden op het 7e congres waren N3-lid (zoals de tot dan eigenlijk niet-statutaire RAAD-gevende leden genoemd werden), maar officieel was de PVDA dus, na 2001 géén communistische partij meer die de leninistische partijbeginsels volgde. (in de voorbereiding van het 7e congres, in 2001 werden die leninistische partijprincipes in een interne nota vanuit de leiding aan de eenheden afgedaan als “uit de tijd”, en het vasthouden eraan, "dogmatisme" was – in mijn analyse-dokument “Marxisme of revisionisme” als je scrollt naar p. 54-55 vind je de inhoud van die interne nota uit 1999)
Het PROGRAMMA van de PVDA is sinds 2004 een programma van louter HERVORMINGEN en HETZELFDE als het VERKIEZINGS-programma. Dit PROGRAMMA is tot stand gekomen en gestemd op ALGEMENE LEDEN-VERGADERINGEN, dus door de (meerderheid) van RAAD-gevende leden. ( lees HIER hoe dit gebeurde). IEDERE verkiezingcampagne wordt bij de PVDA voorafgegaan door een “ENQUETE” waarmee gewoon bepaald wordt welk punt van het programma (van hervormingen) tot stand gekomen in 2004, nu speciaal tijdens die bepaalde verkiezing in de verf wordt gezet.
En verder bestaan er volgens de PVDA , blijkbaar verschillendesocialismes” en sommige kunnen gewoon “fout” zijn of “anders dan wij van de PVDA het zien”. Ook zijn er blijkbaar verschillende communisten-soorten, waaronder “stalinisten” en “maoisten”, en de “moderne communisten à la PVDA
Dit is géén historisch materialisme maar een historisch IDEALISME dat ook de burgerij gebruikt. Waar de burgerij de voortzetting van de klassenstrijd bij de uitbouw van het socialisme in de Soviet-Unie altijd als “stalinisme” verketterde (waarbij “stalinisme” een door de burgerij uitgevonden etiket is voor een on-bestaand “iets”), “nuanceert” Peter Mertens: “We zijn wél (moderne) communisten, maar geen stalinisten.Hierbij geeft hij indirect legitimatie aan de burgerlijke “historische “ mythologie van het “verschrikkelijke stalinisme”.
Waar de burgerij dan zegt: “Het socialisme/communisme is fout” zegt de revisionist (de pseudo-marxistische frases brakende BOURGEOIS): “Soms kan het socialisme/communisme in de fout gaan”. Zijn “dialectiek” zit dan in een zekere nuancering van de oorspronkelijke burgerlijke opvattingen. Maar de analyse van historische FEITEN toont aan dat het een afwijking van consequent marxistische analyse is of/en het niet consequent innemen hierbij van ee proletarisch klassestandpunt of soms de BEWUSTE ontwikkeling van revisionisme is, die maakt dat er fouten worden gemaakt bij de uitbouw van het socialisme, of bij de uitbouw van communistische productieverhoudingen.
Zo maakte Stalin (een jaar voor zijn dood) een analyse van een aantal fouten die worden gemaakt bij de opbouw van het socialisme in de Soviet-Unie. Het ging om fouten in marxistische analyse én fouten door een niet consequent te analyseren vanuit proletarisch klasse-standpunt. Deze analyse kun je hier lezen:
Mao Zedong maakte verschillende analyses over fouten inzake toepassing vanhet marxisme of inzake innemen van een correct klassestandpunt, hetgeen kon leiden in fouten inzake opbouw van socialisme. Hij bestudeerde (en maakte notities erbij) hiervoor reeds eerder gemaakte analyses,ondermeer bovenstaande analyse van Stalin (je kunt dit hier lezen):

Verder wordt er, door de “marxist" Peter Mertens eerst revolutie en revolutionair gelijk gesteld aan “blind terrorisme” gesteld (dat van de CCC)....om dan vervolgens, in feite, revolutie en zeker revolutionair geweld a priori en principieel af te wijzen. Dit is pure misleiding en bedrog.... en niet één militant die ook op het 8e congres mee stemde voor “de wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme”, protesteert hiertegen!. Hier is men vèr verwijderd van “het marxisme waarvan de basis gelegd is door Marx”!.... ofwel heeft geeneen PVDA-lid of 8e-congres-afgevaardigde ooit “Het Communistisch Manifest” of “Burgeroorlog in Frankrijk” gelezen!

OPM: Peter Mertens stelt revolutionair geweld ook gelijk aan een zekere liquidatie/executie-strategie waarbij (door een “interne rechtbank”) bepaalde “klasse-vijanden” door aanslagen worden geliquideerd (ten minste dat denk ik dat hij bedoeld met zijn verwijzing naar de DHKP-C). Maar dan is zijn “oproep aan de PVDA'-ers aan te sluiten bij de partizanen” gedaan zonder enig historisch materialistisch besef  (ofwel een gratuite populistische opmerking)....want het gewapend (“extremistisch” zoals hij dat noemt) geweld van de partizanen in België BESTOND voor een groot deel uit liquidaties van door een zekere “interne rechtspraak” veroordeelden....en dus een revolutionair geweld dat Peter Mertens a priori afwijst.

De“revolutie met ideeën” blijkt uiteindelijk gewoon dus een opeenstapeling van hervormingen te zijn(zoals die van “de verlaging van de btw op energie tot 6 percent”) die uiteindelijk een socialisme (à la PVDA?) zouden realiseren.
Dit is dus de praktijk en de realiteit van het “historisch materialisme” zoals dat door de PVDA op haar 8e congres “beleden” werd.
De dialectiek is ver te zoeken:: een evolutie en dan een verandering.... maar geen duidelijke revolutionaire overgang. Ook de klassen staan niet echt tegenover elkaar....
De PVDA erkende dat “de basis van het marxisme werd gelegd door Karl Marx en Lenin”. Welnu Lenin beschrijft hoe het marxisme werd ontwikkeld in de hitte van de klassenstrijd en hoe de bedoeling was het als een wapen te maken voor de revolutionaire strijd van het proletariaat:
...1843 ....'Deutsch-Französische Jahrbücher'.... In zijn artikelen, die in dit tijdschrift zijn verschenen, treedt Marx reeds naar voren als revolutionair, die de 'niets ontziende kritiek op al het bestaande' en in het bijzonder de 'kritiek der wapenen' verkondigt en aan de massa's en aan het proletariaat appelleert.In september 1844 kwam Friedrich engels voor enkele dagen naar Parijs en werd sinds die tijd Marx' beste vriend.. Beiden namen gezamenlijk uiterst actief deel aan het toentertijd zeer roerige leven van de revolutionaire groepen in Parijs. (...)Zij werkten in een scherpe strijd tegen de verschillende leerstellingen van het kleinburgerlijke socialisme de theorie en tactiek van het revolutionair proletarisch socialisme of communisme (marxisme) uit. (...)In het voorjaar van 1847 sloten Marx en Engels zich bij een geheim propagandistisch genootschap aan, de 'Bond der Communisten', (....) en schreven in opdracht van de bond het beroemde, in februari 1848 verschenen 'Communistisch Manifest'. Met een geniale helderheid en uitdrukkingskracht is in dit werk een schets gegeven van de nieuwe wereldbeschouwing: het consequente, ook op het vlak van het maatschappelijk leven omvattende materialisme, de dialectiek als de meest omvattende en diepgaande leer van de ontwikkeling, de theorie van de klassenstrijd en van de wereldhistorische revolutionaire rol van het proletariaat, de schepper van een nieuwe communistische maatschappij;(....)Het marxisme heeft ons de leidraad gegeven, die het ons veroorlooft, in deze schijnbare doolhof en chaos een wetmatigheid te ontdekken, namelijk de theorie van de klassenstrijd. Alleen door het onderzoeken van het totaal van de strevingen van alle leden van een gegeven maatschappij of van een groep van maatschappijen is het mogelijk, het resultaat van deze strevingen wetenschappelijk te bepalen. De oorsprong van de tegenstrijdige strevingen is echter gelegen in het onderscheid in de toestand en de levensomstandigheden van de klassen, waarin elke maatschappij uiteenvalt. “De geschiedenis van elke tot nog toe bestaande maatschappij”, schrijft Marx in 'Het Communistisch Manifest' (met uitzondering van de geschiedenis van de oergemeenschappen, voegt Engels daar later aan toe),”is een geschiedenis van klassenstrijd. Vrije en slaaf, patriciër en plebejer, baron en lijfeigene, gildemeester en gezel, kortom onderdrukkers en onderdrukten stonden in voortdurende tegenstelling tot elkaar, voerden een onafgebroken, nu eens bedekte, dan weer openlijke strijd die telkenmale eindigde met een revolutionaire omvorming van de gehele maatschappij of met de gemeenschappelijke ondergang der strijdende klassen ...De moderne maatschappij, uit de ondergang der feodale maatschappij voortgekomen, heeft de klassentegenstellingen niet opgeheven. Zij heeft slechts nieuwe klassen, nieuwe voorwaarden van onderdrukking, nieuwe vormen van strijd in plaats van de oude gesteld. Maar ons tijdperk, het tijdperk van de bourgeoisie, kenmerkt zich hierdoor dat het de klassentegenstellinggen heeft vereenvoudigd. Meer en meer splitst zich de gehele maatschappij in twee grote vijandelijke kampen, in twee grote rechtstreeks tegenover elkaar staande klassen, bourgeoisie en proletariaat.”(...)Het volgende citaat uit 'Het Communistisch Manifest' van Marx zal ons laten zien, welke eisen Marx aan de maatschappijwetenschap stelde met betrekking tot een objectieve analyse van de positie van elke klasse in de moderne maatschappij, in verband met de analyse van de ontwikkelingsvoorwaarden van elke klasse:Van alle klassen, die heden ten dage tegenover de bourgeoisie staan, is slechts het proletariaat een werkelijk revolutionaire klasse. De overige klassen raken in verval en gaan ten onder met de grootindustrie, het proletariaat is er het hoogsteigen product van. De middenstand, de kleine industrieel, de kleine koopman, de handwerksman, de boer, zij allen strijden tegen de bourgeoisie om hun bestaan als middenstand voor ondergang te behoeden. Zij zijn dus niet revolutionair, maar conservatief. Erger nog, zij zijn reactionair, zij trachten het rad van de geschiedenis terug te draaien. Zijn ze revolutionair, dan zijn ze het met het oog op de hun wachtende overgang naar het proletariaat; dan verdedigen zij niet hun tegenwoordige, maar hun toekomstige belangen, en verlaten zij hun eigen standpunt om zich op dat van het proletariaat te stellen.3

