Dit artikel maakt deel uit van de (raam-)analyse: PVDA na het Negende Congres: "...van het bolsjewistische type"?(5e Congres, 1995)
In 1999 waren er verkiezingen waar de
PVDA ook aan meedeed. De eigen verkiezingsresultaten werden als “een
nederlaag” geïnterpreteerd hoewel tegelijk werd gesteld
dat het “de beste verkiezingscampagne van de partij ooit was”.
Er werd
door het Centraal Comité een resolutie voorgesteld/opgesteld.
Er was een bespreking en er kwam een resolutie (Resolutie van1999) die naar alle leden werd doorgestuurd. Het was de bedoeling
dat die werd bestudeerd en geassimileerd.
Van
: Centraal Comité
07.08.1999
Aan
: te.m. afgevaardigden provinciaal congres ___________
11/ part.nr. 1760.899
Resolutie
van het Centraal Comité over de verkiezingscampagne
1.
Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, na dertig jaar
permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt
van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste
massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis
kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en
na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze
geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote
politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting
komen die we al vele jaren meedragen.
2.
Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de
Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te
rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had
beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's.
Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de
reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in
de concrete praktijk.
Het
bleek achteraf (en wel in 2004, in een noot bij de “Resolutie
van het Centraal Comité van de PVDA over de voormalig algemeen
secretaris Nadine Rosa Rosso en de vroegere kaderverantwoordelijke
Luk Vervaet” dat de oorspronkelijke versie van Resolutie
1999 punt 2 anders was geformuleerd, namelijk:
“2.
We moeten Partij van de revolutie hernemen, Hoofdstuk III,
deel 3: het bureaucratisme bestrijden, de banden met de massa's
versterken. Waarschijnlijk staan alle grote bilanpunten van de
verkiezingen er reeds in. We moeten analyseren waarom we niet in
staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een
congres beslist had op basis van vele rapporten en nota's. ...”
In de
noot staat dan ook:in de versie naar de hele partij de verwijzing
naar “Partij van de revolutie, hoofdstuk III, punt 3” werd
vervangen door een verwijzing naar “Partij van de Revolutie” in
het algemeen. De eerste versie gaf ook aan over welke punten er nog
geen eenheid was – zoals ' het bilan van de zaak “Charki”
'.
Dus er
werd een resolutie doorgestuurd naar de leden, te beschouwen als een
“toe te passen richtlijn” waarover er in het Centraal
Comité nog geen eenheid was (hetgeen de leden TOEN niet
wisten). Nu is die hele “Resolutie van 1999” geen
echte analyse, eerder een snel opgesteld lijstje van “bedenkingen”,
op basis van citaten uit ingezonden rapporten. Zo vormt “het
optreden van de partij in de zaak Charki” een centraal punt op
basis waarvan conclusies worden getrokken. Maar voor een partijlid
die niet in Brussel woonde, werkte of als partijlid militeerde, werd
er niet duidelijk gemaakt wat die hele discussie inhield. Toch
werd er blijkbaar bij ieder partijlid een zekere voorkennis
verondersteld.
Voor mij
als arbeider/syndicalist en als “niet-openlijk als communist
gekend”, werkzaam in een groot bedrijf was volgende passage in
de Resolutie niet duidelijk:
177.
Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele
politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de
ornverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van
het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige
omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht
en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft:
"lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak,
Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke
lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de
verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van
tactiek.
178.
De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki,
Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een
fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het
niveau van de massa's ontkennen en om voor elke actie, in een klimaat
van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen
overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt,
moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik,
op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter
bij onze politieke lijn brengt.
179.
Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de
kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben
verdedigd tov de massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde
gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de
verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het
tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om
onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug
tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al
bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet
naar voor brengen. Dat men ons vertelt welke tactische fouten wij
hebben begaan!" "Omwille van onze rol in de affaire Charki,
hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het
is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij.
Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij".
Wilde
dit zeggen dat er afstand genomen wordt van de Solidair gebruikt in
de VERKIEZINGS-campagne, Solidair 42 van 4 november 1998?
Heeft bijvoorbeeld David Pestiau, hoofdredacteur toen van Solidair
een zelfkritiek moeten formuleren voor dat nummer van Solidair als
onderdeel van het VERKIEZINGS-campagne-materiaal?
De
regering en de media praten graag over het geweld van de jongeren
maar hier zie je vooral het geweld van het systeem waar die jongeren
in leven. Met name in het onderwijs, waar de sociale selectie enorm
is. Hoe komt dat?
Abdel
Koutoubi.
(....)(U)iteindelijk
kwam ik in de Arts et Métiers terecht. Als je daar slaagt, heb
je ‘het recht’ je weer in te schrijven in het algemeen secundair.
Ik vond een katholieke school, vol racisten. Een leraar zei me ooit:
‘Bekijk me zo niet, ik heb familie bij de rijkswacht’!
Solidair 42 4 november 1998 |
Ik
ging naar een andere school, die meer open stond, en waar ik mijn
lager middelbaar uitdeed. Dan weer een nieuwe school, weer nieuwe
moeilijkheden. Ik trapte het af maar dank zij zelfstudie kon ik toch
meedoen met de ingangsexamens in een sociale school en ik slaagde.
Maar je ziet welke obstakels er zijn.
Er
zijn jongeren hier in de wijk die alternerend leren (deeltijds
werken, deeltijds leren). Maar ze vinden geen stageplaats en hun
opleiding wordt geannuleerd!
(...)
Om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor nepcontracten zoals de
PWA’s (plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen), moet je al twee
jaar op de dop staan. Maar veel jongeren hebben zelfs geen recht op
dop. Ik ook niet want ik heb geen diploma hoger middelbaar. De
jongeren willen nochtans werken. 150 jongeren van Kuregem hebben zich
ingeschreven voor jobs bij het Gewest. Maar hoevelen van hen voldoen
aan de voorwaarden? Integratie is het toverwoord om je onschadelijk
te maken. (...)
Heel
de wijk rond het Zuidstation, waar elke nieuwe migratiegolf langskomt
(nu uit het Oostblok en uit Centraal-Afrika), is totaal onder
controle van repressieve politieplannen die goed zijn uitgekiend.
Zoals de actie Securegem, een plan dat lang voor de moord op Saïd
Charki was uitgestippeld. (...)
Hoe
kijk jij vandaag tegen die opstand van vorig jaar aan? Was het nodig
dat de jongeren in opstand kwamen?
Abdel
Koutoubi. Ik ben een realist. Ik denk: gelukkig maar dat er nog
ergens een opstand losbreekt want anders blijven ze ons neerschieten
als konijnen. Nu denken die agenten misschien twee keer na voor ze
hun revolver trekken, dat hoop ik tenminste. Maar de jongeren hebben
meestal geen andere middelen. Het comité P (dat geacht wordt
de verschillende politiediensten te controleren, nvdr.) heeft net
cijfers van de klachten uitgebracht: in Brussel zijn er dat bijzonder
veel. In Kuregem ken ik veel mensen die klacht hebben neergelegd maar
daar is niks van gekomen. Wat moeten ze dan doen?
Wat
denk je over de strijd van Clabecq?
Abdel
Koutoubi. Ik ben de zoon van een arbeider van Clabecq. Als ik die
dimensie van mijn identiteit weglaat, blijft er niet veel over. Het
zijn gevechten zoals die van Clabecq waar wij onze rechten aan te
danken hebben. Mannen zoals D’Orazio, die een beweging loswerken,
die hebben wij nodig. Want het systeem is heel gewelddadig tegen ons.
En
wat vind je van de PVDA?
Abdel
Koutoubi. Ik ben absoluut geen lid van de PVDA maar ik moet
toegeven dat die partij een van de enige was die de problemen van de
jongeren van Kuregem naar buiten bracht en op het voorplan zette.1
De
rijkswachter die Saïd Charki neerschoot op 7 november 1997 zou
zijn dienst hervat hebben in Kuregem: een ware provocatie voor de
jongeren van de wijk. Hetzelfde gebeurde in Kuringen (Hasselt): de
agent die in januari op de jonge Morad schoot, bleef gewoon in
dienst. Rijkswacht en politie zetten hun beleid van terreur en
repressie gewoon verder.
Maria,
een arbeidster uit Kuregem, schrijft ons:“We
hebben het gevoel dat de daders van die moord, die leidde tot de
opstand van de jongeren, alles mogen. Het effect van die
straffeloosheid is dat alles op elk moment opnieuw lijkt te kunnen
gebeuren.”
Het
onderzoek naar de moord op Saïd Charki is nog steeds aan de
gang: “Er heeft een reconstructie
van de feiten plaatsgevonden en de familie is ondervraagd, maar dat
is alles”, verklaart meester Jan
Fermon, de advocaat van de familie Charki. “Het
parket zal in de komende maanden beslissen of de betrokken
rijkswachter dient vervolgd te worden.”
Gérard
Mugemangango zit in de leiding van Rode Jeugd Brussel:
“Rode
Jeugd mag fier zijn dat we na de dood van Saïd Charki het
protest van de jongeren organiseerden. Een jaar later zetten we het
gevecht verder, tegen de sfeer van berusting die men de jongeren wil
opdringen. (...) Alarmlijn tegen
racisme en politiemishandelingen: 0477/45.19.49.
Werkers
en jongeren samen; Yvie Jacobs woont in Kuregem en werkt bij De Post.
Ze is PVDA-kandidaat voor de verkiezingen. “(....)
Bedrijven trekken nog steeds weg uit Kuregem. Bij Bulex, Philips en
De Post verdwenen samen 800 jobs. Niet-Europeanen worden geweigerd
bij Volkswagen en de Post. ‘Waar moeten wij dan naar toe, wij
kunnen toch niet eeuwig blijven voetballen?’, vragen de jongeren
hier. Als postbediende vecht ik ervoor dat de werkers hier zich samen
met de migrantenjongeren organiseren om te vechten voor werk en tegen
racisme.”
Wil
je kandidaat zijn op de lijst van de PVDA, wil je meewerken aan de
kiescampagne? Vul de bon in (....)
Leen
Vermeulen is dokter in het nieuwe actiecentrum ‘Le Renfort’ van
Geneeskunde voor het Volk in Molenbeek. “Op
de openingsdag vergaderden verschillende moeders uit de wijk in ons
centrum. De halte van de schoolbus waar hun kinderen opstappen werd
afgeschaft. Ze hielden een persconferentie in het centrum. Ze
startten een proces tegen de gemeente en een steunactie. Een advocaat
van het actiecentrum eist de bus terug. Hier moet je vechten om te
krijgen waar je recht op hebt. Deze morgen ging ik met een patiënt
naar het ziekenhuis. Hij heeft geen papieren of mutualiteit. Daardoor
moet hij 30.000 frank betalen voor een levensnoodzakelijk onderzoek.
Ik telefoneerde de hele dag, tot het OCMW de kosten zou betalen. Het
onderzoek kon dan toch doorgaan.
Wij
investeren in de strijd voor een betere maatschappij. (....)
Carlos
Perez, voorzitter van het sportcentrum Fire Gym te Brussel:
“Een
jaar na Saïd Charki is er niets veranderd. De rijkswachter is
niet gestraft, de situatie blijft uitzichtloos. Werk zoeken is een
lijdensweg, jongeren vinden hoogstens een slecht betaald
interimbaantje. Sport verandert op zich niets aan de situatie van de
jongeren, maar een club kan hen wel helpen hun rechten af te dwingen.
Een Marokkaanse sporter werd in elkaar geslagen door vier
buitenwippers. Wij helpen hem om klacht in te dienen.
Fire Gym
wil de stem worden van alle jongeren uit Brussel. Bij ons is iedereen
welkom, Belgen én migranten. (....)
Sportcentrum
Fire Gym (vlakbij metrostation Belgica), August Hainautstraat 48c,
1090 Brussel, 02/428.45.83.
Maar
voor delegees zoals D’Orazio en Marra van de Forges de Clabecq, die
werkloos zijn en vechten voor werk en tegen uitsluitingen, tegen
racisme, had het gerecht nog geen jaar nodig om een dik dossier samen
te stellen. Met 43 beschuldigingen, goed voor jaren gevangenisstraf
en zware geldboetes. Voor de regering zijn de “criminelen” zij
die vechten voor werk, zij die in opstand komen. De doders worden
niet aangepakt. Laat het niet gebeuren: kom die van Clabecq steunen,
aan het gerechtshof van Nijvel, op donderdag 26 november om 8u. We
geven het woord aan jongeren en minder jongeren die al een jaar (en
vaak langer) in de weer zijn om de belangen van de jongeren.2
In 2004
werd Nadine Rosa Rosso ervan beschuldigt dat ze zich verzette tegen
'het bilan van de zaak “Charki” ' zoals dit werd verwoord
in punt 177 tot 182 in de Resolutie van 1999.
Op het
Centraal Comité van juni 1999 werd gesteld, zo zei men in
2004, dat het volgend was gericht tegen Nadine Rosa Rosso en Luk
Vervaet (maar dit stond NIET zo in de Resolutie 1999 zoals die
werd verspreid onder de leden in 1999):
“Het
is activisme en avonturisme om tussen te komen in de 'rellen' als we
geen lijn hebben om binnen te dringen in de milieus van de
migrantenjongeren, een lijn die zich steunt op de meest progressieve
jongeren en hen organiseert in aan hun milieu aangepaste vormen....”
Dus in
feite wordt in 2004 gesteld dat Nadine Rosa Rosso (maar dan Ludo
Martens ook?) een “avonturistisme, activistisme, en gauchisme”
propageren in Solidair 12 van 18 maart 1998 én dat die
Solidair zeker niet gebruikt mag en kan worden in de
verkiezingscampagne die later dat jaar zou beginnen.
Hoe Ludo
Martens, volgens Boudewijn Deckers, Peter Mertens en de rest van de
coup-fractie, op een “avonturistische, activistische en
gauchistische” manier de massa's (potentiële
kiezers...) benaderd in een verkiezings-campagne:
“De
criminelen die ons regeren en miljoenen werkers, jongeren en ouderen
in werkloosheid, armoede en uitzichtloosheid storten, brandmerken de
“criminele onverantwoordelijkheid van de PVDA” die “olie op het
vuur gooide”. Maar vanwaar komt dat vuur? Van hen die razzia’s en
pesterige identiteitscontroles in de migrantenwijken organiseren, die
jongeren op politiecommissariaten in elkaar slaan en anderen op
straat overhoop schieten. Het vuur komt van de politici die, op jacht
naar stemmenwinst, de onnoemelijke wandaden van de repressiekrachten
goedkeuren.
Solidair 12 18 maart 1998 |
De
PVDA gooit nergens olie op het vuur. Maar overal waar de arbeiders en
de onderdrukten strijden, is onze partij aanwezig om de diepere
oorzaken van de onrechtvaardigheden uit te leggen. De revolte van
Anderlecht is het onvermijdelijke product van meer dan twintig jaar
antisociale politiek. De oorzaken van die
revolte
zijn te vinden in de antivolkse maatregelen die alle burgerlijke
partijen - SP/PS, CVP/PSC, VLD/PRL en VU/FDF – tegen de werkers, de
jongeren en de gepensioneerden genomen hebben. De plannen om ‘uit
de tunnel’ te geraken, hadden als resultaat dat nu jaarlijks 650
miljard frank van de loontrekkenden overgeheveld wordt naar de
kapitalisten.
Een
miljoen werkers staan op de dop of hebben geen volwaardig werk. De
strijd van studenten en leerkrachten in het Franstalige landsgedeelte
is gebroken.
Renault
is dicht. En zonder de fantastische delegatie van Forges de Clabecq,
was die fabriek ook toe. Veel jongeren ondervinden iedere dag de
bittere realiteit van een kapitalisme dat hen geen volwaardig werk,
geen toekomst en geen hoop biedt.
Vooral
de jongeren van wie de ouders of grootouders naar België
immigreerden, worden getroffen door deze gesel. Bovendien moeten zij
dag na dag beledigingen
van
fascisten en racisten slikken en discriminaties, pesterijen en
controles door de politie. Het enige uitdrukkingsmiddel dat het
kapitalisme hen nog
laat
is de revolte tegen het systeem. Wat willen de Belgen van
migrantenafkomst?
Respect
en waardigheid, kwaliteitsonderwijs en allereerst werk. Alleen
kwaadwillige politici kunnen doen alsof ze dit niet weten. De
neo-fascisten
schreeuwen
al vijftien jaar dat “de niet te integreren migranten in de
criminaliteit belanden”. Vande Lanotte stapt vandaag in hun
marsrichting met de woorden:
“Georganiseerde
drugsbenden vechten om de macht over de onrustige wijken.” Vande
Lanotte neemt letterlijk de propaganda van het Vlaams Blok over. Dat
is een welbewuste politiek om een groot deel van de jongeren te
criminaliseren met het doel zo de onmenselijke repressie en het
racisme goed te praten.
Onder
het ordewoord ‘tolerantie nul’ - gepikt bij extreem-rechts -
vielen rijkswachters in Anderlecht cafés, restaurants,
frietkramen, wasserettes binnen en pakten ze iedereen op die hen niet
aanstond. Vande Lanotte gaat nog verder: “Het racisme is inherent
aan de politiediensten, want zij komen altijd in contact met dat deel
van de vreemde bevolking dat de wetten niet respecteert.” In alle
logica komen de politiediensten voor wat betreft het Belgische deel
van de bevolking dus alleen in contact met hen die de wetten
respecteren... (...)
Politici
hebben talloze variaties gemaakt op het thema: “Gerechtigheid eisen
voor een dealer die op heterdaad betrapt wordt, dat gaat te ver!”
De zaak-Anderlecht gaat helemaal niet om een dealer die op heterdaad
betrapt wordt maar om een mens die compleet rechteloos als een hond
doodgeschoten is.
De
jongeren vragen gerechtigheid, niet voor een dealer maar voor een
migrant die geëxecuteerd werd, in volle straat vermoord. Dealers
zijn er niet minder onder de rijke jongelui van de hoge bourgeoisie.
Beeld u eens in dat een rijkswachter zo’n bourgeois-zoontje in een
chique wijk in Sint-Genesius-Rode koelbloedig doodschiet en daarna
diens huis binnenstormt om er de moeder en de dochter te verplichten
zich uit te kleden! Geen mens kan zich zoiets voorstellen.
Zoiets
kan alleen als het om migranten gaat. De terreur is alleen gericht
tegen de wijken waar werkers wonen.
Een
rits politici verklaarde dat de PVDA de jongeren ‘manipuleerde’,
de migranten ‘ophitste’ en hun beweging ‘recupereerde’. Wij
zeggen heel eenvoudig dat de PVDA de eer van de Belgische democraten
heeft gered. De volledige migrantengemeenschap in dit land heeft
gezien dat er maar één partij is in België die in
volle openbaarheid de verdediging op zich durft nemen van de meest
verdrukten van deze maatschappij.
De
jonge Belgen van migrantenafkomst hebben gezien dat er één
partij is die ingaan tegen de fascistische en racistische golf die
België en Europa overspoelt. Een partij die geen afstand neemt
van deze jeugd die zo beledigd en misprezen wordt om lage electorale
motieven. Verschillende moeders wiens kinderen gevangen gezet werden,
in elkaar geslagen en vernederd, hebben hun erkentelijkheid
uitgesproken voor de Belgen van de PVDA die hen steunden in hun
gevecht voor gerechtigheid en waardigheid. De erkentelijkheid van de
onderdrukten weegt in onze partij heel wat zwaarder dan de
beledigingen en hatelijke aanvallen van hen die een steeds
onmenselijker kapitalisme verdedigen.
Ja,
de PVDA heeft de eer gered van de Belgische democraten, net zoals de
PVDA de toekomst redt van de democraten en progressieven uit de
immigratie. Sommige
verdedigers
van de kapitalistische orde in België zitten blijkbaar op
dezelfde golflengte als de fundamentalisten en de obscurantisten die
de migrantengemeenschap proberen te verdelen. De Belgische
reactionairen hebben met de Arabische en Turkse reactionairen een
gemeenschappelijk doel: de ontevredenheid van de Belgische en
migrantenwerkers afleiden van de fundamentele oorzaak van hun
miserie, het kapitalistische systeem.
(...)(D)e
PVDA was wel aanwezig onder de jonge migranten (zoals onze partij
aanwezig is onder de jonge Belgen, de werklozen, de arbeiders, de
scholieren, de verpleegsters, de leraars) om hen op de eerste plaats
dit te doen inzien: het kapitalisme is aan het einde van zijn Latijn.
Alles wat het nog te bieden heeft is overuitbuiting, werkloosheid,
repressie, fascisme en oorlog.
De
PVDA heeft als eerste taak uit te leggen aan de jonge migranten dat
ze hun lot kunnen verbeteren door hun strijd te verbinden met die van
de andere uitgebuite
en
onderdrukte werkers van dit land. De strijd van de migrantenjongeren
voor gelijke rechten en tegen de vernederingen door de politie is
onlosmakelijk verbonden
met
de strijd voor werk bij Clabecq en Renault en met die van de leraars
en leerlingen voor kwaliteitsonderwijs voor allen. De PVDA is de
enige Belgische partij die aanwezig is in het hart zelf van elke
volksstrijd. Dat is juist wat ons de haast ziekelijke haat op de hals
haalt van al wie zich vetmest op de ellende van de kleine mensen. Zo
kon de Brusselse burgemeester de Donnea, extreem-rechts liberaal en
voormalig minister van Oorlog, herhaaldelijk op tv en in kranten
verkondigen dat “de PVDA de laatste twee jaar steeds meer op een
terroristische beweging gaat lijken”, wat blijkbaar tot uiting kwam
in de “manipulatie door de PVDA van de strijd van de studenten en
van die van Clabecq”.
De
rijkswacht mag een migrant doodschieten, de wijken binnenvallen,
tweehonderd onschuldige jongeren, onder wie een 14-jarig meisje,
aanhouden en in elkaar timmeren, hun ouders slaan en mishandelen...
daar ziet onze edelman geen terreur in. Maar als de PVDA pamfletten
uitdeelt en de strijd steunt van de leraars en leerlingen, van de
arbeiders van Clabecq en Renault, dan schreeuwt die liberaal:
terrorisme! Denk niet dat deze oud-minister van Oorlog een stommiteit
uitkraamde. Hij drukte precies de essentie uit van wat we vandaag
overal in de kapitalistische wereld kunnen vaststellen: de
fascisering en de ideologie van de politiestaat.
De
hele planeet is onderworpen aan wat we niet anders kunnen noemen dan
de openlijke dictatuur van het grootkapitaal.
Sommigen
noemen dat de ‘globalisering’. Door de fusies ontstonden
reusachtige multinationals en financiële imperiums die in elke
uithoek van de wereld op zoek gaan naar maximale uitbuiting en
maximale winsten. De ‘democratische’ parlementen zijn een
schimmenspel geworden die kracht van wet geven aan een politiek die
uitgedokterd werd in de cenakels van de grote kapitalisten.
Maar
om te zorgen dat de multinationals en de banken geen last krijgen van
de miserie en de wanhoop die ze veroorzaken, zijn er rijkswachters en
soldaten nodig. Veel rijkswachters en veel soldaten. Om alle krachten
neer te slaan die weigeren het kapitalisme als enige uitweg te
aanvaarden, die een andere toekomst willen dan miserie,
overuitbuiting, politierepressie en wanhoop, alle krachten die een
maatschappij willen bouwen op radicaal andere grondvesten.
De
strategie van de repressie wordt uitgewerkt in de besloten kringen
van de militaire staven. Die organiseren ook psychologische campagnes
om de repressie te doen aanvaarden. Het racisme is daar een onderdeel
van. In heel de wereld is er een standaardmodel voor deze campagnes:
doen geloven dat al wie tegen het kapitalisme vecht tot het crimineel
milieu behoort en een terrorist is. Maar het is precies het
‘triomferende’ kapitalisme dat de wereld in terreur en oorlog
stort. (....)
De
PVDA is (...) de enige linkse partij in België. Omdat zij de
enige is die openlijk verklaart dat ze altijd aan de kant van de
onderdrukte massa’s staat, dat ze elke strijd tegen de uitbuiting
en de onderdrukking steunt en dat haar einddoel is een einde te
stellen aan het kapitalisme en het imperialisme.”3
En was het omwille van DIT “avonturistisme, activisme en gauchisme” van de PVDA, toen verwoord door haar toenmalige algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, dat Boudewijn Deckers in die periode, ONTSLAG NAM UIT DE PVDA, .... een “activisme, avonturisme en gauchisme” dat hij in 2004 als (als partijlid heropgenomen) AANGESTELD PLAATSVERVANGEND algemeen secretaris, bij Nadine Roas-Rosso mocht SANCTIONEREN? :
Bij
elke gewelddadige botsing tussen jongeren en ordestrijdkrachten
roepen de politiekers en de media alle hens aan dek. Telkens is het
scenario: vage beloftes voor de jongeren (die men nooit houdt) maar
vooral een grote campagne om de jongeren en al wie hen steunt als
misdadigers voor te stellen en natuurlijk meer geld voor repressie en
controle. De leden van de PVDA hebben veel ervaring met stakingen,
fabrieksbezettingen, betogingen, petities en dergelijke strijdvormen.
Maar deze nieuwe uiting van woede tegen het systeem, waar we geen
enkele ervaring mee hebben, wekte heel wat discussie op binnen de
partij. (...)
Onze
partij is geboren in de grote stakingen, veelal niet erkend door de
vakbondsleidingen, zoals die van de Limburgse mijnwerkers, de
Antwerpse dokwerkers, de arbeiders van Citroën. Onze partij is
opgebouwd doorheen de strijd van de arbeiders van grote bedrijven.
(....)
De
jongeren in de wijken beschikken uiteraard niet over zo’n
organisatievorm. Meestal zijn ze zelfs uitgesloten van de
arbeidsmarkt en als ze toch werk hebben, is dat meestal in kleine
bedrijfjes, met een nepstatuut of in de onderaanneming. Al hun
ervaring, hun ontmoetingen, hun discussies en elke vorm van
organisatie spelen zich af op straat. De opvang waar de overheid voor
zorgt, bestaat meestal uit bezigheidsoefeningen, liefst ver weg van
de straat, en in het beste geval ook hulp bij de stappen die ze
individueel ondernemen. Jeugdhuizen die de jongeren willen
organiseren om samen op te komen voor hun rechten, krijgen weinig
steun en zijn zelfs slachtoffer van provocaties door politie en
gerecht, zoals Rzoezie in Mechelen.
De
onderdrukking waar al deze jongeren mee te maken krijgen en die het
meest in het oog springt, is die door de ordestrijdkrachten. Het is
dus normaal dat de opgekropte woede tegen heel deze uitzichtloze
situatie uitloopt en steeds vaker zal uitlopen op rechtstreekse
confrontaties met de ordestrijdkrachten.
Vermits
die gewapend zijn, zoeken de jongeren naar vormen van verzet die
daartegen zijn opgewassen. (...)
De
‘rellen’ zoals de pers ze graag noemt, kwamen voor ons
onverwachts in 1991, en we waren niet meteen in staat er de hele
betekenis van te vatten. De partij had immers vooral ervaring met de
syndicale arbeidersstrijd zoals die zich tot vandaag ontwikkelde.
(...)
Een
revolutionaire partij die het ernstig meent met zijn doel om het
systeem radicaal te veranderen, moet alle vormen van strijd en verzet
tegen dit systeem eenmaken.
Het
volstaat niet het racisme te bekampen, wat natuurlijk onontbeerlijk
is. Men moet verder gaan en de eenmaking van alle gevechten concreet
organiseren. (...)
De
partij moet alles in het werk stellen om binnen de multinationale
arbeidersklasse van dit land revolutionaire leiders te vormen die
enerzijds uit de strijd in de grote bedrijven komen en anderzijds uit
de migrantenjeugd van de volkswijken. Het is door samen te werken en
zich samen te organiseren dat de onderdrukten van dit land de weg van
hun bevrijding zullen vinden, ongeacht hun taal, hun godsdienst, hun
leeftijd of hun nationale herkomst.4
Door
de verplichte assimilatie van Resolutie van 1999, werd aan de partijleden
een revisionistische ideologie “opgelegd”
Trouwens
vond ik de hele Resolutie van 1999, toen al een beetje
“niet voor mij bedoeld”. Ik kon er niet veel mee doen. Voor mijn
werk als communistisch arbeider/syndicalist en optreden als
“niet-openlijk communist” paste ik een aantal zaken al toe
inzake politieke discussies op het werk, die VERDER gingen dan dat de
Resolutie ze stelde. “Het niveau van de massa's” bestond voor mij
niet, een homogeen politek bewustzijnsniveau bestond voor mij niet.
In een discussie probeerde je altijd zo'n hoogst mogelijk
bewustzijnsniveau te bewerkstelligen, natuurlijk rekening houdend met
de persoon voor je. Daarvoor moest je STUDEREN om CONCRETE en
OVERTUIGENDE argumenten te hebben.
Voor een
OPENLIJK partij-optreden (hetgeen ik deed in andere provincies in
bijvoorbeeld verkiezingscampagnes) was ik helemaal NIET akkoord met
bepaalde zaken uit de resolutie. Het feit dat het aantal stemmen niet
erg steeg in verkiezingen was voor mij gewoon het bewijs dat het
bewustzijn over de de noodzaak van revolutie nog heel beperkt
aanwezig was zodat wij juist de propaganda over het revolutionair
programma moesten OPVOEREN, ZEKER in verkiezingstijd. (dat had IK
onthouden van studie van Lenin's “Linkse stroming;
kinderziekte van het communisme”) En dat wij heel concreet
moesten leren diskuteren wat revolutie inhoudt, hoe de werkers
zich hiervoor moeten organiseren, wat er in de vakbonden zou moeten
veranderen, en hoe de maatschappij NA de revolutie gaat uitgebouwd
worden en wat de rol van een communistische partij inhoudt. Intern
zou de werking van de communisten IN de bedrijven, en IN de vakbonden
goed begeleid moeten worden. ...en ik vond het onbegrijpelijk
dat DIE partij-organen (de STA – Section de Travail, Sectie van de
Arbeid – en de commissie voor het ontwerp van een NIEUW
fundamenteel programma) die DAAR op ingesteld waren, AFGEBOUWD
werden, en dat alle aandacht nu ging naar “werken IN
verkiezingscampagnes“ en “werken TUSSEN twee
verkiezingscampagnes in”. Ook mijn taak die ik op vraag van de
partij had opgenomen, sectorverantwoordelijke voor de chemie,
werd opgeheven zonder verantwoording of discussie.
OK, er
waren fouten in de partij, er waren ernstige fouten bij het optreden
van bepaalde kaders, maar die fouten -volgens mij – waren een
gevolg van politieke en ideologische foute opvattingen. Door
te stellen dat de fouten vooral aan het licht komen door de, als
slecht beoordeelde, verkiezingsresultaten, was volgens mij niet
correct.
“Daarom
moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag
zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele
jaren meedragen.”(...) Zeggen dat ons slecht resultaat niets te
maken heeft met de fouten van de partij , dat is z'n kop in het zand
steken, sectarisme, bureaucratisme en de onmacht om een simpele,
revolutionaire, begrijpelijke boodschap over te brengen,
rechtvaardigen. Niet naar de grond van de zaken gaan in de analyse
van onze fouten is het grootste gevaar.”
Dus als
men in staat zou zijn “een simpele, revolutionaire begrijpelijke
boodschap” over te brengen zouden de VERKIEZINGSRESULTATEN
“beter” (en wat is beter?) zijn?
Maar is
optreden van de communisten werkzaam IN de arbeidersklasse (bv die IN
grote bedrijven als arbeider werken) hierdoor ineens beter in staat
het bewustzijn van de arbeiders in de klassenstrijd hierbij (het
kennen van “die simpele revolutionair begrijpelijke boodschap”
dat dient om stemmen te ronselen) te verhogen? En zijn die
communisten werkzaam IN de arbeidersklasse nu beter in staat te
werken aan de organisatie van de arbeiders (zowel de voorhoede alsook
de massa van arbeiders) in voorbereiding van toekomstige
revolutionaire strijd?
Tenslotte
zijn verkiezingen (en dan de vooral de “parlementaire”
verkiezingen die moeten leiden naar een REGERING) niet meer en niet
minder dan “een barometer van het bewustzijn van de
arbeidersklasse”.....Maar dat houdt in, dat ze ook “kunnen
kiezen” voor een revolutionair programma! Want dat
weet je pas hoe groot de groep is bij wie het besef aanwezig is dat
het eigenlijk niet gaat om “een parlement te kiezen “ maar
om “het parlement uiteen te jagen”, zoals Lenin dat zegt
in “De linkse stroming; een kinderziekte van het communisme”
Maar de
hele Resolutie van 1999 stelt, dat je JUIST NIET het concreet
uitgewerkt revolutionair programma moet propageren, maar in feite
je kiespubliek wat naar de mond moet praten, om het uiteindelijk
kiesresultaat zo positief mogelijk te beïnvloeden.
Natuurlijk
FORMEEL kan men dat zo niet stellen aan partijleden, die ooit gekozen
hebben om lid te worden van een revolutionaire communistische partij,
ook al zijn velen onderhevig aan dogmatisme..... Dus FORMEEL moet men
natuurlijk eerst “erkennen”:
8.
Onder de dictatuur van de burgerij zijn de verkiezingen nooit
democratisch , want de wapens zijn te ongelijk tussen degenen die het
behoud van het rijk van het grootkapitaal verdedigen, en degenen die
er een einde aan willen stellen om een arbeidersmaatschappij op te
richten. De controle over het staatsapparaat en de voordelen die
men daardoor kan uitdelen, het gebruik van de politiediensten met
politieke doeleinden, het gebruik door de grote burgerij van de media
als permanente intoxicatie-instrumenten en hun bijzonder gebruik in
de verkiezingsperiode, de massa's geld die beschikbaar zijn voor de
campagnes : dat alles maakt het de burgerij mogelijk haar partijen te
ondersteunen en te verheerlijken, en de antikapitalistische partijen
zwart te maken.
9.
Bovendien oefent de parlementaire functie onder het burgerlijk
regime een corruptie-effect uit op de verkozenen en zelfs op de
kandidaten, zuigt ze naar de burgerlijke legaliteit.
