OPM./REMARQUE: Voila, ik maak er gelijk een tweeetalig article van; ceci devient une article vraiment bilingue….
In Izmir, Turkije ging dit op 18-20 oktober dit jaar, de 21 Internationale Bijeenkomst van Communistische en Werkers-partijen door.
Sommige kameraden, lid van de PVDA, menen dat er sprake is van een aanwezigheid va 2 communistische partijen in (van) België. Zoals blijkt uit de post op FB:
“Les deux partis communistes de Belgique étaient présents”“...ik verwijs altijd naar de twee communistische partijen: de PCB-CPB en de PTB-PVDA. Beide communistisch ...”In haar bijdrage verwijst de PVDA als ze het heeft over realisaties, uitdrukkelijk naar haar prestaties in de verkiezingen, het verkrijgen van een aanzienlijk aantal verkozenen. Ze profileert zich hier als “opvolgers” van de vertegenwoordigers van de Communistische Partij van België in het parlement. Ze verbindt dit aan haar 8e congres in 2008:
“26 May 26 2019 was an important breakthrough for our party, the Workers’ Party of Belgium (PTB-PDVA). (...)The number of votes for the PTB-PVDA more than doubled since the 2014 elections to more than 580,000 votes, representing 8.6% of the votes nationwide. (...)Note that the communist left had not obtained such a high score in Belgium since 1946, when, just after the war, the Communist Party won 12.7% of the votes.(...)Crucial in the emergence of our party as a credible alternative has been the party renewal since 2008. Our 2008 Congress stressed firmness on basic Marxist principles, but also laid out the necessity of flexible tactics, including in communication and in organizing work, while striving to really become a party of the entire working people. (...)The PTB is open to engage other communist and workers parties and organizations in debate on the road forward, in exchange of concrete experiences, in actual cooperation. Because it is imperative to become, together, a stronger locomotive in the global fight for social progress, democratic rights, climate justice, peace and socialism.1Veel leden van de PVDA, halen de documenten aan van dit 8e congres in 2008 om aan te tonen dat de PVDA nog altijd een communistische partij is.
Welnu, ik zeg dan dat ze dwalen…. Ik toonde dit reeds aan in …..
5-11-2019 2 contributions belges au 21e RIPCO: le 1e du PCB, le 2e du PTB qui a LIQUIDÉ son identité Communiste (affirmé au 2e congrès, 1983) sur 8e congrès en 2008
Déja en 2008 démasquant le détour “caché” en social-démocratie (mais en Néerlandais) ….
J’analysait déja
le 8ième congrès du PTB en 2008 … mais en Néerlandais:
Et sur le changement dans son ligne politique programme des réformes au lieu de programme de révolution dans une série d’articles commencant avec:
Et sur le dénonce de ses documents du 2ieme congrès (sur le concepte d’un parti leniniste/bolchvique) pour “mener” tout le parti (avec des phrases pseudo-marxistes) vers un parti social-démocrate sur le 8e congres en 2008:
Détruisant son propre histoire et “construisant” son “canon social-démocratique”, profitant du dogmatisme aveuglante chez les membres, militants de la première heure
La ligne de liquidation est une ligne DANS le mouvement/parti communiste qui LIQUIDE l'identité communiste (la vision du parti "bolchewique") pour enfin "transformer" le parti en un parti social-démocrate qui forme aucune "danger" pour le capitalisme.
Pour les liquidateurs, le concepte de parti communiste, révolutionnaire, marxiste-léniniste (dites "bolchewique") est du "sectarisme et gauchisme du passé" et doit être batu. En ce qui concerne la PTB, cela est également ainsi présenté dans le «canon historique» (dans un chapitre du document de leur 9ème congrès, voire plus loin)…. Et les anciens membres ont donc approuvé ces mensonges et demi-vérités, lors de ce neuvième congrès, comme "une représentation fidèle de leur histoire" ... étaient-ils alors complètement tombés dans l'idéologie de la liquidation social-démocrate?
Ik begrijp het wel – zeker als je niet veel weet van het verleden van de PVDA en als je het bijvoorbeeld moet hebben van hun “canon” – hun mythische vorm van hun eigen geschiedenis, een onderdeel van de documenten van het 9e congres. Nu, voor die PVDA-leden die reeds lid waren vóór – pakweg – 2004 en die deze historische leugens en halve waarheden op het 9e congres hebben goedgekeurd (en die wellicht ook het 8e congres hebben goedgekeurd) hebben, zijn, óf door dogmatisme verblind de liquidatoren gevolgd, óf stonden altijd al ZÈLF op een liquidatie-standpunt.
De liquidatie-lijn is een lijn BINNEN de communistische beweging/partij die de communistische identiteit (de “bolchewieke” partijopvatting) liquideren om de partij “om te vormen” tot een voor het kapitalisme “ongevaarlijke” sociaal-democratische partij.
Voor de liquidatoren is de oorspronkelijke communistische, revolutionaire, marxistisch-leninistische (zeg maar “bolchewieke”) partijopvatting een “te bestrijden sectarisme en gauchisme van het verleden”. Dit wordt dan, wat de PVDA betreft, ook zo voorgesteld in de “historische canon” (in een hoofstuk in het document van hun 9e congres, zie verder)…. En de oude leden, hebben deze leugens en halve waarheden dus, op dit 9e congres, als “correcte weergave van hun geschiedenis”, goedgekeurd… waren zij dan volledig naar de sociaal-democratische liquidatie-ideologie afgedreven?
Op enkele punten de BEWUSTE leugens (verzameld in een quasi-historisch overzicht in het 9e congres-document) van de liquidationisten ontmaskerd – certains mensonges CONSCIENTS (rassemblés dans l’aperçu quasi-historique dans le document du 9ième congrès) démasqués
Dans le document du 9ième congrès du PTB (2015), dans le chapitre 3.3. Une riche histoire sociale (p.146 – 166):
La grève des dockers est une dure école d’apprentissage pour le jeune parti en devenir et plein d’idéaux. C’est un baptême du feu. Des statuts et une direction nationale doivent refondre la jeune organisation pour en faire un parti efficace au sein duquel les travailleurs se sentent chez eux, loin du désordre d’une organisation étudiante. Cela n’a rien d’aisé. Car l’insouciance du passé étudiant est remplacée par des exigences très élevées, et le noyau reste restreint. Sur le plan politique, les maladies infantiles n’ont pas encore été surmontées : des tracts kilométriques déversent des vérités générales sur le socialisme et passent loin au-dessus de la tête des gens et de leur réalité quotidienne. En 1976, Amada décide de corriger son sectarisme et son dogmatisme, avec un esprit autocritique. Le jeune parti veut réaliser des choses concrètes, faire preuve de patience, soutenir ce qui est positif, penser en fonction de la majorité et mettre sur pied un large éventail d’activités et de fronts autour de points d’action concrets. Ces orientations seront à nouveau à l’ordre du jour lors du Congrès du renouveau de 2008.(…)
Le PTB est officiellement fondé le 4 novembre 1979, au Centre Rogier à Bruxelles, à l’issue de presque dix ans de travail pour sa construction.
