10-12-2017

Ludo De Witte: "Aanleiding klimaatsverandering is kapitalisme"... en stelt consequent: "Socialisme of barbarij!"

Het was weer een interessante EXTERNET waar Ludo De Witte uitleg gaf over het schrijven van zijn boek “Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op”(EPO). Het werd een visie op een maatschappij-keuze, zoals Ludo het stelde op bladzijde 211: “Socialisme of barbarij”. Ik kocht bij hem persoonlijk zijn boek en zou het, zoals hij het zelf vroeg, bespreken….

Ik herinnerde mij een artikel in Solidair met dezelfde titel “Socialisme of barbarij” …. Even zoeken en inderdaad,  in Solidair 6, 2 februari 1997 stond het artikel….
Het was de periode van de strijd rond de Forges de Clabecq, de Beweging Voor Vakbondsvernieuwing, het proces tegen de 9 van de Forges de Clabecq op basis van een wet uit de 19e eeuw … hetgeen één aspect was van concrete strijd tegen de klassenjustitie en staats-repressiediensten (politie, rijkswacht en gerechtspolitie) die niet erop gericht waren “de verdwenen kinderen” te vinden, waardoor de Witte Mars EIGENLIJK een twééde concreet aspect was van diezelfde strijd…. De pers (in het buitenland!) sprak van “een pre-revolutionair klimaat in België”. En héél de Belgische burgerij ( tot en met de koning) werd gemobiliseerd om van de Witte Mars … inderdaad, een apolitieke “witte mars” te maken.
Maar goed, nu over het boek van Ludo De Witte.


Woede als drijfveer …. en de wil om het stilzwijgen van de media over de ESSENTIE te doorbreken
Ludo geeft zelf aan wat ongetwijfeld de drijfveer was bij het schrijven van zijn boek: Woede.
“Woede, omdat politici, opiniemakers en bedrijfsleiders de geruststellende boodschap uitdragen dat de klimaatverandering en haar rampzalige gevolgen worden aangepakt. Mensen die beter moeten  weten houden ons voor dat een mix van hernieuwbare energie, technologische innovaties en een ‘slimme’ fiscaliteit zullen zorgen voor een transitie naar een duurzame samenleving.”
Ludo neemt de beslissing “….om de klimaatverandering in haar volle omvang onder ogen te zien.” En hij stelt
“Onvermijdelijk komen we uit bij een analyse van ons economisch stelsel. De concurrentiespiraal, ingebakken in de werking van de ‘de vrije markt’, drijft bedrijven naar steeds meer omzet. Dat vereist de exploitatie van zo veel mogelijke natuurlijke rijkdommen, desnoods tot er niets meer overblijft. De uitputting van schone lucht gaat samen met de roofbouw op regenwouden, oceanen en water-, fauna-, en florabestanden. Grondstoffen worden geplunderd. De natuur verliest haar veerkracht, wordt teruggedrongen, wordt meer en meer een artefact. De chaotische markteconomie, die de optelsom is van tienduizenden beslissingen van CEO’s die uitsluitend denken en handelen in functie van de groei van ‘hun’ bedrijf, heeft geen intern regulerend mechanisme dat aanzet om van koers te veranderen..”
En Ludo benoemt…..
“ Om onze beschaving van een ecocide te redden, moeten we haar van het kapitalisme bevrijden, dat is de centrale stelling van dit boek. Alleen radicale oplossingen wettigen nog hoop. Kleine stapjes zullen niet volstaan, we moeten springen.(…) Om ver te springen moeten we met velen zijn. (….) We hebben ook nood aan een front van ecologisten en socialisten.  De eesteen brengen de urgentie van ecologische oplossingen en milieu expertise in, de tweeden het perspectief van een transitie naar een rationeel georganiseerde economie en samenleving, weg van de kapitalistische anarchie.”  
Groene experten en Rooien, dus?  En waarom niet Rood én Expert, zoals Mao Zedong het stelde? Grapje …!
Maar inderdaad, “Systeemanalyses halen zelden de corporate media. Ze zijn vooral met kortetermijnperceptie bezig.
Want
“(D)e media [hebben] niet de bedoeling (…) zinvolle zaken over de wereld te vertellen. In handen van machtige kapitaalgroepen hebben ze tot taak wie macht en rijkdom heeft machtig en rijk te houden. Brede bevolkingslagen worden dociel, in zekere zin hulpeloos gehouden. Overheidsomroepen doen het al niet beter, want ze moeten rekening houden met de politieke elites die de subsidiekranen bedienen.
In het geval van de klimaatverandering dragen mainstreammedia de onderliggende boodschap uit dat ‘men’ er aandacht voor heeft, ermee bezig is. Het klimaat krijgt voortdurend aandacht. (…) Media focussen evenwel op de gevolgen van de klimaatverandering, terwijl structurele oorzaken die tot actie zouden kunnen aanzetten, uit beeld blijven.”
Héél concreet geeft Ludo het voorbeeld hoe “onze” pers een SELECTIEVE aandacht gaven aan Naomi Klein die haar boek This Change Everything kwam voorstellen.
“Gezien haar status werd ze tijdens haar doortocht in dit land, toen ze het boek kwam voorstellen, met de nodige egards behandeld. Ze haalde uitgebreid te pers. Toch bleef de kern van haar betoog veelal uitbeeld: broeikasgassen, die zorgen voor de opwarming van de atmosfeer, zijn slechts een symptoom van het echte probleem, en dat is het (…) kapitalisme. (…) In de pers werd haar stormloop tegen het kapitalisme niet frontaal aangevallen, naar hertimmerd tot een met het systeem verzoenbare tegenstelling.”


Vanuit deze opstelling begint Ludo ons concreet te informeren…..allereerst met historisch voorbeelden en daarom onbetwistbaar…. van wat er gebeurt als slechts op één plaats ( en slechts op één moment) ingegrepen wordt op de bestaande klimaatstoestand:
“In april 1815 barstte in Nederlands Indië (Indonesië) de vulkaan Tambora uit. Het was een bijzonder krachtige vulkaanuitbarsting, gelijk aan vele atoombommen: de knal was 2600 kilometer ver te horen. De askolom steeg naar schatting 43 kilometer hoog op, en verspreidde zich van daar over de hele aarde. De as hield de zonnestralen tegen, wat een grote klimaatschok veroorzaakte. In West-Europa kende het jaar 1815 geen zomer. Het vroor en sneeuwde tot in juli. Gigantische overstromingen en krachtige onweders teisterden de aarde, volgens verslagen zo krachtig dat het leek of de wereld verging. Oogsten mislukten compleet. Hongeropstanden waren legio.”


Van het kapitalisme valt niets te verwachten kapitalisten moeten handelen volgens de wetmatigheid van het kapitalisme.
“Kapitalistische bedrijven van enige omvang zijn gewoon niet in staat om zelf het roer om te gooien. (…) Onder de zweepslag van de concurrentie jagen beursgenoteerde bedrijven op almaar meer groei, winsten en kapitaalvorming, op straffe van uit de markt te worden geprijsd door bedrijven die nog meer kapitaal accumuleren en dus nog meer kunnen investeren in productiviteitswinsten. (…) Bedrijven kennen geen ‘sociale” of ‘maatschappelijke’ kosten; voor hen zijn dat absurde noties.”
Dit alles argumenteert en illustreert Ludo uitgebreid en concreet, … nuttig om zelf, als activist, dan weer te gebruiken in een debat of  discussie.


Marx “herzien” of niet?
Ik ga er wellicht wat rap over heen, maar het boek is in ieder geval aan te raden omdat het de activist concrete argumenten verschaft…. En vooral om dat het de fundamentele discussie steltt
Omdat ik tot de essentiële stellingen en analyses en alternatieven wil komen en die bespreken.
Vanaf p. 120 gaat Ludo namelijk de fundamentele discussie aan of “de strijd tegen de klimaatsverandering” of de “strijd voor de transitie” iets nieuws is wat betreft “de strijd voor een andere maatschappij”. M.a.w. een gelijkaardige discussie alsof het kapitalisme vanaf 1900 in een “nieuwe” situatie zou zijn geraakt, waarbij een Bernstein dan vond dat Marx moest worden “herzien”.
Zo stelt Ludo met de vraag: “Behoeft Marx’ baard een knipbeurt? “ of nu Marx wél moet worden herzien….
In de argumentatie die Ludo voert zijn er een aantal “aannames” waar ik een andere opvatting over heb. Hier kom ik later op terug.... Ik spreek hier van “mijn opvatting” omdat  ik de DISCUSSIE wil aangaan. Ik wil niet met een kritiek, een bepaald “ongelijk” stellen (...volgens mij), om dan mijn “juist (geachte} opvatting te poneren of “mijn gelijk” te stellen.
Tenslotte stelt hij duidelijk, waar ik het roerend met hem eens is: een herziening van Marx (revisionisme van het marxisme) is NIET aan de orde!
“Marx’ ecologisch besef was diepgeworteld: “De mens leeft van de natuur, dat wil zeggen, de natuur is zijn lichaam, en hij moet voortdurend ermee in dialoog gaan als hij niet wil sterven. Zeggen dat her fysieke en mentale leven van de mens verbonden is  met de natuur betekent gewoonweg dat de natuur verbonden is met zichzelf, want de mens is een onderdeel van de natuur.”
De eerste zin van Het Kapitaal vat kernachtig samen hoe het kapitalisme aan ons verschijnt:’De rijkdom van de maatschappijen waarin de kapitalistische productiewijze heerst, heeft de vorm van een kolossale opeenhoping van waren’. Het kapitalisme, zo stelt Marx, verzakelijkt het universum tot een massa koopwaren waarbij de ruilwaarde van goederen (in geld uitgedrukt) zich in zekere zin losmaakt van de gebruikswaarde (van de inhoud, de nuttigheid).”
Het imperialisme (als “hoogste stadium van het kapitalisme”) noodzaakt geen “revisionisme”, nee het imperialisme  herbevestigt gewoon zelfs in sterkere zin, Marx, zegt Ludo.
“Marx wijst erop dat het imperialisme de ‘scheur’ in het metabolisme tussen mens en natuur ook tussen landen veroorzaakt. Zo heeft Engeland via de massale import van landbouwproducten uit zijn Ierse kolonie, ‘indirect de grond van Ierland geëxporteerd, zonder de Ierse landbouwers de bestanddelen te bezorgen die nodig zijn voor het herstel van de uitgeputte grond’. (….) Het ecologisch imperialisme waar het gekoloniseerde Ierland onder leed, heeft anderhalve eeuw later, mondiale vormen aangenomen. De agro-industrie, investeringsfondsen en landen als China en de Golfstaten leasen of kopen van Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse regeringen uitgestrekte gebieden vruchtbare landbouwgrond. (…) De nieuwe eigenaars hebben geen filantropische bedoelingen: acquisities dienen voor de productie van brandstof en voedsel voor de wereldmarkt, niet voor het voeden van de lokale bevolking.”


“Het falen van links”
In het begin van het hoofdstuk met als titel “Het falen van links” volgt van p. 133 tot 135 een argumentatie, waarmee ik  – om het voorlopig zo uit te drukken, want ik kom hier later, of eventueel in een latere discussie, op terug – ‘problemen’  heb. Ik wil mij (voorlopig) beperken tot de kritiek dat volgens mij, hier (en ook in een vorig hoofstuk, zie boven) Ludo zondigt tegen de zich hemzelf opgelegde concreetheid en consequentheid ( die beiden juist de kracht vormen van het boek...)
Maar de ontmaskering van de pseudo-alternatieven, ánders dan in de eerste plaats het kapitalisme bestrijden, die op deze bladzijden volgen zijn dan weer heel pertinent!


Zowel de kracht van de analyse van Ludo met zijn boek, alsook toch ook wel een beetje het zondigen (volgens mij toch) tegen de uitgangsprincipes die het boek zo sterk maken – de concreetheid en de consequentheid – worden weerspiegeld in het laatste (concluderende) hoofstuk, waarvan de titel “Ecosocialisme” is, maar waarin we de, in het begin vermelde, tussentitel terugvinden  “Socialisme of barbarij”.
“Bevrijd van het horizontalisme, beseffend dat meer nodig is om de problemen grondig aan te pakken dan in een coconnetje ‘goed bezig’ zijn. Hebben commons alles te maken met authentiek communisme, (…). Authentiek communisme betekent niet verstaatsing, of anders gezegd de eenvoudige overname door de staat, waarbij één top-downbureaucratie de vele top-down werkende privé-kapitalen vervangt. Integendeel:  communisme streeft naar de opheffing van de atomisering van de mens dankzij samenwerking, coöperatie. Communisme is wat Marx het samenleven van ‘geassocieerde producenten’ noemt: ‘een vereniging van vrije mensen, die met gemeenschappelijke productiemiddelen werken en hun veelsoortige individuele arbeidskrachten zelfbewust als één maatschappelijke arbeidskracht besteden’.
Marx’ inzichten hierover komen goed naar voren in zijn uiteenzetting op de stichtingsvergadering van het internationaal verbond van politieke groepen en vakbonden, doorgaans de Eerste Internationale (1864) genoemd. Hij prees de coöperatieve beweging: ‘(...)’
Tezelfdertijd benadrukt Marx dat ‘de ervaring uit de periode van 1848 tot 1864’ aantoont dat coöperatieve arbeid nooit het monopoliekapitaal kan indammen ‘als hij beperkt blijft tot ad-hocpogingen van geïsoleerde werkers’. Om de arbeiders echt te emanciperen, moet coöperatieve arbeid een nationale vorm krijgen, en dat kan maar als de arbeidersklasse ‘de politieke macht’ verovert.
Jaren later zal Marx in een eerbetoon aan de Commune van Parijs (1871), lessen trekken uit dit kortstondige experiment dat in bloed werd gesmoord. De arbeidersbeweging moet de macht veroveren, zo schrijft hij, maar ze kan zich niet vergenoegen met het eenvoudig overnemen van de kapitalistische staatsmachine. Ze moet een aangepaste politieke structuur uitbouwen, door hem ‘het communale regime’ genoemd. Wat Marx voor ogen had, is geen samenleving waarin de tirannie van het kapitaal is vervangen door een staatsbureaucratie. Het is een samenleving waarin de mens de economische moloch aan banden heeft gelegd en weer greep op zijn leven krijgt, dankzij lokale inbedding, federalisering, democratische controle en zelfbeheer.”


Ik wil de door Ludo niet betwiste Lenin kritiek laten geven over het zondigen tegen de zichzelf opgelegde concreetheid, de consequentheid en historisch materialistische analyse
Ik wil nu niet door het uitgebreid formuleren van het (volgens mij) “mijn gelijk” op basis van een “weerlegging” van bepaalde (volgens mij dus, ‘zwakkere’) punten in het boek.
Het boek is een imposante bijdrage in de discussie over, de analyse van, en de zoektocht naar een allesomvattend alternatief voor, de door het kapitalisme/imperialisme gedreven eco-rampscenario. Ik wil in het kader van deze ‘boekbespreking” gewoon wat elementen aanhalen waaruit ik, voor mij toch, mijn kritische bemerkingen meen te kunnen halen. Ik haal mijn argumenten  bij Marx en bij Lenin ( die zich zelf ook baseert op Marx ….) En Lenin wordt door Ludo zonder voorbehoud gezien (hij laat het John Bellamy Foster zeggen) als het in de praktijk brengen ( met de opbouw van het socialisme in de Sovjet-Unie) van “voortbouwend op Marx” het werken aan “de best ontwikkelde ecologische wetenschap ter wereld”. Voor de rest is het voer voor discussie in het kader van één of ander debat waar we dan allebei persoonlijk aanwezig zijn.
Volgens mij ( maar ik laat het Marx zelf zeggen - eventueel aangehaald door Lenin ) beperkt Ludo zichzelf en gaat hij niet consequent “tot het einde” met het aanhalen, citeren en/of parafraseren van Marx. Ook is hij inconsequent (volgens mij), daar waar hij het John Bellamy Foster laat zeggen, alsof het Marx, Engels  .... én Kautsky “de denkers” waren en Lenin ... én Boecharin de bouwers van her “eerste ecologische model”. Ik laat het aan de lezer zelf om zich een oordeel te vellen op basis van wat Marx en Lenin zélf zeggen.

Staat en Revolutie, Hoofdstuk VI: Het vervlakken van het marxisme door de opportunisten 

Om toch een voorbeeld te geven  van (wat mijn mening is over) het niet consequent voortbouwen op de analyse die Marx maakt van het kapitalisme, met de conclusie dat (o.a.) voor een echt ecologische productie de kapitalistische productieverhoudingen moeten gebroken worden, herneem ik een citaat uit het boek:  
De eerste zin van Het Kapitaal vat kernachtig samen hoe het kapitalisme aan ons verschijnt:’De rijkdom van de maatschappijen waarin de kapitalistische productiewijze heerst, heeft de vorm van een kolossale opeenhoping van waren’. Het kapitalisme, zo stelt Marx, verzakelijkt het universum tot een massa koopwaren waarbij de ruilwaarde van goederen (in geld uitgedrukt) zich in zekere zin losmaakt van de gebruikswaarde (van de inhoud, de nuttigheid).”
Ludo gaat niet verder in op waar Marx zegt dat het kapitalisme de HOOGSTE vorm is van wareneconomie waar de waren geproduceerd worden om GERUILD (verkocht) worden voor hun RUILWAARDE, Het communisme zal geen wareneconomie (meer) zijn. De producten zullen geproduceerd worden omwille van hun GEBRUIKSwaarde. Ze zullen niet meer GERUILD (verkocht) worden. Het socialisme is het eerste stadium van het communisme en zal in het begin nog een wareneconomie zijn, waarbij producten (nog) GERUILD (verkocht) worden. De RUILWAARDE zal nog tellen, maar meer en meer (doormiddel van de planeconomie) zal de GEBRUIKSwaarde belangrijker worden, en zullen de kapitalistische productieverhoudingen (die nog heersen maar dan zonder kapitalisten, want “onteigend”) steeds verder afgebroken worden en zullen communistische productieverhoudingen worden “opgebouwd”.
Ludo komt dan verder in het boek (p.213) terug op “het communisme zoals Marx dat wellicht voor ogen had” en concludeeert: “Kortom een samenleving waar economische democratie en politieke democratie hand in hand gaan, want het ene kan niet zonder het andere.” Maar Ludo stelt dat DIT eigenlijk “socialisme¨ is want hij stelt daarvoor “een (socialistische?) planeconomie die in niets gelijkt op de stalinistische commandoeconomie van de vorige eeuw….

Marx heeft Stalin wel niet gekend …. maar Lenin zou Ludo zeggen: "De Soviet-Unie “van de vorige eeuw” dat was inderdaad nog geen communisme maar SOCIALISME (met een socialistische planeconomie) waar MARX van stelde dat DAN nog de DICTATUUR van het proletariaat zal heersen.".... Dit is een “afstervende staatsvorm”  naarmate de communistische productieverhoudingen volledig ontwikkeld zijn en de maatschappij de vorrm zal hebben zoals Ludo die schetst op p. 213. Zou voor Ludo die "dictatuur van het proletariaat" (terminologie van .... Marx) nu die "stalinistische commandoeconomie" zijn? Dan zullen we daar nog eens bij pot en pint moeten over discussiëren.

18-10-2017

Vriendschappelijk advies, maar volgens mij, subjectivistisch door DOGMATISME

Ik kreeg een “berichtje” op Facebook van een FB-vriend, met een link en daaronder “Jij bent het eerste, de PVDA het tweede”. De link voerde naar een “post” op de pagina “Mao Zedong” en bevatte een CITAAT van Stalin.

Ik zou dus zijn: “Het wetenschappelijk socialisme zonder arbeidersbeweging” .. en de PVDA: “ De arbeidersbeweging zonder socialisme” (vreemd dat hier niet staat wat er nochtans bedoeld wordt “zonder WETENSCHAPPELIJK socialisme”). … En blijkbaar wilde die FB-vriend zeggen: “Waarom de twee niet SAMENLEGGEN?
Maar wat acht de FB-vriend als “bewezen” over mij? Dat ik wellicht heel correct het “wetenschappelijk socialisme” toepas in mijn analyses …. maar geen band heb met “de arbeidersbeweging”? …. Maar als met “arbeidersbeweging” bedoeld wordt, “de vakbonden” … ik ben (2x, in twee verschillende bedrijven) delegee geweest, afgevaardigde O.R. en dus zeker “gesyndikaliseerd”…..Of wil de FB-vriend zeggen dat ik niet vertrekt (in mijn analyses) vanuit een “echt” proletarisch klassenstandpunt? … Op welke argumenten is dat gebaseerd? Ik meen dat “mijn band met de arbeidersklasse” als communistisch arbeider toch redelijk goed was (een -nog- onvolledig uitgewerkt overzicht van mijn "carrière")
En is de PVDA dan “de arbeidersbeweging” ….. maar dan zonder “wetenschappelijk socialisme”? ….. Dat de PVDA niet (meer) het “wetenschappelijk socialisme” toepast, zal ik niet bestrijden…. Maar dat de PVDA dan wél “de arbeidersbeweging” zou zijn, dat zou FB-vriend toch mogen bewijzen. Volgens mij is de band van de PVDA mét, en de inplanting van de PVDA ín de arbeidersklasse niet meer bestaande….(mijn argunentatie: …) De band met de georganiseerde “arbeidersbeweging” – de vakbondswereld – is een opportunistische band, totaal in tegenspraak met de GEEST van het Derde Congres in 1991 (“De tijd staat aan onze kant”) en met “Een revolutionaire partij in stakingen" in Marxistische Studies 26

Van een overeenkomst met de CONCLUSIE in het CITAAT zéker geen sprake! Een eenheid tussen mij (als individu) met de PVDA (als organisatie) waarbij ik dan het voorbeeld van “de banden van de PVDA met de arbeidersbeweging” zou overnemen en de PVDA mijn correcte toepassing van het “wetenschappelijk socialisme” zou overnemen? Ik zou willen weten hoe FB-vriend dát concreet zag.

Een voorbeeld van dogmatisme. dat heerste IN de PVDA, ook bij degenen die van zich zelf overtuigd waren, een revolutionaire opstelling en communistische wereldopvatting te hebben
Het is zo dat het een berichtje was van een “FB-vriend” die sympathie heeft voor bepaalde opvattingen van mij over de huidige PVDA. De “FB-vriend” voelde een verbondenheid met de vroegere ideologische revolutionaire opstelling van de PVDA en beoordeeld als negatief “bepaalde opportunistische ontwikkelingen” vandaag de dag in de PVDA.
Daarom beschouw ik dit als een mooi voorbeeld voor het meest sluipende gif dat de basis vormt voor latere ontaarding van de Communistische Identiteit (bij veel communistische partijen en van de PVDA bij uitstek): DOGMATISME. De “revolutionair-ideologische correctheid van een VOORAFINGENOMEN idee, standpunt of beoordeling, wordt “bewezen” door uitgezochte CITATEN van “autentieke marxisten boven elke discussie verheven”. OF door uit te gaan van een “historische analogie” waardoor een hele tekst van een “autentieke ...” geschreven OVER, of IN die “historisch analoge situatie”. een correcte richtlijn vormen voor de HUIDIGE als analoog veronderstelde situatie. Er wordt daarbij vooral gebruik gemaakt van ALGEMENE conclusies om een opvatting of richtlijn in een huidige CONCRETE situatie te bewijzen. Een idee of standpunt wordt hier “bewezen” met een CITAAT van Stalin. Maar uit welke tekst dat citaat komt en in welke historische context die tekst dan weer geschreven is, is (zelfs) niet VERMELD! Dus we kunnen zelfs niet controleren of het CITAAT zélf zo correct is ( het citaat spreekt van “arbeidersbeweging zonder socialisme” waarbij dat wellicht (lijkt mij, in de context van het CITAAT zélf!) moet zijn “WETENSCHAPPELIJK socialisme”…) Het citaat is een nogal ALGEMENE uitspraak, is (het CITAAT op zich dus) geen concrete analyse, waar wordt wel GEBRUIKT om een concrete idee of standpunt te “bewijzen”. (hetgeen men alleen kan opmerken als men de GEHELE tekst leest waarin dit citaat staat) Doormiddel van dit citaat waar (alleen maar) sprake is van “tegenover elkaar van twee (algemene) ideologische opvattingen”, plaatst FB-vriend mij als concreet INDIVIDU tegenover een concrete PARTIJ/ORGANISATIE. Het document WAARUIT het CITAAT zou, als het bestudeerd zou zijn door FB-vriend, inzichten kunnen hebben bijbrengen die hij zélf kan gebruiken om INZICHT te krijgen in de ontwikkelingen in de PVDA Gewoon googelend op de kernbegrippen in het citaat en de naam “Stalin” leverde de tekst op waaruit het citaat komt. (Briefly about disagreements in de Party, Stalin 1905) Allereerst wordt verklaard waarom in het citaat eerst wordt gesproken over “wetenschappelijk socialisme” en even later over “socialisme” In 1905 was er alleen nog sprake van Sociaaldemocratische Partijen (behorend tot de Tweede Internationale). IEDERE sociaaldemocratische partij beschouwde zichzelf als “marxistisch”. En binnen de Sociaaldemocratische Partij van Rusland beschouwden zowel de “minderheid” (menchewiki) als “meerderheid”(bolchewiki) zich als “marxisten”. Het onderscheid werd gemaakt (door Stalin hier toch) tussen degenen die zich baseerden op het dialectisch en historisch materialisme (het WETENSCHAPPELIJK SOCIALISME) en degenen die idealistisch en metafysisch waren. … en de termen “wetenschappelijk socialisme” en “socialisme” duiden op hetzelfde en werden door elkaar gebruikt. Dus als TOEN (1905) iemand sprak over “socialisme” bedoelde hij het “wetenschappelijk socialisme” oftewel het dialectisch en historisch materialisme. Als de FB-vriend in plaats van het subjectief gebruik van een CITAAT van Stalin, de TEKST had gezocht én bestudeerd - de tekst, die de CONTEXT vormt van het CITAAT, zou hij gemerkt hebben dat de “partijopvatting” die de Sociaal-democratische Partij van Rusland (in 1905, nà het Tweede Congres) zou moeten aannemen volgens Stalin {in overeenstemming met Lenin’s “Wat te doen?” en “Één stap voorwaarts, twee stappen achterwaarts” }, DEZELFDE is als die … in het Tweede PVDA Congres-document “Partijopvatting”. Deze “partijopvatting” is BINNEN de PVDA onderuitgehaald en zelfs BESTREDEN in “Resolutie van 199”, de SOA-nota van 1999 en zelfs in de tekst van 1996 “Concept van vereenvoudigde arbeiderscel”. Ik meen dat het DOGMATISME, nogal heersend bij partijleden in die tijd en blijkbaar ook bij de FB-vriend, maakte dat men BLIND was voor deze ontwikkelingen … en ze dus ook niet kon duiden. Dogmatisme, een hardnekkige afwijking bij veel (zelfverklaarde) communisten en marxisten-(leninisten)

Alles wat ik nu heb gezegd over de FB-vriend geldt ook over de "pagina Mao Zedong".
Ik ga uit van een oprechte revolutionaire opstelling en de overtuigde Communistische wereldopvatting van de beheerders van die pagina.
Maar als ze gewoon CITATEN plaatsen, ZONDER duiding over context of zelfs de tekst WAARUIT het CITAAT komt, is het duidelijk dat men met het CITAAT een bepaalde opvatting/idee willen “bewijzen”.
Dit is DOGMATISME.
Vroeg of laat gaat men in de fout, ofwel laat men zich op sleeptouw nemen door BURGERLIJKE ideologen die met encyclopedische kennis van erkende authentieke marxistische werken de meest burgerlijke en reactionaire politieke en ideologische opvattingen “verkopen” door middel van “marxistisch-KLINKENDE frasen” (uitgezochte CITATEN of gehele teksten uit VOORONDERSTELDE ANALOGE historische situaties).

08-10-2017

"De kleren van de keizer”, een sprookje voor het slapen van leden en kaders over het programma van de PVDA

De “oude garde” in de PVDA, in 2004, ideologisch uitgeblust en gevangen in een dogmatisme van analyses op basis van CITATEN uit werken van Marx, Engels, Lenin, Stalin en Mao moet gewonnen worden voor de nieuw “sociaal-democratische’ oriëntatie. Straffe referenties naar “oudere” congresdocumenten. De “oude” garde heeft die documenten nooit goed bestudeerd en geassimileerd. De duizenden “nieuw leden” sinds 2004, KENNEN die alleen van hun “covers” en hun titels … en wat kaders hierover weten te vertellen. De oude congresdocumenten zijn gewoon niet meer te krijgen. (ofwel in een biliotheek of bij AMSAB ….of bij Aurora van Flor )

OM juist de "boel bijeen te houden" schreef Peter Mertens zijn eerste boekje "De arbeidersklasse.in het tijdperk van de transnationale ondernemingen", hierin veel referenties naar Marx, Engels, Lenin, de KKE en zelfs verwijzingen naar Stalin. Er wordt in beklemtoond dat de arbeidersklasse nog steds bestaat. Het buitensluiten van Nadine Rosa-Rosso wordt verdedigd, omdat zij - de revolutionaire rol van de arbeidersklasse niet meer zou erkennen - van de PVDA een vooral op VERKIEZINGEN gerichte partij zou willen maken "zoals de SP in Nederland" - het programma van de PVDA wilde vernieuwen om deze rol te kunnen waarmaken - de band van de PVDA wilde versterken met de NIET-revolutionaire en eerder REFORMISTISCHE "Europese Linkse Partij" (die later opging in de GEU-NGL)
Ik schreef hiervan een analyse die ik provocatief "Anti-Mertens" noemde en die begon met volgend artikel: zaterdag 1 maart 2008 Anti-Mertens (1):Analyse pseudo-marxisme PVDA-kader Peter Mertens
In de PVDA is door militanten en mede-kaders zelf, dit boek van Peter Mertens NOOIT goed gelezen en was men héél verontwaardigd om mijn "Peter Mertens-bashing" of "PVDA-bashing". NIEMAND van die "oude garde" is het echter opgevallen dat NU voor de PVDA (Dus van waar Peter Mertens in 2005 nog "Nadine Rosa-Rosso beschuldigde" !!!)
- "de rol van de werkers" erin bestaat potentieel kiezerspubliek te zijn - de PVDA een partij is die zich NA iedere verkiezing zich strategisch focused op de EERSTVOLGENDE verkiezing, om in de tussenliggende periode vooral haar IMAGO te verzorgen. - zij NU wordt "Syriza aan de schelde, zoals de SP Syriza aan de Moerdijk" en zich allieert, mét de SP, en mét ...."Europees Links". Maar zoals gezegd moest Peter Mertens de "oude garde" bijeenhouden en dus schreef hij als benoemd Algemeen Secretaris in 2004, in "De arbeidersklasse in het tijdperk van de transnationale ondernemingen":

" De fundamentele strategie van de PVDA blijft die van het Partijprogramma van 1979. 
– De analyse van het kapitalisme in het eerste hoofdstuk van het partijprogramma. 
– De analyse van het imperialisme in het hoofdstuk dat volgt. 
– De analyse van de staatsmacht en de burgerlijke parlementen en de stelling dat ‘alle belangrijke kwesties door openlijke klassenstrijd worden beslecht’ uit hoofdstuk vier. 
– De strategie dat ‘alleen de proletarische revolutie een uitweg biedt’ uit het vijfde hoofdstuk. 
– Het bevestigen van de leidende rol van de arbeidersklasse en de partij, het bondgenootschap met de andere sociale lagen om ‘alle krachten te concentreren tegen de monopolieburgerij’ in hoofdstuk zes. 
– De geest van de eisen uit het minimumprogramma in het zevende hoofdstuk, die natuurlijk moeten geactualiseerd worden. 
– Het socialistische project in het laatste hoofdstuk. 
Blijvende sociale vooruitgang en vrede vereisen een socialistische maatschappij, en een socialistische maatschappij vereist een socialistische revolutie. 
De strategie uit het partijprogramma dat op het stichtingscongres van de partij werd goedgekeurd, Wat fout was, was het derde hoofdstuk over de beoordeling van de Sovjet-Unie. Die fouten werden nadien, op het Vierde Partijcongres in 1990, geanalyseerd en rechtgezet. Uit het congres volgde het boek USSR, de fluwelen contrarevolutie. Nadien werd de zelfkritiek van de partij verder uitgediept in het boek Van Tien An Men tot Timisoara. Strijd en debatten binnen de PVDA (1989-1991) en in het artikel Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme."
Het verwijzen naar, of het gewoon vernoemen van (congres-)documenten - zoals het Programma van 1979 er zélf ook één is, moet de "oude garde" gerust stellen en in slaap wiegen (maar geen van hen heeft zelf ooit die documenten goed bestudeerd en zéker niet geassimileerd - en Peter Mertens wéét dat...) ... en zoals gezegd zijn geen één van die (congres-) documenten nog beschikbaar.
Wat betreft “de geest van de eisen uit het minimumprogramma” staat in het Partijprogramma van 1979 (maar NIEMAND weet dat nog):
Op de terreinen van de strijd voor demokratie, sociale vooruitgang, nationale onafhankelijkheid en vrede, formuleren wij radikale eisen die een konsekwente strijd mogelijk maken tegen de heerschappij van de monopolieburgerij en tegen het imperialisme. Wij formuleren eisen met een agitatiekarakter die we direkt willen verwezenlijken, naast eisen met een propagandakarakter die slechts kunnen verwezenlijkt worden bij een verdere ontwikkeling van de klassenstrijd.Geen enkele eis uit het minimumprogramma veronderstelt op zichzelfde zege van de socialistische revolutie. Elk van deze eisen kan op zichzelf worden doorgevoerd binnen de burgerlijke maatschappij, zij het dan meestal op een vervormde wijze.(...) 
De revolutie kan slechts het werk zijn van de massa's. De kommunisten hebben als taak de vormen van strijd te ontdekken en te ondersteunen die beantwoorden aan het bewustzijn en de ervaring van de massa's in een bepaalde faZe. De kommunisten moeten er steeds naar streven de bewegingen van de massa's te ontplooien en op een hoger niveau te brengen. Alleen massabewegingen die geleidelijk radikalere vormen aannemen, kunnen de macht van het kapitaal doen wankelen. Uiteindelijk kan alleen het rechtvaardige revolutionaire geweld van de massa's een einde stellen aan het onrechtvaardige geweld van een kleine klasse van uitbuiters.


In dit Programma van 1979, in het MINIMUM-programma, en wel de MINIMUM-eisen inzake ENERGIE,VERVOER en MILIEU:
7. ENERGIE, VERVOER EN MILIEU
(189) Nationalizering zonder schadeloosstelling van de gehele energiesektor om een einde te stellen aan de mateloze verrijking van de monopolies uit deze sektor;  
om een demokratische kontrole mogelijk te maken over de aankooppolitiek, de produktie, de prijzenstruktuur en de distributie in deze sektor; 
om de nationale onafhankelijkheid ten overstaan van de twee supermachten te verzekeren; om een nationale, planmatige aanpak van de energiebevoorrading te kunnen verwezenlijken; om door een demokratische kontrole de gevaren en verspillingen in deze sektor te kunnen beperken.
(190) Stopzetting van de bouw van kerncentrales tot alle wezenlijke problemen van veiligheid en afvalverwerking zijn opgelost.
Geleidelijke afbouw van de bestaande kerncentrales.
(191) Rechtstreekse onderhandelingen met de Derde Wereld-landen die petroleum en aardgas uitvoeren door de nationale onderneming, belast met de aankoop, het transport, de verwerking en de distributie van petroleum en aardgas; betrekkingen op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel.
(192) Rationele ontginning van de nationale steenkoolreserves.
(193) Ontwikkeling van het wetenschappelijke onderzoek op het gebied van alternatieve energiebronnen (zonne-energie, energie afkomstig van de zee en de wind, geo-termische energie, kernfusie, enz.).
(194) Wetenschappelijke studie van alle mogelijkheden tot energiebesparing (machines, voertuigen, woningen, enz.).
(195) Een politiek van absolute prioriteit aan het openbaar vervoer van personen en goederen. Uitbreiding van het net, hogere frekwentie, verbetering van het komfort, drastische verlaging van de prijzen voor het openbaar vervoer. Maximale decentralizatie van diensten, sociale voorzieningen en industrie om de noodzaak tot verplaatsing tot een minimum te herleiden. - Bevordering van het gebruik van eenvoudige vervoermiddelen, zoals fietsen.
(196) Oordeelkundig gebruik van de natuurbronnen en -reserves om uitputting en onevenwicht te voorkomen. Gebruik van meer solide en recykleerbare materialen.
Bescherming van groene zones, rekreatiegebieden, natuurrijkdommen, historische monumenten en gebouwen. 

Blijkt dat de “actualisering van het minimumprogramma” voor energie inhoudt:
Van "MINIMUM-programma om strijd te ontwikkelen die het politiek bewustzijn kan verhogen".... naar “interessante ideeën om een IMAGO te verkopen waarmee geronseld kan worden".





En nu…. bij uitputting van het “oude idee”, een nieuw idee lanceren … in de vorm van een “smeekbede” (petitie) waar dan rond “geronseld” kan worden.

Over "De geest van de eisen uit het minimumprogramma in het zevende hoofdstuk, die natuurlijk moeten geactualiseerd worden” (Peter Mertens, 2005) ... en hoe Joris van Gorp dit toepaste voor de automobielsector
Voorbeeld van uitgeblust kader dat niet meer gelooft in revolutionaire omverwerping van het kapitalisme, lijdend aan dogmatische blindheid, Joris van Gorp. Op zulke figuren “pakt” de pseudo-marxistische - maar in feite BURGERLIJKE - ideologie, ontwikkeld door “renegaten” (hier Herwig Lerouge) die toevallig een encyclopedische kennis hebben van werken van Marx, Engels, Lenin, ja zelfs van de werken van Stalin en Mao; 05-01-13 PSEUDO-marxistische vorming door verburgerlijkte PVDA-kaders beantwoordt aan kleinburgerlijke aspiraties van leden en sympathisanten.
Op basis van zo'n PSEUDO-marxistische analyse zal het dogmatisch blind maar erg VOLGZAAM kader, dus een Joris Van Gorp,  een “strijdobjectief” ontwikkelen. maar dan één dat aansluit bij de ideologie van het corporatisme, of het idealisme van een Hendrik De Man... of in de buurt komt van het Nationaal-socialistische "idee" van de "Volkswagen": 14-09-17 In februari 2009, een ingezonden mail op website Comité Andere Politiek ... over de automobielsector.