10.
We moeten een principieel standpunt uitleggen aan de massa's. Geloof
niet dat een parlement jullie problemen gaat oplossen. De werkelijke
macht behoort niet toe aan het parlement, maar aan de grote
monopolies en aan de repressiekrachten van de burgerij. De besluiten
worden voorbereid, niet in het parlement, maar in de patronale
verenigingen, in de patronale think-tanks, in de Internationale
politic- en militaire organisaties. We moeten PVDA-leden naar het
parlement sturen om deze tribune te gebruiken om de eisen en de
strijdbewegingen van de werkers beter te propageren, om de misdaden
van de burgerij beter te kunnen aanklagen. Heb enkel vertrouwen in
jullie strijdbewegingen om toegevingen te bekomen van de
kapitalisten en hun staat en om een andere maatschappij voor te
bereiden.
Vervolgens
wordt het begin gemaakt met “de bocht” door de stelling gevat in
fraseologie die slechts wat doet denken aan citaten van Lenin
in “de linkse stroming; de kinderziekte van het
communisme....” (en vele partijleden studeren Marx en Lenin
als een encyclopedie om gepaste citaten te vinden om te gebruiken, -
een dogmatisch eclecticisme hetgeen het Vijfde congres wilde
veranderen....):
11.
Men moet deelnemen aan de verkiezingsstrijd om enkele
antikapitalistische ideeën ingang te doen vinden bij de
massa's, om de burgerlijke partijen te ontmaskeren en om
sympathisanten te recruteren. Zij moeten helpen om de organisatie van
komende klassenstrijd voor te bereiden.
Aan het
begin van de verkiezingscampagne werd de opgerichte commissie, die –
in uitvoering van de besluiten van het Vijfde Congres - een nieuw
herwerkt fundamenteel programma zou uitwerken, opgeheven.
“Burgerlijke partijen
ontmaskeren” doet men, door als een revolutionaire
partij met een revolutionair programma mee te doen aan de
verkiezingen.(of zoals Lenin dat zegt in “De linkse stroming;
de kinderziekte van het communisme”: de communisten doen
mee met parlementsverkiezingen met de uitleg dat ze eens het
parlement zullen uiteenjagen). Zo maakt men het verschil met ALLE
burgerlijke partijen, OOK met de reformistische “linkse”
partijen.
“Enkele
antikapitalistische ideeën”, dat kan alleen maar gaan om
een verkiezingsprogramma van hervormingen die weliswaar - afhangend
in de mate waarin ze worden doorgevoerd -, “ingaan tegen
kapitalistische belangen” (maar het “doorvoeren van
hervormingen die ingaan tegen kapitalistische belangen” gebeurt
maar op basis van revolutionaire strijd die de algemene belangen
van de kapitalisten bedreigt.... die maak dat de kapitalisten
“bereid zijn” - tijdelijk en zo beperkt mogelijk – in te boeten
op “enkele kapitalistisch belangen”). De “sympathisanten”
die men recruteert in een VERKIEZINGS-campagne zijn niet de EERSTEN
om “de organisatie van komende klassenstrijd voor te bereiden”,
dat zullen de militanten en kaders zijn, werkzaam in de
bedrijfseenheden en in de vakbondswerking. De “sympathisanten”
gerecruteerd in VERKIEZINGS-tijd, zullen in hun
kandidaat-lidmaatschap-periode wél gevraagd worden mee te
werken in een staking of andere momenten van klassenstrijd, ter
omvorming van hun wereldopvatting.
Vervolgens
komen er stellingen die soms “redelijk” correct lijken voor zij
die vasthielden aan het (tegelijk) toepassen van de “4
assen” uit Partij van de revolutie (lees ...) en zeker die van
As 2. Politiek op de commandopost”. Maar ze lijken slechts
“redelijk correct” als je ze leest door een dogmatische bril....
Het
dogmatisme uit zich in :
- Het aanvaarden dat op basis van een als “slecht” beoordeelde verkiezingsuitslag er een negatieve beoordeling wordt gemaakt van het optreden van de partij in het ALGEMEEN, van de fouten bij kaders en militanten en van de manier waarop nieuwe mensen in de partij worden georganiseerd. Want dit betekent dat het bewijs dat de fouten zijn aangepakt, het bewijs dat de partij een revolutionaire strategie koppelt aan een correct tactisch optreden wordt geleverd door een als “een overwinning” beoordeelde verkiezingsuitslag
- Het aanvaarden dat er een als correct beoordeelde politieke lijn BESTAAT, dat er een fundamenteel programma of/en correcte uitgewerkte revolutionaire strategie BESTAAT en dat de fouten/afwijkingen en van het opportunisme in politieke opvattingen CORRECT BENOEMD zijn waardoor deze fouten/afwijkingen, dit opportunisme, reeds als “aangepakt” beschouwd worden, zodat nu - los van deze “politieke punten” - de “taktiek”, “de benadering van de massa's”, “het bureaucratisme” PRIORITAIR moeten aangepakt worden. Waarbij dan het eerstvolgend verkiezingsresultaat als “bewijs in de praktijk” zal gelden in hoeverre deze fouten bestreden zijn.
- Het veronderstellen dat de TWEE “assen” van rectificatie (“politiek op de commandopost” en “de massalijn”) TEGELIJK worden doorgevoerd door Resolutie van 1999.... daar waar uiteindelijk ALLEEN en EENZIJDIG op “As 3” (Hoofstuk III, deel 3 – en daar dan vooral 3.1. De massalijn) wordt gefocused.
DOOR dit
dogmatisme zal er BLINDHEID zijn door het subtiel binnenbrengen in de
partij van een revisionistische lijn. (doorheen het punt “de
massalijn”)
Door
deze blindheid is het mogelijk dat de revisionisten vanaf 2004 van de
zogenaamde “tactische toepassing” van de “als correct
veronderstelde politieke strategie”....de politieke strategie
zélf zullen maken (en NIET MEER praten of vernoemen van welke
“vooraf als correct beschouwde politieke lijn of strategie”.
Zo zijn
er “op zich” valabele punten van analyse die leiden naar
“valabele” bilanpunten, maar doordat het UITGANGSPUNT verkeerd is
(“de als 'nederlaag' beoordeelde verkiezingsresultaten zijn
de basis van de beoordeling van de GEHELE werking van de partij als
communistische partij”) gaan de “valabele” punten van
analyse en conclusies “verloren” in een globaal REVISIONISTISCHE
analyse die de burgerlijke klassepositie van bepaalde kaders en
militanten BESCHERMT.
12.
Politieke beoordeling van de verkiezingsresultaten
(...)
Het zijn verplaatsingen van stemmen binnen de eenheidspartij die alle
regels van het imperialisme en het kapitalisme aanvaardt. Geen enkel
belangrijk programmapunt onderscheidt de groenen van de
sociaal-democraten. Van SP naar Agalev, dergelijke
stemmenverplaatsing is slechts een verplaatsing van illusies.
15.
(...)(M)en kan niet spreken over een crisis van het systeem, daarvoor
zijn de burgerlijke partij het te grondig eens over de essentie.
(...)
19.
Er is geen "laatste kaart" voor de burgerij. Als wij niet
beter werken, zal er geen enkele spontane evolutie zijn van
Agalev-Ecolo naar de PVDA. De mensen kunnen van Agalev weer
terugkeren naar de SP of de CVP.(...)
21.Er
is een sterk verspreid ongenoegen, men heeft er genoeg van. Maar dat
blijft in het kader van de burgerlijke en parlementaire democratie.
Stemmen voor de PVDA, is op zijn minst het parlementarisme in vraag
beginnen stellen.
Na deze
“redelijk” correcte punten volgt dan een op electoralisme gericht
punt:
22.
Er is een basis voor een grotere aanhang van de PVDA. We moeten de
juiste tactiek vinden. 72% van de mensen geloven dat de partijen
enkel geinteresseerd zijn in hun stem,niet in hun mening. 15% denken
dat de politiekers rekening houden met hun mening. 73% denken dat de
poiitiekers veel beloven maar niets doen. Wij
moeten een zin vinden, een slogan die het mogelijk maakt dat gevoel
in onze richting te draaien . (...)
Vervolgens
enkele - wat algemeen en vaag gestelde dus DOGMATISCH geformuleerde-
“redelijk correct klinkende” punten:
25.
In het nederlandstalige landsgedeelte, stemt een deel van onze
kiezers nu voor het vlaams Blok. We moeten een voordelige strijd
voeren om hen te doen begrijpen deze partij een stoottroep is van het
grootkapitaal. Nagaan met welke argumenten en revelaties de arbeiders
zich makkelijker afkeren van de fascisten, voor alles hun zwakke
punten zoeken in het arbeidersmilieu en benaderingen zoeken die
werken om in te gaan tegen hun sterke punten.