Quatre mille personnes sont présentes. Lors d’une série de sessions préalables, les délégués ont approuvé un programme élaboré en deux volets: un sur le socialisme et un sur le programme minimal pour le progrès social, la démocratie, la paix et l’indépendance nationale. Le nouveau parti préconise entre autres la nationalisation des secteurs clés, en guise de réponse aux problèmes de la population. Son intention est de devenir une force politique réelle en Belgique et de laisser derrière lui le dogmatisme et le sectarisme de la période initiale.2
Welnu, uit wat bestond (volgens de PVDA in 2015) het “sectarisme en dogmatisme uit de beginperiode” dat de PVDA in 1979 (nog) NIET “achter zich” liet? Uit de teksten van het Eerste congres van de PVDA in 1979:
(3) Alleen de uitbouw van een demokratische socialistische maatschappij kan een oplossing bieden voor de problemen van de volkeren. Het kapitalisme heeft in de loop van zijn ontwikkeling de krachten voortgebracht waarmee het socialisme kan worden opgebouwd : de hoogontwikkelde produktiemiddelen en de arbeidersklasse. De moderne produktietechniekenlaten toe de goederen te produceren die nodig zijn om de noden van de wereldbevolking te voldoen. Dit wordt echter verhinderd door het feit dat de produktiemiddelen in de kapitalistische en staatskapitalistische landen in het bezit zijn van een kleine klasse die ze enkel aanwendt in de mate dat ze er winst mee kan verwezenlijken. De produktiemiddelen dienen kollektief bezit te worden van de werkende gemeenschap. Het voltrekken van dit onvermijdelijke revolutionaire proces is mogelijk geworden omdat het kapitalisme een arbeidersklasse heeft geschapen die door de uitbuiting tot verzet en opstand wordt gedwongen. Deze klasse is bekwaam om samen met de andere werkende klassen de kapitalistenklasse omver te werpen en de moderne produktiemiddelen in dienst van de gemeenschap te besturen. De overgang naar het socialisme is een historische noodzaak geworden. (...)
(5) Het socialisme is een onstuitbare wereldomvattende beweging geworden. Een aantal burgerlijke politieke stromingen, die ernaar streven het kapitalisme in stand te houden maar het 'om te vormen” en te “verbeteren”, misbruiken de naam van het socialisme. In meer dan zeventig jaar hebben de reformisten in België bewezen dat hun weg naar het 'socialisme' neerkomt op het meebeheren van het kapitalistische systeem. In hun programma's klagen zij enkele secondaire gevolgen en uitwassen van het kapitalisme aan. Maar zij verzwijgen dat de oorzaken van deze uitwassen gelegen zijn in de ekonomische wetten van het kapitalisme : met prive-bezit van de produktiemiddelen en de jacht naar winst als enige doel van de produktie. Deze grondslagen van het kapitalisme worden door de reformisten goedgepraat en verdedigd. Sinds zeventig jaar beweren de reformisten dat men het kapitalisme geleidelijk kan uitschakelen door meer macht te geven aan de staat. Maar de ervaring heeft de werkende massa's geleerd dat de kapitalistische staatsmachine voor hen verdrukking en repressie betekent en dat deze staatsmachine niet 'neutraal' is, maar dat zij een werktuig vormt voor de klasse van de kapitalisten. (...)
De partij is het instrument van de arbeidersklasse
(72) De arbeidersklasse kan zich maar bevrijden door de kapitalistische staatsmacht te vernietigen, zelf de politieke macht te veroveren, de productiemiddelen tot bezit van de gemeenschap te maken en het socialisme op te bouwen. De arbeidersklasse kan maar een klassenbewustzijn verwerven en een zelfstandige politieke kracht worden, wanneer ze haar eigen zelfstandige revolutionaire partij weet op te bouwen. Zonder zo’n klassenpartij levert de arbeidersklasse weliswaar heldhaftige gevechten, maar de politieke resultaten daarvan worden ‘ontvreemd’ en ontkracht door de burgerlijke en reformistische partijen, die zich aan het hoofd stellen van de strijd.
Het socialisme is een wetenschap
(73) De Partij van de Arbeid baseert zich op de wetenschappelijke leer van het socialisme, waarvan de fundamentele wetten worden aangegeven door het dialectisch en historisch materialisme. Deze leer , waarvan Marx, Engels, Lenin, Stalin en Mao Zedong de belangrijkste leraars zijn, is geen dogma, maar moet zich zoals elke wetenschap ontwikkelen, naarmate de maatschappij verandert. (…)
De voorhoede van de arbeiders en werkers
(76) Voor vele arbeiders brengt het kapitalisme overlast teweeg op het werk en in de familie. Sommigen gaan volledig gebukt onder ziekte en miserie, permanente vrees voor afdanking. Vele arbeiders worden beïnvloed door de ideologische opvattingen van andere klassen. Een deel van de arbeiders wordt misleidt door de dagelijkse campagnes van leugen en bedrog die die de burgerij organiseert. Een kleine laag wordt corrupt gemaakt. Het kapitalisme is de oorzaak van een gebrekkige culturele ontwikkeling van vele arbeiders.
Om al deze redenen kan de partij van de arbeidersklasse slechts gevormd worden door de voorhoede-elementen die een revolutionaire geest bezitten, een klassenbewustzijn verwerven, zich offers getroosten voor de bevrijding van het werkende volk en die praktische ervaring opdoen in het leiden van de strijd.
De arbeidersklasse moet een voorhoede-partij tot stand weten te brengen omdat de diepste verlangens en betrachtingen van heel de klasse slechts concreet gestalte krijgen in het werk van zo’n partij.
De Partij van de Arbeid is de klassenpartij van de arbeidersklasse. Zij verenigt ook uit andere klasse en lagen de voorhoede-krachten die zih op het standpunt van de arbeidersklasse stellen.
Om al deze redenen kan de partij van de arbeidersklasse slechts gevormd worden door de voorhoede-elementen die een revolutionaire geest bezitten, een klassenbewustzijn verwerven, zich offers getroosten voor de bevrijding van het werkende volk en die praktische ervaring opdoen in het leiden van de strijd.
De arbeidersklasse moet een voorhoede-partij tot stand weten te brengen omdat de diepste verlangens en betrachtingen van heel de klasse slechts concreet gestalte krijgen in het werk van zo’n partij.
De Partij van de Arbeid is de klassenpartij van de arbeidersklasse. Zij verenigt ook uit andere klasse en lagen de voorhoede-krachten die zih op het standpunt van de arbeidersklasse stellen.
En héél “sectair, gauchistisch en dogmatisch”(volgens de PVDA in 2015) beschuldigde de PVDA in haar congresteksten van 1979 de CPB ervan haar oorspronkelijke revolutionaire, communistische partijopvatting te hebben GELIQUIDEERD:
Le PTB dans les documents de son congrès …. en 1979(ce qu’il déclare en 2015 comme “sectaire et gauchiste”):
Le PCB et la lutte de classe en Belgique
La direction du KPB se présente aujourd'hui comme un adversaire de la lutte de classe révolutionnaire. Il s'efforce de diriger la lutte de classe des travailleurs dans des voies pacifistes et pacifiques. Il veut empêcher la classe ouvrière de prendre conscience de ses tachess révolutionnaires historiques.
Le PCB adhère aux vues du parlementarisme bourgeois. Elle affirme que le parlement exerce le pouvoir réel.
Lorsque les "représentants du mouvement ouvrier" obtiennent la majorité au parlement, la transition vers le socialisme peut être pacifique.
Selon le PCB, l'État capitaliste n'est pas l'instrument de la dictature des monopoles capitalistes. La machine d'État n'est plus essentiellement une arme dans les mains du grand capital, mais elle exprime aussi dans une certaine mesure les intérêts des travailleurs. Au fur et à mesure que la pression des masses augmente, cette caractère travailleuse peut être progressivement renforcé et la bourgeoisie peut être privée pacifiquement de son autorité sur l'appareil d'État existant.
Pour atteindre cet objectif, le PCB défend une politique de "grands fronts progressistes", qui vise principalement à rapprocher les dirigeants des autres partis et à promouvoir la coopération parlementaire avec eux. Avec chaque action à la base, le PCB vise à réorienter la lutte de classe vers "une pression sur les élus du mouvement ouvrier" afin qu'elle "poursuive une politique plus progressiste" et coopère avec le dirigeant du KPB dans un "front des progressistes”. Si le PCB critique les dirigeants d'autres partis, c'est principalement dans le but d'isoler les forces qui refusent de coopérer avec les dirigeants du PCB et avec l'Union Soviétique.
Le PCB fait croire aux travailleurs que le capitalisme peut être éliminé par une politique pacifique et progressive de "réformes structurelles" "sous le contrôle des travailleurs". Les secteurs clés doivent être "sous statut public", ce qui selon le PCB "peut faire passer les intérêts de la communauté avant ceux de la grande capitale". De cette manière, les dirigeants du KP veulent développer davantage le capitalisme monopoliste d'État, acquérir des positions dans l'appareil d'État, éteindre la lutte de masse et développer des liens économiques plus étroits avec l'Union soviétique.
Pour les cadres PTB D’AUJOURD’HUI, cette position sur le CPB en 1979 fait partie d’un "passé sectaire et dogmatique". Il est important pour les cadres PVDA que ce passé historique ne soit plus connu chez ses propres membres. Parce que - mis à part les commentaires sur l'Union soviétique qui ont effectivement été influencés par un certain maoïsme - ce que le PTB (en 1979) critique le PCB (en 1979) pourrait donc concerner la critique que pourrait formuler le PCB (après son 36e congrès en 2019) à l’attitude politique et idéologique du PTB après son 8ème congrès en 2008.
Dans son “canon” de 2015, le 2ième congrès du PTB en 1983 fait parti de son passé “sectaire, gauchiste et dogmatique”….
Dans son “canon historique” de son 9e congres en 2015 le PTB dit:
La jeune direction du PTB ne veut pas se retrouver sur cette pente savonneuse et, en 1983, organise un Deuxième Congrès. Tant sur le plan idéologique que sur le plan organisationnel, le parti confirme ses principes et consolide ainsi le noyau de l’organisation. Mais cette orientation est unilatérale. Alors que la popularité du courant né en Mai 68 diminue, le parti met à l’arrière-plan le changement de trajectoire amorcé en 1976 en vue d’ouvrir réellement le parti, de réaliser des choses concrètes, de faire preuve de patience, de soutenir ce qui est positif, de penser en fonction de la majorité et de mettre sur pied un large éventail d’activités autour de points d’action concrets. Ce changement de trajectoire s’est arrêté beaucoup trop tôt, comme on s’en apercevra un quart de siècle plus tard, en 1999. En outre, le parti dit expressément que, vu les circonstances, il ne peut pas être autre chose qu’un « parti de cadres » et donc pas un large « parti de membres ». Les cadres et les militants doivent répondre à des exigences sévères. En plus d’un travail militant quasi quotidien dans à peu près chaque lutte sociale, ils consacrent du temps et de l’énergie à l’étude, pour consolider l’épine dorsale du parti. Mais les conditions d’affiliation sévères poussent bien des gens loin de l’organisation, et les sympathisants du parti sont parqués dans « l’Amicale » du parti. Aussi bien intentionné qu’il soit, le PTB continue à souffrir du sectarisme.(…)
Le Cinquième Congrès du PTB (1995) se livre à une introspection. Le monde a profondément changé. Le Congrès plaide en faveur d’un plus grand sens des responsabilités, de davantage de politique et de tactique et d’une rectification profonde contre le bureaucratisme afin d’adapter le parti à la nouvelle réalité. Mais ce congrès est très centré sur le parti lui-même, il n’en sort aucune analyse de la situation politique dans notre pays six ans après la chute du Mur de Berlin. On assiste au congrès à de nombreux « copier-coller » des principes de fonctionnement du passé, sans tenir compte de la nouvelle situation. On s’emploie très peu à la comprendre, à développer un programme à partir des besoins des gens et à définir une nouvelle stratégie et une nouvelle tactique qui puissent s’appliquer à la nouvelle période. Cela renforce l’image du parti en tant que « forteresse assiégée ». Les esprits ne sont pas encore mûrs pour une nouvelle approche, qui ne sera initiée qu’en 1999 et réellement acquise que lors du Congrès du renouveau, en 2008.(…)
...Parce que le 2e congres du PTB en 1983 c’etait la lutte CONTRE la ligne social-démocratique de LIQUIDATION et POUR le concept de parti “léniniste” ou “bolchevique”
Le 2e Congrès du PTB, en 1983, fut dominé par la lutte contre la liquidation sociale-démocrate et le développement des principes organisationnels originaux du parti révolutionnaire fondé par les Bolcheviks en 1912 ... Ce que l’on appelle dans son "canon" de 2015, "sectarisme, dogmatisme et gauchisme". Preuve: les documents du 2e congrès "Concepte de parti" et "Critique sur le mouvement de liquidation social-démocrate" (tout les 2 en Néerlandais)
In 1994, net voor het 5e congres in 1995, herbevestigde Ludo Martens de politieke en ideologische standpunten die de PVDA in nam op haar 2e congres in 1983
In 1994, in het boek Van Tien An Men tot Timisoara - Strijd en debatten binnen de PVDA (1989-1990) – Ludo Martens. EPO 1994, worden deze standpunten en ideologie van het 2e congres opnieuw door Ludo Martens bevestigd.
In dit boek willen wij aantonen hoe de democratie die de PVDA toepast, van nature uit volledig verschilt van de democratie die heerst in de partijen die het kapitalisme ondersteunen. Onze democratie is revolutionair en proletarisch - wat wil zeggen dat zij dient om de burgerlijke standpunten en invloeden uit onze rangen te verwijderen, en de revolutionaire standpunten te versterken. Onze democratie stelt elk lid in staat beter het kapitalisme en het imperialisme te bestrijden, zijn kennis over het misdadige, barbaarse en onmenselijke karakter van ons systeem te verdiepen, met meer toewijding de strijd van de werkers en de strijd van de volkeren in de derde wereld te dienen. De proletarische democratie van onze partij beoogt het bewustzijn, het bevattingsvermogen, de activiteit van elk lid te verhogen. In tegenstelling tot wat in de burgerlijke partijen gebeurt, worden passieve en conformistische leden die beïnvloedbaar zijn door het burgerlijke milieu, beschouwd als een gevaar voor de toekomst van de partij.
Wie lid wordt van de Partij van de Arbeid doet dit na rijp beraad. Hij engageert zich voor een consequente strijd voor de bevrijding van de arbeidersklasse en de werkende massa's. Hij weet dat hij met alle andere leden van de Partij een zelfde ideaal en een zelfde engagement deelt en dat allen verbonden zijn door dezelfde discipline. In de Partij worden de democratie en de creativiteit bevorderd om beter de gezamenlijke doelstellingen te verwezenlijken. Een communist vecht niet alleen om een einde te stellen aan de uitbuiting, de onderdrukking en de onrechtvaardigheid in zijn eigen land. Sinds het kapitalisme een wereldsysteem is geworden, is de klassenstrijd van de arbeiders internationalistisch. Elke communist steunt de antiimperialistische en democratische revolutionaire bewegingen in de derde wereld. Hij is solidair met de socialistische landen en met de communisten die de socialistische opbouw verdedigen tegen de oude vijandige klassen, tegen de imperialistische subversie en tegen revisionistische tendensen in de | partij zelf. De politieke lijn van de Partij van de Arbeid van België inzake de geschiedenis van de socialistische landen, is geformuleerd in de twee boeken, De USSR en de fluwelen contrarevolutie en Een andere kijk op Stalin, verder in het document Tien An Men: van revisionistische ontsporing tot contrarevolutionaire opstand. Dit document publiceren wij als bijlage.
Wie lid wordt van de Partij van de Arbeid doet dit na rijp beraad. Hij engageert zich voor een consequente strijd voor de bevrijding van de arbeidersklasse en de werkende massa's. Hij weet dat hij met alle andere leden van de Partij een zelfde ideaal en een zelfde engagement deelt en dat allen verbonden zijn door dezelfde discipline. In de Partij worden de democratie en de creativiteit bevorderd om beter de gezamenlijke doelstellingen te verwezenlijken. Een communist vecht niet alleen om een einde te stellen aan de uitbuiting, de onderdrukking en de onrechtvaardigheid in zijn eigen land. Sinds het kapitalisme een wereldsysteem is geworden, is de klassenstrijd van de arbeiders internationalistisch. Elke communist steunt de antiimperialistische en democratische revolutionaire bewegingen in de derde wereld. Hij is solidair met de socialistische landen en met de communisten die de socialistische opbouw verdedigen tegen de oude vijandige klassen, tegen de imperialistische subversie en tegen revisionistische tendensen in de | partij zelf. De politieke lijn van de Partij van de Arbeid van België inzake de geschiedenis van de socialistische landen, is geformuleerd in de twee boeken, De USSR en de fluwelen contrarevolutie en Een andere kijk op Stalin, verder in het document Tien An Men: van revisionistische ontsporing tot contrarevolutionaire opstand. Dit document publiceren wij als bijlage.
In feite is inhoud van het boek “Van Tien An Men tot Timisoara” hetgeen wat de politieke, ideologische en organisatorische lijn van het 5e congres HAD MOETEN ZIJN!
In feite wordt in dit boek ook de inzet van het komende 5e congres geformuleerd. Voor wat de door de meeste mainstreammedia werd beschreven als “het neerslaan van de beweging voor democratie op het Tien An Men plein” tot en met de “val van de muur” besluit het boek:...Voor vele communisten uit heel de wereld, was het de eerste keer dat ze belaagd werden door een virulente en niet afhoudende ideologische agressie en dat ze een fundamentele keuze moesten maken: socialistische revolutie of hervorming van het kapitalistisch systeem, imperialisme of socialisme, burgelijke dictatuur of dictatuur van het proletariaat, burgerlijke democratie of socialistische democratie. Voor heel wat revolutionairen wsa dat een complete verassingsaanval.(...)Een aantal communisten waren niet goed voorbereid op deze ideologische agressies.De hoofdoorzaak hiervan was het liberalisme en de laksheid van de hoogste kaders van onze partij.Sommigen besteedden niet de nodige inspanningen aan hun eigen vorming en omvorming door de assimilatie van de werken van Marx. Engels, Lenin, Stalin en Mao Zedong.Zij deden ook niet genoeg moeite om de standpunten en tactieken te leren kennen die de grote burgerij, het Amerikaans imperialisme, het fascisme, en de socaal-democratie gebruiken in hun anticommunistische strijd.Wanneer zij verkeerde of opportunistische standpunten vaststelden in de partij, verzuimden zij vaak de nodige discussies te voeren en de ideologische strijd aan te gaan.Het systeem om alle tussenkaders een degelijke marxistisch-leninistische vorming te garanderen, bevatte veel lacunes.Er moest dus vorming worden georganiseerd over de essentiële begrippen van de marxistisch-leninistische docrine die niet gekend, vergeten of slecht begrepen waren.Er moest rectificatie komen: door kritiek en zelfkritiek moest de ideologische eenheid van de partij en haar inzet om de massa’s te winnen voor de revolutionaire ideeën, worden versterkt.Over de liquidatorische verzuchting (in het document van het 9e congres van 2015, zie boven) over “de PVDA, die blijft lijden aan sectarisme” en over het liquideren van een communistische partijopvatting, die wordt verdedigd als een “strijd tegen sectarisme en gauchisme”, analyseert Ludo Martens gelijkaardige verzuchtingen van enkele liquidatoren, vooral wat betref hun eigenlijke bedoelingen:
Oscar en Salomon vervolgen in Humo: “Je hebt dan een situatie waarin de eenvoudige militant afkerig is van al die volzinnen en zich vastklampt aan zijn dagelijks politiek werk. In zijn fabriekscel, in zijn medisch centrum. Al de rest neemt hij erbij. Maar hoe kuan je voor het welzijn van de mensen in België werken en ondertussen de Roemenen laten sterven?”In 1973 heeft de PVDA een lang document gepubliceerd Analyse van de groep Clarté, waarin de band wordt aangetoond tussn het economisme en het anticommunisme. De economisten verklaarden bij het begin van deze eeuw dat de arbeiders “een afkeer” hadden van al die onverstaanbare marxistische theorieën van een verre revolutie. De arbeiders, zeiden ze, verkiezen “de concrete strijd op het terrein”. Het doel van de economisten was de arbeiders vast te houden in deelgevechten voor hervormingen, te verhinderen dat de werkers de nodige inspanningen deden om een wetenschappelijk marxistisch inzicht in de tegenstellingen vaan de kapitalistische maatschappij, om inzicht te krijgen in de noodzaak van een socialistische revolutie. Oscar en Salomon gebruiken het oude argument van de economisten (men zou vandaag zeggen de sociaal-democraten) om de revolutionaire politieke lijn te bekampen. Zij geven volmondig toe dat “de militanten van de PVDA zeer goed en zeer toegewijd zijn in de economische strijd”. Maar: “Al de rest, al die volzinnen, nemen ze erbij.” Zo wordt het marxisme-leninisme, de kritiek op het opportunisme en het revisionisme, de internationale strijd tegen de burgerij en het imperialisme, de strijd voor de verdediging van de socialistische landen, ondergebracht in de categorie van “er bij te nemen lasten”. De twee renegaten verwerpen de essentie van de communistische activiteit terwijl ze veinzen het werk “aan de basis” te waarderen.
De liquidatoren wisten door hun invloed bij de opstelling en uitgave van het boek “Partij van de revolutie”, dat algemeen aanvaard wordt als “het geheel van de dokumenten van het 5e congres” (door de vermelding als auteur “Ludo Martens”), deze gelijkaardige bedoelingen te verdoezelen.
In het begin van het boek “Partij van de revolutie” staat:
“Binnen de Partij van de Arbeid is er een grote eensgezindheid over beslissende politieke vraagstukken die tal van organisaties uit elkaar hebben doen spatten. Deze eensgezindheid is tot stand gekomenen doorheen ruime debatten, de resultaten zijn ervan vastgelegd in definitieve documenten.De revolutionaire moraal, Partij en Front, De Partijopvatting, De crisis in de revolutionaire beweging in West-Europa, dateren van 1983.”Waarom wordt hier niet gezegd dat het gaat om de documenten van het 2e congres in 1983, die (uiteraard) door IEDER lid geassimileerd moeten worden…
En vervolgens wordt geschreven, waardoor bewezen wordt hetgeen ik hier boven ergens zeg:
“Dat laatste document kende een vervolg in de strijd tegen de “zes dissidenten” in 1990. Het boek “Van Tien An Men tot Timisoara ...” bevat de neerslag ervan.”Aan het boek “Van Tien An Men tot Timisoara...” wordt vervolgens op tegenstrijdige manier gerefereerd:
“De PVDA is versterkt uit de anti-communistische vloedgolf van 1989-1991 gekomen. Hoe heeft ze hieraan weerstand geboden? Hoe heeft zij haar revolutionaire eenheid vertevigd en het aantal militanten kunnen verhogen? In het boek “Van Tien An Men tot Timisoara ...” vindt men het antwoord op deze vragen. De juiste waarde van deze verworvenheden wordt pas goed duidelijk wanneer men de verdeeldheid en de verwarring ziet onder de marxisten-leninisten in vele Europese landen.Dankzij deze verworvenheden en successen kunnen we vandaag de nadruk leggen op sommige negatieve aspecten in ons werk om de waakzaamheid van onze kaders en leden te stimuleren. De grote eenheid en stevigheid van onze partij laten ons toe meer energie te concentreren op het onderzoek van sommige zwaktes en tekorten.”Wat verder staat dan weer:
“We moeten de tendenzen tot liberalisme, laksheid en liquidationisme onder de kaders, zoals beschreven in het boek Van Tien An Men tot Timisoara niet onderschatten. In de partij bestaat een potentiële liquidatiestroming, die heeft zich vanaf de jaren tachtig sluipend en ongemerkt genesteld.(…) De zaak van de anti-partijgroep in 1989-1990 heeft bewezen dat er zich sinds een aantal jaren een gevaarlijke laksheid ontwikkelt. Er is vaak een gebrek aan waakzaamheid bij de andere kaders die geen analyse maakten van de verkeerde standpunten en die geen echte strijd voerden.”(…) Rechts opportunistische tendenzen staken de kop op tijdens het debat over China. Onze revolutionaire standpunten over de aard van het imperialisme, de dictatuur van het proletariaat, het revolutionaire geweld, de ervaring van de bolsjevistische partij onder Stalin werden in vraag gesteld.”Maar verder op wordt dan weer “geruststellend” gezegd:
“Ook al heeft onze partiij nog talrijke politieke zwakheden, ons belangrijkste probleem is de organisatorische achterstand.(…) De komende jaren moeten de organisatorische problemen aangepakt worden. Vooral het probleem van de werking van de leidende organen, de structuren, de planning, de kaderpolitiek, de opvatting over de basiscellen en de recrutering moeten centrale aandacht krijgen.”Maar verderop “vermeldt” men dan “terloops” de OORSPRONKELIJKE bezorgdheid van Ludo Martens. En blijkbaar zo “terloops en verborgen” dat het niet opvalt aan de meerderheid van de leden, hoe profetisch dit eigenlijk is gebleken voor wat betreft de door enkele kaders aangestuurde ontwikkelingen in de PVDA sinds 1999 die dan uitmonden in de sociaal-democratische degeneratie van 2008:
“De partij kan ook vanuit de top worden afgebroken
Chroesjtsjov en Breznjev hebben de macht gegrepen in de bolsjevistische partij, zij hebben geleidelijk alle ideologische en politieke principes van het bolsjevisme onderdrukt. Zij hebben de revolutionaire kaders ontslagen onder het mom dat ze “stalinisten” waren. Zij hebben de vrije ontwikkeling toegestaan van boecheranistische, sociaal-democratische, nationalistische stromingen, naast allerlei andere burgerlijke en kleinburgerlijke stromingen.De strijd op het 2e congres in 1983 tegen de liquidatie-stroming en de verdere ontmaskering van deze liquidatie-stroming door Ludo Martens kon niet verhinderen dat, OP het 5e congres (1995) zèlf , de liquidatiestroming, zich opnieuw kon ontwikkelen. Zo zien de militanten blijkbaar NIET (wegens een dogmatisme dat hen verblindt), dat er tegenover de oorspronkelijk “bolchewieke lijn” (die vooral bevestigd wordt in de tekst van hoofdstuk 1, punt 5, in “Partij van de revolutie” – Omvorming van wereldopvatting – dat in feite een stuk van hoofdstuk 4. Verzoeningsgezindhed is van “Van Tien An Men tot Timisoara...”), er een uitgewerkte liquidatie lijn wordt ontwikkeld. Deze wordt in het boek “Partij van de revolutie” opgenomen in hoofstuk 3, deel 3, “de massalijn”.
De partij is een revisionistische partij geworden. De grote, glorierijke bolsjevistische partij werd vanuit de top ontmanteld. Wij moeten veel aandacht besteden aan de oorzaken van de achteruitgang of het verval van de leidende kaders, om er algemene lessen uit te trekken en efficiënte politieke maatregelen te treffen.Het is van het allergrootste belang dat we ervoor zorgen dat de strijd tussen twee lijnen op het nationaal bureau concreet en grondig kan gevoerd worden.”
De liquidationisten, op het 2e congres, nog zo ontmaskerd en bestreden (...maar het 2e congres is voor PVDA NU ”sectair verleden”), slagen erin op het 5e congres hun lijn te doen erkennen (op het 5e congres nog NAAST een revolutionaire lijn). In 1999 wordt de liquidatie-lijn aan héél de partij “opgelegd” Hoewel BUITEN elk congres, wordt dit suivistisch aanvaard door de meeste partijleden, verblind als ze zijn door dogmatisme ...
Ik toonde dit reeds aan (weliswaar in het Nederlands) in 27-04-2016 Boudewijn Deckers "plukte" BEWUST DEEL uit GEHEEL van 5e Congres-documenten, om PVDA te "verburgerlijken", geholpen door heersend DOGMATISMEEen voorbeeld (uit hoofstuk III, deel 3,….) van het toepassen van dogmatisme om aan een bepaalde opvatting een “authentiek bolsjevistisch” tintje te geven en de door dogmatisme verblinde partijleden BEWUST te misleiden
Une example (du chapitre III, part 3 ….) de l’aplication du dogmatisme pour donner à un certain avis un certaine “authenticité bolsjevique” pour induir en erreur d’une manière CONSCIENT les membres du parti (mais qui sont aveuglés par un certain dogmatisme:
3. Combattre le bureaucratisme, renforcer les liens avec les masses
3.1 La ligne de masse
Le bureaucratisme s’installe pas à pas parmi les cadres, brouillant les propositions fondamentales concernant la ligne de masse.
Dans la conclusion de l'Histoire du Parti communiste de l'Union soviétique (bolcheviks), Staline dit: “Enfin l’histoire du Parti nous apprend que faute d’avoir d’amples liaisons avec les masses, faute de raffermir constamment ces liaisons, faute de savoir écouter la voix des masses et comprendre leurs besoins poignants, faute d’avoir la volonté non seulement d’instruire les masses, mais aussi de s’instruire auprès d’elles, le parti de la classe ouvrière ne peut pas être un véritable parti de masse, capable d’entraîner, avec leurs millions d’hommes, la classe ouvrière et l’ensemble des travailleurs.
Le Parti est invincible, s’il sait, comme dit Lénine, «se lier, se rapprocher et, si vous voulez, se fondre jusqu’à un certain point avec la masse des travailleurs la plus large, au premier chef avec la masse prolétarienne, mais aussi avec la masse des travailleurs non prolétarienne». Le Parti périt s’il se confine étroitement dans sa propre coquille, s’il se détache des masses, s’il se couvre d’un enduit de bureaucratisme.”3 …
Het citaat komt uit de laatste passage in het laatste hoofdstuk, getiteld “Conclusie”, en wel het zesde punt, van een lijstje van zes lessen die het boek “Geschiedenis van de Communistische Partij van de URSS (bolsjewiki)” afsluiten. Deze zes lessen vormen een GEHEEL. Er één uitkiezen, omdat die toevallig juist het vooringenomen standpunt bewijst is een mooit voorbeeld van zo’n BEWUSTE liquidatorische misleiding.
Cette citation vient du dernier paragrafe du dernière chapitre, avec le titre “Conclusion”, en fait point 6 dans une liste de 6 leçons qui finisse le livre “Histoire du CP de l’URSS (bolchevique)”. Ces 6 leçons forment UN TOUT. Choisir une, parce qu’il prouve par coïncident just le point de vue pris à l’avance est une bonne exemple d’ une messonge liquidationiste CONSCIENT(Le chapitre CONCLUSION du livre Histoire du CP de l’URSS (bolchevique) )
De zes bij elkaar behorende lessen hebben het over de onmisbaarheid van AL deze lessen om te gaan tot een overwinning van de proletarische revolutie en het te kunnen beginnen aan de socialistische opbouw.
Ces six leçons liées traitent l’indispensablité de TOUTS ces leçons pour obtenir la victoire dans la révolution prolétaire et pour faire possible le construction du socialisme:
1. L’histoire du Parti nous apprend, tout d’abord, que la victoire de la révolution prolétarienne, la victoire de la dictature du prolétariat est impossible sans un parti révolutionnaire du prolétariat, exempt d’opportunisme, intransigeant vis-à-vis des con ciliateurs et des capitulards, révolutionnaire vis-à-vis de la bour geoisie et de son pouvoir d’État. (…)
2. L’histoire du Parti nous apprend encore que le parti de la classe ouvrière ne peut pas remplir le rôle de dirigeant de sa classe, ne peut pas remplir le rôle d’organisateur et de dirigeant de la révolution prolétarienne, s’il ne s’est pas assimilé la théorie d’avant-garde du mouvement ouvrier, s’il ne s’est pas assimilé la théorie marxiste-léniniste. (…)
3. L’histoire du Parti nous apprend encore que, si l’on n’écra se pas les partis petits-bourgeois qui travaillent au sein de la classe ouvrière, qui poussent ses couches arriérées dans les bras de la bourgeoisie et détruisent de la sorte l’unité de in classe ouvrière, la victoire de la révolution prolétarienne est impossible.(…)
4. L’histoire du Parti nous apprend encore que sans une lutte intransigeante contre les opportunistes dans ses propres rangs, sans écraser les capitulards dans son propre milieu, le parti de la classe ouvrière ne peut pas sauvegarder l’unité et la discipline dans ses rangs, ne peut pas remplir son rôle d’organisateur et de dirigeant de la révolution prolétarienne, ne peut pas remplir son rôle de bâtisseur de la nouvelle société socialiste.(…)
5. L’histoire du Parti nous apprend encore que le Parti ne peut remplir son rôle de dirigeant de la classe ouvrière si, grisé par ses succès, il se laisse aller à la présomption, s’il cesse de re marquer les insuffisances de son travail, s’il craint de reconnaître ses erreurs, s’il craint de les corriger à temps, ouvertement et hon nêtement.(…)
en dan het uit zijn context gehaald citaat – et puis le citation pris de son contexte:
6. Enfin l’histoire du Parti nous apprend que faute d’avoir d’amples liaisons avec les masses, faute de raffermir constam ment ces liaisons, faute de savoir écouter la voix des masses et comprendre leurs besoins poignants, faute d’avoir la volonté non seulement d’instruire les masses, mais aussi de s’instruire auprès d’elles, le parti de la classe ouvrière ne peut pas être un véritable parti de masse, capable d’entraîner, avec leurs millions d’hom mes, la classe ouvrière et l’ensemble des travailleurs.Le Parti est invincible, s’il sait, comme dit Lénine, « se lier, se rapprocher et, si vous voulez, se fondre jusqu’à un certain point avec la masse des travailleurs la plus large, au premier chef avec la masse prolétarienne, mais aussi avec la masse des travailleurs non prolétarienne ». (Lénine, t. XXV, p. 174, éd. russe.)Le Parti périt s’il se confine étroitement dans sa propre coquil le, s’il se détache des masses, s’il se couvre d’un enduit de bureaucratisme.
De ideologische basis voor de ontwikkeling van de liquidationistische beweging/fractie in 1999 is deze tekst “hoofdstuk III, deel 3,... “ uit “Partij van de revolutie”
In 1999 wordt er een politieke Resolutie opgesteld en een organisatielijn ontwikkeld (met een verandering van de statuten BUITEN een congres!!!) op basis van een als slecht beoordeelde VERKIEZINGS-uitslag. Héél de werking van de partij, en van haar militanten wordt volledig afgestemd op: in de volgende verkiezingen het verbeteren wat betreft, het behalen van stemmen en het realiseren van verkozenen. Het begin van de liquidatie van het leninistisch/”bolchewiek” karakter van de partij is ingezet!Resolutie van het Centraal Comité over de verkiezingscampagne
1. Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, na dertig jaar permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen.
2. Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's. Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in de concrete praktijk.
(...)
(...)
Résolution du Comité central sur la campagne électorale
1. Il n’est pas normal que nous stagnions aujourd’hui, après 30 ans de présence permanente sur le terrain, 10 ans après le point culminant de la campagne anticommuniste, après les plus importants mouvements de lutte de masse que la Belgique ait connus au cours de son histoire, après que nous ayons intensément m après ce qui était probablement la meilleure campagne électorale de notre histoire. C’est la raison pour laquelle nous devons affirmer que les élections représentent une défaite politique majeure pour le parti et reflètent les erreurs que nous portons depuis de nombreuses années.
2. Tous les points de bilan des élections sont déjà dans le Parti de la révolution. Nous devons analyser pourquoi nous n’avons pas été en mesure de rectifier et même de ne pas assimiler ce que le Congrès avait décidé, sur la base de la centralisation de nombreux rapports et notes. Cela pose le problème de la lutte idéologique pour une véritable unification à travers l’application concrète des décisions.
(....)Dans mon article 06-05-2015 Resolutie van 1999: van "Partij van de revolutie" naar "Partij van verkiezingscampagnes" j’analyse (mais en Néerlandais) comment un certain fraction de cadres liquidationiste a réussi à imposer une ligne liquidationiste au reste du parti. Je donne ici quelques éléments de cette analyse, ... mais traduit:
Il est apparu par la suite (en 2004, dans une note à la "Résolution du Comité central de la PTB sur l'ancienne secrétaire générale Nadine Rosa Rosso et l'ancien responsable des cadres, Luk Vervaet") que la version originale de la Résolution 1999, point 2 avait été reformulée , à savoir:
"2. Nous devons reprendre le Parti de la révolution, chapitre III, troisième partie: combattre le bureaucratisme, renforcer les relations avec les masses. Tous les points de bilan sur les élections sont probablement déjà inclus. Nous devons analyser pourquoi nous n’avons pas été en mesure de rectifier et même de ne pas assimiler ce qu’un congrès avait décidé sur la base de nombreux rapports et notes. ... "
La note indique alors aussi: “….dans la version destinée à l'ensemble du parti, la référence à "Parti de la révolution, chapitre III, point 3" a été remplacée par une référence à "Parti de la révolution" en général. La première version indiquait également sur quels points il n’y avait pas encore d’unité - comme «le bilan de l’affaire “Charki”….”
Une résolution a donc été envoyée aux membres pour qu'elle soit considérée comme une "directive applicable" à propos de laquelle le Comité central n'était pas unifié (ce que les membres ne savaient PAS ALORS). Or, toute cette "Résolution de 1999" n’est pas une véritable analyse, mais plutôt une liste rapide de "préoccupations", basée sur des citations de rapports soumis. Par exemple, "l'action de la parti dans l'affaire Charki" est un point central sur la base duquel des conclusions sont tirées. Mais pour un membre du parti qui n'a pas vécu, travaillé ou milité en tant que membre d'un parti à Bruxelles, le sens de l'ensemble de la discussion n'a pas été précisé. Cependant, apparemment, un certain niveau de connaissance préalable était supposé pour chaque membre du parti. En tant que travailleur/syndicaliste et "non ouvertement connu comme communiste", travaillant dans une grande entreprise, le passage "de l'affaire Charki" dans la résolution n'était pas clair
(….)
Le socialisme scientifique, le marxisme, est "remplacé" par "la ligne de masse" ou TOUTES les décisions du CINQUIÈME CONGRES sont "remplacées" par seulement "le chapitre III, partie 3: combattre le bureaucratisme, renforcer les liens avec les masses, 3.1 La ligne de masse".
(...)
Formellement (pour rassurer tout le monde), il semble que toutes les décisions du 5e Congrès (1995) soient appliquées, mais il ne reste finalement que la "directive" révisionniste (celle due à la négligence et fondée sur un certain dogmatisme – AUSSI parmi les militants du parti qui avaient encore une idéologie révolutionnaire et se tenaient sur un point de vue de la classe prolétarienne –, a été approuvés au Cinquième Congrès).
Une renonciation est faite sur la base de citations sélectionnées de Mao Zedong (DIRECT du Livret Rouge), totalement relâchées de leur contexte historique concret (la performance des membres du parti dans la direction des régions libérées et dans la construction du socialisme) des aspects de parti d’avant garde comme développé par Lénine et en concentrant tout l’activité du parti sur les campagnes électorales successives, au cours desquelles, dans l'intervalle, il conviendrait de polir le plus possible l’IMAGE du parti (dans la perspective de la prochaine campagne électorale). Les nouveaux membres sont recrutés parmi les "collaborateurs de la campagne électorale".
Formellement (pour rassurer tout le monde), il semble que toutes les décisions du 5e Congrès (1995) soient appliquées, mais il ne reste finalement que la "directive" révisionniste (celle due à la négligence et fondée sur un certain dogmatisme – AUSSI parmi les militants du parti qui avaient encore une idéologie révolutionnaire et se tenaient sur un point de vue de la classe prolétarienne –, a été approuvés au Cinquième Congrès).
Une renonciation est faite sur la base de citations sélectionnées de Mao Zedong (DIRECT du Livret Rouge), totalement relâchées de leur contexte historique concret (la performance des membres du parti dans la direction des régions libérées et dans la construction du socialisme) des aspects de parti d’avant garde comme développé par Lénine et en concentrant tout l’activité du parti sur les campagnes électorales successives, au cours desquelles, dans l'intervalle, il conviendrait de polir le plus possible l’IMAGE du parti (dans la perspective de la prochaine campagne électorale). Les nouveaux membres sont recrutés parmi les "collaborateurs de la campagne électorale".
Le "travail dans les entreprises et les syndicats" est limité (STA-Sectie van de Arbeid – Section du Travail - a disparu, les anciens cadres, Kris Hertogen et Jo Cottenier, se sont vu confier "d'autres tâches", et en réalité le Troisième Congrès - le livre "Le temps travaille pour nous" est classé verticalement ...) pour alors "développer des antennes ... pour enregistrer le niveau exact des masses. Proposer "la révolution comme seule solution" est considéré comme un "sectarisme" ...
Maintenant, si l'élaboration du programme fondamental révolutioniare CONCRÈTE est ARRETÉ, les militants de la base ne peuvent donc pas l'utiliser pour leurs discussions et leur propagande ... les positions d’avant-garde politique concrètes et élaborées à utiliser sont RÉDUITES (CONSCIENT par les cadres révisionnistes) en phrases générales (… et donc à consonance dogmatique et sectaire).
Mais "obtenir de bons résultats électoraux" signifie alors "recruter des votes pour l'IMAGE positif du parti ou pour le "programme-électoral-lié-avec-ce-que-la masse-des-électeurs-veut de masse". Car c’est uniquement sur la base d'une propagande avec l'ensemble du programme révolutionnaire et l'appel lancé pour l’organisation pour la lutte pour la révolution, que le résultat des élections, signifie "un baromètre de la conscience révolutionnaire parmi les travailleurs"
Maintenant, si l'élaboration du programme fondamental révolutioniare CONCRÈTE est ARRETÉ, les militants de la base ne peuvent donc pas l'utiliser pour leurs discussions et leur propagande ... les positions d’avant-garde politique concrètes et élaborées à utiliser sont RÉDUITES (CONSCIENT par les cadres révisionnistes) en phrases générales (… et donc à consonance dogmatique et sectaire).
Mais "obtenir de bons résultats électoraux" signifie alors "recruter des votes pour l'IMAGE positif du parti ou pour le "programme-électoral-lié-avec-ce-que-la masse-des-électeurs-veut de masse". Car c’est uniquement sur la base d'une propagande avec l'ensemble du programme révolutionnaire et l'appel lancé pour l’organisation pour la lutte pour la révolution, que le résultat des élections, signifie "un baromètre de la conscience révolutionnaire parmi les travailleurs"
Enfin, formulés dans des expressions qui ne SONNENT que marxiste et révolutionnaire, les décisions et rectifications du Ve Congrès sont REDUITES de "Parti de la révolution" à "Le Parti des campagnes électorales" comme c’est formulé dans "Chapitre III, Partie 3, point 3.1. ligne de masse "
Sur le Résolution de 1999; son émergence et sur le consequence pour la ligne idéologique, politique en organisationnelle du PTB j’écris une série d’articles/analyses (mais en Néerlandais) groupé sur cette page:
Over de Resolutie van 1999; ontstaan en gevolg voor ideologische, politieke en organisatorische lijn van de PVDA
OP het 8e congres van de PTB in 2008 stemmen de partijleden UNANIEM voor een sociaal-democratische partijopvatting
Le 8-ième congrès du PTB en 2008 (sur lequel les membres votent EN UNANIMITÉ pour le concept de parti social-démocrate):
Le principal objectif du parti c’est d’être ferme sur les principes et d’être souple. Les deux, et en même temps. Celui qui dissocie des principes la nécessité d’être souple, ouvert et tactique va bien vite plier sous la pression du capital. Ce danger n’est pas neuf. L’histoire enseigne que l’abandon des principes au nom de la tactique et de la souplesse peut aller très vite. C’est en 1885 qu’a été fondé le Parti ouvrier belge, ancêtre de l’actuel PS. Le POB a délaissé assez rapidement un certain nombre de principes socialistes – surtout à partir de sa première victoire électorale en 1894. (...)
Le parti se transforma en parti de la légalité parlementaire au lieu d’être un parti de la lutte des classes. Le parti fi nit par avoir peur du mouvement ouvrier. Il l’encouragea au calme. Il fit « atterrir » les grandes grèves de 1902 et 1913 sans que rien n’eût été atteint. Le mouvement ouvrier fut de plus en plus considéré comme un grand potentiel électoral et non plus comme la force en état de réaliser un renversement socialiste.(…)
Au fur et à mesure que le POB abandonnait les principes socialistes, il abandonna également le soutien à la lutte anticoloniale.(...)
Lorsque la Première Guerre mondiale menaça, la direction du parti choisit la guerre contre la paix. (...)Émile Vandervelde, le président du parti, qualifi a la guerre de « guerre sainte pour la justice, la liberté et la civilisation ». Cette guerre allait faire plus de dix millions de morts.
Dans le document de son 8e congrès en 2008 , le PTB fait allusion au “Chartre de Quaregnon” comme “un certain nombre de principes socialistes“ que le PTB “ne délaisserait” pas comme le POB l’a fait “à partir de sa première victoire électorale en 1894”.
L’analyse que faisait le PCB en 1921 pour démontrer la différence. entre une "gauche"/parti social-démocrate mais en ne faisant pas un rupture avec le système capitaliste existant, et un parti communiste qui mobilise pour briser d’une manière révolutionnaire les rapports de production capitalistes et l'Etat bourgeois, et d’installer le socialisme/communisme par le pouvoir de la dictature du prolétariat,....est encore très pertinent!
Donc comme l'écrit ici le PCB en 1921:
En Belgique, comme ailleurs, le parlementarisme pacifiste fut le prototype des méthodes passives de la social-démocratie. Les raffinements hypocrites du faux démocratisme du P.O.B. se sont multipliés à mesure même que le parlementarisme y a affermi sa dictature. Le démocratisme bourgeois, avec ses méthodes de domination brutale sur les masses, est resté, en dernier lieu, l’unique modèle du P.O.B. comme celui de tous les partis de la ne Internationale. La dictature personnelle des meneurs, érigée en système, n’a pas de meilleur exemple que l’activité d’Edouard Anseele dans la fédération gantoise du P.O.B. Il illustre lumineusement la DIVISION entre les meneurs et les masses.
Les premiers ne considèrent pas qu’ils avaient pour mission d’élever les dernières à la hauteur d’une action autonome, s’opposant de plus en plus à la législation démocratique bourgeoise. Ils apportaient, au contraire, d’en haut, des ordres de collaboration à cette législation.
Le discours parlementaire, formulé et prononcé selon la fantaisie des meneurs, trouvait, quelquefois, son complément dans les démonstrations passives organisées par voie bureaucratique pour appuyer les négociations parlementaires.
Une preuve que le PTB s’identifie en première lieus avec le POB? Lisez en revanche, dans un communiqué de presse de la PVDA, après les élections en 2014 ...:
En Néerlandais le citation originale est dans mon article 7-5-2014 PVDA NU vergeleken met BWP TOEN, door Peter Mertens en “door de BWP zélf”Peter Mertens, président du PTB: “Il y a 120 ans, le premier socialiste, Edward Anseele, avait été élu dans l'axe rouge du Borinage de Liège à Verviers. Et Anseele parlait la langue de toute la classe ouvrière. Aujourd'hui, Raoul Hedebouw a été élu dans le même axe. Et Raoul Hedebouw parlera la langue de toute la classe ouvrière. "(...) Raoul Hedebouw et Marco Van Hees représentent l'ensemble de la population travailleuse belge au parlement fédéral.”4
1http://www.solidnet.org/article/21-IMCWP-Contribution-of-WP-of-Belgium/,
21 IMCWP, Contribution of the
Workers' Party of Belgium (PTB-PVDA) on the Communist and workers'
parties 21st IMCWP, Izmir, 18-20 Oc tober 2019 – "100th
Anniversary of the founding of the Communist International – The
fight for peace and socialism continues!” 10/14/19: “ Winning
elections, advancing the struggle”
2ÉLARGIR
UNIR APPROFONDIR- CONGRÉS DE LA SOLIDARITÉ 2015
(https://d3n8a8pro7vhmx.cloudfront.net/pvdaptb/pages/1907/attachments/original/1549284686/2015_PTB_Livre_Congr%C3%A8s_2015.pdf),
3.3. Une riche histoire sociale (p.146 – 166)
3
Stalin, Geschiedenis
van de Communistische partij der Sovjetunie (bolsjewiki),
fascimili het Progressieve Boek, uitgave van 1938, p. 476-477.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten