22-12-2012

De achtergronden van een aangekondigd besparingsplan, zoals ik dat zie....

Op donderdag 13 december kwam het nieuws dat Danone de komende jaren 200 miljoen Euro zo besparen. Danone zou overwegen waar er in Europa jobs zouden moeten verdwijnen. De besparingen werden ingegeven door de teruglopende verkopen, een gevolg van de recessie. De jobs die zouden verdwijnen zouden beperkt zijn tot management- en support-functies en gebeuren door vrijwillig vertrek.
Voor de rest is er bij de werknemers, zonder deze berichtgeving reeds een ongerustheid ivm tewerkstelling de komende jaren, omwille van de bestaande "overcapaciteit". Deze ongerustheid is zeker niet weggenomen door de mededeling dat de toekomstige besparingen van 200 euro "alleen maar" management- en support-jobs zouden betreffen. Want de overcapaciteit, of de zich doorzettende trend van teruglopende bestellingen zal de bezetting van de productielijnen zeker "onder druk zetten".

Crisis betekent werk- en loonverlies voor werkers .... maar winstgevende opportuniteiten voor kapitalisten
Maar het is interessant om de achtergrond eens te bestuderen, omdat zo geïllustreerd worden hoe de overcapaciteitscrisis niet betekent dat de kapitalisten minder winst zouden maken. Hiertegenover staat dat de overcapaciteitscrisis wél betekent: een verhoging van de uitbuitingsgraad, dus lager loon, afbraak sociale zekerheid, langer werken, minder pensioen...... voor de werkers.
Ik “googelde” wat... het resultaat kun je lezen aan verzamelde artikels hier.
Zo werd het nieuws over de aangekondigde besparingen begeleid door de bedenking van de commentator/journalist dat Danone ertoe was aangezet een besparingsplan aan te kondigen "onder druk van de 'activist-investeerder' Nelson Peltz" die de laatste maand had gezegd dat hij 1% aandelen van Danone had verworven via zijn investerings-bedrijf Trian Fund Management LP.

In de lente was het aandeel van Danone nog 55 euro. Dit was gezakt tot 48,06 euro (wellicht de interessant goedkope aankoopprijs voor Nelson Peltz...), maar steeg meteen tot 51,12 euro toen het besparingsplan werd aangekondigd. Volgens Peltz heeft het aandeel van Danone het potentiel om met 60% te stijgen tot 78 euro tegen het einde van 2014.

De taktiek van Nelson Peltz, voorbeeld Heinz
In 2007 kocht hij genoeg aandelen van Heinz om een plaats te verwerven in leiding van het bedrijf. In een jaar tijd deed hij de waarde van de aandelen stijgen met 34 % tot 45 dollar per aandeel (dus blijkbaar waren ze oorspronkelijk 33,6 dollar per aandeel).
In 2012 omwille van de trend van stijgende grondstofprijzen (ook voor de grondstoffen van de Heinz-ketchup...) bleek voor Peltz het maximum gehaald uit Heinz en verkocht hij de aandelen aan 55,3 dollar per aandeel.

Banken voor kapitalisten, meer interesten dan op ons spaargeld
Dus kapitalisten/industriëlen die op een bepaald moment liquide geld beschikbaar hebben die zij op dat moment niet op een rendabele manier kunnen investeren in hun bedrijf stellen het ter beschikking van zo'n investerings-bedrijf als Trian Fund MAnagement...... eigenlijk plaatsen ze het geld op een soort bank... die op basis van expertise in interessante aandelenaankopen en vervolgens het "opwaarderen" van die aandelen.... om ze dan met veel winst weer te verkopen een serieuze opbrengst garanderen voor het geplaatste geld. Ons spaargeld brengt zoveel niet op......!!

Het "opwaarderen" van die aandelen gebeurt op basis van richtlijnen tot rendementsverbetering, kostenbesparingen bij die bedrijven waarvan aandelen zijn gekocht, zodat het beeld, dat het bedrijf naar de beurs reflecteert, verbetert. Als tot aan de aandelenverkoop er maar meerwaardeverhoging is.... dat er geen fundamentele oplossing is voor de overcapaciteitscrisis doet niet ter zake.
Dus de aandelen van Danone zullen stijgen (omdat het beeld naar de beurs, omwille van dat aangekondigde besparingsplan, verbetert), tot aan het moment dat men zegt "nu kunnen we ze met aanzienlijke winst verkopen".
Zo levert een bedrijf dat toch sukkelt met overcapaciteit en zo jobverlies en loonsverlies op zal leggen aan haar werknemers TOCH grote winst op voor grote kapitalisten.

13-12-2012

PVDA-kader Kris Merckx: “is China NOG socialistisch?”... maar weet niet wat socialisme is!

Kris Merckx zet de toon over zijn relaas over zijn reis naar China, 40 jaar na de vorige:
Verschillende vrienden vroegen me een vergelijking te maken tussen het China van 1970 en 1979 en dat van nu zoals ik het op mijn recente reis zag. Zij weten welke rol China en de ideeën van Mao in het begin van mijn politieke leven gespeeld hebben, Hoe ervaart zo iemand de gigantische veranderingen die zich sindsdien in het ‘Rijk van het Midden’ hebben voorgedaan? Dat intrigeert hen wel. Voor hen doe ik het dus. Ik ga het wel houden bij de verschillen tussen wat ik in 1970 zag en hoe ik het land deze zomer terugvond, de reis van 1979 laat ik terzijde. Dat laat me ook toe om, voor het beschrijven van de verschillen tussen veertig jaar geleden en nu, telkens te vertrekken van een citaat uit ons toch wel wat bijzondere HUMO-relaas van toen. Na het herlezen van dat relaas moet me eerst iets van het hart. Ja, we hebben daarin eerlijk weergegeven wat we in 1970 gezien en gehoord hadden. Maar in de duiding ervan stak een flink stuk idealisering en simplificering. Een kwaal die voor een deel te wijten was aan onze eigen kinderziekten van nog maar pas ontloken ‘marxisten’ maar ook aan het officiële propagandadiscours van tijdens de Culturele Revolutie.1
Wellicht zat er toen IN ZIJN HOOFD “ een flink stuk idealisering en simplificering”, omdat hij toen ook al niet echt die zaken, documenten en analyses bestudeerde waar bijvoorbeeld Ludo Martens in “Van Tien Anmen tot Timisoara”, “URSS, de Fluwelen Contrarevolutie”,” Een andere kijk op Stalin”, in “Partij Van De Revolutie”, en Marxistische Studies no 29, Publicatiedatum: 1996-03-01, “ Omtrent enkele aspecten van de strijd
tegen het revisionisme -Voor de eenheid van de communisten, voor de verdediging van hetproletarisch internationalisme”, wél werk van maakte en ze aan alle partijleden (en vooràl de kaders zoals Kris Merkx...) al vanaf de tijd van AMADA, aanbeval.
Veertig jaar later ben ik, zo hoop ik, niet alleen ouder maar ook wijzer geworden. Verwacht dus van mij in dit artikel geen formele politieke oordelen over de weg die China vandaag is ingeslagen. Zo iets is onmogelijk op basis van indrukken opgedaan tijdens een reis van enkele weken. Voor meer diepgaande gegevens en analyses verwijs ik naar bronnen en mensen die kunnen bogen op meer kennis en studie van China of op jarenlange ervaring in het land zelf. Zo is er het goed gedocumenteerde tijdschrift China Vandaag van de Vereniging België-China en haar interessante website. Verder zijn er de site en de publicaties van Chinaspecialist en auteur Peter Franssen. (4) Of die van Frank Willems en Lieve Dejonghe, de organisatoren en begeleiders van onze reis.”2
Over Frank Willems niets te na gesproken ....maar Peter Franssen is wel een Nationaal Kader van de PVDA., en in dit document (klikken op “downloaden” en dan op “openen in Adobe-reader” om op scherm te lezen) toon ik aan dat hij in hetzelfde bedje ziek is als Kris Merckx)
Aan het eind van zijn reisverslag maakt hij “conclusies” en geeft Kris zijn conclusie-stuk de titel geeft:”“Is dit socialisme?”.... maar gaat hij over op “bedenkingen” te geven op de vraag “Is China NOG socialistisch?
“En wat antwoord ik nu op de vraag die alle marxisten en linksen ter wereld bezighoudt, ‘Is China nog socialistisch?’. De officiële teksten van de CCP zijn formeel. Actueel realiseren zij de eerste of ‘primaire’ fase van het socialisme, een marktsocialisme met Chinese karakteristieken. Het doel blijft om tegen het midden van deze eeuw te evolueren naar een meer welvarende, gevorderde socialistische maatschappij. Sommigen denken dat dit stadium zelfs eerder kan bereikt worden. Voor me zelf stelde ik al bij het begin van dit artikel: op basis van reisindrukken en beperkte studie kan en mag je daarover geen sluitende uitspraken doen. Ik geef hier wel ter overweging wat een aantal interessante mensen ter plaatse ons op die vraag hebben geantwoord. Je zal merken dat ook zij er, na jaren discussies, niet altijd uit zijn. (...)
Ik geef in een notendop weer wat Michael tegenover ons kwijt wilde over het karakter van het huidige Chinese regime: “Ik heb de onlangs overleden Joan Hinton gekend en weet dat zij de hervormingen sinds 1978 slecht vond.3 Ook heel wat buitenlandse maoïsten en marxisten denken dat het de verkeerde weg opgaat. Maar zeker 90% van de Chinezen zelf vindt van niet. Het levensniveau is fel gestegen. Er is een enorme vooruitgang van de productiekrachten. Ik ben zelf marxist. Om te beoordelen of een hervorming goed of slecht is moet men zich baseren op de feiten. De waarheid zoeken in de feiten, heet dat.”4

Kris gaat niet uit van feiten, maar van een idee
Kris Merkx is niet eerlijk. Hoewel hij steeds zegt “geen sluitende uitspraken te doen” verdedigt hij constant het standpunt die de HUIDIGE CCP-leiding “in officiële teksten”....daar waar hij over VROEGER zijn zelf-kritiek maakte:
Maar in de duiding ervan stak een flink stuk idealisering en simplificering. Een kwaal die voor een deel te wijten was aan onze eigen kinderziekten van nog maar pas ontloken ‘marxisten’ maar ook aan het officiële propagandadiscours van tijdens de Culturele Revolutie.5
Maar die Michael Crook waar Kris het over heeft (en Kris zèlf dus ook niet) gaat NIET uit van de feiten, maar van een vooringenomen standpunt (dat is geen marxisme maar idealisme)
Heeft Kris ooit de verantwoording gelezen laat staan bestudeerd door partij-ideologen uit de CCP onder leiding van Deng Xiaoping waarin zij een “marxistische” verdediging geven van de “Hervormingen en Opening” van Deng Xiaoping (dus een OFFICIEEL CCP-text!)?. Het gaat hier over het boek (dat ikzelf ooit heb kunnen lenen van een PVDA-kader:"China's socialist economy"6
Indien “echt marxist” kun je daar het revisionisme ontwaren van de leiding van de CCP na 1978.
“Alles hangt er vanaf hoe je socialisme definieert. Is het criterium grootte van staatssector of wie de macht heeft? De situatie voor het volk is vrij stabiel. Het levensniveau en de omstandigheden van de mensen zijn moeilijk geweest in de periode voor 1978. Daarom wilden ze verandering. Er waren onvoldoende incentives (prikkels) om zich in te zetten. Iedereen kreeg hetzelfde aantal werkpunten ongeacht hoe hard hij of zij ook werkte. De hervormingen veranderden dat. Iedereen rushte dan om meer te verdienen. De economie is nu efficiënter maar de maatschappelijke gelijkheid leed er onder.”
‘Stevig gecontroleerd kapitalisme’ “7
Vervolgens gaat Kris Merckx uit van een “analyse” van iemand die zichzelf - net zoals Kris - “marxist” noemt....maar het - net zoals Kris - dit duidelijk NIET is!) en zo zegt Kris verder niets meer over degene die “OP BASIS VAN FEITEN de WAARHEID” BEWEES dat sinds 1978 de hervormingen het socialisme hebben uitgehold (zonder dat zij zegt dat het kapitalisme sinds 1978 hersteld zou zijn....) namelijk Joan Hinton (of haar echtgenoot William Hinton wiens boeken Kris toch echt bestudeerd zou moeten hebben, aangezien er in Marxistische Studies regelmatig artikels verschenenen van William Hinton)
“Michael vervolgt: “Mao was vooral geïnteresseerd in de productieverhoudingen, Deng Xiao Ping in de productiekrachten. Deng, en voorheen ook president Liu Shaoqi, stelden dat onze productiekrachten fel onderontwikkeld waren en we eerst nog door een periode van een soort kapitalisme moesten. Mao dacht dat dat niet nodig was. Op dat punt heeft de lijn van Deng het gehaald. De CCP realiseert nu een gecontroleerde ontwikkeling van het kapitalisme in China. (...) De productiekrachten zijn nu door de hervormingen wel enorm ontwikkeld, maar er is een verslechtering van de productieverhoudingen opgetreden. De laatste 5 à 10 jaar zijn er vreselijke mijnongevallen geweest, op sommige plaatsen kon je bijna terug van slavernij spreken. Sommige mensen zijn in armoede gestort en zonder empowerment kunnen ze daar niet uit geraken. Maar de regering is zich de laatste 5 jaar zeer bewust geworden dat de markt dient ingetoomd te worden om sociale, economische en ecologische redenen. En ook omwille van de veiligheid en de gezondheid van de mensen. Er is de laatste 5 jaar een terugkeer merkbaar naar meer overheidsinterventie. De huidige regering is duidelijk meer communistisch dan die van twintig jaar geleden met Zhao Zhi Yang, Hu Yao Bang en anderen. Een finaal antwoord geven op de vraag of China nog socialistisch is? Ontsla me daar van. (...)” (...)8

Mao stelde dat (zoals Lenin dit ook stelde en Marx ook stelde als eigenlijke taak van de Commune) de burgerlijke democratische revolutie moest overgaan in de socialistische revolutie (de productieverhoudingen omkeren wil zeggen communistische productieverhoudingen uitbouwen en kapitalistische productieverhoudingen afbreken, en dat de belangrijkste productiekrachten (de werkers) dit zelf moesten doen. Zo waren de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie ondermeer een opvoedingscampagne (“Leren van Datchai” hoorde daarin...) om de werkers HUN EIGEN MAATSCHAPPIJ te doen uitbouwen en hun macht (dictatuur van de arbeiders in alliantie met de boeren) te doen verstevigen. Kris Merckx zou dat moeten weten als hij echt die documenten gestudeerd had die mij ooit in de PVDA OOK zijn “aanbevolen”, zoals ondermeer De Morgenvloed en De Wind In De Toren van Han Suyin én het (door EPO indertijd nog uitgegeven) reisverslag naar .....Datchai, en door Marxistische Studies aangegeven hoofstuk (over Datchai NA de hervormingen) in het boek van William Hinton “The Great Revearsal”.
Deng Xiaoping en Liu Chaoqi zeiden dat het mogelijk moest zijn tegenover het buitenlands imperialisme er een nationaal kapitalisme zich moest ontwikkelen. (dus GEEN omkering van productieverhoudingen). Het argument dat zij hiervoor gebruikten om dit BINNEN de communistische partij te verdedigen was: “de productiekrachten (en hierbij bedoelden ze de Chinese arbeidersklasse in bondgenootschap met de boeren) hebben voorlopig nog niet genoeg politiek bewustzijn, rijpheid om de “productieverhoudingen om te keren”. Gelijkaardige argumenten kwamen van slavenhouders en kolonialisten om slaven en gekoloniseerde volkeren hun eigen lot in eigen handen te nemen: “ze zijn er nog niet rijp voor...”
Deng Xiaoping heeft de overgang naar communistische productieverhoudingen GESTOPT en OPNIEUW kapitalistische productieverhoudingen versterkt en doen ontwikkelen. Hierbij is dus de vraag “is China NOG socialistisch” een academische vraag: als men socialisme beschouwt als eerste fase van uitbouw van communistische productieverhoudingen waarbij (zeker in het begin) “een grote erfenis van de oude maatschappij nog bestaat”, met andere woorden na de revolutie is het socialisme eigenlijk een staatskapitalisme maar niet meer “onder “dictatuur van de burgerij” maar onder “dictatuur van het proletariaat” (Kris zou dit toch moeten weten “als marxist”...)
Maar Kris weet het ook niet en dus zegt Kris die China op eclectische en empiristische wijze bestudeerd heeft blijkbaar:
Ik geef deze meningen ter overweging, niet als een uitgemaakte zaak. (...)9
En hij geeft aan wat van “een marxist” verwacht wordt (hij heeft het over “een marxist zoals hijzelf” NIET meer “een communist als hijzelf”,....opvallend!!)
“Wel ben ik van mening dat diegenen die zich, zoals ik, marxist noemen, een veel grotere interesse aan de dag moeten leggen voor wat in China gebeurt en de politiek van de Chinese CP grondiger bestuderen. De Chinese communisten beklemtonen dat hun weg naar een ‘socialisme met Chinese karakteristieken’ bepaald is door de specifieke situatie van hun land. Vooral dan door de graad van economische ontwikkeling, die globaal genomen nog altijd relatief laag blijft, en door de omvang van hun land en hun bevolking. (...) Persoonlijk ben ik vooral onder de indruk van de grote aandacht voor economische efficiëntie en verhoging van de welvaart van de bevolking. Ook de inspanning om het beleid wetenschappelijk te funderen wekt mijn interesse.10 Net zoals de durf om, op basis van de praktijk, soms drastische koerscorrecties door te voeren. Ook de pragmatische en soepele aanpak, die bij dit alles gehanteerd wordt, boeit me. Inderdaad: die beruchte kat van Deng.
Zoals bij elke menselijke onderneming – en zeker een van die omvang – ontbreekt het op ‘de Chinese weg naar het socialisme’ niet aan valkuilen en fouten. Hoe dan ook: deze reis naar China, en de beperkte studie die ik in de marge daarvan verrichtte, hebben me gesterkt in de overtuiging dat China een belangrijke bijdrage blijft leveren aan de zoektocht naar socialistische alternatieven. Dat had ik bij mijn vertrek niet echt meer verwacht. Uw correcties, opmerkingen en kritieken zijn alvast meer dan welkom.11

Om te voorkomen dat men zou zeggen, dat voor de PVDA (dixit Peter Mertens) de (vroegere) Sovietunie of Cuba in geen geval “een model” kan zijn (dus is de Oktoberrevolutie en de opbouw van het socialisme onder STALIN geen studie waard blijkbaar...), China (vanaf 78 dan....!) dan wellicht WEL een “model” of een te bestuderen “socialisme” is.... noemt Kris China “het bestuderen waard”.

Kris Merckx is géén marxist
Kris zelf is geen marxist hooguit een empirist. Kris WAS een reformist en is dat gebleven.
Dit toon ik aan in volgend document:
Zijn “analyse” van China is nog poverder dan die van Boudewijn Deckers en Peter Franssen.: Dit toon ik aan in volgende documenten :
2, An analysis of the text of Peter Franssen that is been put on the website of the Workers Party of Belgium, http://www.wpb.be/ , on Thursday, 17 November 2005, 12h40, "Contribution to the International Symposium held in Wuhan, People’s Republic of China, 13 - 15 October - Friedrich Engels and scientific socialism in contemporary China". The text of Peter Franssen, you can read here.
1In “China 2010 versus 1970” (in afleveringen op zijn blog “krismerckx.be” maar volledig op de website “chinasquare.be”, http://www.chinasquare.be/dossiers/dokter-voor-het-volk-kris-merckx-na-40-jaar-terug-in-china/
2Idem.
3Joan Hinton (1921-2010) is een Amerikaanse atoomspecialiste die vanaf 1948 in China ging werken. Samen met haar man legde ze er zich, tot aan haar overlijden, toe op de ontwikkeling van een groot koeienfokkerij annex zuivelbedrijf in de buurt van Xi’an. Ze is altijd een hevige ‘maoïste van de oude stempel’ gebleven. Getuige een van haar uitspraken: “The reform policies after Mao’s death in 1976 had nothing to do with revolution and led to consumerism and class division.” (bron: http://www.thechinabeat.org/?p=2354 )
4In “China 2010 versus 1970” (in afleveringen op zijn blog “krismerckx.be” maar volledig op de website “chinasquare.be”, http://www.chinasquare.be/dossiers/dokter-voor-het-volk-kris-merckx-na-40-jaar-terug-in-china/http://www.chinasquare.be/dossiers/dokter-voor-het-volk-kris-merckx-na-40-jaar-terug-in-china/
5Idem.
6China's socialist economy First Edition 1981 Revised Edition 1986. ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China
7In “China 2010 versus 1970” (in afleveringen op zijn blog “krismerckx.be” maar volledig op de website “chinasquare.be”, http://www.chinasquare.be/dossiers/dokter-voor-het-volk-kris-merckx-na-40-jaar-terug-in-china/
8Idem.
9Idem.
10 Introduction to the Scientific Outlook on Development, Compiled by The Theory Office of the Publicity Department of the Central Committee of the Communist Party of China, Beijing 2006
11Idem.

08-11-2012

Twee keer over de Oktoberrevolutie door kaders van de PVDA: Herwig Lerouge in 2008, Ludo Martens in 1997.

In 2008 zegt Peter Mertens géén enkele affiniteit te hebben met Stalin en dat de USSR op geenéén manier een te bestuderen model is waar bruikbare lessen kunnen worden getrokken voor de eigen revolutionaire strategie. De PVDA zegt Peter Mertens in 2008, gaat terug naar de “oorspronkelijke socialistische principes van de BWP”.
In 2008 maakt nationaal kader van de PVDA, Herwig Lerouge een tekst naar aanleiding van de Oktoberrevolutie dan 90 jaar geleden.

“De Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie waren met voorsprong de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw.(...)
Voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid heeft de arbeidersklasse zich opgewerkt tot de heersende klasse. Ze heeft de leugen ontmaskerd van de sociaaldemocraten die beweren dat de vreedzame overgang naar het socialisme mogelijk is via het burgerlijk parlementarisme.
In oktober van het jaar 1917 heeft de arbeidersklasse voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid de gronden, de fabrieken, de transportmiddelen en de distributienetwerken van de grootgrondbezitters en de kapitalisten veroverd en veranderd in sociale eigendom. Tegenover het burgerlijk parlementarisme heeft ze de socialistische macht van de sovjets van arbeiders en boeren geplaatst. De Oktoberrevolutie heeft aangetoond dat de revolutionaire weg tot resultaten leidt en dat de vreedzame overgang naar het socialisme via verkiezingen, die door de sociaaldemocratie wordt aangehangen, een illusie is. Nergens heeft de sociaaldemocratie sindsdien het tegendeel kunnen bewijzen.
De Europese bourgeoisie was bezeten door de angst voor de verspreiding van de revolutie. Zo erg zelfs dat ze sociale hervormingen heeft moeten toestaan die ze tot dan toe rabiaat had afgewezen. Als de arbeidersbeweging die sociale maatregelen heeft kunnen afdwingen van het patronaat dan is dat zowel te danken aan het bestaan van de Sovjet-Unie als aan de eigen, soms harde en heroïsche strijd en niet aan de sociaaldemocratische partijen die in de burgerlijke regering zaten.(...)
Zelfs de burgerlijke geschiedenisboeken geven het toe: in 1918 werd het standpunt van de Belgische burgerij in grote mate bepaald door de vrees dat het proletariaat "op een of andere manier het Russische voorbeeld zou volgen".1
Het was diezelfde angst voor de verspreiding van het socialisme die onze ouders na de Tweede Wereldoorlog de sociale zekerheid bezorgde met pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag en vakantiegeld.(...)
Om het kapitalisme te redden heeft ze (...”de heersende elite”....,zegt Herwig Lerouge) de sociale zekerheid toegestaan, één van de belangrijkste verworvenheden van de arbeidersklasse. (...)
Dat de Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie, en niet de deelneming van de socialistische partijen aan de macht, de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw was voor de werkende mensen van heel Europa wordt ook negatief bevestigd.
Sinds de verdwijning van de Sovjet-Unie heeft de arbeidersbeweging in Europa alleen maar achteruitgang gekend, en dat ondanks en zelfs dankzij de praktisch onafgebroken machtsdeelname van de socialistische/sociaaldemocratische partijen. Sinds de verdwijning van de Sovjet-Unie, waaraan ze veel hebben bijgedragen, hebben de Europese socialisten geen centimeter sociale vooruitgang bekomen. Sinds 1989 wordt het befaamde Rijnmodel, met hun medewerking, stap voor stap afgebouwd.
De achturendag, de vijfdagenweek en een vaste job zijn niet meer dan herinneringen.....(...)
...(D)e Europese leiders (...) willen een groot deel van de sociale verworvenheden inzake werkcontracten en recht op vooropzeg op losse schroeven zetten.
Openbare diensten als energie, transport, post en watervoorziening worden ontmanteld en aan de multinationals overhandigd. In plaats van de basisdiensten aan de bevolking te verzekeren worden er alleen nog maar buitensporige dividenden verzekerd voor de aandeelhouders van Suez, Veolia en anderen. (...)
Dit alles maakt duidelijk dat de socialistische leiders die de sociale verworvenheden van de twintigste eeuw op hun naam schrijven, verzinsels vertellen.
Trouwens, als hun politiek het zou gehaald hebben zou er nooit een Sovjet-Unie geweest zijn en zou de bourgeoisie nog langer op haar twee oren hebben kunnen slapen.
Vanaf het begin van de Oktoberrevolutie stonden de sociaaldemocratische leiders, waaronder die van de Belgische Werkliedenpartij, op het voorplan in de strijd tegen de nieuwe socialistische staat..(...)
De parlementaire fracties van de socialistische partijen hebben de oorlogskredieten voor hun legers goedgekeurd en de arbeiders elkaar doen afslachten voor de belangen van de grote mogendheden. In die tijd was de Belgische Werkliedenpartij redelijk sterk in Europa. (...)
De Oktoberrevolutie van 1917 was de belangrijkste gebeurtenis voor de emancipatie van de mensheid sinds 1789! De schrik voor het socialisme ligt aan de basis van alle grote verworvenheden die vandaag door de rechtse en sociaaldemocratische partijen worden afgebouwd: sociale zekerheid, pensioenen, cao's, statuten, recht op werk, nationalisaties.
Nee, de omverwerping van de socialistische staten was geen “vooruitgang van de vrijheid”, het is een contrarevolutionair proces dat heeft afgerekend met de sociale en humanitaire verworvenheden van de volkeren van het Oosten!
Vandaag is het debat tussen degenen die zich beroepen op de revolutionaire erfenis van de Oktoberrevolutie en de voorstanders van een nieuwe sociaaldemocratische variant opnieuw actueel. De arbeidersklasse is haar vertrouwen in de traditionele sociaaldemocratie vandaag meer en meer aan het verliezen. Sommigen, die nochtans uit de revolutionaire arbeidersbeweging afkomstig zijn, willen een nieuwe kwalitatieve stap zetten, zoals zij het noemen, in het aanpassingsproces aan het linkse socialisme. Ze spreken niet meer over de noodzaak de productiemiddelen te socialiseren. Ze beloven “een progressief alternatief”, “vrede”, “sociale rechtvaardigheid”, “duurzame ontwikkeling” Wat wij allemaal graag willen.
Maar dat is onmogelijk zonder socialistische revolutie, zonder socialisatie van de grote productiemiddelen, zonder politieke macht voor de arbeiders, zonder democratie voor de meerderheid, zonder leidende rol van de arbeiders in de samenleving!
Ze zijn voor de parlementaire weg naar het socialisme, voor de vreedzame overgang naar een socialistische economie, voor de vreedzame coëxistentie van socialisme en imperialisme, maar zo doen ze niet meer dan de oude sociaal-democratische recepten weer tevoorschijn halen.
Wanneer de productie en de handel, die meer en meer geïnternationaliseerd zijn, het leven van de mensheid bepalen, is het onaanvaardbaar dat de grote productie- en communicatiemiddelen in handen zijn van een zeer klein aantal kapitalisten.
Terugkeren naar de “oude” sociaaldemocratie van de Tweede Internationale om de “nieuwe” sociaaldemocratie van Blair en Schröder te bestrijden? Maar de oude sociaaldemocratie waarvan ze dromen, is die van de Vanderveldes, van de Destrées, die miljoenen arbeiders naar het slagveld heeft gestuurd, die vanaf het begin de eerste socialistische staat ter wereld heeft bestreden. Dat is die sociaaldemocratie die zonder de overwinning van de Oktoberrevolutie en de strijd van de werkende mensen helemaal niets bereikt zou hebben.

Ik zou willen afsluiten met de woorden van kameraad Ludo Martens geschreven ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de Oktoberrevolutie:
De twintigste eeuw zal de eeuw blijken van de generale repetitie van de wereldwijde socialistische revolutie. Bij de aanvang van het jaar 2000 maken de zowel positieve als negatieve ervaringen het alle antikapitalistische krachten mogelijk om een beter begrip te hebben van de historische correctheid van de principes van de Oktoberrevolutie.
In de loop van de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan de marxistisch-leninistische principes overwinningen opgeleverd aan de revolutionaire krachten in heel de wereld; in de loop van de tweede helft van deze eeuw heeft hun toenemende liquidatie door het revisionisme voor pijnlijke nederlagen gezorgd op wereldniveau.”
De communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw zal zijn van de triomf van de principes van de Oktoberrevolutie en van het marxisme-leninisme op de vijf continenten. De twee grote problemen die onze wereld sinds het begin van deze eeuw gekend heeft – het probleem van de bevrijding van de arbeid door de socialistische revolutie en dat van de nationale bevrijding door de anti-imperialistische en democratische revolutie als voorbereidende fase voor de socialistische revolutie – zullen zich ook in de volgende eeuw stellen. Maar ze zullen zich met een veel grotere hevigheid stellen en met een onvergelijkbare omvang, want de arbeiders van de meest afgelegen hoeken van de aarde zullen worden meegevoerd in een enkele revolutionaire stortvloed.”
En aan het begin van de eenentwintigste eeuw zal de arbeidersklasse over oneindig veel meer ervaring beschikken dan het proleta-riaat van 1900, dat op wereldniveau toen nog in haar kinderschoenen stond.2

Het citaat van Ludo Martens dat Herwig Lerouge aanhaalt komt uit de tekst van Ludo Martens, toen nog gekozen voorzitter van de PVDA die hij maakte in 1997 naar aanleiding van de Oktoberrevolutie, dan 80 jaar geleden.
De intelligente lezer zal de verschillende klemtonen opmerken.....

“Tachtig jaar geleden, op 25 oktober 1917 ontketenden Lenin en de bolsjewistische partij de volksopstand in Sint-Petersburg.
Dat was het begin van de Russische socialistische revolutie die de hele wereld grondig veranderde en het begin van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid.
De kracht van de Oktoberrevolutie gaf aanleiding tot een vooruitgang van de proletarische revolutionaire beweging tot aan de dood van Stalin in 1953.
Sindsdien heeft het revisionisme dat begon met Chroesjtsjov, de Oktoberrevolutie verraden en alle essentiële principes van die revolutie verworpen. Vijfendertig jaar revisionisme hebben geleid tot het herstel van het kapitalisme in zijn brutaalste vorm in de Sovjet-Unie en de socialistische landen in Oost-Europa en tot een tijdelijke achteruitgang van de proletarische revolutie in de hele wereld.
De twintigste eeuw is de eeuw geweest van de algemene repetitie voor de socialistische wereldrevolutie.
Op de drempel van het jaar 2000 kunnen alle antikapitalistische krachten, door alle positieve en negatieve ervaringen, een grondiger kennis hebben van de historische juistheid van de principes van de Oktoberrevolutie.
In de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan de marxistisch-leninistische principes geleid tot overwinningen voor de revolutionaire krachten in de hele wereld. In de tweede helft van deze eeuw heeft de vernietiging van de revolutionaire krachten door het revisionisme geleid tot bittere nederlagen op wereldvlak.
De communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw zal zijn van de overwinning van de principes van de Oktoberrevolutie en van het marxisme-leninisme overal ter wereld.
Sinds het begin van deze eeuw zijn er twee grote problemen in de wereld: de bevrijding van de arbeid door de socialistische revolutie en de nationale bevrijding door de anti-imperialistische en democratische revolutie als voorbereiding op de socialistische revolutie. Die problemen zijn eveneens aan de orde in de volgende eeuw. Alleen zijn die problemen nog veel intenser en omvangrijker. De werkers in de meest afgelegen hoeken van de wereld zullen meegetrokken worden in één enkele revolutionaire golf.
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw beschikt de arbeidersklasse over een onmetelijk rijke ervaring, in vergelijking met het op wereldschaal nog embryonale proletariaat in 1900.

Vandaag in 1997 de Oktoberrevolutie herdenken, betekent de integrale leer van het leninisme verdedigen. Het betekent tegelijk strijd voeren tegen het revisionisme van Chroesjtsjov.
Chroesjtsjov was de vertegenwoordiger van een kleinburgerlijke lijn die in de bolsjewistische partij sinds de Oktoberrevolutie bestond. Die lijn verdedigde de belangen van de burgerij, de kleinburgerij en de bureaucratische elementen binnen het sovjetapparaat. In de geschiedenis van de bolsjewistische partij werd die lijn vertegenwoordigd door Kamenev en Zinovjev, door Trotski, door Boecharin en Rykov. Onder Lenin en Stalin werd die kleinburgerlijke lijn systematisch bekritiseerd en bekampt en is het socialisme van overwinning naar overwinning gegaan. Na de dood van Stalin heeft de mensjewistische lijn via Chroesjtsjov de macht gegrepen.
Chroesjtsjov heeft de ideeën van Kautsky en de mensjewieken, waartegen Lenin hardnekkig gevochten had, opgelegd aan de communistische partij van de Sovjet-Unie.
De analyse die Lenin van de ideeën van Kautsky maakte, is vandaag brandend actueel. Die analyse is woord na woord toepasbaar op het moderne revisionisme. "Met behulp van klaarblijkelijke sofismen snijdt men uit het marxisme zijn levende, revolutionaire geest; men aanvaardt alles in het marxisme, behalve zijn revolutionaire strijdmiddelen, de propaganda en voorbereiding daarvan, de opvoeding van de massa’s juist in deze richting… De arbeidersklasse kan haar revolutionair werelddoel niet verwezenlijken, zonder meedogenloos strijd te voeren tegen dit renegatendom, tegen deze karakterloosheid, tegen deze kruiperige houding tegenover het opportunisme, tegen deze weergaloze vervlakking van het marxisme."1
De verwerping van alle fundamentele principes van het leninisme en de invoering van de mensjewistische ideeën gebeurde onder het bedrieglijk ordewoord: "De fouten van Stalin bekritiseren, terugkeren naar Lenin."
Stalin heeft de principes van het leninisme integraal toegepast. Daardoor haalde hij de haat van alle reactionairen over zich. Het wordt hoe langer hoe duidelijker dat al de aanvallen tegen Stalin, van Chroesjtsjov tot Gorbatsjov, alleen maar tot doel hadden om de fundamentele principes van Lenin aan te vallen. Het is niet moeilijk om vast te stellen dat de aanvallen van Chroesjtsjov tegen Stalin niet geleid hebben tot een terugkeer naar Lenin, maar naar Kautsky.
Zonder Stalin zou de Oktoberrevolutie ongetwijfeld ook een glorierijke periode geweest zijn. Maar de impact ervan zou heel lokaal geweest zijn en van korte duur, zonder grote gevolgen op de wereldgeschiedenis. Stalin heeft de principes die Lenin uitgewerkt had in de praktijk gebracht. Stalin heeft de Oktoberrevolutie omgevormd tot een materiële kracht die een enorme invloed had op heel de wereld.
Toen Stalin aan het einde van 1922 aan de leiding kwam van de bolsjewistische partij, lag het land in puin. Er was geen enkele garantie dat het experiment zou slagen. Indien de lijnen van Trotski, Zinovjev, Kamenev of Boecharin de bovenhand gehaald hadden in de loop van de jaren twintig, dan zou dat geleid hebben tot de val van de dictatuur van het proletariaat. De principes van de Oktoberrevolutie zouden niet langer in de praktijk gebracht zijn in de Sovjet-Unie. Die principes zouden zonder Stalin geen blijvende internationale uitstraling gehad hebben.
Vijfendertig jaar politieke praktijk van Chroesjtsjov, Brezjnjev en Gorbatsjov hebben bewezen dat de revisionisten de "fouten van Stalin" helemaal niet verbeterd hebben, of dat ze evenmin "het leninisme op een creatieve manier ontwikkeld hebben door het aan te passen aan de nieuwe internationale omstandigheden", zoals zij zo demagogisch beweerden.
Vanaf het XXe Congres van 1956 vinden we in alle fundamentele documenten van de CPSU een herzien en vervalst ‘leninisme’.
Zonder een systematische kritiek op al deze revisionistische stellingen, is het onmogelijk om opnieuw tot de integrale doctrine van het authentiek leninisme te komen.
We moeten alle belangrijke werken van Lenin opnieuw bestuderen om in staat te zijn de bedrieglijke redeneringen van Chroesjtsjov, Brezjnjev en Gorbatsjov te weerleggen.
Maar sinds de zogezegde ‘terugkeer naar Lenin’ van Chroesjtsjov worden in vele communistische partijen de werken van Lenin hoe langer hoe minder gelezen, begrepen en toegepast.
Bij verschillende marxistisch-leninistische partijen die zich tegen het revisionisme gekeerd hebben, stellen we trouwens een zelfde evolutie vast. De eerste generatie kaders had een tamelijk systematische kennis van het leninisme. Maar de volgende generatie heeft weinig inspanningen geleverd om het geheel van de leer van Lenin te verwerven, laat staan om die leer toe te passen in de praktische strijd van vandaag. Die zwakte stellen we ook vast binnen de Partij van de Arbeid van België.(...)

Het is vandaag dan ook belangrijk om de fundamentele stellingen van Lenin over de staat, de democratie, het parlementarisme, het imperialisme, de proletarische revolutie en de dictatuur van het proletariaat te systematiseren. Dat gebeurt in dit rapport. Het is de beste methode om de brandende actualiteit van de principes van de Oktoberrevolutie aan te tonen(....)Het geweld waarmee de werkers en de onderdrukte volkeren vandaag geconfronteerd worden, bewijst dat de weg van de grote Oktoberrevolutie de enige weg is om komaf te maken met het barbaars kapitalisme en imperialisme.
(...)
Wat is de verhouding tussen democratie en verkiezingen? De burgerij beweert dat vrije verkiezingen het fundament zijn van het democratisch proces. Wat is het leninistisch standpunt daarover?
Zelfs in een democratische republiek is de staat hoofdzakelijk een machine om de werkende klassen te onderdrukken. De dictatuur in stand houden: dat is de voornaamste functie van de staat. De burgerij organiseert bepaalde vormen van democratie met het expliciete doel om de massa’s met de dictatuur van het kapitaal te verzoenen, om hen de onvermijdelijkheid en de gegrondheid van de overheersing door het kapitaal te doen aanvaarden.
In een burgerlijk systeem zijn verkiezingen slechts een grootse manipulatie van de publieke opinie. (...)
Lenin stelt terecht: "Algemeen stemrecht, dat is de dictatuur van de burgerij." Inderdaad, onder de heerschappij van de burgerij, zijn bijna alle media in handen van het grootkapitaal. Heel de staatsmachine wordt door de grote burgerij en de burgerlijke partijen gecontroleerd. De staat en de monopolies financieren de campagnes van de burgerlijke partijen met vele honderden miljoenen. Onder die omstandigheden zijn verkiezingen inderdaad maar een middel om de dictatuur van de burgerij te bestendigen. (...)
Om de burgerlijke democratie op te smukken, beweren de sociaal-democraten en de revisionisten dat het algemeen stemrecht "een grote verworvenheid is van de arbeidersbeweging". De manier waarop het algemeen stemrecht in België tot stand gekomen is, weerlegt die fabel. De leiding van de Belgische Werkliedenpartij schoof die eis naar voren om de noodzaak van de socialistische revolutie en de dictatuur van het proletariaat weg te moffelen. De BWP vocht voor het algemeen stemrecht met het uitdrukkelijke doel om de arbeiders in de richting van het reformisme en de klassencollaboratie te duwen. Het algemeen stemrecht werd trouwens slechts toegekend, toen de BWP de garantie gegeven had dat ze alles zou doen om de bestaande orde te verdedigen en dat ze een loyale beheerder van de burgerlijke maatschappij zou zijn. Inderdaad, zoals Lenin zei: in een kapitalistische maatschappij is het algemeen stemrecht de dictatuur van de burgerij.(....)
Waarom nemen de communisten dan deel aan het parlement?
Zij doen dat nooit om illusies te zaaien over een zogezegde parlementaire overgang naar het socialisme. Zij nemen zitting in het parlement om aan de werkers te tonen dat zij op zekere dag het parlement moeten ontbinden (een parlement dat slechts een instrument is van de burgerlijke dictatuur) en dat ze het moeten vervangen door revolutionaire organen van de werkende massa’s.
Lenin: "Deelnemen aan de parlementsverkiezingen en aan de strijd om de parlementstribune is voor de partij van het revolutionaire proletariaat een absolute plicht, juist om de achtergebleven lagen van haar klasse op te voeden, juist om de onontwikkelde, te neer gedrukte, onwetende massa op het platteland wakker te schudden en bewust te maken. Zolang u niet sterk genoeg bent om het burgerlijk parlement en alle overige reactionaire instellingen uiteen te jagen, bent u verplicht, juist binnen deze instellingen te werken, omdat zich daar nog arbeiders bevinden die door de geestelijkheid en door het leven in de afgeslotenheid der provinciestadjes dom gehouden zijn."3

Ik onthou mij nu van verder commentaar (de intelligente lezer kan zijn of haar conclusies zelf trekken...) .....Maar als men toch geïnteresseerd is kan men één en ander lezen in de artikels waarvan ik hier een overzicht van heb gezet.

1
J. Bartier, La politique intérieure belge (1914-1940), Brussel, 1953, deel 4, p. 47. Geciteerd in Claude Renard, Octobre 1917 et le mouvement ouvrier belge, 1967, Fondation Jacquemotte, Brussel, p. 63.
2http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=74&doc_id=393 Nummer 80, publicatiedatum: 2008-05-14 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — HERWIG LEROUGE, "De socialistische Oktoberrevolutie van 1917, 90 jaar later"
3http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=35&doc_id=153, Nummer 39, publicatiedatum: 1997-09-30 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — , "De weg van de wereldrevolutie in de XXIe eeuw - Bij de tachtigste verjaardag van de Oktoberrevolutie", Ludo Martens

04-11-2012

Blindness for development of revisionism in the International Communist Movement?

On the initiative of the KKE the “International Communist Review” was founded in 2001. In that year the 1st Issue was made (and published on the website) Now is published on that same website the 2nd Issue. As well in the 1st as in the 2nd Issue the first contribution is made by cadres of the WPB (PVDA/PTB) So one can say that the WPB is considered as an important contributor of valuable Marxist and COMMUNIST analyses. For me it is obvious that there exists a blindness to real revisionist developments as it happens before the eyes of themselves considering as watchful observers.
So is written in the EDITORIAL of the 2nd Issue why this 2nd ISSUE is so important:
The second issue of the International Communist Review is published in a particularly crucial period of a deep capitalist economic crisis, in a period when the bourgeois attack on people’s rights escalates, the competition between monopolies and the inter-imperialist contradictions intensify. Under these conditions the discussion about socialism published in the following pages becomes particularly significant.
The historical era of transition from capitalism to socialism which was signalled by the great October Revolution in 1917 has not come to an end with the temporary defeat in the USSR and the other former socialist states in Europe. The October Socialist Revolution realised by the working class of Russia, under the guidance of the Bolshevik party, which was headed by Lenin, has been the greatest event in the 20th century and marked its beginning.
Capitalism in its imperialist stage, despite the immense wealth it accumulates in the hands of a small minority, cannot solve even a single problem of humanity. The necessity of socialism emerges from the very irreconcilable contradictions of the capitalist system, as a product of social development.
This revolutionary transition, which is necessary for the abolition of capitalist exploitation, cannot be accomplished through a series of reforms but though the revolutionary overthrow of capital’s power and the conquest of power by the working class in alliance with other popular strata; through the socialization of the concentrated means of production which are in the hands of monopolies. That is to say with the abolition of the private ownership of the concentrated means of production, the extension of socialist relations of production and of central planning in all the sectors of the economy begins, in this way the boundaries which capitalism imposed on the forces of production are successfully overcome.
(...)
The Great October revolution and the socialist construction inspired the formation and development of the international communist movement. It accelerated the foundation of communist parties in many countries and led to the foundation of Third Communist International. (...)
The counterrevolution which broke out in 1989-1991 does not negate the historical importance of the October revolution, the contribution of the USSR, of socialism and the communist movement. The deep, critical, objective investigation of the course of socialism in the 20th century has nothing in common with the political and ideological downgrading of this historical period by the class enemy that seeks to rewrite history.
The analysis and recognition of revisionist views, which led to deviations during socialist construction in the USSR, is necessary for the correct and scientifically documented assessment of the causes that led to counterrevolution. It is essential for the strengthening of the ideological political struggle against opportunism which under the current conditions hides behind the slogan about the humanisation of capitalism arguing about “socialism with democracy” or about the “socialism of the 21st century”.
(...)
The aim of this issue is to defend socialism through the further study of the historical experience as well as to repel aspects of the anti-communist attack. In our opinion, this effort can strengthen the ideological and political weapons of the communist parties in their struggle against bourgeois and opportunist positions.
1
And as the WPB is still seen as a authentic revolutionary and communist party and the cadres of the WPB as serious Marxist ideologues, Herwig Lerouge can make the first analyse in this 2nd Issue of the International Communist Review....
Hedwig Lerouge is very misty about the role of revisionism in the “liquidation of the socialist states”. He speaks not in terms of Reformism and Revisionism but about “Social Democracy'. And he is warning for a New Social Democracy, because the “”Old” Social Democracy is discredited:
The Revolutionary October Legacy
No, the liquidation of the socialist states did not mean “progress towards freedom”, it was a counter-revolutionary process which overthrew the social and human conquests of the peoples of the East!
Today, the debate between the upholders of the revolutionary legacy of October and the supporters of a new variety of traditional Social Democracy is on the agenda. The traditional version of Social Democracy is more and more discredited in the working class. Some want to take its place by talking about “modern socialism”, a system in which it would not be necessary to socialize the means of production. They promise, without wanting to disturb the economic foundations of the system, an “advanced socialist alternative”, “peace”, “social justice”, “sustainable development”, which is what we all hope for.

Nevertheless, the multiple crisis in which capitalism finds itself offers opportunities and possibilities for socialism to be brought back to the centre of political debate. This is what Joseph Stiglitz, who resigned from his post as chief economist of the World Bank, had to admit: “(…) no crisis, especially one of this severity, recedes without leaving a legacy. And among this one’s legacies will be a worldwide battle over ideas – over what kind of economic system is likely to deliver the greatest benefit to the most people. Nowhere is that battle raging more hotly than in the Third World, among the 80 percent of the world’s population that lives in Asia, Latin America, and Africa (…). In much of the world (…) the battle between capitalism and socialism (…) still rages. (…) The former Communist countries generally turned, after the dismal failure of their post-war system, to market capitalism, replacing Karl Marx with Milton Friedman as their god. The new religion has not served them well. (…) Many countries may conclude not simply that unfettered capitalism, American-style, has failed but that the very concept of a market economy has failed, and is indeed unworkable under any circumstances.”
2
Now that the most severe crisis in seventy years has hit us, it has to be said without any ambiguity: market economy, capitalism, does not work. It is not possible to create a version of it which would be exempt of crises, unemployment and wars. It can only be replaced through a socialist revolution, the socialization of the main means of production, political power for the workers, democracy for the greatest number.
The twentieth century will have been the century of the dress-rehearsal for the world socialist revolution. That experience, with its positive and negative aspects, allows the anti-capitalist forces to acquire a better understanding of the historical soundness of the principles of the October revolution. Indeed, faithfulness to Marxist-Leninist principles brought victories to the revolutionary forces all over the world in the first half of the twentieth century, while their progressive liquidation during the second half of that century has brought about bitter defeats at world level.
3
Well you see that in the footnote that the Joseph Stigliz is quoted in a resolution of the National Comitee of the WPB. IN that resolution we read (I give the quote in French, without translation so they cannot say I am manipulation by a dubious translation):
Face à la nouvelle vague d’austérité antisociale, il y a l’alternative 1-2-3 que le PTB met en avant depuis septembre 2009 : 1 milliard d’euros grâce à un impôt de crise sur les banques ; 2 milliards d’euros par la suppression des intérêts notionnels ; 3 milliards d’euros via la lutte contre la fraude fiscale. Mais pour le PTB, la priorité reste un réel plan d’urgence sociale avec, comme pierre angulaire, la taxe des millionnaires afin de créer de nouveaux emplois et de refinancer la sécurité sociale.
La question centrale, dans la période à venir, sera : Qui va payer la crise ? Il n’y a pas trois possibilités. Ce sera ou le monde du travail, ou les millionnaires. Et, avec la taxe des millionnaires, il s’agit d’un plan réel pour faire payer la crise aux riches. Elle fournira plus de 8 milliards d’euros et cet argent est d’une nécessité absolue. Elle montre clairement ce qu’est une mesure réelle et efficace contre le grand capital. Et c’est le contraire de demi-mesures symboliques qui ne servent que de paratonnerre contre les restrictions antisociales.
Les possibilités pour la taxe des millionnaires sont grandes. Il y a actuellement 10 417 fans de cette taxe. 5 015 de ces fans ont été rassemblés par le travail militant, les autres via Internet. La campagne ouvre l’horizon et insuffle toute une dynamique. La période qui nous attend sera difficile. Mais il ne sert à rien de se lamenter et de se plaindre. Il nous semble important précisément de faire pousser les germes du changement, aussi petits soient-ils. Chez Bayer et AB InBev, on est parvenu, en front commun syndical, a repousser pour l’instant les plans de grandes multinationales qui font des bénéfices. Et, malgré dix enterrements solennels orchestrés par certains médias, il s’est avéré que la résistance chez Opel n’était pas morte. Notre pays a une histoire sociale très riche qui, d’ici peu, sera mise en lumière lors de la commémoration du 100
e anniversaire de la célébration du 1er mai dans notre pays, comme journée de lutte du monde du travail. Si nous pouvons associer la tradition de lutte sociale de notre propre histoire sociale au potentiel de résistance qui existe aujourd’hui, beaucoup de choses sont possibles. Et, dans ce cas, le monde du travail aura à nouveau « un monde à gagner. »4
So the Leadership of the WPB, of which Herwig Lerouge is part of, is propagating solutions within the the limitations of capitalism, without necessity of revolution or “expropriation of the expropriators”
In fact Herwig Lerouge, here considered as a “real Marxist ideologue” and cadre of a “real communist party giving here a “real good Marxist analyse” ,a CONSCIOUS REVISIONIST (a “renagade, Lenin would say)
He is responsible as a National cadre (of AMADA, the mother-organisation of the in 1979 founded WPB, and national cadre all-time of the WPB itself, which is - since 2004 but since 2008 official recognized - placed on the tracks of a “New Social Democratic Party against which Herwig Lerouge was “warning”.
In an analyse I made myself I explains how this could happen:
About contradictions inside the WPB itself
In 2006 on the 15th International Communist Seminar the point of view of the WPB was:
« Since its foundation, in 1885, the Parti Ouvrier Belge (POB), the (social democratic) Belgian Workers Party(BWP), has been characterized by its outrageous reformism.
The BWP was not a political party in the proper sense of the word. It was a conglomerate of political groups, trade unions, cooperatives, mutual insurance systems, choirs, circles of artists, athletes, etc.

At the start of the First World War, the total number of members paying their membership dues amounted to 600,000!

But the political groups in the proper sense that made part of the BWP counted only 13,000 members.

It's a most ingenious political system!
With 13,000 members, the reformist party had 600,000 families under its tight direction5»
How is it possible that on her 8th congress in 2008 Peter Mertens, the new elected president of the WPB could declare:
" The renewed WPB will be in the coming period fixed to principles as also flexible (supple)(…)
In 1885 was founded the Belgian Workers Party. The BWP had certain socialist principles
, but those were - special after the first election victory in 1894 - very quickly given up (…)

There came a great disgust against the deep going debate and against the socialist theory(…)

The characteristic properties of the capitalist system, the purpose of socialism, the long term interests of the working class…. It was all « forgotten » and sacrificed to the (real or) seemed advantages of the moment.(…)

The vision about the future of the society and about socialism vanished. (…)
While the BWP loosened the socialist principles, she loosened also the support to the ant colonist struggle… and let fall… the right of self-determination of the Congolese people6»
Peter, those « certain socialist principles » were they revolutionary principles or reformist principles?…or is there a third kind of principles…..?
In the
Marxist Studies no 29 of March 1996 (see on marx.be) a dossier was made by cadres of the WPB about the BWP, warning against « harmful illusions » that « live by some workers and union-militants » that « at the end of the 19th century the BWP was still socialist, even revolutionary ».

The BWP was « from the moment she was founded, through and through reformist »:
« It was one of the most moderated parties, if not the most moderated party of the Second International. A party that already on her founding congress in April 1885 refused to call herself ’socialist’. This name would frighten to much. It was a party that struggled against every revolutionary perspective and led a fierce struggle against every form of class struggle that she was not able to canalise. »
Peter, of what « socialist principles » are you speaking if the BWP even did not want to be IN NAME a socialist party?
How is it possible that a communist party, were once the majority of the communist members and cadres once take a clear position against reformism, accepted on her 8th congress in 2008 a position that is PROTECTING reformism? 7
This revisionism is NOT detected in the ICS and probably not on the ECM although one could say that the line of the KKE in fact OPPOSED that of the WPB.
Read what I wrote in an Article about ECM which was organised on 1st and 2nd October 2012 about two lines OPPOSING each other but by which until now no struggle is organised

KKE about political line of WPB(PVDA/PTB): “Opportunism, which we have to defeat!”

On 1 and 2 October the KKE organised a European Communist Meeting. I made my comment about the initiative itself (here), I commented the “contribution” of the WPB (PVDA/PTB) here and the (at least those in English) contributions of some of the participating parties here.
I think at the end one can detect a contradiction between the attempt to develop (with discussion, study and ideological struggle) a revolutionary strategy (as the KKE for example is doing, but also some other parties in the ECM.....) and the attempt to submit the parties of the ECM to a REFORMIST “strategy (using some existing points of opportunism in a pseudo-Marxist reasoning).(
Read further here)
Summary about the coup of 2004 in the WPB to which ALL “old” cadres are guilty....also Herwig Lerouge.
I wrote this “summary” in the in the analyse I made about the “official” In Memoriam which the leadership of the WPB published about the late Ludo Martens (former President of the WPB)

The creation of myths by the actual leadership of the WPB (PVDA/PTB) after the cremation of Ludo Martens

The “renewal” of the WPP between 2004 and 2008 is ideologically and politically based on “The Resolution of 1999. NON-agreeing with that resolution could be one of the reasons of being expelled out of the party as the by Boudewijn Deckers leaded installed leadership in 2004 argued against Nadine Rosa-Rosso and Luk Vervaet.
Now, in the “
in memoriam” texts and speeches, the ACTUAL leadership is insinuating and suggesting that Ludo Martens was the main-responsible for that “Resolution of 1999. Or that he AGREED with the political and ideological line of that text. (Read further here)
I hope that serious internal discussion in the KKE, can free the party of (by some dogmatism induced) blindness for revisionist development in the international communist movement.

1http://www.iccr.gr/site/en/issue2/editorial.html, EDITORIAL
2Joseph Stiglitz, “Wall Street’s Toxic Message”, Vanity Fair, July 2009 http://www.vanityfair.com/politics/features/2009/07/third-world-debt200907; cited in La crise, les restrictions et les germes du changement, Résolution du Conseil national du PTB, 15 March 2010, http://www.ptb.be/fileadmin/users/nationaal/download/2010/03/crise.pdf

3http://www.iccr.gr/site/en/issue2/how-the-october-revolution-and-the-soviet-union-contributed-to-the-labour-movement-in-western-europe-and-more-particularly-in-belgium.html, “How the October Revolution and the Soviet Union contributed to the labour movement in Western Europe, and more particularly in Belgium”, Herwig Lerouge

4La crise, les restrictions et les germes du changement, Résolution du Conseil national du PTB, 15 mars 2010 PTB, Éditions du PTB (Parti du Travail de Belgique) Boulevard M. Lemonnier 171, 1000 Bruxelles www.ptb.be • ptb@ptb.be • 02 504 01 12 Ed. resp. : Marie-Rose Eligius, boulevard M. Lemonnier
5Contribution to the 15th International Communist Seminar , "Present and past experiences in the international communist movement". Brussels, 5- 7 May 2006, The Communist International and the Belgian Communist Party, Workers' Party of Belgium, Juliette Broder and Ludo Martens
6 In the congress documents (published on the website of the WPB - pvda.be or ptb.be)of the 8th congress in februari 2008
7“anti-capitalism not being anti-imperialism is reformism.pdf” on https://docs.google.com/file/d/0B8UoQVLZKKQvMzA5NTIzZDgtMzRiMC00OTZmLTg0OTQtOWFiNWViYzhlNzI1/edit?hl=en&pli=1