26.
De campagne heeft onze grote lacunes op vlak van politiek en tactiek
aan het licht gebracht. "De campagne was apolitiek. We waren
afwezig van het politieke strijdtoneel. (...)
27.
Het gebrek aan politiek leven in de campagne weerspiegelt een veel
algemenere kwaal.
Het
hoofdprobleem is het ontbreken van echt politiek werk, het werk van
politieke leiding. Bestuderen welke politieke problemen de massa's
zich stellen. Ons strategisch antwoord formuleren. Het ingang doen
vinden binnen de massa's op een overtuigende manier. (...)
33.
Twee leden van MLB aan de UCL hebben voor de PC gestemd en niet voor
de PVDA, omdat de PVDA stalinistisch is en de PC antikapitalistisch.
Men kan niet beter zeggen dat wij een imagoprobleem hebben, zelfs tot
in onze eigen rangen ! Wij slagen
er niet in te doen begrijpen dat het antistalinisme het
lievelingswapen van de nazi's, de fascisten, van Amerikaans en
Europees extreem-rechts is... Wij slagen er niet in te doen
doordringen dat wij absoluut de enige antikapitalistische kracht zijn
in Belgie en dat de PC dat op geen enkele manier is.
34.
Vele militanten van de PC staan erg open en staren zich niet blind ,
Hen enkele toepasselijke teksten van de partij toesturen.
Gecentraliseerde verzendingen van
documenten die hen toelaten het verschil te zien tussen communisme en
revisionisme.
35.
Persoonlijke banden met enkele van hun beste elementen om te zien wat
er daar gebeurt.
36.
"Sinds lange tijd is er een lijn van verzoening met het
revisionisme. Wij hebben niet de nodige inspanningen gedaan om de
revisionisten die in 1995 met ons waren te overtuigen." De
essentiële documenten sinds 1988 verzamelen van het verrotte
revisionisme van de PC en een ML-kritiek maken op hun essentiële
stellingen.
37.
Tegen de multicolore eenheidspartij van het grootkapitaal, moeten
wij overtuigende argumenten vinden dat wij de enige
partij van de werkers zijn met een echt alternatief. (...)
Zo wordt
de leiding, zo worden de kaders (van een revolutionaire
communistische partij die de PVDA op het Vijfde Congres nog wilde
zijn) beoordeeld al naargelang ze een VERKIEZINGS-campagne opnemen,
organiseren of erin optreden (zodat “op zich correct klinkende
beoordelingen” in functie staan van VERKEERDE -,louter
electoralistische - objectieven):
40.
De problemen van de leiding
41.Bij
het maken van een beoordeling van de verkiezingscampagne, moeten wij
rekening houden met de toestand van de partijleiding, die onderbezet
is.
42.
Het is onverantwoord een hele reeks eisen te stellen aan de leiding,
wanneer men weet dat die materieel en fysiek niet te realiseren zijn.
In andere omstandigheden kan dergelijke houding de eenheid van de
partij in gevaar brengen. De kaders zouden veeleer moeten denken aan
hun eigen plicht om meer taken van de hoogste leiding op te nemen en
om een gezonde sfeer in de leiding te behouden.
43.
Anderzijds, toont de campagne
fouten van de leiding aan die los staan van de situatie van
onderbezetting. Deze fouten vermijden of verbeteren had het mogelijk
gemaakt de gevolgen van de precaire situatie te verzachten. Deze
fouten zijn niet specifiek voor deze campagne, maar hebben een meer
algemeen karakter. We moeten er dan ook lessen uit trekken voor de
werking van de partij. (....)
47.
Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis.
Men kan zich professioneel vormen in scholen of boeken, en ook door
de ervaring. De leiding moest meer aandringen dat de kaders van
Agitatie de zaak op professionele manier aanpakten en hun
professionele vorming controleren. (...) Onze agitatie moet
herkenbaar zijn, uniform, geleid met ijzeren hand, en dat ontbreekt
totaal in Agitatie ." (....)
53.
Veel steriel werk in kleine kring ondermijnt de ideologie van de
leidende kaders. (...)
54.
"Dat
is bekampt, we waren verdeeld, er is getwijfeld" , dat wijst op
ernstige problemen in de leiding. Wij moeten geen fouten
verantwoorden door te zeggen : "We hebben geen
wetenschappelijke methode om de rnassalijn te analyseren ." De
rnassalijn is juist op zich eenwetenschappelijke methode.5
(....)
Het
wetenschappelijk socialisme, het marxisme wordt “vervangen” door
“de massalijn” of ALLE besluiten van het VIJFDE CONGRES
worden “vervangen” door alleen “Hoofdstuk III, deel
3: het bureaucratisme bestrijden, de banden met de massa's
versterken, 3.1 De massalijn.
59.
De tweede fout betreft de strijd
tussen twee lijnen om de juiste ideeën samen te brengen.
De
leiding moet objectief analyseren wat, in de verschillende ideeen en
voorstellen, rechts en wat links' is ten opzichte van het huidige
niveau van de massa's.6
(....)
65.
De leiding moet iedereen aanmoedigen om te spreken en niemand de mond
snoeren, alles beluisteren zonder vooroordelen, (...)
66.
Op deze basis zal zij een synthese
maken die bewust in strijd is met links'- en rechts-opportunistische
standpunten, die op basis van duidelijke argumenten verworpen moeten
worden. (...)
68.
De politieke passiviteit van
bepaalde bekritiseerde kaders is ontegenzeggelijke een vorm van
sabotage van de partij. Als het rechts-opportunisme en het gauchisme
zich in hun standpunten verankeren, bereidt men het terrein voor op
de uiteenspatting van de partij.
69.
Maar we moeten ook erkennen dat er radicalistische kritieken zijn
geweest die de bekritiseerde kameraden overrompelen. (....)
76.
Dat raakt de vitale kwestie van de eenmaking van de partij. Wij
moeten voordelige ideologische strijd voeren, dwz ook de capaciteiten
en de sterke punten erkennen van de bekritiseerde kameraden en er
alle voordeel uithalen voor de partij. Anders zullen reformistische
en gauchistische standpunten blijven bestaan en sterker worden en dat
bedreigt, op lange termijn, de eenheid.
De
kwaliteit van de kaders wordt bepaald door wijze waarop ze in staat
zijn EXACT (niet te veel voorop of “links” of
“gauchistisch”; niet te veel achterop, is “rechts”
of “reformistisch”) het “huidig (HOMOGEEN??)
niveau van de massa's te bepalen” (en met “massa's wordt hier
het potentiele KIES-publiek bedoeld)..... dus de kwaliteit van de
kaders wordt bepaald door de mate waarin ze (volgens de bepaling van
Lenin: het louter “volgen” en “registreren” van het
bewustzijnsniveau van de massa's) “ECONOMISTISCH” zijn
!!!......
77.
De campagne
78.
Dankzij de correcte orientaties en de tussenkomsten van de
nationale leiding in verschillende provincies, was de campagne de
beste die ooit georganiseerd is. Er zijn uitstekende resultaten
inzake de recrutering van kandidaten, en meer in het bijzonder
kandidaten uit de immigratie, inzake het aantal medewerkers en
inzake het militantisme, ondermeer dankzij de krant aan 5 fr.
79.
De goede ervaringen van deze campagne moeten gesystematiseerd en
verbeterd worden en zo goed mogelijk in het permanente werk van de
partij geintegreerd worden. Potentiele kandidaten zoeken kan een
aspect zijn van het permanente recruterings- en
eenheidsfrontwerk. (...)
Zo is er
nog een hele lijst van punten van analyse, kritieken, opmerkingen en
politieke en ideologische conclusies (veelal op basis van een
subjectieve keuze van citaten uit opgestuurde rapporten) die vaak
“juist klinken” maar uiteindelijk in functie staan van een
niet correct gesteld uitgangspunt... Omdat veel militanten en
kaders met een wellicht revolutionaire proletarische OPSTELLING vaak
al lange tijd “onderhevig” waren aan een “zekere mate
van dogmatisme”, lieten zij zich leiden (=suivisme)
naar een revisionisme (burgerlijke politieke en ideologisch lijn
geformuleerd in marxistisch-klinkende frasen).
Vervolgens
wordt de invloed van bewuste revisionisten sterker:
134.
Het studie- en vormingswerk moet dus intenser worden en we moeten
en authentiek marxistisch-leninistische strategische lijn uitwerken.
(...)
Maar de
uitwerking van een vernieuwd fundamenteel programma is voor de
verkiezingscampagne stopgezet. Deze stopzetting wordt (zie verder)
in deze Resolutie zélf nog herbevestigd!.
“Dubbele
benadering”...., “enerzijds...anderzijds..;”...Hier
zijn de bewuste revisionisten bezig om de partijleden vanuit vroegere
ingenomen standpunten, vroegere correcte politieke besluiten te
richten naar uiteindelijk electoralisme en reformisme. (....éénmaal
hiertoe gekomen, na het 8e congres in 2008....is er van “dubbele
benadering” geen sprake meer, lees maar.......)
137.
We moeten een dubbele benadering hebben.
138.
Vaak ontbreekt het ons aan een diepe overtuiging, maar we hebben
ook te weinig tactische capaciteiten om, op het gepaste moment, onze
overtuiging stap voor stap door de massa's te laten begrijpen. Er er
is een band tussen de twee.
139.
Enerzijds moeten wij de diepgaande, doorleefde, overtuiging hebben
dat alleen de communistische partij de massa's naar hun bevrijding
kan leiden en dat enkel de socialistische revolutie een oplossing
biedt aan de problemen van het kapitalisme.
Waar
moet die “diepgaande doorleefde overtuiging” vandaan
komen, als de concrete uitwerking ervan wordt stopgezet?
140.
Anderzijds moeten wij objectief luisteren naar de huidige
overtuiging van de massa's, enqueteren wat hun reële standpunten
zijn, wat hen raakt en dan standpunten en voorstellen bepalen die het
ons mogelijk maken hun vertrouwen te winnen die hen in staat stellen
een stap in onze richting te zetten.
141.
Er ontbreekt ons een essentieel element van de dialectiek.
142.
We moeten tegelijkertijd juister, stricter, meer
marxistisch-leninistisch zijn binnen de partij en tactischer en
soepeler naar buiten toe. (...)
147.
Voor de politieke uitwerking moet men vertrekken van de stricte
klassenanalyse van het fundamentele materiaal. Dat is het essentiele
aspect. De werkwijze voor de uitwerking van de tactiek staat daar
tegenover.
148.
Maar, wanneer je de fundamentele politiek uitwerkt, is het nuttig
ook de thema's die de massa's vandaag het meest beïnvloeden in
je achterhoofd te houden. Onze analyses moeten diepgaander, meer
marxistisch-leninistisch zijn, maar zij moeten ook gemaakt worden om
uit te monden in een praktijk om de massa's te veroveren. Zij moeten
uitmonden op eenvoudige ideeën die we in het hoofd van de mensen
kunnen hameren.
149.
De fout is dus dubbel. Enerzijds zijn onze analyses niet grondig
genoeg om uit te komen bij een juiste politieke oriëntatie. En
je mag het analysewerk in geen geval minachten onder het mom dat het
"in ieder geval intellectualistisch is, en buiten de
klassenstrijd en de praktijk staat...".
150.
Anderzijds zijn wij niet genoeg gericht op de gewone praktijk onder
de massa's.
(...)
Wij moeten antwoorden op enkele essentiële vragen, een
voordelige strijd voeren, dwz: ideeen en feiten verspreiden die
inslaan, waar de massa's kunnen achterstaan. We moeten niet meer
spreken tot de massa's, om hen heel onze waarheid te zeggen, maar we
moeten vertrekken van onze politieke lijn om een of twee waarheden te
schrijven die de massa's kunnen begrijpen en ze positief naar ons toe
kunnen laten evolueren. (...)
Formeel
lijkt het (om iedereen gerust te stellen (en dat lukt! - lees maar de
reacties van ex-”kameraden” op mijn analyses, ....) of het geheel
van besluiten van het Vijfde Congres worden toegepast maar
uiteindelijk blijft alleen de revisionistische “richtlijn” over
(dat door onachtzaamheid en op basis van “redelijk” wat
dogmatisme OOK bij de partij-militanten die zich nog een
revolutionaire ideologie hadden en op proletarisch klassenstandpunt
stonden is GOED-gekeurd op het Vijfde Congres).
Op basis
van uitgezochte citaten van Mao Zedong (RECHTSTEEKS uit het Rode
(citaten)Boekje), totaal LOS van hun concreet historische context
(het optreden van partijleden in de leiding van bevrijde gebieden en
in de opbouw van het socialisme), wordt er afstand gedaan van de
voorhoede-aspecten van de communistische partij zoals ontwikkeld door
Lenin en wordt de “werking” gericht op de opeenvolgende
verkiezingscampagnes waarbij in tussenliggende periodes vooral het
IMAGO zoveel mogelijk moet opgepoetst (in voorbereiding van de
eerstvolgende verkiezingscampagne). De nieuwe leden worden
gerecruteerd uit de “medewerkers van de verkiezingscampagne”.
De
“werking in de bedrijven en in de vakbond” wordt beperkt
(STA -Section du Travail, Sectie van de Arbeid - is verdwenen,
de voormalige kaders Kris Hertogen en Jo Cottenier hebben “andere
taken” gekregen, eigenlijk is het Derde Congres -het boek “De
tijd staat aan onze kant” vertikaal geklasseerd....) tot
“antennes ontwikkelen...om het exacte niveau van de
massa's te registreren”.
“De
revolutie als enige oplossing” propageren wordt bekeken als
“sectarisme”.... Nu, als de CONCRETE uitwerking van het
fundamenteel programma wordt STILGELEGD, en dus de militanten aan de
basis dit niet kunnen gebruiken voor hun diskussies en propaganda....
worden de te gebruiken concrete en uitgewerkte politiek
voorhoede-standpunten (BEWUST door de revisionistische kaders)
GEREDUCEERD tot algemene (en dus dogmatische en sectarisch-klinkende)
frases.
Maar
“goede verkiezingsresultaten halen” betekent dan 'stemmen
ronselen voor het positief IMAGO van de partij of voor het
“bij-de-massa's-aansluitend-verkiezings-programma” daar waar
slechts op basis van propaganda met het gehele revolutionair
programma en de oproep tot organisatie voor strijd voor
revolutie welk verkiezingsresultaat dan ook betekent “een
barometer van revolutionair bewustzijn bij de werkers”
Uiteindelijk
wordt, geformuleerd in marxistisch-klinkende en
revolutionair-klinkende frases, de besluiten en rectificaties van het
Vijfde congres GEREDUCEERD van “Partij van de revolutie”
in “Partij van verkiezingcampagnes”, vervat in het
“Hoofdstuk III,deel 3, punt 3.1 De massalijn”
161.
Massaliin
162.
Objectief evalueren wat er gebeurt onder de massa's, wanneer men
vecht om een doel te bereiken. "Het is erg voor een
voorhoedepartij dat zij de reele politieke stromingen onder de
massa's niet heeft voelen aankomen. In Brussel hebben wij de
terugval, in plaats van de vermenigvuldiging van ons stemmenaantal
met drie, niet voelen aankomen." (...)
163.
Daaruit volgend twee tactische fouten. Wij hebben nagelaten op een
verantwoordelijke manier te waarschuwen tegen een overmatig
optimisme. Wij waren niet voorbereid op alle mogelijkheden, ook die
van een nederlaag. Nochtans hebben we al ervaring met dit soort
toestanden. We moesten ons voorbereiden op het moreel van de troepen
hoog te houden, ook in geval van een nederlaag.
164.
Wij vertrekken te veel van onszelf, van onze eigen revolutionaire
ideeën. "Hoe de massa's denken, dat interesseert ons niet
echt. Wij zijn opgesloten in onze kleine kring en bestuderen niet hoe
voorhoede-elementen of de massa's erin slagen te komen tot juiste
standpunten." Wij willen geen rekening houden met de remmen die
reeel aanwezig zijn onder het volk, met het niveau waar de massa zich
echt bevindt. Wij hebben gezegd dat er zich rond Clabecq een
revolutionaire stroming bestond, maar wij willen het reele niveau van
deze stroming niet bestuderen. Wij projecteren er onze ideeën in
en besluiten dat we het thema "de revolutie is de enige
oplossing" kunnen populariseren. Maar daarmee breken wij onze
nek op het niveau van de massa's. (...)
167.
Gedurende lange perioden vechten voor bepaalde zaken en eisen die
de mensen nauw aan het hard liggen. Een ding ten gronde realiseren,
politiek en organisatorisch consolideren. Tegen het spontaneisme,
tegen het "strovuurtje". (....).
168.
We moeten concreet vechten voor de eisen van de massa's en
terzelfdertijd hun bewustzijn ontwikkelen. Maar dikwijls voeren wij
een economistische praktijk en ontwikkelen wij een dogmatische
propaganda, onze zuivere waarheid. De communisten moeten vechten voor
eisen die de massa's voorstellen en tegelijkertijd een of twee ideeën
naar voor schuiven die deel uitmaken van hun politiek profiel.
Hetzelfde principe geldt voor ons frontwerk. (....)
171.
