31-07-2016

Strategie van burgerlijke elementen IN een CP: 'algemeent heersend dogmatisme gebruiken om antirevolutionaire lijn op te kunnen leggen'

Voorafgaand: ALLE “beschuldigingen” aan op met naam genoemde personen slaan op ideologische en politieke opvattingen en kunnen (voorzover ik dat HIER niet doe) concreet gedocumenteerd worden. In sommige gevallen zal dit nog ACHTERAF uitgebreid worden gedaan, wees gerust. (Voorlopig kan de lezer hier doorklikken naar een overzicht van reeds gemaakte artikels  waarin een reeks argumenten reeds zijn opgenomen)
In heel de controverse tussen de “nieuwe” leiding van de PVDA vanaf 2004 en de (voormalig...dus vóór 2004) algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso neem ik geen standpunt in voor of tegen de “beschuldigingen” aan het adres van Nadine Rosa-Rosso. (ik ontmasker wél de dubbelzinnigheid en schijnheiligheid vàn die “beschuldigingen”. Ik kan wel zeggen dat bij ALLES waar men Nadine Rosa-Rosso van “beschuldigde” er sprake is van collectieve schuld van héél de leiding van de PVDA aan identiek of gelijkaardige feiten als waar men NRR van beschuldigde. Ook zijn bepaalde “ideologische en politieke fouten” die men NRR aanwrijft, IN FEITE de verantwoordelijkheid (geweest) van ANDERE kaders dan NRR zelf. Wel is het zo dat, aangezien ik stelling neem TEGEN de politieke en ideologische lijn die zich uiteindelijk ontwikkelde IN de PVDA (sinds pakweg 1999), ik, naargelang die OVEREENKOMT met de oorspronkelijke opvattingen die heersten onder de leiding van toenmalig algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, wellicht aantoonbaar indirect ook stelling neem tegen opvattingen van haar.....

Tot wat (dogmatisch geïnspireerd) suivistisch activisme leiden kan....
Ik had talrijke rapporten (sinds 1995....zal nog gedocumenteerd worden) geschreven over de noodzaak van het uitwerken van een concrete revolutionaire strategie (concreet "geargumenteerd" voor de werking van communisten "op de vloer" per sector) aan de militanten die werkzaam waren in de bedrijven (en de vakbondswerking). Ik heb daar nooit echt antwoord op gekregen, niet van Nadine, maar ook niet van "hogere" leidingsniveaus (provinciaal Nicole Jublou en Wout Lootens, nationaal kader arbeiderswerking Kris Hertogen, ....; “soms” - maar dan vooral en alleen wat betreft economische analyse - van Jo Cottenier).
Wout Lootens, Wim Kenis, War Claes, Mieke Van Overveld, Bea Knaepen en Jos Hennes veroordeelden mijn standpunten uiteindelijk als "economistisch" en ingaand TEGEN de "eengemaakte campagne tegen de oorlog". Nadine Rosa-Rosso heeft mij DAT verwijt nooit gemaakt.(Nu, zij gaf ook geen antwoord op mijn rapporten...)
Maar Nadine werd dan verweten, vanaf december 2004..: " NRR heeft een aantal defaitistische standpunten ontwikkeld over de mogelijkheid om nog greep te
krijgen op de arbeidersklasse in de grote bedrijven".... Maar ik heb NOOIT een excuus of zelfkritiek “met terugwerkende kracht naar VOOR 2004” voor het “defaitisme” dat bovengenoemde kaders dan wel ontwikkelden (door het NIET beantwoorden van mijn rapporten) INTEGENDEEL mijn (voor de “val” van NRR) veroordeelde standpunten die (na de “val” van NRR) OVEREENKWAMEN met bepaalde analyses van de “nieuwe” leiding bleven gewoon gehandhaafd in mijn “beoordelings-verantwoording” voor mijn uitsluiting.

Vanaf december 2004 wordt NRR verweten: "De politieke verantwoording voor de reorganisatie van 2002-2003 stoelde op de eclectische verabsolutering van de idee “België als één kleine provincie van Europa. De realiteit dat Europa politiek en staatkundig nog steeds “in wording” is, werd genegeerd. (...) De reorganisatie van de partij heeft voor alles geleid naar de afschaffing van de provinciale structuren en daardoor de nationale leiding (verder) afgesneden van de basis. Het bureaucratisme in de leiding werd versterkt, waarop Partij van de revolutie nochtans al uitvoering kritiek maakte. Een essentiële schakel voor de correcte functionering van het democratisch centralisme werd geliquideerd. De foutieve beslissingen in verband met Resist zijn onder andere hierdoor gemakkelijker gepasseerd. Deze reorganisatie was niet gegrond op een materialistisch en dialectisch onderzoek naar de reêle noden van de basiseenheden."
MIJ werd verweten, met name door Wout Lootens, Bea Knaepen dat ik vragen had rond de (dus DIEZELFDE als de LATER veroordeelde) "reorganisatie" en dat ik een antwoord op hun vraag tot toetreden tot "nieuwe organisatie-niveaus" (zoals de "Pools") wilde laten afhangen van een correcte verantwoording voor die "reorganisatie".
Wout Lootens en Bea Knaepen hebben NOOIT laten weten dat IN FEITE mijn bedenkingen rond de « reorganisatie » waar zij bij mij mee afkwamen in feite na 2004 zijn BEVESTIGD geworden. Ook DIE “beschuldiging” (die later blijkt een CORRECT standpunt te zijn – volgens de “nieuwe” leiding toch...) BLIJFT gewoon in de “beoordelings-verantwoording staan” voor mijn uittsluiting.
Mijn protest tegen de "inschakeling in de Resist/Maria-verkiezingscampagne", waarrond de door miij geleidde eenheid volgens de "oude organisatie-struktuur" een rapport had opgesteld over de volgens ons (mijzelf en mijn celleden) "foute beslissingen in verband met Resist" dat door een "incorrecte functionering van het democratisch centralisme" NOOIT beantwoord geweest is (NIET door Nicole Jublou, Wout Lootens en Bea Knaepen) werd als "antipartij-houding" beoordeeld. En dit BLEEF een “anti-partijhouding” in de uiteindelijke “beoordelings-verantwoording” ...voor mijn uitsluiting.

Als nu op begin 2004 een AMV wordt georganiseerd over een voorgestelde Resolutie (van 30 december 2003 - Ik heb daarvan geen copie meer, maar waarvan de inhoud ongeveer overeenkomt met de Resolutie over de voormalig algemeen secretaris Nadine Rossa-Rosso en de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet – 3 april 2004) schrijf ik daarna volgend rapport (1 februari 2004)..... «Afrekeningof strijd tussen tweelijnen» gericht aan het Politiek Bureau (met copie voor Wim Kenis en War Claes – Wim Kenis was door Nationale Leiding gestuurd om «mijn rapporten – die ik al sinds 1995 opstuurde en nooit beantwoord werden - te 'behandelen')
Ik kriig hierop volgend antwoord met de mededeling dat BOUDEWIJN DECKERS mij zal antwoorden: "Le Bureau Politique a bien reçu votre texte "Standpunten op mededelingen van het PB op de AMV" daté du 01/02/2004. Ce rapport sera traité par le département PB. Depuis le 05/02/2004, Dekers Boudewijn est chargé(e) de vous répondre dans un délai approprié. La reponse vous sera communiquée et une copie de cette réponse sera également adressée au Secrétariat du Bureau Politique.")

In plaats van een antwoord van Boudewijn Deckers, krijg ik de opmerking in het verslag ( “Van: SL Leuven 23 mei 2005 Betreft: sanctie tov Nico Oldenhof Van oplosbare meningsverschillen naar antagonistische tegenstellingen. Van kritieknaar openlijk aanvallen.Schorsing van N uit de partij op basis van het overtreden va n punten 1-5-33-34-35- 36 uit de statuten (uitgave Mei 2003)” - lees hierover HIER meer - ) dat ging over de verantwoording voor mijn "uit de partij zetten", dat ik (na al mijn kritische rapporten aan de partijleiding) nu ineens "verzoenend" zou zijn. Dus die "negatieve beoordelingen" (die later in feite blijken overeen te komen met het partijstandpunt terzake waardoor EIGENLIJK Wout Lootens en co NU hadden moeten "erkennen" dat ZIJ fout waren - suivistisch tav Nadine of zo... - en ik IN FEITE JUIST zat) hadden moeten vervallen!... en mijn "verzoenend standpunt" had BEANTWOORD moeten worden -en wel door Boudewijn Deckers PERSOONLIJK!

Hoe kunnen mensen, die ooit zijn toegetreden tot een (toen nog) communistische organisatie, waarvoor zij een kandidatenciclus hebben moeten doorlopen....politiek en ideologisch zo AFSTOMPEN waardoor zij suivistisch-activistisch verdedigen en uitvoeren wat de leiding (met Nadine Rosa-Rosso) hen opdraagd EN daarna zonder problemen en zonder zelf-kritiek of zelf-reflectie HETZELFDE SUIVISME aan de dag leggen, onder een leiding die de vorige BESTRIJDT?
Welnu, dit "mechanisme", deze "dynamiek" IS te ontmaskeren – hetgeen ik dan ook zal doen- door middel van de dokumenten die de PVDA zélf heeft opgesteld: de brochure «Bijdragen aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen secretaris –Discussieteksten, PVDA- Uitgaven juni 2004».

INTERNE documenten eerder (door “bestelling” via niveau-3-leden) bereikbaar voor (eventueel) NIET-leden dan voor partij-militanten
Er bestond een “intern koeriersysteem” dat ondermeer een “telex” bezorgde in de bus van ieder partijlid. Omdat ook interne rapporten zo werden bezorgd had ik (wonend in een appartementsgebouw) gevraagd om men de “interne post” NIET meer zomaar in de bus zo droppen, maar persoonlijk overhandigen (ofwel zou ik – als ik dan niiet thuis zou zijn, de “interne post” wel op een bepaald adres zelf afhalen. Gevolg: ik kreeg gewoon geen “post” niet meer, ook de zogenaamde “telex” niet. Mijn vriendin, toen nog niveau-3-lid (overenkomend met “raadgevend lid”) kreeg nog wél een “telex”. In het najaar van 2004 zat daar een bon bij waarmee je “een aantal ex. X 5 euro” kon bestellen, de brochure “Bijdragen aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemene secretaris – discussieteksten” (PVDA-Uitgaven, juni 2004). Dus IN PRINCIPE INTERNE rapporten die bepaalde INTERNE tegenstellingen behandelden, kon men zo bestellen! Maar ik kon er alleen maar aan geraken door mijn vriendin voor mij een ex. te doen bestellen.
OPMERKING: Er gingen dan in zaaltjes boven cafés, vergaderingen door (in feite en volgens de “oude” leninistische organisatieprincipes, INTERNE vergaderingen door (maar volgens de “nieuwe” organisatieprincipes, “algemene ledenvergaderingen”, dus OVER de celgrenzen heen) waar kon gediskuteerd worden, en waarbij Boudewijn Deckers dan antwoord en uitleg kon geven.......Om maar te zeggen hoe de bezorgdheid over het naleven van het “democratisch centralisme” en het “beschermen van de partij tegenover politiediensten” gehanteerd werd.... daar waar Nadine Rosa-Rosso en Luk Vervaet werden buiten gezet omdat ze juist (volgens de argumentatie in de betreffende brochure) hiertegen juist gezondigd zouden hebben!

PVDA-brochure van juni 2004 “Bijdragen aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen secretaris”1
De brochure is gericht (zo blijkt uit de “Inleiding2 geschreven door het Politiek Bureau van de PVDA) aan nieuwe leden sinds 1999 - de Niveau-3-leden - en sinds het 7e congres de “raadgevende leden”. Misschien zelfs aan een kring daarbuiten, nieuwsgierige sympathisanten... Leden/militanten zou het ook kunnen “overtuigen”... maar dan vooral de “bindende resoluties”....

Naar alle waarschijnlijkheid bent u al op de hoogte of hoorde u al iets over de moeilijke periode die onze partij onlangs doormaakte. (...) (Die).. heeft (..) te maken met de slechte verkiezingsresultaten van mei 2003. Naast de PTB-lijst in Wallonië en de steun aan de lijst MARIA in Brussel, bestond de campage vooral in onze deelname aan de lijst RESIST, samen met de AEL (Arabisch-Europese Lig), in Vlaanderen en in Brussel.
In heel België bleven de verkiezingsresultaten ver onder de verwachtingen, met een stagnatie. Maar in Antwerpen, ons sterkste arbeidersbastion, leidde de lijst Resist tot een grote terugval van meer dan 50% van de “PVDA-stemmen”. De partijleiding kon dit enkel interpreteren als een strenge afwijzing van haar verkiezingstactiek. En dus als een mislukking waarvan de oorzaken ernstig moeten worden onderzocht worden.
Een andere vaststelling was dat het initiatief Resist, gelanceerd tegen het overheersende racisme in België, eigenlijk het tegenovergestelde effect had. In plaats van de arbeidersklasse te verenigen – Belgen én migranten – te verenigen, had Resist eigenlijk voor meer verdeeldheid gezorgd. Nochtans hadden wij al negatieve ervaringen gehad bij de Belgische en migrantenwerkers na onze « schok » -intereventies tijdens de rellen in de volkswijken van Brussel. Wij hadden daaruit toen besloten dat we, naast politieke campagnes tegen het racisme via onze steun aan de petitie Objectief 479.917 bijvoorbeeld, ook de sociale en politieke problemen van de mensen in handen moesten nemen. Want het zijn net die problemen die de voedingsbodem vormen voor de racistische partijen.
Vele sympathisanten en zelfs leden verweten ons bovendien dat wij dit resultaat hadden kunnen vermijden als wij maar naar hen hadden geluisterd.
Deze en nog andere punten staan in de balans van Resistcampagne, geschreven door Peter Mertens en goedgekeurd door het Centraal Comité.

Deze op laatst genoemde tekst is van 21 maart 2004 en chronologisch (in de brochure zélf dus) pas de achtste... en ik kom hier dan ook later op terug. Ik kan wel al zeggen dat in MIJN analyse  van die “crisis van 2003-2004”, die ik in mijn analyse “de revisionistische coup van 2004” noem, dit bilan (of “balans”) “gewoonhet vierde bilan is dat vertrekt van het axioma: “Als 'nederlaag” beoordeelde verkiezingsresultaten vormen een beoordeling over de GEHELE revolutionair-strategische werking van de communistische partij”:
  1. Het verkiezingsbilan uit 1995 door Herwig Lerouge in Marxistische Studies no. 27/1995; Debatten over verkiezingsuitslag PVDA in mei 1995 ...
  2. De Resolutie van 1999 , bilan van de verkiezingen van 1999
  3. De Resolutie van juni 2003, opgesteld door Nadine Rosa Rosso en toen “voorlopig” goedgekeurd door het Centraal Comité
  4. De Resolutie van 21 maart 2004 opgesteld op basis van een verworpen voorstel van Peter Mertens (dat echter na “verbetering” door Boudewijn Deckers toch “goedegekeurd” werd)
Hier wordt dus omwille van redenen die ik later zal duidelijk maken, door de auteur(s) van die “Inleiding” - Het Politiek Bureau - de chronologie doorbroken...
Niet voor niets staat daarom verder vermeld in de tekst:
“Om een en ander beter te begrijpen, worden alle gebeurtenissen uit deze periode chronologisch gesitueerd in de tekst van het Politiek Bureau: “De chronologie van 11 maanden debat en crisis”.”

Er wordt gezegd dat “de slechte verkiezingsresultaten geïnterpreteerd moeten worden als een afwijzing van haar verkiezingstactieken en dus een mislukking betekent”...en uiteindelijk wordt “gesuggereerd” dat het felle antiracisme in de campagne (“gauchisme”) de belangrijkste reden is. En FEITELIJK wordt er gezegd: een verkiezings “tactiek” er NIET in mag bestaan dat je je fundamentele programma duidelijk maakt (Want 'het propageren van revolutie als noodzaak voor fundamentele verandering' is wellicht nog véél 'gauchistischer' dan een “fel antiracisme”!!!) maar dat een “verkiezingstactiek” IN DE EERSTE PLAATS 'méér stemmen dan bij vroegere verkiezingen' moet opleveren.
(Verkiezings-)“tactiek” en -“strategie”... het verschil tussen de twee, de verhouding waarin beide tot elkaar staan, en wanneer men in plaats van “verkiezings-tactiek” kan spreken van “verkiezingsstrategie”...hierrond wordt bewust en omwille van bepaalde redenen door Boudewijn Deckers in zijn tekst – van 17 april 2004, hij kijgt blijkbaar “het laatste woord” - “Communisten en Verkiezingen” een onwarbaar kluwen gemaakt.
Verder het Politiek Bureau in de “Inleiding”:
In dagen en weken na de stembusgang, bezorgden velen onder u ons uw persoonlijke analyse van de slecht verkiezingsresultaten van 2003. Vaak met de volgende argumenten: “Jullie luisterden niet genoeg naar de bekommernissen van de mensen”, “heet verkiezingsprogramma gaf niet weer wat de mensen willen” of “met Resist deden jullie meer aan provocatie dan aan bewustmaking”.
Deze reactie waren des te strenger voor de partijleiding, omdat wij dezelfde opmerkingen al hadden geformuleerd na onze verkiezingscampagne van juni 1999. De partij had daar toen uit geleerd dat ze meer rekening moest houden met de echte bekommernissen van de mensen, dat ze meer naar hen moest luisteren en de strijd voor hun eisen in handen moest nemen. Het is trouwens ook daarom dat de partij beslist heeft haar lidmaatschapvoorwaarden te versoepelen om veel meer werkers de kans te geven aan te sluiten, wat vertaald werd in een serieuze uitbreiding van het ledenaantal.
Het is een goede zaak om op die manier na te denken, want op basis van de lessen van de verkiezingsnederlaag van 1999 en gesteund door een brede enquête onder de mensen, behaalden wij bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000 vijf communistische verkozenen in Herstal, Zelzate en Hoboken. Een historische gebeurtenis! Die erg hoopvol stemde, want dankzij de besluiten die wij amper enkele maanden tevoren hadden genomen, waren we erin geslaagd een rectificatie van formaat in te zetten.
Maar wanneer we de balans opmaken van Resist, moeten we vaststellen dat nergens in de beslissingen omtrent dit initiatief, een spoor is terug te vinden van de besluiten van 1999 die aan de basis liggen van 5 verkozen gemeenteraadsleden en een belangrijke uitbreiding van de partij. Het is dus op dat ogenblik dat de eerste ernstige meningsverschillen ontstonden binnen onze leiding. Sommige kameraden, zoals voormalig algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, vonden dat het resultaat van Resist niet “zo slecht” was en dat het correcter zou zijn te zeggen dat dit initiatief “te vroeg” was gekomen. Dat is het standpunt dat u hebt kunnen lezen in het interview met Nadine Rosa-Rosso in Solidair nr. 38 van 8 oktober 2003.
Op deze eerste analyse van de algemeen secretaris over Resist, kwamen er vele reacties van de basis die stelden dat het initiatief niet “te vroeg” was gekomen, maar gewoon slecht was. Meestal werd daaraan toegevoegd dat de stelling “te vroeg” elk ernstig antwoord op de vraag: ”waarom hebben wij de lessen van de verkiezingen van 1999 laten vallen”, uit de weg zou gaan.
Een groot deel van het Politiek Bureau en van het Centraal comité kon deze opmerkingen en kritieken beamen en ging zo in tegen de mening van de algemeen secretaris.
De algemeen secretaris heeft de meningsverschillen nog groter gemaakt met de argumentatie dat de verkiezingsnederlaag van Resist eigenlijk het logisch gevolg was van de “sectaire lijn” die de partij al meer dan 30 jaar volgde. Ondanks het bestaan van de lessen die de partij uit de verkiezingen van juni 1999 had getrokken, bekroond met het verkiezingssucces van oktober 2000. Maar ook ondanks de talrijke frontinitiatieven die onze partij in het verleden heeft gesteund, van de petitie Objectief 479.917 tot de strijd van de arbeiders van Clabecq. Ook het feit dat onze partij ondanks haar “politieke lijn” overeind is gebleven in de periode waarin het heel moeilijk was om openlijk als communist op te treden, werd op die manier gewoon van tafel geveegd.
In de gedachtengang van de algemeen secretaris ontwikkelde zich een mechanisme dat gekenmerkt werd door twee aspecten. Ten eerste weigerde zij de oorzaken van de verkiezingsuitslag te zoeken in haar eigen opvattingen, die in de periode vóór de verkiezingen toch duidelijk de leiding aan de partij hebben bepaald. En ten tweede weigerde zij systematisch te luisteren naar de kritieken van kaders, militanten en leden in verband met deze manier van leiding geven, laat staan die kritieken te centraliseren en er rekening mee te houden. Het is de analyse van dit mechanisme die Kris Hertogen ontwikkelt in zijn eerste tekst met als titel “Een reactie heet van de tong op een bot en kil ontslag”.

De “meningsverschillen” die er zogezegd tussen NRR en “de rest van de leiding” vormen GEEN fundamentele politieke tegenstelling. De “rest van de leiding” KON in feite niet aangeven in wat nu eigenlijk NRR een “verkeerd standpunt” zou hebben ingenomen. De “rest van de leiding” kon alleen nota nemen van het “groot aantal rapporten en notas” die “allemaal zeiden:'waarom niet de resolutie van 1999 toegepast' ”.(Maar “een groot aantal” gelijke standpunten wil nog niet zeggen dat die - omille van hun AANTAL - nu ineens correct zijn)
IN FEITE zeiden die (“groot aantal”) partijleden en -symathisanten: “Resist was fout omdat zij niet POPULISTISCH genoeg was”. En had NRR (wellicht) “de fout” gemaakt dat zij niet inzag dat de door haar geleide verkiezingscampagne (een “dubbelzinnigeheid vertoonde”?) aan de ene kant de mensen iets moest bijbrengen en aan de andere kant de mensen moest aanzetten hun stem te geven (zodat er genoeg stemmen zouden zijn voor verkozenen)
IN FEITE zou je kunnen zeggen dat NRR de “fout” maakte, dat ze niet inzag dat de verkiezingscampagne niet genoeg populistisch was.!!!
Ik zal nog concreet aantonen dat IN FEITE het “verwijt” was, dat de campagne “te radicaal antiracistisch” was (De PVDA “volgde” teveel de AEL in haar “radicaal antiracisme”) en kon daarom mensen niet meteen hun vooroordelen verjagen .... waardoor zij niet op de partij stemden. (en het “objectief” drie verkozenen niet kon worden gehaald)
Het was zo dat “de campagne tegen de oorlog centraal stond” ....en omdat de werkers van migrantenafkomst zich door hun “verwantschap” verbonden zouden voelen met de door oorlog getroffen bevolking, werd verwacht dat zij de leidende rol hadden (of zouden hebben) in “de strijd tegen de imperialistische oorlog”.

Een eerste “tegenstelling” tussen “het standpunt van Nadine rosa-Rosso” met “de rest van de leiding”, die zich blijkbaar baseert door de KWANTITEIT van GELIJKAARDIGE standpunten van leden, raadgevende leden en sympathisanten, is het standpunt dat Nadine Rosa-Rosso “dat het resultaat van Resist nog zo slecht niet is” waarbij men verwijst naar een interview in Solidair.
Nu, als men ergens naar verwijst vind ik dat men ook wel de tekst moet kunnen lezen waarnaar men verwijst....dus
Nu, hieruit blijk op zijn minst géén onwil van Nadine Rosa-Rosso om te rade te gaan bij “leden, raadgevende leden en sympathisaten”.....INTEGENDEEL roept zij op om te reageren en wil zij vergaderingen hierover bijeenroepen overal.....

Een tweede “tegenstelling” is dat blijkbaar Nadine Rosa-Rosso niet wil erkennen dat Resist niet genoeg het “electoralisme”(...of populisme) had waartoe de Resolutie van 1999 toe oproept... een electoralisme -of noem het POPULISME, dat in de gemeenteraadsverkiezingen in 2000 Herstal, Hoboken en Zelzate “met goed resultaat” is gehanteerd.

...en nu komt er een”draai” (die niet waarneembaar is doordat de chronologie doorbroken wordt) waarbij men Nadine Rosa-Rosso PERSOONLIJK verantwoordelijk stelt voor de politieke “dwalingen” in de verkiezingscampagne van Resist..... Want in de “Inleiding” staat NIET vermeld dat er in feite al “bilans” gemaakt waren over (bepaalde aspecten van) Resist, waarbij NIET Nadine Rosa-Rosso met de vinger wordt gewezen, maar een waarbij ZELF-kritiek wordt gemaakt (bilans die wél in de brochure staan (maar niet als zodanig in de inhoudsopgave opgenomen....):
  • Strategische taken, opvatting over het front en de lijst Resist (Amendement op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist -17 december 2003, Kris Hertogen
  • De lijst Resist en het werk in de arbeidersklasse (Amendement bij de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist – 17 december 2003, Kris Hertogen

Omdat hier wéér de chronologie doorbroken wordt – de redenen zullen achteraf duidelijk worden – zal ik zelf nu de chronologie “herstellen” door aan te sluiten bij de tekst van de “Inleiding” die chronologisch op het voorgaande volgt

Voor Nadine Rosa-Rosso betekent de “sectaire lijn” dat de partij zich moet aanpassen aan de nieuwe omstandigheden van het België van 2004. Punt waarop niemand haar zal tegenspreken. Maar de helling wordt wel gevaarlijk steil wanneer de ex-algemeen secretaris verdedigt dat de voorhoede van de antikapitalistische strijd van vandaag minder in het proletariaat van de grote industrie zit dan bijvoorbeeld in de immigratie. Standpunt dat in de pers wordt vertaald als een “strijd tegen het ouvriëristische dogma” en “voor de modernisering tegen het sektarisme”. En dat trouwens voor een groot stuk heeft geleid tot het initiatief Resist. Standpunt dat ook totuiting komt in het platform van de nieuwe beweging die zij op poten probeert te zetten.(...)
Wij ontkennen niet dat de organisatie van de migranten in België een belangrijke plaats moet innemen. Zij vormen de meest onderdrukte laag van de bevolking. Maar besluiten dat de immigratie op zich de voorhoede wordt van de sociale beweging in België is een andere zaak. Zij is trouwens verdeeld in een linker- en een rechterzijde. Sinds het ontstaan van het marxisme, mee dan 150 jaar geleden, proberen denkers te bewijzen dat het industrieproletariaat “niet meer de voorhoede is van de sociale strijd”. En wel “omdat het verdwijnt”, of “omdat zijn levensomstandigheden verbeteren” of om nog andere redenen. Nochtans bewijst de geschiedenis van de laatste 100 jaar veleer het tegendeel! In België is het aan de arbeidersklasse dat wij alle sociale verworvenheden, van stemrecht tot sociale zekerheid, te danken hebben. Recent nog hebben de werkers van Clabecq toch prachtig aangetoond hoe zij de speerpunt waren van een sociale, politieke en juridische beweging die de fundamenten zelf van het systeem waarin wij leven in vraag stelde. Tijdens de strijd tegen het Globaal Plan in 1993, zijn het de werkers van de grote bedrijven die de industriezones, waar zich de kleine en middelgrote ondernemingen bevonden, gingen leeghalen. Ook daar heeft het proletariaat van de grote industrie nogmaals zijn voorhoedekarakter aangetoond.
Nadine Rosa-Rosso zegt graag dat zij in de PVDA de openheid belichaamde. Maar het minste dat we kunnen zeggen is dat we meet Resist niet echt van “openheid” kunnen spreken. De laatste jaren bijvoorbeeld, verdedigde zij meer en eer de optie van een breuk met de twee grootste vakbonden van ons land, het ACV en het ABVV. Wat op termijn enkel naar het isolement van de strijdbare delegees zou kunnen leiden.
Deze opvattingen over de arbeidersklasse, de migratie en de vakbondsstructuren, zijn het duidelijkst uitgewerkt in de resolutie van 10 augustus 2002, geschreven door Nadine Rosa-Rosso en goedgekeurd door het Centraal Comité. Jo Cottenier legt in “De resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front” uit waarin deze resolutie eenzijdig is en waarin zij een verkeerde opvatting vertaalt van de strategische fase waarin wij ons binnen onze revolutionaire strategie bevinden.
Zo wordt uiteindelijk de verkeerde opvatting “de oorlog centraal stellen in één campagne” (en Jo Cottenier toont deze politiek foute opvatting aan in zijn tekst: “De resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front”) .... aan Nadine Rosa-Rosso verweten: “zij zou de resolutie van 10 augustus 2002 geschreven hebben en dus verantwoordelijk voor de politieke en ideologische lijn hierin”. MAAR JO COTTENIER VERMELDT NERGENS in zijn analyse dat “de schuld hiervan bij Nadine Rosa-Rosso” lag...Ook de tekst van Jo Cottenier is allereerst een ZELF-kritiek.

Het gebruik van de termen “proletariaat”, “voorhoede” en “verworvenheden als resultaat van de strijd daavoor” moet het volgende verbergen (maar wat ik nog uitgebreid zal bespreken:
IN FEITE wordt een streep getrokken over de noodzaak van strijd te voeren tegen reformistische opvattingen die de strijd tegen het kapitalisme/imperialisme vervangt (of zelfs revupereert) door strijd voor hervormingen. Dit leidt UITEINDELIJK tot de volgende anti-revolutionaire opstelling: de voorgestelde “hervormingen” zijn een aan de burgerij en de kapitalisten aangeboden “afkoopsom”, om een mogelijke revolutionaire ontwikkeling van de strijd (tegen het kapitalisme/imperialisme) OP VOORHAND te “dempen”. De vakbondsleiding (in zijn geheel, individuele uitzonderingen daargelaten – zij worden trouwens ofwel gerecupereerd ofwel uitgestoten) speelt die rol van “schokdemper” ...En tensoltte “voorhoede-karakter” betekent dat niet, de arbeidersklasse op één of andere manier er toe brengen om de vakbond om te vormen tot een antikapitalistische strijd-organisatie?

We zullen zien dat Kris Hertogen en Jo Cottenier allereerst (nog) vanuit - ideologisch gezien - revolutionair (of noem het “proletarisch”)standpunt een kritisch bilan maken vooral over de tot standkoming van Resist en niet zozeer over de rol van Resist in het VERLIES van stemmen. Ook maken zij in feite allereerst een ZELFkritiek en wordt NRR (nog) nergens zelf vernoemd, laat staan overladen met alle zonden van Egypte. Ik zal ook nog aantonen (in een latere analyse van hun teksten) dat reeds dan al een zekere dogmatische blindheid hun parten speelt....

Kris Hertogen maakt dan ook nog een tekst met een kritiek op NRR omwille van haar ontslag, en met een kritiek op de door haar opgestelde Resolutie van 30 juni 2003. Alleen ziet KH niet in, dat zijn kritiek op die resolutie, in principe OOK kan gelden voor de Resolutie van 1999. Hij KAN dit ook niet omdat hij een verkiezingscampagne geleid heeft geheel “in de geest van de Resolutie van 1999” en die leverde verkozenen op. (in Herstal in 2000)

Dus nu iets over die teksten die chronologisch gezien aansluiten op het stuk uit “inleiding” hierboven:

Strategische taken, opvatting over het front en de lijn Resist (Amendement op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist – 17 december – Kris Hertogen
Wij hebben de campagne eenzijdig op het thema van de oorlog gericht. Dit feit moet verbonden worden met de Resolutie van het CC van 10 augustus 2002. Het platform van Resist bijv. (behalve het artikel 4 dat door onze partners is gewild), is voor wat de inhoud betreft en trouwe toepassing van deze resolutie. De sociale en democratische eisen worden ondergeschikt en ook geïntegreerd in het kader van de strijd tegen de oorlog. Dat is het perspectief dat gegeven wordt in de Resolutie van 10 augustus 2002. Toentertijd hebben wij trouwens de idee bekampt van een “campagne tegen de oorlog” naast andere campagnes. Het ging om een strategische heroriëntatie die op heel het werk sloeg. In punt 33 van deze resolutie wordt gespecificeerd: “De verkiezingsstrijd moet bijdragen tot de oprichting en de ontwikkeling van een revolutionair front tegen de oorlog, onder leiding van de communisten.” Zo werd Resist geboren.”


De resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front3 – 25 februari 2004 – Jo Cottenier
De Resolutievan 10 augustus 2002 heeft de partij op een rechtse politiek spoor gezet waarin de strategische partijtaken werden beperkt tot de strijd tegen de oorlog. Daaruit volgt een foutieve, rechtse opvatting van het strategisch front. Deze opvatting die al onze huidige taken kadert in de strijd tegen de oorlog, snijdt ons tegelijkertijd af van de bekommernissen van de massa's en leidt ons naar een gauchistische en sektair spoor. De lijst Resist werd aangevoeld als een gauchistische ervaring maar stoelt in de feiten op een rechtse politieke lijn.”

Met een door mij bij hen vermelde “dogmatische kortzichtigheid“, koppelen ze de “foute oriëntatie” van Resist aan de Resolutie van 10 augustus 2002. De nieuw aangestelde leiding (aangesteld door de “commissie”) die dan ook nog Boudewijn Deckers aanstelt om het hele zaakje te leiden én hem aanstelt als “plaatsvervangend” algemeen secretaris, wijt dan ook de “foute oriëntatie” van Resist én de Resolutie van 10 augustus 2002 eenzijdig ..... aan Nadine Rosa-Rosso.
NIEMAND in de partij ziet dat de hele politieke lijn van “één centrale campagne tegen de oorlog die alle andere campagnes vervangt (en dan vooral de mobilisatie van de werkers op revolutie moet “vervangen”) .... het werk is van ....Boudewijn Deckers.

Hij is de auteur van het op het 7e congres (maart 2002) voorgestelde en gestemde “Thesissen over globalisering” met daarin “de taken van de communisten

Dus degene die Nadine Rosa-Rosso buitenzette, Boudewijn Deckers, is zélf verantwoordelijk voor de aan haar geuite beschuldigingen (en NIEMAND van de ander kaders merkte dit op):
- het eenzijdig op oorlog oriënteren
- het beschouwen van een tussenliggende etappe (eerst strijd tegen de imperialistische oorlog) VOORAFGAAND aan de directe strijd voor socialisme
- Het sinds 7e congres slechts oog hebben voor tweede taak..."de strijd tegen de oorlog", met “speciale rol van werkers van migrantenafkomst”
In 2002 gaf BOUDEWIJN DECKERS (en NIET Nadine Rosa-Rosso hoewel als algemeen secretaris toen de hoogste in rang in de PVDA) de richtlijnen voor de “komende centrale campagne voor de komende jaren” van de PVDA. ZIJN “analyse” wordt de “verklaring van het Politiek Bureau van de PVDA” (Zie Marxistische Studies no. 60,  “Irak:een oorlog om olie en controle over het hele Midden-Oosten - Bush inhet spoor van Hitler”, Boudewijn Deckers)


Kris Hertogen “capituleert” (en Jo Cottenier zwijgt) voor de revisionistische oriëntatie die de afwikkeling van de “crisis in 2004" nu krijgt
In de “inleiding” vervolgt het Politiek Bureau nu verder:
Een ander belangrijk punt is dat de algemeen secretaris de tekst van 1999 openlijk heeft moeten aanvallen om zo haar gedachtengang in die richting verder te zetten. Zoals gezegd, had deze tekst ons enorm kunnen helpen als we er ernstig bij hadden stilgestaan. Kris Hertogen legt dat in het lang en breed uit in zijn tweede tekst: “Het verdriet en de pech van een nochtans veelbelovende resolutie”.
Volgens Nadine Rosa-Rosso zijn de laatste 30 jaar ook gekenmerkt door onze dubbelzinnige houding ten opzichte van de verkiezingen. “Als de partij geen betere resultaten behaalt, is dat omdat zij de verkiezingen niet wil winnen”. Maar ook omdat “de leiding die resultaten altijd rechtvaardigt met heet feit dat de verkiezingen niet democratisch zijn”. Ten eerste kunnen in het België van de 21e eeuw in het bijzonder en in de kapitalistische landen in het algemeen, verkiezingen in geen geval democratisch zijn. Het gaat immers in essentie om een gevecht tussen partijen die over kolossale sommen bschikken die hen genereus worden aangeboden door de Staat om de werkers te bedriegen. De invoering van de kiesdrempel bijvoorbeeld is slechts een bijkomende stap om de verkiezingen te herleiden tot het Amerikaanse model dat 2 partijen tegenover mekaar plaatst: één “democratische” en één “republikeinse”, maar beide vóór alles “miljardairspartijen”. Anderzijds ontkennen wij niet dat de partij problemen heeft om haar boodschap over te brengen bij brede lagen van de bevolking. Problemen die inderdaad lot uiting komen in verkiezingsresultaten die beter kunnen zijn. Maar daaruit besluiten dat het verkiezingsresultaat de enige barometer is waaraan de vooruitgang en de inplanting van de partij kan worden gemeten, is een lijn die geen enkele marxist zal overschrijden. Weinig revoluties in de wereld werden trouwens voorafgegaan door grote verkiezingsresultaten van de revolutionaire partij.
Deze electorale “overschatting” dreef de partijleiding ertoe te vechten voor een onrealistisch objectief, namelijk 3 verkozenen.(...) Dat is ook de logica gevolgd in de resolutie van 30 juni 2003. In “De communisten en de verkiezingen”, legt Boudewijn Deckers uit waarin deze logica eenzijdig is en een ernstig gevaar kan betekenen voor onze partij.(...)
Om een en ander beter te begrijpen, worden alle gebeurtenissen uit deze periode chronologisch gesitueerd in de tekst van het Politiek Bureau: “De chronologie van 11 maanden debat en crisis”.

Even de ECHTE chronologie weergeven van de teksten in de brochure...

Een reactie heet van de tong op een bot en kil ontslag of de kroniek van een heilzame crisis Kris Hertogen 07-12-03

Strategische taken, opvatting over het front en de lijst Resist
(Amendement op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist Kris Hertogen 17-12-03

De lijst Resist en het werk in de arbeidersklasse
(Amendement bij de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist) Kris Hertogen 17-12-03

De Resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front Jo Cottenier 25-02-04

De chronologie van 11 maanden debat en crisis -goedgekeurd door het Politiek Bureau Peter Mertens 12-03-04

Hoe de wereld op zijn kop zetten:over de drie mythes die Nadine Rosa-Rosso en Luk Vervaet de wereld insturen
- Document goedgekeurd door het Politiek Bureau Peter Mertens 14-03-04

Het verdriet en de pecht van een nochtans veelbelovende resolutie Kris Hertogen 16-03-04

Geamendeerd verkiezingsbilan van het electorale debacle van de lijst Resist Centraal Comité van de PVDA 21-03-04

Resolutie over de voormalige algemeeen secretaris Nadine Rosa-Rosso
en de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet Centraal Comité van de PVDA 03-04-04

Antwoord op de ontslagbrief van Freddy Visconti Boudewijn Deckers 05-04-04

Communistn en verkiezingen – Kritiek op het electoralisme van de Resolutie van 30 juni 2003 Boudewijn Deckers 17-04-04

Inleiding Politiek Bureau van de PVDA 01-06-04

Het is maar op het moment dat Kris Hertogen volledig capituleert voor het electoralisme van Resolutie van 1999 (in “Het verdriet en de pech van een nochtans veelbelovende resolutie”) en door de secundaire verschillen niet meer de politieke en ideologische OVEREENKOMSTEN ziet tussen de Resolutie van 1999 en die (“opgesteld door Nadine Rosa-Rosso”) van 30 juni 2003. Nu is het zo dat Nadine Rosa-Rosso blijkbaar veel minder “bedreven” is in het opstellen van een marxistisch-KLINKENDE analyse dan Boudewijn Deckers (Het is BOUDEWIJN die het voorstel bij het CC indiende in 1999 van de resolutie toen), en weet Kris Hertogen inderdaad de Resolutie van 30 juni “uit te benen”....maar is diezelfde Kris hertogen BLIND voor het revisionisme van de Resolutie van 1999.

En zo wordt het Boudewijn Deckers weer makkelijjk gemaakt! In de tekst “Communisten en verkiezingen” valt hij het “electoralisme van Nadine Rosa-Rosso” aan, in de “door haar geschreven” (maar ooit wél goedgekeurd door het CC!) Resolutie van 30 juni 2003 aan.....om dan de héle PVDA, via trouw te (laten) zweren aan Resolutie van 1999 (geschreven op basis van de door Boudewijn Deckers geschreven tekst voor het 5e congres in “Hoofdstuk III,deel 3..” van “Partij van de revolutie”) ....op een electoralistische koers te zetten. (Ik beschrijf de “kromme” redenering die Boudewijn Deckers maakt in het door mij geschreven document “Marxisme of revisionisme? Revolutionaire of reformistische partij?” - , vanaf pagine 75 – de rest van het document bevat nog heel wat argumenten bij bepaalde kritiek op de “nieuwe” leiding van de PVDA) 

En dan besluit de “Inleiding” op een “geraffineerde” manier:

Natuurlijk zal men daarop antwoorden dat “andere kameraden dit standpunten hebben verdedigd!”, maar daar ligt de kwestie niet. Wij verwijten de ex-algemeen secretaris niet dat zij ernstige fouten heeft gemaakt. Dergelijke verwijten moeten veeleer gericht worden aan de collectieve leiding van de partij. Wat wij haar wel verwijten, is dat zij haar fouten weigert te erkennen, dat zij ze uitdiept en de schuld op het verleden steekt, door dertig jaar partijgeschiedenis in vraag te stellen. Wij zijn erop zich niet tegen om te bekijken wat goed en slecht is in de geschiedenis van de partij. Maar wij vinden dat dat in de eerste plaats enkel moet gebeuren op basis van de balans van de voorbije verkiezingscampagne. En dat weigert Nadine Rosa-Rosso.

...en Boudewijn Deckers is héél stillekes, want 'wat een geluk....', NIEMAND in de partij ziet in dat HIJ in feite een 'zelfkritiek' zou moeten maken en “zijn fouten erkennen”. Nee, hij wordt dan nog op het schild geheven om Nadine Rosa-Rosso te “vervangen” als algemeen secretaris.!!!

Hoe een ontwikkeling van opportunistische stellingnames (bewust) worden geaccumuleerd IN de partij. Dit gebeurt onopmerkzaam doordat het bestaand dogmatisme bij de meerderheid van de kaders en militanten blindheid veroorzaakte voor dat opportunisme in die stellingnames.
Deze opportunistische stellingsnames konden op cruciale momenten als “partijlijn” worden gebruikt om organisatorisch en ideologisch (en uiteindelijk dus ook politiek) volledig te doen ontaarden.
We zullen zien dat in 2004 een aantal opportunistische stellingsnames opgemerkt werden als zijnde een ideologisch en politiek gevaar voor de partij. Juist op DAT moment moest de verandwoordelijke voor héél dat proces van accumulatie van opportunisme (tot een kwalitatieve “omslag” in de partij) op een gewiekst manier de aandacht die op hem dreigde te komen wis af te wenden en de richten op enkele kaders die toch al met uitwijzing bedreigd waren. En sterker, onze gewiekste revisionist werd zelfs benoemd als plaatsvervangen algemeen secretaris om zowel de uitzetting als de (revisionistische) omslag in de PVDA te LEIDEN.
...en op het 8e congres in 2008 werd dan die (revisionistische “omslag”) bevestigd door een meerderheid van afgevaardigden. (een bewijs van het heersen van totale ideologische en politieke – door dogmatisme gedreven - BLINDHEID)

OPM. Het is Boudewijn Deckers die (in 20034) het standpunt van de PVDA bepaalde dat China door de politiek “hervorming en opening” van Deng Xiaoping het socialisme versterkte (tegenover mijn standpunt dat ik tegenover hem innam – en ik meen dat ik hierin alleen gevolgd werd door Ludo Martens, chronologisch gezien is dit natuurlijk juist omgekeerd (..)- dat Deng Xiaping toen de kapitalistische productieverhoudingen OPNIEUW versterkte, de arbeidskracht als waar OPNIEUW invoerde en kapitalisten – dus eigenaars van productiemiddelen – laat toetreden tot de Communistische Partij)
Hier wordt “China is socialistisch” maar dan “met problemen” en waarop wellicht kritiek kan worden geformuleerd. Deze dubbelzinnige houding wordt naar Noord Korea nog “eigenaardiger”. Hier wordt Noord-Korea (nog) socialistisch genoemd. Er worden geen “problemen” of “kritieken” geformuleerd.....maar in 2011 is voor de PVDA Noord-Korea geen “bestaand socialisme” meer. Is het dan kapitalisme, dat wordt niet duidelijk gemaakt. Het word een dynastiek militair regime genoemd... (fascistisch?)
In die zin is Boudewijn Deckers ook de “oorzaak” voor de onduidelijkheid van opvatting NU in de PVDA van “wat socialisme nu eigenlijk is

In 2004 wordt Boudewijn Deckers (ondanks zijn standpunten over Noord-Korea) op het schild gehesen als “plaatsvervangend” algemeen secretaris... daar waar Jef Bossuyt (omwille van IN FEITE positief reisverslag over Noord-Korea) BUITEN de partij wordt gezet (zoals u hier kan lezen hoe het op de website zélfstond van de PVDA - het echt artikel is niet meer bereikbaar)

Het dogmatisme waaraan de meeste partijleden en -kades lijden is ondermeer gebaseerd op een vorm van “maoisme”
Het enige PVDA-kader die dit ooit heeft aangekaart is Ludo Martens.

Het enige wat men Ludo Martens kan “verwijten” (of anders gesteld:...datgene waar ik graag met Ludo over had gediscussieerd) is, dat hij de lijn van de CCP en de lijn die Mao Zedong verdedigt, soms gelijkstelt aan elkaar, waardoor bepaalde waargenomen “fouten” soms aan Mao worden toegeschreven terwijl zij eigenlijk op conto van de CCP moeten worden geschreven, en andersom. Zo is het “maoisme” een opportunistische stroming (dogmatisme eigenlijk) die zich baseert op de CITATEN van Mao, LOS van de context (zowel van het gehele document van waaruit de citaten komen als van de historische context waarin de documenten -waaruit de citaten dus “geplukt” zijn – geschreven zijn) Of zoals Ludo Martens het verwoordt:

Over de kleinburgerlijke invloed binnen de maoïstische beweging (...)... de jonge marxistisch-leninistische beweging die zich vanaf 1963 in Europa ontwikkelde. Deze beweging werd gekenmerkt door kleinburgerlijke ideologieën die het anti-stalinisme als gemeenschappelijk kenmerk hadden. De standpunten van Mao Zedong die we hier bespreken, hebben een bepaalde interpretatie vergemakkelijkt van het "maoïsme" als nieuwe theorie tegengesteld aan het stalinisme, en dus aan het leninisme. (...) In onze partij werd het idee verspreid dat "op alle domeinen" de ideeën van Mao Zedong "superieur" waren aan deze van Stalin of zelfs van Lenin. Het werd niet nodig geacht om een studie te ondernemen om aan te tonen op welke punten precies Mao Zedong een echte verrijking is geweest voor de marxistisch-leninistische theorie. Zo aanvaardde onze partij de idee - die vaak in de Chinese teksten werd vermeld - dat Stalin, in tegenstelling tot Mao, niet begreep dat de klassenstrijd voortduurde onder het socialisme. Het bewijs hiervoor werd blijkbaar geleverd in het rapport van Stalin over het ontwerp van Grondwet van 1936. Stalin schrijft er: "Alle uitbuitende klassen werden uitgeschakeld. De arbeidersklasse is overgebleven. De boerenstand is overgebleven. De intellectuelen zijn overgebleven." Professor Thompson levert een klassiek geworden commentaar op deze passage: "Hier werden de uitbuitende klassen uitgeschakeld; het lijkt erop dat de klassenstrijd ten einde is."5 In feite leert een uitgebreide studie van het werk van Stalin hoezeer deze conclusie verkeerd is. Voor Stalin betekende de uitschakeling van de grootgrondbezitters, van de kapitalisten en de koelakken geenszins het einde van de klassenstrijd en van de dictatuur van het proletariaat.
Heel wat "maoïstische" stellingen die door Thompson verdedigd worden zijn kenmerkend voor de kleinburgerlijke intellectuelen die onder de indruk waren van de massabewegingen in de Volksrepubliek maar die tegelijkertijd de invloed van het anti-communisme bleven ondergaan. Thompson schreef in 1971: "Stalin volgde de leninistische lijn tot in 1935 maar vervolgens week hij ervan af en dit op twee manieren. Aan de ene kant vertrok de nieuwe grondwet van de veronderstelling dat - voor wat betreft de interne betrekkingen - de dictatuur van het proletariaat soepeler kon worden; daarom werd zij door de burgerij, dit dit beschouwde als een bevestiging van haar voorrechten, goed onthaald. Dit was een rechtse afwijking. Doordat aan de andere kant de dictatuur van het proletariaat in de feiten niet kon versoepeld worden, werd zij in stand gehouden door administratieve methodes, als een opdracht van de veiligheidsdiensten. Dit was een "linkse" afwijking - de fout van de "over-administrering" zoals Lenin het had genoemd - die reeds te merken was in de linkse excessen die de strijd tegen de koelakken hadden gekleurd. Deze twee afwijkingen vulden elkaar aan en ondersteunden elkaar. Vijanden werden als vrienden behandeld en vrienden als vijanden."6
In Europa werden heel wat marxistisch-leninistische organisaties beïnvloed door de fouten van Mao Zedong en de CCP. Deze organisaties "diepten" op eenzelfde manier als professor Thompson deze fouten vaak verder uit.
Begin zeventiger jaren heeft Harpal Brar een aantal pamfletten gepubliceerd die de opportunistische standpunten van Thompson en van verschillende Britse marxistisch-leninistische organisaties bekritiseerden. Hij schreef: "Het anti-bolsjewisme van deze heren gaat onveranderlijk vergezeld van luide betuigenissen van "steun" en "lof" voor China en Mao Zedong. Onder het bedriegelijk voorwendsel van bezorgdheid voor de Sovjetboeren, discrediteren zij de leninistische lijn van de CPSU(b) inzake de landbouwkwestie en vallen zij deze aan. Vervolgens strikken zij simpele zielen bij de revolutionairen met verhalen over zogezegde verschillen tussen China en de USSR, tussen kameraad Mao Zedong en kameraad Stalin. Zij brengen hen volledig in de war en jagen hen weg van het leninisme. Hoe reageren bepaalde van onze kameraden op deze verraderlijke valstrik? In plaats van het te ontmaskeren, bijten zij in het aas, lopen zij in de val en nemen zij zelf een anti-stalinistisch en anti-leninistisch standpunt in... Niet iedereen die China ‘looft’ is een marxist".78

In een volgend artikel wil ik aantonen hoe Boudewijn Deckers zijn burgerlijke ideologie wist te “verbergen” onder dit “maoisme” en hoe kaders als Kris Hertogen en Jo Cotternier “verblind” door deze vorm van dogmatisme van hun oorspronkelijjke revolutionaire en communistische “partijopvatting” afstappen en de “sociaal-democratische” of REFORMISTISCHE partijopvatting “assimileren”.

1De inhoud van deze brochure zal uiteindelijk VOLLEDIG HIER  te lezen zijn
2Inleiding” in “Bijdrage aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen secretaris – discussieteksten”, PVDA-uitgaven juni 2004, door het Politiek Bureauvan de PVDA
3 (noot van redactie van brochure):Een eerste ontwerp van deze tekst werd gerealiseerd op 9 augustus 2003 en voorgesteld op het Frontbureau op 14 augustus 2003, dus precies één jaar na de Resolutie van 10 augustus 2002. De fundamentele kritiek op de Resolutie van 10 augustus 2002 werd het kader van de discussie over de balans van Resist door de verantwoordelijke voor het Frontbureau ingebracht op het Politiek Bureau van 20 augustus 2003. De stelling luidde dat er een duidelijke band was tussen het unilateralisme van de Resolutie van 10 augustus 2002 en het initiatief tot het verkiezingsfront Resist. De kritiek werd categoriek verworpen door Nadine Rosa-Rosso, de vroegere algemeen secretaris. De tekst werd verschillende keren herwerkt en aangevuld door uittreksels uit rapporten ingediend bij het opmaken van de balans van de verkiezingen. De tekst werd voor het eerst besproken op het Politiek Bureau van 25 februari2004.
4Marxistische Studies no 64, Publicatiedatum: 2003-11-01,“Vragen over de ontwikkeling van het socialisme in de Chinese Volksrepubliek”, Boudewijn Deckers. Een delegatie van het Centraal Comité van de Partij van de Arbeid van België (PVDA) was van 16 tot 25 februari 2003 in China, op uitnodiging van de Communistische Partij van China (CPC). Boudewijn Deckers, verantwoordelijk voor de Internationale Betrekkingen van de PVDA, leidde de delegatie.
5 Stalin, Les questions du léninisme, Uitg. Tirana, 1970, p.702; Thompson, p.131.
6 Thompson George, From Marx to Mao Tse-Tung, China Policy Study Group, London, 1971, p.135-136.
7 Brar Harpal, Trotskyism or Leninism, 1993, p.502.

8Marxistische Studies nummer 29, Publicatiedatum: 1996-03-01 Copyright © EPO, IMAST en auteurs. Overname, publicatie en vertaling zijn toegestaan voor strikt niet-winstgevende doeleinden. “Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme - Voor de eenheid van de communisten, voor de verdediging van het proletarisch internationalisme”, door Ludo Martens.