Hoe wordt door het marxisme à la PVDA “de arbeidersklasse” of het proletariaat beschouwt?
2. De werkende bevolking draagt de toekomst in zich. ...(lees een groter stuk HIER in het bijlage-artikel).....
Arbeiderspartij worden betekent in de eerste plaats dat die mensen zich thuis voelen in de partij. (Zie hoofdstuk 4.)
... Daarom draagt ze de toekomst in zich.4

Door de werkers voor te houden “De arbeiderklasse draag de toekomst in zich”, moet duidelijk worden gemaakt (op “marxistische” wijze?) “dat de werkmensen zich thuis zullen voelen in de PVDA”.
Met de historisch materialistische analyse van Karl Marx zèlf, wordt de rol van de klassenstrijd uitgelegd die moet leiden naar het opnemen van de revolutionaire rol van de arbeidersklasse (arbeidersklasse als doodgraver van het kapitalisme, “opgewekt” door het kapitalisme zelf) wier objectieve klassebelangen inhoudt de vernietiging van het kapitalisme.

7. Historische strekking van de kapitalistische accumulatie
Waarop komt de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal, dat wil zeggen de historische oorsprong van het kapitaal, neer? Voor zover de accumulatie niet de directe verandering van slaven en lijfeigenen in loonarbeiders, dus een zuivere vormverandering is, betekent zij slechts de onteigening van de rechtstreekse producent, dat wil zeggen de opheffing van het op eigen arbeid berustende particuliere eigendom.
Het particuliere bezit, als tegenstelling tot maatschappelijk, collectief bezit, bestaat slechts daar, waar de arbeidsmiddelen en de uiterlijke voorwaarden van de arbeid aan particulieren toebehoren. Naar gelang echter deze particulieren arbeiders of niet-arbeiders zijn, heeft ook het particuliere bezit een ander karakter. Het oneindig aantal schakeringen, die zich op het eerste gezicht aan ons voordoen, weerspiegelt slechts de overgangssituaties tussen deze beide uitersten.Het particuliere bezit van de arbeider van zijn productiemiddelen vormt de basis van het kleinbedrijf en het kleinbedrijf is een noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van de maatschappelijke productie en voor de ontplooiing van de vrije persoonlijkheid van de arbeider zelf. Zeker bestaat deze productiewijze ook binnen het kader van de slavernij, lijfeigenschap en andere verhoudingen van afhankelijkheid, maar zij komt slechts tot bloei, ontvouwt alleen maar haar totale energie, verovert pas de bij haar passende klassieke vorm, indien de arbeiders de particuliere bezitters zijn van de door hen zelf gehandhaafde arbeidsvoorwaarden, wanneer de boer de eigenaar is van de akker die hij bewerkt en de ambachtsman de eigenaar is van het instrument dat hij als een virtuoos bespeelt.
Deze productiewijze veronderstelt versnippering van de grond en van de andere productiemiddelen. Zoals de concentratie van de productiemiddelen, sluit zij ook de coöperatie, de arbeidsverdeling binnen hetzelfde productieproces, de maatschappelijke beheersing en regeling van de natuur en de vrije ontwikkeling van de maatschappelijke productiekrachten uit. Zij is slechts verenigbaar met de nauwe, van nature gegeven grenzen van de productie en van de gemeenschap. Haar te willen vereeuwigen komt, zoals Pecqueur terecht zegt, neer op ‘het voorschrijven van de algemene middelmatigheid’. In een bepaalde fase van de ontwikkeling brengt deze productiewijze zelf de materiële middelen voor haar eigen vernietiging voort. Vanaf dit moment komen krachten en hartstochten in de schoot der gemeenschap in beweging, die zich door haar geketend voelen. Zij moet vernietigd worden en zij wordt vernietigd. Haar vernietiging, de omzetting van individuele en versnipperde productiemiddelen in maatschappelijk geconcentreerde productiemiddelen, dus van het dwergachtige bezit van velen in het reusachtige bezit van weinigen, dus de onteigening van de grote volksmassa van hun grond, van hun bestaansmiddelen en hun arbeidsinstrumenten, deze vreselijke en moeilijke onteigening van de volksmassa vormt de voorgeschiedenis van het kapitaal. Deze onteigening omvat een reeks gewelddadige methoden, waarvan wij slechts de meest belangrijke als methoden der oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal de revue lieten passeren. Deze onteigening van de directe producenten wordt met een niets ontziend vandalisme en onder druk van de schandelijkste, smerigste, kleinste en gemeenste hartstochten voltooid. Het door eigen arbeid verworven, om zo te zeggen op vergroeiing van de afzonderlijke, onafhankelijke arbeider met zijn arbeidsvoorwaarden gebaseerd persoonlijk eigendom, wordt verdrongen door het kapitalistische persoonlijke eigendom, dat berust op uitbuiting van vreemde, maar formeel vrije arbeid.Zodra dit omwentelingsproces de oude maatschappij naar diepte en omvang voldoende heeft ontwricht, zodra de arbeider proletariër is geworden en zijn arbeidsvoorwaarden zijn omgezet in kapitaal, zodra de kapitalistische productiewijze op eigen benen staat, krijgt de verdere vermaatschappelijking van de arbeid en de verdere omzetting van de grond en van de andere productiemiddelen in maatschappelijk uitgebuite, dus gemeenschappelijke productiemiddelen en derhalve de verdere onteigening van de particuliere bezitters een nieuwe vorm. Wat nu nog moet worden onteigend is niet meer de arbeider die voor zichzelf werkt, maar de kapitalist die vele arbeiders uitbuit.Deze onteigening voltrekt zich door het spel van de immanente wetten van de kapitalistische productie zelf, door de centralisatie van de kapitalen. Een enkele kapitalist vernietigt vele andere kapitalisten. Tegelijk met deze centralisatie of onteigening van vele kapitalisten door enkele kapitalisten komt de coöperatieve vorm van het arbeidsproces op steeds grotere schaal tot ontwikkeling, de bewust technische toepassing van de wetenschap, de systematische bebouwing van de grond, de verandering van de arbeidsmiddelen in arbeidsmiddelen die alleen gemeenschappelijk kunnen worden gebruikt, de besparing op alle productiemiddelen door hun gebruik als productiemiddelen van gecombineerde, maatschappelijke arbeid, het verstrikt raken van alle volkeren in het net van de wereldmarkt en daarmee het internationale karakter van het kapitalistische regime. Met het gestadig afnemend aantal kapitaalmagnaten, dat zich alle voordelen van dit omwentelingsproces toe-eigent en deze monopoliseert, neemt de omvang van de ellende, de druk, de knechting, de ontaarding, de uitbuiting, maar ook de woede van de steeds groeiende en door het mechanisme van het kapitalistische proces zelf geschoolde, verenigde en georganiseerde arbeidersklasse toe. Het kapitaalmonopolie wordt een kluister van de productiewijze, die door en mét haar tot bloei is gekomen. De centralisatie van de productiemiddelen en de vermaatschappelijking van de arbeid bereiken een punt, waarop zij onverenigbaar worden met hun kapitalistisch omhulsel. Dit omhulsel wordt verbrijzeld. Het laatste uur van het kapitalistische privaatbezit heeft geslagen. De onteigenaars worden onteigend.
De uit de kapitalistische productiewijze voortvloeiende kapitalistische methode van toe-eigening, dus het kapitalistische particuliere bezit, is de eerste negatie van het individuele, op eigen arbeid gebaseerde persoonlijke eigendom. Maar de kapitalistische productie brengt met de onontkoombaarheid van een natuurproces haar eigen negatie voort. Het is de negatie van de negatie. Deze herstelt niet weer het particuliere eigendom, maar wel het individuele eigendom op basis van de verworvenheden van het kapitalistische tijdperk: de coöperatie en het gemeenschappelijk bezit van de grond en van de door de arbeid zelf geproduceerde productiemiddelen.
De verandering van het op eigen arbeid der individuen berustende, versnipperde persoonlijke eigendom in kapitalistische eigendom is natuurlijk een proces, dat veel langduriger, harder en moeilijker is dan de verandering van het in feite reeds op maatschappelijke productie gebaseerde kapitalistische eigendom in maatschappelijke eigendom. In het eerste geval ging het om de onteigening van de volksmassa door enkele usurpatoren, in het tweede geval gaat het om de onteigening van enkele usurpatoren door de volksmassa.56

Ofwel in het Communistisch Manifest (zoals het in bovenstaande text als voetnoot door Marx werd toegevoegd):

De vooruitgang van de industrie, waarvan de bourgeoisie de willoze en weerloze draagster is, brengt in plaats van de isolering van de arbeiders door de concurrentie hun revolutionaire vereniging door de associatie. Met de ontwikkeling van de grootindustrie wordt dus de basis, waarop de bourgeoisie produceert en zich de producten toe-eigent, onder haar voeten weggetrokken. Vóór alles produceert zij dus haar eigen doodgravers. Haar ondergang en de overwinning van het proletariaat zijn dus even onvermijdelijk... Van alle klassen, die vandaag tegenover de bourgeoisie staan, is alleen het proletariaat een werkelijk revolutionaire klasse. De overige klassen teren weg en gaan met de grootindustrie ten onder, het proletariaat is haar meest kenmerkende product... De middenstanden, de kleine industrieel, de kleine koopman, de handwerksman, de boer — zij allen bestrijden de bourgeoisie om hun bestaan als middenstand te vrijwaren voor ondergang... zij zijn reactionair, zij trachten het rad van de geschiedenis terug te draaien.’7

Het “marxisme”à la PVDA” over “het socialisme à la PVDA”
3. Een samenleving zonder uitbuiting (...)
Wij willen het sociale bezit van de grote productiemiddelen. Dat betekent dat de grote bedrijven, landerijen, agrobusiness, communicatie- en transportmiddelen in gemeenschappelijk bezit worden gebracht.Wij willen een geplande economie in dienst van de gemeenschap en van de mens en in evenwicht met de natuur. Het sociale bezit van de grote productiemiddelen verenigt de verschillende bedrijven voor een gezamenlijk doel. Het heft de anarchie in de productie op. Een planmatige verdeling van de productiemiddelen en arbeidskrachten wordt mogelijk. De planning komt tot stand door de actieve, participatieve inspraak van de hele werkende bevolking. Ze betreft de essentiële kwesties en laat zoveel mogelijk decentralisatie, autonomie en persoonlijk
initiatief en creativiteit toe. 8

Dit zijn algemene intenties, algemene principes die men laat volgen uit zeer algemene bepalingen van wat met zegt “marxisme” te zijn.
Deze algemene intenties kunnen en mogen een concreet fundamenteel programma en strategie niet vervangen.
Hoe gaat met in België door op één of andere manier (via meerderheid in parlement?) het socialisme en socialistische planeconomie invoeren. Kan door het “sociale bezit” in te voeren in de “agrobusiness” en de “landerijen” in een socialistische planeconomie genoeg voeding produceren voor de bevolking. De voedselproductie wordt beheerst door multinationals die grensoverschrijdend de grondstof productie en -stromen controleren. De “agrobusiness” in België zijn maar vestigingen van multinationals. Vergelijkbaar kan men de “energie-sector” bekijken, waar de verschillende energie-netwerken van België gewoon een onderdeel zijn van grensoverschrijdende Europese netwerken. De verschillende energie-monopolies “leveren” aan dit netwerk ook op een grensoverschrijdende wijze.
Door in België op één of andere manier (hierover is de PVDA onduidelijk) “het sociale bezit” in te voeren van de grote productiemiddelen, kan dit “socialisme” relatief makkelijk geboycott worden door de buitenlandse delen van “de productiemiddelen” in België. (wat betreft af en aanvoer van grondstoffen, tussenproducten e.d.). Het socialisme à la PVDA, zal makkelijk uitgehongerd en drooggelegd worden..... zeker als er geen revolutionair geweld aan te pas mag komen!

Het marxisme à la PVDA over “de” staat in het algemeen, over “democratie” en over “de socialistische staat”
3.2. Staatkundig-politiekAls de vrijheid van ondernemen botst met de vrijheid van leven, welke vrijheid moeten we dan beperken?” Dat stond in het tijdschrift The Lancet naar aanleiding van de woekerprijzen van grote bedrijven voor geneesmiddelen tegen kanker. Het hele bestel is opgebouwd om “de vrijheid van de maximale winst” te beschermen. (....) De werkende klasse kan wel gaan stemmen maar heeft toch niets wezenlijks te zeggen over het werk in de bedrijven, over het leven in de wijken, over de organisatie van het onderwijs, over de zorg voor de ouderen, over de gezondheidszorg.
De staat houdt het leven van iedereen in het oog. (....) En die staat houdt juridische en politionele krachten achter de hand om zonodig opstandige bewegingen te onderdrukken en neer te slaan.
Er is een heel andere, veel rijkere, visie op het begrip democratie. Een visie die ook een andere staat veronderstelt. Democratie betekent toch: deelname van het volk, het volk aan de macht? Dat betekent dat de werkende mensen inspraak hebben over de essentiële zaken in de organisatie van de maatschappij. Op alle niveaus: de wijk, het bedrijf, de provincie en het land.Dat betekent ook inspraak in de planning van de economie, in de organisatie van het onderwijs, van de wetenschap en de techniek.
Dat betekent ook dat er een nieuw gerechtelijk apparaat en een nieuwe ordehandhaving komen die democratisch zijn. Dat de verkozenen aan een gewoon loon werken, verantwoording moeten afleggen en afzetbaar zijn. En het betekent ook dat de socialistische staat het recht heeft zich te verdedigen tegen agressie en ondermijning. Kortom, het betekent dat de politieke macht wordt uitgeoefend door de werkende mensen. Wij spreken van een socialistische, participatieve democratie en van een socialistische staat.9

Dit heeft net zo min iets met marxisme te maken als wat Kautsky en Vandervelde schreven over de staat (onder het kapitalisme) en over de socialistische staat. Lenin (Volgens de PVDA legde o.a Lenin de basis van het marxisme, dat de PVDA zegt aan te hangen....) schreef over hun “marxisme” (en wat zonder tegenspraak volgens mij ook “het marxisme à la PVDA” typeert):

Beiden verminken grondig zowel Marx 'leer over de staat, als zijn leer over de dictatuur van het proletariaat; Vandervelde houdt zich meer bezig met het eerste onderwerp, Kautsky meer met het tweede. Beide verdoezelen het zeer nauwe en onlosmakelijke verband dat bestaat tussen de twee onderwerpen. Beide zijn revolutionairen en marxisten in woorden, maar afvalligen in de praktijk, die alles in het werk stellen zich te distantiëren van de revolutie. Bij geen van hen is ook maar iets te vinden van wat de werken van Marx en Engels doordrongen is, en die het echte socialisme onderscheidt van de burgerlijke karikatuur ervan, namelijk, de opheldering van de taken van de revolutie in tegenstelling tot die van de hervorming, het verhelderen van de revolutionaire tactiek in tegenstelling tot de reformistische tactiek, het verhelderen van de rol van het proletariaat in de afschaffing van het systeem, de orde of de regeling van loon-slavernij in tegenstelling tot de rol van het proletariaat van de "Grote" Mogendheden, dat van de bourgeoisie een deeltje van haar imperialistische superwinsten en extrabuit toegestopt krijgt (...)De Kautsky's en Vanderveldes zeggen niets over het feit dat de overgangsfase tussen de staat als een orgaan van de heerschappij van de kapitalistische klasse en de staat als een orgaan van de heerschappij van het proletariaat juist de revolutie is, en die bestaat in het omverwerpen van de bourgeoisie en in het breken, stukslaan van het staatsapparaat van de burgerij.Kautsky en Vanderveldes verhullen dat de dictatuur van de bourgeoisie moet worden vervangen door de dictatuur van een klasse, het proletariaat, en dat de "overgangsfasen" van de revolutie zal worden gevolgd door de "overgangsfasen" van het geleidelijk afsterven van de proletarische staat.
Daarin ligt hun politieke afvalligheid.
Daarin, theoretisch, filosofisch, ligt hun vervanging van door eclecticisme en drogredenen van de dialectiek. De dialectiek is concreet en revolutionair; zij maakt onderscheid tussen de "overgang" van de dictatuur van de ene klasse naar de dictatuur van een ander en "overgang" van de democratische proletarische staat naar de niet-staat ("het afsterven van de staat '). Om de bourgeoisie te behagen, vervagen het eclecticisme en drogredenen van Kautsky en Vanderveldes al wat concreet en nauwkeurig is in de klassenstrijd, door het binnensmokkelen van het algemene begrip van de "overgang", waarachter men het verloochenen van de revolutie kan verbergen (en waarachter negen tienden van de officiële sociaal-democraten van onze tijd deze verloochening verbergen)!”10

Uit de formuleringen in het voordien aangehaalde document van het 8e congres in 2008 blijkt geen “revolutie”, maar eerder een langdurig evolutionair proces dat “uiteindelijk” zal uitmonden in “socialisme”.
Het is de opvatting van de PVDA van het 8ste congres over “dialectisch materialisme” die leidt naar historisch idealisme eerder dan historisch materialisme. De “analyse” gaat uit van een maatschappijbeeld en een verloop van de geschiedenis zoals dat in hun hoofd zit (de idee, daarom idealisme en géén materialisme) of zoals zij willen dat het beeld in de hoofden bij de massa's is. Dit is een door burgerlijke ideologie geleidde misleiding en bedrog.

De rol van de klassenstrijd, de rol van de strategie ontwikkeld door de communistische partij, het socialisme volgens “het marxisme à la PVDA”
.... (lees HIER een groter stuk tekst)
Onze partij zal in de komende jaren vooral actief zijn op vijf terreinen: sociale vooruitgang, democratische rechten, internationale solidariteit, vrede en bescherming van het milieu. Op geen van deze terreinen zijn de verworvenheden duurzaam zolang de kapitalistische monopolies de macht hebben. Maar de verschillende terreinen waarop mensen in beweging zijn, zullen uiteindelijk samenvloeien in een grotere beweging voor maatschappelijke verandering.
....Onze partij echter zoekt naar ordewoorden voor de beweging die het bewustzijn optrekken. Ze stelt organisatievormen voor die de slagkracht vergroten, en lanceert actievoorstellen die zoveel mogelijk mensen bij de beweging betrekken.Want de wereld van morgen, het socialisme, komt niet uit de lucht gevallen. .... We spreken dan van een maatschappelijke omwenteling, van een socialistische revolutie.
We zijn vandaag in Europa nog ver van die situatie verwijderd. ....
De tijd is rijp in grote crisissen: ... Niet alleen moet de tijd rijp zijn, de werkende klasse moet ook voorbereid zijn. .... En ze moet voldoende bewust zijn. Om zo een overgang naar het socialisme te kunnen realiseren. De rijpheid van de werkende klasse en de kracht van de massa-actie hangen voor een groot deel af van de capaciteiten van de voortrekkers, met name van die van de communistische partij. ... 11

De praktijk van deze “marxistische analyse à la PVDA” over de opvatting van klassenstrijd en “het gebruik ervan”:
Naar aanleiding van het verkiezings-programmapunt “verlaging van btw op energie tot 6%” van zowel Vlaams Belang als PVDA schreef ik een artikel “Populisme: een taktiek van zowel reformisten als fascisten” Ik stuurde dit per mail naar door mij gekende partij-kaders. Van één – ik zal hem hier even “Pol” noemen, het gaat om een door mij goed gekende partij-militant van het eerste uur - kreeg ik volgend antwoord:

Dag Nico,
Een korte reactie.Ik heb je tekst gelezen. Uw samenvatting van het echte energiestandpunt van het VB vindt ik zeer interessant.De eis van btw naar 6 % heeft inderdaad als doelstelling de lanceerders ervan "populair" te maken. Maar meer dan dat.De eis van btw naar 6 % heeft  waarde op zich, zeker als men waakt over de financiering: de monopolies (in dit geval van Electrabel) hiervoor doen betalen.- hij is zeer gemakkelijk verstaanbaar, ondersteunbaar.- hij biedt een (eerste en inderdaad beperkte oplossing) aan het koopkracht probleem en de toenemende armoede (de laagste inkomens gebruiken in verhouding tot hun inkomen meer energie.
- biedt de mogelijkheid om daarvoor een concreet breed front te vormen en die zaak te WINNEN.
Want als de werkmensen en ook wij als kommunisten, als PVDA één zaak nodig hebben, dan is het een overwinning, die moed geeft.
De moed, dat men het fatalisme van de VRIJE MARKT NIET MOET AANVAARDEN.Dan kan het niet akkoord zijn met het "neo-liberaal beleid van Europa" , dat meer en meer veld wint omgezet wordt in collectief verzet ertegen (want daar zit mi een groot probleem)*
Verder, natuurlijk om zoiets te winnen is een eenheidsfront nodig, met de vakbonden en met allerlei reformisten.Is dat gevaarlijk? Jazeker, er is het gevaar dat men afzakt tot op het niveau van dat front. Daar zijn verschillende histrorische voorbeelden van. Besluiten, dat men dat dan beter niet zo doen en zich niet voor konkrete (reformistische) eisen zou moeten engageren is kiezen voor isolement en marginaliteit.Want de kommunisten hun ideen over het socialisme, over de onteigening van het grootkapitaal ooit willen laten volgen, of beter samen met brede lagen van de bevolking de strijd hierrond aangaan zullen ze moeten uitgroeien tot een massapartij en uit de marginaliteit treden.Daarom zijn zeer toegankelijke strijdpunten absoluut noodzakelijk.Dat gaat helpen om stemmen te winnen in de verkiezingen, oh ja. Daar is zelfs geen schande aan. Dat is gewoon nodig (minstens vanuit het oogpunt van duizenden sympathisanten en vrienden van de Partij). Als het alleen meer stemmen zou zijn en niet gericht zou zijn om de PVDA organisatorisch in te planten, dan is er wel een probleem, maar ge kunt zelf zien aan het stijgend ledenaantal daaraan gewerkt wordt (en waarschijnlijk nog altijd onvoldoende).Ik wil dit dus zeker geen populisme noemen ( Je kent de wetenschappelijke betekenis van het woord).Wel het formuleren van een juiste, populaire eis. En dat was echt nodig.Ik hoop dat we elkaar bij de verdediging ervan zeker kunnen vinden.mvg,
P.....

Dus de rol van de klassenstrijd en de arbeidersklasse bestaat eruit dat ze een bepaalde zeer beperkte hervorming zich als onderwerp en doel van de klassestrijd maakt?.....Een tot waar mag die klassenstrijd dan gaan: algemene staking, of “vrijdagstakingen”, of een “(energie)sector-staking al dan niet verbonden met betogingen of andere protestactie van “energie-gebruikers” (of “weigeren tot betaling” of zo)? .... Maar zeker geen vorm van “geweld” (ook niet als verdediging tegen het burgerlijk staatsgeweld?) want dat is “extremisme dat de PVDA afwijst12”.
En wat is”winnen” in de ogen van deze PVDA-militant? Een staking voor 6% btw .....totdat (=“tot de finish”?) die dan tot 6% verlaagd zal zijn?
Uit de bovenstaande reactie van de PVDA-militant blijkt een enorm gemis aan historisch materialistisch inzicht van hoe klassenstrijd zich ontwikkeld, en hoe het proletariaat (en haar communistische partij) bepaalde behaalde resultaten al dan niet als “overwinningen” kan beschouwen.
En eigenlijk blijkt dat de militant “Pol” - zoals veel, zeg maar ALLE “oude” militanten die nu nog IN de PVDA zitten - geen kennis (meer) heeft van de analyses, ooit goedgekeurd door een meerderheid van afgevaardigden op voorgaande congressen – hier specifiek het 5de congres in 1995)
Want, ofwel is het marxisme dat op het vijfde congres in 1995 is toegepast (en dat Lenin toepast in het onderstaand aangehaalde citaat) dan géén marxisme..... ofwel is het marxisme van het 8e congres in 2008 en dat de partij-militant “Pol” hierboven toepast, géén marxisme? ....Nu wordt het boek “Partij Van De Revolutie” (het boek dat de congresdokumenten van het 5de congres van 1995 bevat), nog steeds “aanbevolen” door de PVDA van nà het 8e congres. Het is zelfs speciaal herdrukt en te koop aangeboden!.....Maar blijkbaar wordt het niet echt bestudeerd, gezien de inhoud van de reactie van “Pol” (hierboven) op mijn artikel. (in feite moet men het citaat van Lenin beschouwen als, standpunt ingenomen door de PVDA, een citaat kan iets illustreren maar kan niet de vooraf ingenomen standpunt “bewijzen”)

Hoofdstuk 3. Vier assen om de Partij te rectificeren
1. De verantwoordelijkheidszin van de kaders verhogen1.1.De verandwoordelijkheid van de hoogste kaders

Waaruit bestaat de verantwoordelijkheid van de hoogste kaders?
Het is fundamenteel dat men een vastberaden klassepositie verwerft, dat men de weg van de socialistische revolutie verdedigt en het burgerlijk reformisme bekampt.
Lenin zegt: "Het proletariaat strijdt en zal verder blijven strijden om de vroegere macht te vernietigen. Heel zijn propaganda, zijn agitatie, zijn organisatie en zijn mobilisatiemachine zijn daarop gericht. Als het er niet in slaagt de macht volledig te vernietigen, zal het op zijn minst een gedeeltelijke vernietiging beogen, maar het zal dergelijke partiële actie nooit positief voorstellen om de steun van het volk te vragen. Men steunt effectief een daadwerkelijke strijd van hen die het maximum proberen te bereiken (en die in geval van mislukking het minimum bereiken). Maar men steunt geen opportunisten die al op de doelstellingen afknibbelen, nog voor de strijd is begonnen.13” “De revolutionaire klassenstrijd is de echte motor van de geschiedenis. De hervormingen zijn een nevenresultaat van de strijd en drukken slechts mislukte pogingen uit om deze strijd te verzwakken, minder scherp te maken. (...) De eerste doctrine is materialistisch, de tweede idealistisch. De eerste is revolutionair, de tweede reformistisch. De eerste vormt de basis voor de tactiek van het proletariaat in de kapitalistische landen, de tweede voor de tactiek van de burgerij. (...) Uit de eerste visie volgt de revolutionaire, autonome tactiek van de voorhoedeklasse. In geen enkel geval kunnen we onze taken beperken tot steun aan de meest verspreide ordewoorden van de hervormingsgezinde burgerij. We voeren een onafhankelijke politiek en stellen slechts ordewoorden voor die hervormingen nastreven die onbetwistbaar de belangen van de revolutionaire strijd dienen en die onbetwistbaar de onafhankelijkheid, het bewustzijn en de strijdbaarheid van het proletariaat verhogen. Alleen deze tactiek laat ons toe de hervormingen te neutraliseren die van boven komen, zij zijn altijd dubbelzinnig, altijd schijnheilig en steeds vol valstrikken van burgerij en politie. (...) In de praktijk is het juist door deze revolutionaire, onafhankelijke, massale en verbeten klassenstrijd dat hervormingen worden afgedwongen. (...) Door onze ordewoorden te vermengen met deze van de hervormingsgezinde burgerij, verzwakken we de revolutionaire zaak, en bijgevolg ook die van de hervormingen, want we verminderen zo de onafhankelijkheid, de onverzettelijkheid en de kracht van de revolutionaire krachten.14
(…)Vanuit het standpunt van het proletariaat is de socialistische revolutie een objectieve noodzaak en duwt heel de historische evolutie in die richting.Vanuit het standpunt van de burgerij is de socialistische revolutie een schadelijke, zelfs misdadige utopie.(…)
Zijn taken op een laag niveau vastleggen betekent: aanvaarden dat de hoge taken van de revolutie niet worden gerealiseerd, zich op voorhand reeds instellen op de mislukking van de revolutionaire strijd en zich neerleggen bij het behoud van het kapitalisme. Wie de klassenstrijd met dergelijke ideologie "leidt", zal de arbeidersklasse altijd naar de capitulatie en de nederlaag leiden.
De opportunisten geloven niet dat de hoogste taken van de revolutie "realiseerbaar" zijn. Zij spreken erover voor de vorm, maar de revolutie is niet in hun concrete handelingen aanwezig. Volgens hen zal het niet mogelijk zijn de hoogste taken te verwezenlijken, men moet zich houden aan wat vandaag mogelijk is. En wat mogelijk is, is wat reeds gebeurt, hetgeen waarvoor de arbeiders nu vechten. De huidige strijd, de huidige beweging, het huidige werk is alles; het uiteindelijke doel, de socialistische revolutie, is niets, is niet te verwezenlijken, bepaalt noch oriënteert het huidige werk.15

In de uitleg die Lenin geeft over Marx, Engels en het marxisme geeft blijkt een totaal andere visie op propaganda bij momenten van klassenstrijd dan “Pol” in zijn reactie aangeeft:
Op elke trap van ontwikkeling, op elk moment moet de tactiek van het proletariaat rekening houden met deze objectief onvermijdelijke dialectiek van de menselijke geschiedenis, doordat ze aan de ene kant van de tijdperken van politieke stagnatie of van zich in slakkegang voortbewegende zogenaamde 'vreedzame' ontwikkeling gebruik maakt om het bewustzijn, de kracht en de strijdvaardigheid van de vooraanstaande klasse te ontwikkelen, en doordat ze aan de andere kant heel deze activiteit richt op het 'einddoel' van de beweging der desbetreffende klasse en haar erop instelt, deze klasse in staat te stellen de grote taken in de grote dagen 'waarin twintig jaar zijn samengevat' praktisch op te lossen.16

Propaganda, discussie en mobilisatie voor revolutie wordt vervangen door (verkiezings-)propaganda en (verkiezings-)mobilisatie voor hervormingen
Nu zij die zich “trotskisten” noemen (de SAP in Vlaanderen en de LSP in Wallonië) de PVDA (of toch de PVDA+.....) bejubelen en op de verkiezingslijsten mogen en willen komen van de PVDA (+)/PTB(+) - “Pol” sprak van “Eenheidsfront met allerlei reformisten”...- is het misschien wel eens leuk om volgens citaat te lezen van Lenin, waarin hij stelling neemt tegenover politieke stellingnames zoals de PVDA tegenwoordig inneemt (stellingnames, die de PVDA als “marxistisch” zijnde verslijt ..... en die Lenin als “kleinburgerlijk-trotskistisch” verslijt):

De kleinburger neemt genoegen met de onbetwistbare, onaanvechtbare en nietszeggende waarheid, dat men niet van te voren kan weten of er een revolutie zal komen of niet. De marxist neemt daarmee geen genoegen en zegt: onze propaganda en de propaganda van alle sociaal-democratische arbeiders is een van de factoren, die bepalen of er revolutie zal komen of niet. Honderdduizenden deelnemers aan politieke stakingen, de meest bewuste elementen van de verschillende legereenheden vragen ons, onze partij, welke weg ze moeten inslaan, uit naam waarvan ze moeten opstaan, waarheen zij moeten streven, of de beginnende opleving voortgestuwd moet worden naar de revolutie of dat ze gericht moet worden op de strijd voor hervormingen.De revolutionaire sociaal-democratie heeft het antwoord op deze vragen gegeven, die vrij wat interessanter en belangrijker zijn dan het kleinburgerlijk-trotskistisch “neuspeuteren”: zal er revolutie komen of niet, wie kan het weten?Ons antwoord is het volgende: kritiek op de utopische aard van constitutionele hervormingen, opklaring over het uitzichtloze van verwachtingen, die men daarvan koestert, het op alle mogelijke manieren en zo sterk mogelijk bevorderen van de revolutionaire opleving en het daartoe gebruik maken van de verkiezingscampagnes. Of er revolutie kot of niet hangt niet alleen van ons af. Wij zullen echter het onze doen en dat zal nooit meer ongedaan gemaakt kunnen worden. Dit zal ertoe bijdragen, dat het zaad van het democratisme en van de proletarische zelfstandigheid diep in de massa's wordt gestrooid, en dit zaad zal absoluut opkomen,of het nu morgen in de democratische of overmorgen in de socialistische revolutie is.Diegenen daarentegen, die de massa's hun smakeloze, intellectuele boendistisch-trotskistische scepsis prediken: 'of er revolutie zal komen of niet, is niet bekend, op de “dagorde” staan hervormingen' - deze lieden demoraliseren vandaag al de massa's en prediken de massa's liberale utopieën.17

In plaats van “Kautsky” kan men een gemiddelde kader van de PVDA/PTB denken in het citaat van Lenin waarin hij fulmineert tegen het pseudo-marxisme:

Kautsky redeneert als een typische kleinburgerlijke filister of als een achterlijke boer: is ‘algemeen Europese revolutie’ uitgebroken of niet? Is ze uitgebroken, dan is ook hij bereid revolutionair te worden! Maar dan, in het voorbijgaan gezegd, zal alle mogelijke gespuis, evenals de schoften, die zich zo nu en dan aan de zegevierende bolsjewieken willen opdringen, zich revolutionair gaan verklaren!Is de revolutie evenwel nog niet uitgebroken, dan draait Kautsky haar de rug toe! Bij Kautsky is geen schijn of schaduw van een begrijpen van de waarheid, dat een revolutionaire marxist zich juist van de filisters en de kleinburgers hierin onderscheidt, dat hij het verstaat, aan de achterlijke massa’s de noodzakelijkheid van de rijpende revolutie te prediken, de onvermijdelijkheid ervan te bewijzen, het voordeel daarvan voor het volk te verklaren en het proletariaat en de gehele arbeidende en uitgebuite massa daarop voor te bereiden.”18

Burgerlijke visie op socialisme en marxisme bepalen partijbeginsel, niet gericht op mobilisatie en organisatie voor revolutie
5. Een eigentijdse communistische partij
De PVDA is geen klassieke of traditionele partij. Wij schrijven ons in in een partijconcept van “het nieuwe type”. Kenmerkend hiervoor zijn ons doel, onze analyse, onze taken en onze werkingsprincipes.
Het doel. De partij verzamelt iedereen die streeft naar een socialistische samenleving. Een maatschappij zonder uitbuiting van de mens door de mens. We organiseren ons om dat historische doel te bereiken.De analyse. De partij stelt ons in staat strategische analyses te maken, gebaseerd op een marxistische wereldvisie, en die creatief toe te passen op de situatie in ons land. ...(lees HIER in bijlage een groter stuk tekst).19

Het is de (burgerlijke) visie op socialisme: “geen revolutie maar langdurige evolutie”.... die uiteindelijk het partijbeginsel bepaald. Daarbij blijven de mooie (geformuleerde) principes die hierboven staan, dode letter doordat men uitgaat van een burgerlijke visie over wat marxisme zou zijn.
Er zijn eerst na 2001 (het 7de congres waar statutair het principe van raadgevend lid is ingevoerd) honderden nieuwe (raadgevende) leden toegetreden. Die realiseerden dan een overgrote “meerderheid” die konden “kiezen” in 2004 voor het programma van hervormingen dat het programma van de PVDA sinds 2004 is geworden (hetgeen dan op het 8ste congres in 2008 dan nog eens bevestigd is) U kunt dit lezen in mijn document “De PVDA: hervorming eerst, niet het socialisme”.
In dit programma dat u op de website van de PVDA hier kunt lezen, is van revolutie en socialisme in feite geen sprake meer.......

Internationalisme”(“Solidariteit” met klassenstrijd ver weg) als alibi voor het ontkennen van de EIGEN anti-imperialistische opdracht
6. Een internationalistische partij
Van toen de marxistische theorie in de arbeidersbeweging opgang maakte, was het internationalisme een wezenlijk element van de beweging. “Arbeiders aller landen, verenig u”, werd het motto ervan. De eenheid van de wereld van de arbeid, tegenover de gemeenschappelijke belangen van de wereld van het kapitaal, kreeg de naam proletarisch internationalisme.Vandaag denkt en handelt de wereld van het kapitaal meer dan ooit internationaal. Ze vecht voor de controle over de wereldmarkten en grondstoffen. Siemens heeft, zonder de onderaannemingen, 426.000 werknemers in dienst in 78 verschillende landen. Nooit hebben zo weinig grote aandeelhouders de controle gehad over de arbeidsvrucht van zoveel werkende mensen uit zoveel verschillende landen.
De arbeidersklasse kan maar slagen als een internationale verenigde kracht. De internationale eenheid van de arbeiders is belangrijker dan de nationale eenheid. Het komt eropaan dat ook praktisch te realiseren. Internationalisme is een houding tegenover de wereld. Wij willen die houding vertalen in de oriëntaties en in de praktische initiatieven van de partij. De partij maakt deel uit van de internationale communistische beweging.20

Lenin ziet als echt “internationalisme” het opnemen van de taak zélf het doorvoeren van de revolutie en het imperialisme in de eigen regio of land bestrijden:

De imperialistische oorlog houdt niet op imperialistisch te zijn, omdat charlatans en fraseurs of kleinburgers en filisters een sentimentele ‘leuze’ verkondigen, maar eerst dan, wanneer de klasse, die de imperialistische oorlog voert en daaraan met talloze economische draden (en ook met kabels) is verbonden, in feite omvergeworpen blijkt te zijn en in haar plaats de werkelijk revolutionaire klasse, het proletariaat, de macht heeft verkregen. Het is op geen andere wijze mogelijk aan de imperialistische oorlog en evenmin aan een imperialistische rovers-vrede te ontkomen.(...)
Het proletariaat strijdt voor het ten val brengen van de imperialistische bourgeoisie door de revolutie; de kleine burgerij strijdt voor de ‘vervolmaking’ van het imperialisme door middel van hervormingen; ze past zich daarbij aan, door er zich aan te onderwerpen. (...)”21

De zelfopgenomen opdracht: de in essentie burgerlijke wereldopvatting en ideologie verkopen als “marxisme” en “socialisme”
7. Uitvoeringsbesluiten
Het Achtste Congres geeft de nieuwe Nationale Raad, en de gehele partij, de opdracht om:
1. In de komende periode een bijzondere aandacht te besteden aan een ruimere verspreiding van onze socialistische maatschappijvisie. (...) ...(lees HIER in bijlage een groter stuk) (...)Het kapitalistische stelsel heeft, in Europa, meer dan 200 jaar – en bijzonder veel geweld – nodig gehad om zich te realiseren. Het socialisme zal ook tijd nodig hebben. Voor de opbouw van een nieuwe samenleving bestaan geen kant en klare recepten. Het is een lang historisch proces, met vallen en opstaan. Met mooie realisaties, maar ook met ernstige fouten.22

Weer geen revoluties maar langdurige evoluties, elke dialectiek is verdwenen..... de burgerlijke kaders van de PVDA zien het als hun opdracht al degenen die het marxisme ontdekken en die het communisme ontdekken als (wellicht – want bestudering zal dit uitwijzen) alternatief voor kapitalisme en de kapitalistische uitbuiting, te recupereren via haar (burgerlijke) “toepassing” van het marxisme en de (voor de burgerij en het voortbestaan van het kapitalisme niet bedreigende) maatschappij vorm, “socialisme”.
Hoewel het lijkt (voor degenen die het marxisme -en de communistische ideologie - nog maar pas ontdekken) alsof ze hier alle antwoorden gaan krijgen voor hun pril revolutionair engagement, is het zo dat het revisionisme dezelfde anticommunistische en antirevolutionaire ideologie propageren, alleen wordt dit gedaan in een marxistisch-klinkende fraseologie. Waar wordt beleden dat men marxist is en dus historisch-materialistisch analyseert blijkt dat er metafysica en idealisme wordt gehanteerd en de gebruikelijke burgerlijke geschiedenis-vervalsing formuleert in marxistisch-klinkende frases.
De revisionisten vervullen hun burgerlijke opdracht: alle revolutionaire energie recupereren, om het voortbestaan van het kapitalisme te beschermen en een “onteigening van de onteigenaars” te voorkomen. Echte revolutionairen moeten worden neergehaald, echte revolutionaire verwezenlijkingen zwartgemaakt. Nu toonde Ludo Martens (tot 1995 EFFECTIEF, maar tot 2008 slechts in naam voorzitter van de PVDA) de overeenkomsten aan, tussen het anticommunisme van de burgerij en het OBJECTIEF anticommunisme van de zichzelf (dus SUBJECTIEF) als communistisch bestempelende revisionisten aan, in de gelijkwaardige “analyse” die beiden maken van Stalin (lees dit in pdf in “Another view on Stalin”- of hier te bestellen in 't Nederlands als “Een andere kijk op Stalin”). Dus als Peter Mertens zich manifest (SUBJECTIEF) “anti-stalinistisch” opstelt.....is hij OBJECTIEF “anti-communist”.
Ik wil ik dit zelfde aantonen wat de “analyse” betreft die van Mao Zedong gemaakt wordt (met als voorbeeld de “Grote Sprong Voorwaarts”) door zowel de fascisten, de burgerlijke geheime diensten, de burgerlijke ideologische apparaten (“geschiedenis”-boeken en media)...alsook door de zich als “echte communisten” voordoende revisionisten. Dit zal ik doen in een volgend artikel.....

Studie en praktijk van het toepassen van het marxisme of van het pseudo-marxisme
Twee gevaren dreigen in de houding tegenover de marxistische theorie.
Inzicht vergt studie. Het marxisme kennen en begrijpen gebeurt niet spontaan. Studie moet grondig gebeuren, en niet oppervlakkig. Het eerste gevaar schuilt in de onderschatting van de studie of van het belang van de theorie. Sommigen hebben de neiging meteen over praktische besluiten te spreken, en de analyse en inhoudelijke discussie over te slaan. Dat is fout. De theorie is belangrijk voor het vastleggen van de principes, van de strategie en van politiek en tactiek. Alleen door een correcte analyse zijn we – in de verschillende omstandigheden – in staat de juiste ordewoorden, de juiste organisatievormen en de juiste actievoorstellen te promoten. Anderen hebben de neiging alleen de theoretische en analytische discussie te voeren, zonder ze om te zetten in een politieke en tactische oriëntatie naar de praktijk. Dat is het tweede gevaar: de loskoppeling van de studie en de praktijk. De studie dient om de praktijk te verbeteren. En de praktijk zal nieuwe problemen stellen, die nieuwe antwoorden vragen. Het marxisme is een levende wetenschap. Ze is voortdurend in beweging. Het is geen verzameling van een aantal formules. Het is geen kookboek: zoveel gram van dit en zoveel gram van dat. Het komt eropaan de theorie in de vingers te hebben en ze creatief weten toe te passen in de actuele situatie. Zo wordt een theorie ook rijker en veelzijdiger. Dat geldt voor elke wetenschappelijke discipline: de praktijk, met heel veel trial-and-errors, doet haar vooruitgaan. Wie dat vergeet, vervalt in verstarring en dogmatisme.23

Maar als “studie” inhoud een soort “bijbelstudie” is, waarbij men een encyclopedische kennis opbouwt van de werken van Marx, Engels en Lenin enzo voor iedere politiek statement of analyse van een bepaalde situatie men een overeenkomstig CITAAT weet aan te halen, het uit zijn context rukt, om dan de op voorhand ingenomen standpunten te bewijzen”. Dit is dogmatism, géén toepassing van marxisme.
En dan “de studie dient om de praktijk te verbeteren”. Welke “praktijk”? Het opstellen van een stemmenwinnend verkiezingsprogramma of een concrete analyse om ingeplant in de arbeidersklasse en deelnemend aan haar klassenstrijd de juiste discussies te kunnen voeren om het bewustzijn van de mede-arbeiders te verhogen en hun organisatiekracht te versterken in de richting van het opnemen van haar historische taak, het revolutionair omverwerpen van het kapitalisme en de communistische maatschappij te vestigen?
In feite bestaat er één groot gevaar in het correct toepassen van het marxisme(en de bewuste keuzen hierbij :het vertrekken van een echt proletarisch klassestandpunt.....of niet): het revisionisme (=het formuleren van een burgerlijke lijn in marxistisch-klinkende frases: bewust gebruik makend van opportunistische opvattingen (bv dogmatisme) over het toepassen van het marxisme) Lenin, één van de grondleggers van het marxisme analyseerde, weerlegde en waarschuwde voor een concreet geval van revisionisme in zijn tijd: het kautskyanisme (genoemd naar haar ideoloog Karl Kautsky):

Kautsky, de grootste autoriteit van de IIde Internationale, is er op de meest typerende en duidelijke wijze het voorbeeld van, hoe het met de lippen belijden van het marxisme in werkelijkheid heeft geleid tot zijn transformatie in ‘stroewisme’ of ‘brentanisme’ (d.w.z. in een burgerlijke liberale leer, die een niet-revolutionaire ‘klassen-strijd van het proletariaat aanvaardt, hetgeen de Russische schrijver Stroeve en de Duitse economist Brentano bijzonder duidelijk tot uitdrukking heeft gebracht. Wij zien dit ook aan het voorbeeld van Plechanov. Met behulp van klaarblijkelijke sofismen snijdt men uit het marxisme zijn levende, revolutionaire geest, men aanvaardt alles in het marxisme, behalve zijn revolutionaire strijdmiddelen, de propaganda en voorbereiding daarvan, de opvoeding van de massa’s juist in deze richting.(...)De arbeidersklasse kan zijn revolutionair werelddoel niet verwezenlijken, zonder meedogenloos strijd te voeren tegen dit renegatendom, tegen deze karakterloosheid, tegen deze kruiperige houding tegenover het opportunisme, tegen deze weergaloze vervlakking van het marxisme. Het kautskyanisme is niet iets toevalligs, maar een sociaal product van de tegenstellingen binnen de IIde Internationale, van het verenigen van trouwbetuiging aan het marxisme met het woord, en de onderwerping aan het opportunisme met de daad”. (Socialisme en Oorlog, Genève, 1915, blz. 13-14.)(...)Kautsky ontleent aan het marxisme datgene, wat aannemelijk is voor de liberalen, voor de bourgeoisie (de kritiek op de middeleeuwse instellingen, de vooruitstrevende rol in de geschiedenis van het kapitalisme in het algemeen en van de kapitalistische democratie in het bijzonder) en hij schrapt, verzwijgt en verdoezelt datgene, wat in het marxisme voor de bourgeoisie onaannemelijjk is (het revolutionaire geweld van het proletariaat tegen de bourgeoisie om haar te vernietigen), Dat is de reden waarom Kautsky zich dan ook onvermijdelijk, krachtens zijn objectieve standpunt en wat ook zijn subjectieve overtuiging moge zijn, als een lakei van de bourgeoisie openbaart.”24

Ik kan de huidige leiding van de PVDA (zoals daar zijn Peter Mertens, Boudewijn Deckers, Peter Franssen, Joris Van Gorp, Jo Cottenier, Herwig Lerouge – en nu noem ik alleen die PVDA-kaders waarvan ik hun revisionisme al concreet heb bewezen - zie HIER al wat materiaal) die erin slaagden op het 8ste congres in 2008 aan een meerderheid, het revisionisme als “echt toepassen van het marxisme” te verkopen, niet beter beschrijven...

1http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
2http://antwerpen.pvda.be/nieuws/article/de-morgen-pvda-beschouwt-zich-niet-langer-als-extreem-linkse-partij-1.html, 25 februari 2008, “[De Morgen] 'PVDA beschouwt zich niet langer als extreem linkse partij'“ , [De Morgen] Walter Pauli
3"Karl Marx, korte biografische schetsmet een uiteenzetting van het marxisme", Lenin, Keuze uit zijn werken deel 1, Uitgeverij Pegasus, Amsterdam, in samenwerking met uitgeverij Progres Moskous, 1972. In Engels te vinden op: https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1914/granat/index.htm, Vladimir Ilyich Lenin, "Karl Marx - A Brief Biographical Sketch With an Exposition of Marxism". Written: 1914 Source: Lenin’s Collected Works, Moscow, 1974, Volume 21, pp. 43-91. Publisher: Progress Publishers. First Published: 1915 in the Granat Encyclopaedia, Seventh Edition, Vol. 28, over the signature of V. Ilyin. Published according to the manuscript, checked against the text of the pamphlet of 1918.Translated: Clemence Dutt. Edited: Stewart Smith. Original Transcription: Zodiac. Transcription\Markup: D. Walters, B. Baggins, R. Cymbala, and Kevin Goins.Public Domain: Lenin Internet Archive (2008). You may freely copy, distribute, display and perform this work; as well as make derivative and commercial works. Please credit “Marxists Internet Archive” as your source.
4http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
5 De vooruitgang van de industrie, waarvan de bourgeoisie de willoze en weerloze draagster is,brengt

 in plaats van de isolering van de arbeiders door de concurrentie hun revolutionaire vereniging door de

 associatie. Met de ontwikkeling van de grootindustrie wordt dus de basis, waarop de bourgeoisie 

produceert en zich de producten toe-eigent, onder haar voeten weggetrokken. Vóór alles produceert zij 

dus haar eigen doodgravers. Haar ondergang en de overwinning van het proletariaat zijn dus even

 onvermijdelijk... Van alle klassen, die vandaag tegenover de bourgeoisie staan, is alleen het 

proletariaat een werkelijk revolutionaire klasse. De overige klassen teren weg en gaan met de 

grootindustrie ten onder, het proletariaat is haar meest kenmerkende product... De middenstanden, de 

kleine industrieel, de kleine koopman, de handwerksman, de boer — zij allen bestrijden de bourgeoisie

 om hun bestaan als middenstand te vrijwaren voor ondergang... zij zijn reactionair, zij trachten het rad 

van de geschiedenis terug te draaien.’ Karl Marx en F. Engels,Manifest der kommunistischen Partei,

London, 1847, pp. 9, 11.
6https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/index.htm, Karl Marx in "Het Kapitaal - Een kritische beschouwing van de economische politiek", Deel I. Het productieproces van het kapitaal; Hoofdstuk 24. De zogenaamde oorspronkelijke accumulatie; 7. Historische strekking van de kapitalistische accumulatie. Geschreven: 1867
Bron: C. de Boer jr., Paul Brand, Hilversum - Antwerpen, eerste druk.Vertaling: Met dank aan Dr. I. Lipschits — De vertaling van Lipschits is gebaseerd op de 4de druk, door Engels verzorgd.Deze versie: Spelling aangepast. Voetnoten van de verantwoording en voorwoorden zijn hernummerd. Voetnoten van de vertaler zijn opgenomen in de tekst met deze [] haken. Proeflezer: Frank van der VeldenTranscriptie/HTML: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive, maart 2007. Laatste bewerking: 08 oktober 2008.
7Karl Marx en F. Engels,Manifest der kommunistischen Partei, London, 1847, pp. 9, 11
8http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
9http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
10http://www.marxists.org/archive/lenin/works/1918/prrk/append02.htm, Vladimir Lenin in “The Proletarian Revolution and the Renegade Kautsky”, the chapter “Vandervelde’s New Book On The State” (vertaald in Nederlands door mij)
11http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
12http://antwerpen.pvda.be/nieuws/article/de-morgen-pvda-beschouwt-zich-niet-langer-als-extreem-linkse-partij-1.html, 25 februari 2008, “[De Morgen] 'PVDA beschouwt zich niet langer als extreem linkse partij'“ , [De Morgen] Walter Pauli
13Lenin, Combat pour le pouvoir et “combat” pour une aumône”, (14 juni 1906), in Oevres Deel II, Editions sociales Parijs, Editions du Progrès Moskou, 1966, p.24-25.
14Lenin, Encore à propos du ministère issu de la douma, (28 juni 1906),in Oevres Deel II, Op. cit., p.67-68.
15Uit “Hoofdstuk 3. Vier assen om de Partij te rectificeren”p. 207, in “De partij van de revolutie”, Ludo Martens in samenwerking met Nadine Rosa-Rosso, Ludo Martens en PVDA-uitgaven, 1996, Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel (noot in de HER-uitgave werd “...in samenwerking met Nadine Rosa-Rosso” geschrapt)
16"Karl Marx, korte biografische schetsmet een uiteenzetting van het marxisme", Lenin, Keuze uit zijn werken deel 1, Uitgeverij Pegasus, Amsterdam, in samenwerking met uitgeverij Progres Moskous, 1972. In Engels te vinden op: https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1914/granat/index.htm, Vladimir Ilyich Lenin, "Karl Marx - A Brief Biographical Sketch With an Exposition of Marxism". Written: 1914 Source: Lenin’s Collected Works, Moscow, 1974, Volume 21, pp. 43-91. Publisher: Progress Publishers. First Published: 1915 in the Granat Encyclopaedia, Seventh Edition, Vol. 28, over the signature of V. Ilyin. Published according to the manuscript, checked against the text of the pamphlet of 1918.Translated: Clemence Dutt. Edited: Stewart Smith. Original Transcription: Zodiac. Transcription\Markup: D. Walters, B. Baggins, R. Cymbala, and Kevin Goins.Public Domain: Lenin Internet Archive (2008). You may freely copy, distribute, display and perform this work; as well as make derivative and commercial works. Please credit “Marxists Internet Archive” as your source.
17Uit “Het platform van de reformisten en het platform van de revolutionaire sociaal-democraten”, uit “Wladimir Iljits LENIN - Keuze uit zijn werken, deel 1”, p. 566, Uitgeverij Pegasus, Amsterdam in samenwerking met Uitgeverij Progress, Moskou,1972.
18https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii, Uit “Wat is internationalisme”, uit “De 

proletarische revolutie en de renegaat Kautsky”, doorV.I. Lenin. Geschreven: 1918. Bron: Pegasus, Amsterdam

 1935 (Als boek verschenen bij uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld door Koen Dille.Vertaling: 

Marx-Engels-Lenin Instituut. Deze versie: Spelling, zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee, 

voor het Marxists Internet Archive, januari 2007
19http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
20http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
21https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii, Uit “Wat is internationalisme”, uit “De

 proletarische revolutie en de renegaat Kautsky”, doorV.I. Lenin. Geschreven: 1918. Bron: Pegasus, Amsterdam

 1935 (Als boek verschenen bij uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld door Koen Dille.Vertaling:

 Marx-Engels-Lenin Instituut. Deze versie: Spelling, zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee, 

voor het Marxists Internet Archive, januari 2007
22http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.
23http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008.

24https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii, “De proletarische revolutie en de

 renegaat Kautsky”, doorV.I. Lenin. Geschreven: 1918. Bron: Pegasus, Amsterdam 1935 (Als boek verschenen 

bij uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld door Koen Dille.Vertaling: Marx-Engels-Lenin Instituut. 

Deze versie: Spelling, zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet 

Archive, januari 2007