Een fundamentele rectificatie betreffende ons imago, tactiek en
benadering van de massa's
172.
Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De
partij moet verenigd zijn rond een strict marxistisch-leninistisch
programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in
haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan
de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap
"overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar
één of twee essentiële punten scoren in een
gegeven situatie"
173.
Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne)
bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote
nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de
grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige,
opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen,
bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50%
van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan
voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding
en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd
om de massa's te overtuigen, de massa's aan de partij te verbinden,
in vraag durven stellen.
174.
"Er zijn fundamentele kritieken te maken op heel onze
werkstijl en niel enkel op de campagne. Er is een fundamenteel
probleem met de massalijn. Wij komen er niet toe de gedachten, de
gevoelens, de ervaringen van de syndicalisten te centraliseren. De
ideeen van rechts en extreem-rechts winnen veld onder de massa's. Wij
hebben schatten aan menselijke contacten, maar zijn niet in staat te
centraliseren, wij onderschatten de mensen. Wij disclissieren te veel
"onder ons", wij moeten werken met de mensen, dag na dag,
jarenlang".
175.
Er zijn standpunten die weigeren te erkennen dat wij ernstige
problemen hebben met de massalijn. "Men moet de massa's hun
ervaring laten opdoen. In afwachting moeten wij blijven wie we zijn,
zoals het ons vele sympathisanten vragen."
176.
Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij
"blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die
lijn over te brengen naar de massa's, moeten wij onze tactiek
radicaal veranderen. (...)
187.
"Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme
en het communisme maken bang." "Wij worden altijd
geidentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier is er
een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan beïnvloeden
en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme duwen. Maar deze
opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten, in de zin dat onze
tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te worden begrepen. Wij
brengen vaak op het niveau van de massa's naar voor wat juist en
essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de punten zijn waarop de
burgerij het meest doorhamert, komt het niet over. Daar waar de
burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons gelijk "
propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken waar wij
positief punten kunnen scoren. (...)
190.
Wij moeten sommige van onze opvattingen over de voorhoede-partij
herzien, ze duwen ons, in de huidige omstandigheden, naar sectarisme
en dogmatisme, dwz naar erg zuivere opvattingen, die ons van de
progressieve massa's afsnijden, die potentieel bij ons zouden kunnen
komen. Dat houdt verband met het onevenwicht tussen ons intern werk,
dat "erg juist is vanuit ML-standpunt" en onze beperkte
politieke impact en organisatorische greep op de massa's.
191.
" In de partij zoals die vandaag is opgebouwd en werkt, is er
een groot probleem van bureaucratie, men houdt zich niet bezig met de
mensen, de sympathisanten, de potentiele leden. Men registreert
honderden medewerkers, maar dat heeft geen enkele implicatie op de
praktijk. Wij zijn niet in staat de mensen duurzaam te omkaderen."
(...)
219.
De lidkaart is ook een wapen tegen het liberalisme. Men moet de
mensen in de partij trekken en duwen en niet passiefafwachten. (....)
229.
Op basis van de voornaamste besluiten van de verkiezingen, een
planning van 14 maanden opmaken, tot na de gemeenteraadsverkiezingen.
We moeten de partij reorganiseren in functie van de doelstellingen
voor de komende 14 maanden. (...)
237.
Meer krachten op de provincies concentreren, de nationale kaders
verplichten om doorbraken te realiseren in de provincies, op basis
van de reele problemen van de militanten en de massa's, om
realistischer te zijn in onze plannen en meer belang te hechten aan
de verwezenlijking van voorhoede-ervaringen en de centralisatie van
goede ervaringen van onze militanten. 'Een permanente dagelijkse
structuur van STAA-nationaal is niet nodig'. (...)
244.
Het fundamenteel programma uitstellen naar later, vastleggen welk
voorbereidend werk moet en kan gedaan worden tijdens deze periode. In
de onmiddellijke toekomst is het niet het gebrek aan een
samenhangende visie op het kapitalisme en het imperialisme vandaag of
een revolutionair strijdprogramma voor de komende tien jaar, dat ons
het meest blokkeert. (...)
251.
Onmiddellijk beginnen met de voorbereiding voor de
sociale en gemeenteraadsverkiezingen. (...)
262.
Snel het probleem van de medewerkers oplossen. Hoe de medewerkers
politiek consolideren ? Welke voorstellen om ze onmiddellijk aan het
werk te zetten ?(...)
264.
We moeten antennes vastleggen (arbeiders, sympathisanten, kaders),
die verplicht geraadpleegd moeten worden. E-mail gebruiken voor
raadplegingen en beoordeling. Via e-mail en internet de kritiek
organiseren op onze voorstellen voor pamfletten en artikels. (....)
272.
Een laag leden vormen die een partijkaart kopen om lid' te zijn op
het meest elementaire niveau.
Ludo
Martens zélf maakte, in 1999, een heel ander bilan van de
“verkiezingsresultaten van de PVDA” dan bepaalde kaders
met hun “Resolutie van 1999”
Op
de PVDA-meeting in Brussel hield voorzitter Ludo Martens een korte
toespraak.
“In
1979, bij de stichting van de PVDA, was Kabila hier. Hij werd toen
gezocht door de politie van Mobutu en moest zich schuil houden.
In
Zaïre kon hij zijn programma op geen enkele manier bekend maken
onder de massa’s. Hij had geen enkele mogelijkheid om de massa’s
te mobiliseren voor zijn juiste zaak. Hij had geen publiek dat hij
kon overtuigen. Mobutu en zijn companen hadden alle staatsmacht in
handen en hun blind geweld veroorzaakte honderdduizenden doden.
Tegelijk gingen zij met duivelse demagogie te werk. Die twee
elementen gaan samen. Dat is een kenmerk van het fascisme. Hitler had
Goebbels. Een paar maanden voor de oorlog, in 1939, organiseerde hij
met zijn nazipartij nog een “vredescongres”.
Vandaag
zien we hoe heel de imperialistische wereld steeds meer de kenmerken
van het fascisme vertoont. Met blind geweld wordt Joegoslavië
gebombardeerd, wat men ons voorschotelt als een humanitaire
interventie om de vrede te vrijwaren. Het imperialisme doorbreekt
vandaag alle regels van het internationaal recht. Negen jaar geleden
vielen ze Irak aan, in naam van het internationaal recht.
Wie
had zich twintig jaar geleden kunnen voorstellen dat de Navo, tegen
alle regels van het internationaal recht in, een uiterst barbaarse
agressie-oorlog zou ontketenen in het hart van Europa? Het Congolese
volk heeft ontelbare offers moeten brengen, onder de 32 jaar
Mobutu-dictatuur, om er uiteindelijk voor te kiezen dat individu met
de wapens weg te jagen.
Maar
voor het zover was, hebben ze alle mogelijke leugenaars en demagogen
zien passeren. Je kunt onmogelijk voorspellen wanneer het volk er
genoeg van zal hebben, van al die leugens en al dat geweld van de
burgerij. Zij die makkelijke overwinningen nastreven bij de
verkiezingen vinden hun gading bij burgerlijke partijen en doen wat
de burgerij hen vraagt.
Vanaf
het begin is Agalev die weg opgegaan en vandaag is die partij een
spreekbuis van de grote burgerij en van het imperialisme. ‘t Is te
hopen dat ze in de regering komen. Iedereen zal zien dat ze op geen
enkel vlak de grondvesten durven aantasten van deze onrechtvaardige
maatschappij, van het kapitalisme en het imperialisme.
De
PVDA heeft een uitstekende campagne gevoerd. In die geest moeten we
nog meer naar de massa’s gaan, ons op hun niveau plaatsen en hen
overtuigen van de noodzaak zich te organiseren en te vechten. We
moeten er vertrouwen in hebben dat de massa’s op een dag genoeg
ervaring zullen hebben opgedaan om de misdadige aard in te zien van
het economisch systeem dat de wereld uitbuit en verstikt.”7
1Jongerenkrant
van Solidair nr. 42 • 4 november 1998. “Interview met
Abdel Koutoubi, een jaar na de opstand in Kuregem”
2Jongerenkrant
van Solidair nr. 42 • 4 november 1998 “Hoe bruisend is Brussel?”
DAVID PESTIEAU
3Solidair
nr. 12 / Che nr. 13 • 18 maart 1998.
Bij de “rellen” van Anderlecht. LUDO
MARTENS
4.
“Wat met de revolte van de migrantenjongeren? Nieuwe strijdvormen
verdienen alle waardering”, Solidair nr. 12 / Che nr. 13 • 18
maart 1998, NADINE ROSA-ROSSO
7In
Solidair nr. 24 • 16 juni 1999, Ludo Martens:” Wij streven geen
makkelijke overwinningen na”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten