Ik gaf in vorig artikel "Wordt de ideologie van AMADA (1970), op 9e PVDA-congres (2015) gewist uit collectief geheugen?(2)" een stuk uit een kritiekrapport (het GEHELE rapport is hier te lezen) Ik herneem dit citaat hieronder (met de citaten uit
MIJN rapporten gekleurd al naargelang uit welk rapport) Het
kritiekrapport was bedoeld om “eindelijk eens een
bespreking/antwoord te geven op de stapel rapporten die ik geschreven
had”.
4.
Politiek op de commandopost?
(...)
4.1. "Strijd
voor loon" of "we ontwikkelen
zelf wel een lijn".
In
verschillende rapporten heeft N het erover dat "het
niet
duidelijk
is
wat
de
algemene
politieke
lijn
is"
(oa
in
rapport
5/3/02
p40) of
dat er zelfs "geen lijn is op
lange termijn"( 3 Stelfingen)..
Vooral
na 11/9/01 heeft de partij nochtans niet stilgezeten om de nieuwe
ontwikkelingen in de wereld te analyseren. Zie
oa de artikels in Solidair na 11/9 , de 1 meitoespraak van 2002, de
Stellingen over de globalisering en Marxistische Studies nrs 59, 60,
62... in MS nr 59 oa analyseert Thomas Gounet (waar N nog mee
samenwerkte....!) de economische basis van de veranderingen in de
wereld:
"De
uitbuiting van de werkers vormt de kern van de recessie...zien de
loontrekkers hun koopkracht voorldurend inkrimpen...Dat leidt tot
overproductie..."(p 17) ,"De meerderheid van de
derdewereldlanden is sedert 1980 verarmd...leven bijna 2,8 mld mensen
met minder dan 2 dollar per dag..."(p.22) "Door de
overwinning van de contrarevolutie (op socialistische kamp)
...versnelt het proces.... er staan belangrijke omwentelingen voor de
deur."(p 34).
Maar
over deze nieuwe analyses schrijft N: "... meen
ik
zaken
waar
te
nemen
die
ik
niet
anders
kan katalogeren
als
onder
'revisionisme'
...Als
ik
een
titel
moet
vinden
voor
een
eventuele
campagne
tegen wat
ik
zie
als
revisionisme...
dan
kan
ik
niets
beter
vinden
als
'De
strijd
voor
Loon'
...Als
men
binnen
de partij
niet
echt
zich
realiseert
wat
de
ontwikkeling
en
de
samenstelling
van
het
loon
is...,
geen
beeld heeft
van
de
stelselmatige
afbraak
van
dat
loon...
Hierin
liggen
volgens
mij
elementen
van revisionistische
tendenzen...
"(25/2/02)
(p11).
Op
datzelfde ogenblik verklaart Bush in zijn State of the Union de
oorlog aan de volkeren , op datzelfde moment wordt het proces gemaakt
van het strijdsyndikalisme in het proces Clabecq, staat het
faillissement van Sabena voor de deur...Men zou wel denken dat de
rapporten van N van een andere planeet komen! Het is alsof N die
nieuwe veranderingen in de wereld niet wil zien en zich verstopt
achter een 'strijd voor loon*.
Bovendien
vergeet hij dat na de dood van Marx het kapitalisme geëvolueerd
is naar het stadium van het imperialisme: dank zij de superwinsten op
kap van de 3e wereld kon het kapitalisme hier de arbeiders inderdaad
enkele kruimels toestoppen, die nu weer afgepakt worden..
In
een rapport van 7/12/02 trekt N uit het feit dat "er geen lijn
is" dat "we zelf een lijn uitwerken
voor een gemeentelijke cel"... (p.51).
Welke lijn zal hij uitwerken? Dat wordt dan blijkbaar "de
huisvesting".
Gegevens
van eventuele enketes hierover zijn onvindbaar in de rapporten.
Waarom
hecht N zoveel belang aan huisvesting en "strijd voor loon"?
Waarom maakt N telkens een tegenstelling tussen enerzijds het 7e
Kongres en anderzijds "een specifiek bilan van L" waarvan
volgens hem moet van worden vertrokken?
Op
p.18 stelt N "eigenlijk
kun je
de
hole
federalisering
van
België,
de
uitbouw
van
Europa,
de globalisering
zien
als
1
grote
aanval
op
het
loon".
En
in zijn rapport van 7/12/02 (p 52): "door
bovengeschetste
werking
zullen
de
mensen
vatbaarder zijn vooronze
actuele
ordewoorden
voor directe
actie
tegen
de
oorlog..."
De mensen zouden niet vatbaar zijn voor politieke ordewoorden en dus
moeten we eerst een omweg maken langs economische eisen?
Het
noodzakelijk buigen voor de economische eisen, dat is het precies wat
Lenin economisme noemt!
Snapt
N wel dat de manier waarop hij "strijd voor loon " en
"huisvesting" stelt hem juist in deze richting duwt?
Het
hele kritiekrapport, maar dit blijkt al uit dit beperkt citaat, is
geen ANTWOORD of BESPREKING van mijn rapporten, het is een
verantwoording naar derden toe voor de (subjectieve) beoordeling die
van mij gemaakt wordt. (vooral door “Simone” en “Boud” de
provinciale kaders en in hun opdracht door “Pirre” de
basismilitant uitgeschreven). De “citaten” zijn gekozen om deze
beoordeling op zijn juistheid “te bewijzen”. Zo wordt het rapport
5/3/02 “besproken” op basis van één beperkt citaat
die dan het hele rapport ( en véél van de daarop
volgende rapporten blijkbaar zoals men insinueert...) zou kenmerken:
“In verschillende rapporten heeft N het erover dat "het
niet
duidelijk
is
wat
de
algemene
politieke
lijn
is"
(oa
in
rapport
5/3/02
p40)”
Ten
eerste spreekt uit het rapport een koude, vooringenomenheid en zeker
niet de bezorgdheid om een “kameraad te helpen”. Nee ik ben
blijkbaar een interne tegenstander, die men bestrijdt!
Ten
tweede zegt het gekozen citaat NIETS over het hele rapport waaruit
het is gekozen en geeft de auteur van het kritiekrapport (of in dit
geval het kader “Simone” of “Boud”, dat de basismilitant
“Pirre” de opdracht gaf auteur te zijn) geen antwoord op de
vragen en gestelde problemen.
Ten
derde is het rapport waaruit het citaat kwam gewoon een te
verwachten, een gevraagd, néé OPGEDRAGEN, rapport
over de inhoud van een campagne-richtlijn. Op dit rapport hadden
Simone of/en Boud direct moeten reageren als kader. Zij hebben dat
nooit gedaan!
Ik
geef het (bijna)VOLLEDIGE rapport weer (met het overgenomen citaat in
de overeenkomstige kleur)
Aan:
(twee namen van kaders op provinciaal niveau ik noem ze hier
“Boud”,”Simone”), Nadine (echte naam, hoogste nationaal
kader) Datum:5/3/02
Van:Nico
reactie
op text `Motivation Campagne Interim dans la Province préparation
pour Comité Provincial`
Er
is een tekst die de basis geeft (of zou moeten geven) waarom en hoe
de campagne `Interim` gevoerd wordt.
Voor
mij wordt het moeilijk om de vragen te beantwoorden in de text
`Motivation Campagne Interim dans la Province préparation pour
Comité Provincial` omdat de vragen uitgaan van bepaalde
discussies die gevoerd zijn en waar verondersteld wordt dat degene
die antwoordt, daar al weet van heeft. (...)(I)k heb verder geen
politieke bilans of persoonlijke bilans gezien. Er was trouwens een
Nationaal Congres dat ook volledig aan mij voorbij is gegaan. (Het 7e
Congres van 2001, NICO)
Voor
mij is het niet duidelijk wat de algemene politieke lijn is
die die de basis vormt voor onze algehele strategie waarin dan de
verschillende opeenvolgende oriëntaties passen en zich
concretiseren in campagnes, en nu specifiek voor de campagne
`interim`.
Onze
algemene politieke lijn is de uiteindelijk toetssteen in hoeverre een
bepaalde campagne goed gevoerd wordt.
`De
partij van de Revolutie` is een goed handboek.... maar het
onderliggend politiek programma (het `hernieuwd, ge-actualiseerd
programma sinds 1979) is er niet, of slechts in flarden.1
(...)
Ook als het niet neergeschreven is, vertrekt men van (dan niet
uitgesproken, of in losse stukken neergeschreven...) een analyse van
de situatie in het huidig stadium van de maatschappij. (....) Door de
moderne technologie zijn de ontwikkelingen in het imperialistisch
stadium van het kapitalisme, die Lenin geschetst heeft nog meer
uitgesproken.
-Het
wegvallen van het oostblok
-De
ontwikkeling van een nieuwe staatsmachine: Europa ten opzichte van de
verchillende lidstaten, stelt specifiek voor ons, komende vanuit een
kleinere staat voor andere taken
De
analyse van dit moet resulteren in de actualisering van ons
partijprogramma.
Het
is dat politiek programma dat altijd de basis zou moeten vormen van
onze “Oriëntaties” en de daaruitvolgende “campagnes”.
De
interimarbeid is een onderdeel van de verhoging van uitbuiting van de
arbeidersklasse in het algemeen:
-door
het verhogen van de onderlinge concurrentie ( het `reserveleger` dat
de werklozen vormen wordt door de interimarbeid echt `geactiveerd` om
deze concurrentie te organiseren) Daarom zou de Campagne Interim
volgens mij zich ruimer moeten richten tot de werklozen in het
algemeen.
Veel
interims komen regelmatig weer aan de dop te staan
Verschillende
`vasten` komen aan de dop te staan omdat ze vervangen zijn door
interims
De
interimburos voeren wervingcampagnes uit aan de dopburos (....)
-Het
verlagen van de productiekosten door de kapitalisten die de hete adem
voelen van de crisis en de verheviging van de concurrentie die dat
met zich mee brengt. Dus in het algemeen moet het loon van de
arbeider omlaag. Of van de totale loonmassa2
van de arbeidersklasse in het geheel. Het drukken van het loon in
Derde Wereld landen ( door de hollende inflatie, door de repressie
tegenover de syndikalisten, het afbreken op die plaatsen waar het
makkelijker is van het loon (door bv afbraak van het indirecte loon)
verlaagt men de totale loonmassa van de arbeiders. Het gemiddeld loon
daalt. Dit veroorzaakt een druk naar beneden voor alle lonen.
-
De strijd tot `verlaging van de loonkost` is zo een strategie van de
kapitalisten om overal bij delen van de arbeidersklasse op
verschillende plaatsen (doordat ze voorlopig nog leven in een
deelstaat met een eigen wetgeving en krachtsverhouding waardoor het
op die plaats al voor de kapitalist makkelijker is dan elders) het
loon te verlagen en daardoor de druk naar beneden te organiseren voor
ALLE lonen OVERAL. De verlaagde lonen in de Derde Wereld drukken de
lonen in Europa naar beneden, de verlaagde lonen in Nederland,
Duitsland en Frankrijk drukken de lonen in Belgie omlaag, de
verlaagde lonen in de Verenigde Staten drukken ook de lonen in Europa
omlaag.
Het
is door de toenemende `globalisering` door de versnelling van de
kapitaalstromen, het organiseren van de wereld als 1 markt, 1
atelier, 1 magazijn dat de uitbuiting ook perfectioneert.
Door
een beslissing, ergens in ....(New york?) op een hoofdkwartier van
het IMF tot weigering van bepaalde kapitalen of leningen, moet
onderandere de munt in Argentinie (maar ook in Turkije) devalueren,
de Sociale Zekerheid versneld afbreken, de staatsbedrijven
privatiseren, waardoor de LONEN ineens sterk dalen.
Door
de globalisering kunnen al dan niet tijdelijk producties verplaatst
worden, kan er meer `just in time` gewerkt worden en dus het gebruik
van interims geperfectioneerd.
De
veralgemening van de interim HIER is voor een deel de toepassing van
het principe `Hire and Fire` zoals dat in andere delen van de wereld
(en de arbeidersklasse) gebeurd, en dat daar ook uitbreiding neemt
door de toenemende privatisering alleen al.
In
hoeverre worden de bilanpunten vanuit de campagne/project Sabena (of
campagne/project Molenbeek gebruikt om nu op een betere meer
revolutionairdere manier te werken in campagne/project Interim?3
Hebben
we nu eerst gezorgt dat `we de omvang van de imperialistische
krisis begrepen hebben`?
Hebben
we nu `een strategische visie en een hoog tactisch nivo`, het
geen `betekent een duidelijk zicht hebben op het revolutionair
proces van ontbinding en vorming van de sociale klassen door het
kapitalisme`?
Zijn
we nu zeker dat we niet `onze politieke
lijn verlagen`? (....)
Voor
mij komt het over als: eerst was er de campagne Sabena, de campagne
Molenbeek, nu is het weer campagne Interim, wat is het morgen?
Ik
wil de kampagne Interim niet afschieten: Ik wil alleen maar
duidelijkheid en een grondige politieke motivatie zodat er een echte
eenmaking is.(...) Het bilan (van de kampagne Sabena) is dat er niet
genoeg politieke grondigheid was in de duiding van die campagne. Dat
maakte dat er een bepaalde vaagheid was die tot de bilanpunten leiden
zoals ze zijn.
Stel
dat we de kampagne `interim` uiterst oppervlakkig doen: dan doen we
eigenlijk sindikaal werk(naar de interims toe hetgeen de vakbond zelf
nalaat), we verzamelen gegevens, we maken hier en daar mensen bewust
van hun situatie (zoals goede sindikalisten) we diskuteren op
Europees vlak, doen acties. Als het zo extreem gesteld wordt, dan is
de afwijking (economisme) duidelijk. Maar hoe gaan we nu evalueren
dat we goed bezig zijn, dat de campagne zijn bijdrage heeft op de
strategie op langere termijn.
Gaan
mensen voor ons simpatiseren of willen ze zelfs lid worden, of een
abonnement nemen, omdat wij `hard werken` of `het werk doen dat
eigenlijk de vakbond had moeten doen` ,of omdat ze inzicht hebben
gekregen en akkoord gaan met ons revolutionair perspectief, dat te
lezen is in ons politiek programma.....?
IN
mijn rapport geef ik in feite reeds antwoord op het verwijt dat
mij in het kritiekrapport (achteraf!) gemaakt wordt: in
hoeverre zijn allerlei analyses gemaakt door individuele kaders
uitgewerkt in één partij-strategie waar alle leden weet
van hebben en ook hebben geassimileerd en waarop de opeenvolgende
campagnes op ge-ent moeten zijn.
Het kader (die de
basismilitant als “ghostwriter” gebruikt) weigert op dit
probleem (en dit rapport dus dat nochtans rechtstreeks aan haar
gericht is!) antwoord te geven. Zij deed dit ook niet op het moment
dat ik mijn rapport schreef (zoals tenslotte GEVRAAGD was) over die
bewuste campagne-richtlijn. Uiteindelijk wordt ik geviseerd en
bekritiseerd (in het kritiekrapport) omdat ik durf
twijfelen aan het bestaan van een éénduidige politieke
lijn...en is het één van de bijkomende argumenten
voor mijn uiteindelijke uitsluiting (omdat ik weiger hierover
een zelfkritiek te maken).
Vervolgens
wordt door zeer beperkte en uitgezochte citaten uit twee rapporten
weergegeven om mij te kunnen beschuldigen van “economisme” (dat
is eigenlijk reformisme, maar “economisme” is de term die Lenin
gebruit in “Wat te doen”)
Eerst
wordt “gesuggereerd” dat de individuele analyses die door kaders
gemaakt worden (in Marxistische Studies bv.), door mij
“revisionistisch” worden genoemd, waar ik juist het
(bewust of niet?) NALATEN van het gebruik van zulke analyses om
het oorspronkelijk fundamenteel programme uit 1979 (waar iedereen
in de leiding herhaaldelijk zei dat het “geactualiseerd” moest
worden) te “actualiseren”, opdat zo'n programma door ieder
lid (en kader) kan geassimileerd worden en gebruikt in propaganda
naar buiten toe, REVISIONISME vond. Ik zou de partij op het najagen
van hervormingen richten (“strijd voor loon” en “strijd
voor huisvesting”) en dus zélf (op zijn minst)
“economistisch” (dus reformistisch) zijn.
Het
rapport van 7/12/02 was wéér een rapport OPGEDRAGEN
door “Simone” (prov. Kader), maar eenmaal door mij ingediend,
NOOIT door haar beantwoord. (hier was ZIJ dus fout als
leidinggevend kader!) ik geef het hieronder weer (wederom met de
citaten in de overeenkomstige kleur)
Aan
: Simone & Boud (prov.leiding), celleden 7/12/02
Van
: Nico Betreft:De band tussen de uitbouw van een revolutionaire antioorlogsbeweging, de uitbouw van de jongerenwerking en het eigen celwerk. In feite het celplan voor het komend jaar.
_______________________________________________________
Inleiding
In
een vergadering met Simone en Bous van de provinciale leiding (zie
mijn rapport over "bilan/planning" en de tekst die N maakte
voor deze vergadering) is o.a. afgesproken dat ik (als Celleider van
de gemeentelijk cel in L) iets zou uitwerken over de "band
tussen het bestaande celwerk en de uitvoering van de richtlijnen
'uitbouw van een revolutionaire antioorlogsbeweging' en 'uitbouw van
de jongerenwerking van de partij aan de unief in L' ".
Gemeentelijke eenheid in L: omschrijving, werking en mogelijkheden4.
Samenstelling
(....)
Geplande)
werking
Wij,
de gemeentelijke cel, zien het als ons doel aan te tonen dat de
meeste problemen (rond b.v. huisvesting, afvalbeleid, mobiliteit,
veiligheid, onderwijs, ruimtelijke ordening,...) hun oorsprong vinden
in de uitbouw van de kapitalistische staat Europa. Dit willen we
bereiken door het inzicht in de eigen problemen/strijd te vergroten.
Die problemen/strijd willen we kaderen in een groter geheel om zo het
besef te doen rijpen dat uiteindelijk het kapitalisme het grote
probleem is. Om dat te bestrijden is een communistische partij
noodzaaklijk.
Ingestelde
(en niet verkozen) organismen van Europa leggen richtlijnen op.
Uiteindelijk worden deze door de gemeentelijke overheid uitgevoerd,
beschermd en niet ter discussie gesteld. De blauwdruk van deze
Europese staat wordt bepaald door die multinationals en financiële
groepen die op een bepaald moment Europa als "uitvalsbasis"
zien om te concurreren met andere imperialistische machtsbolwerken of
multinationals of groepen van multinationals. De samenstelling van
deze multinationals en financiële groepen verandert soms.
Wellicht zijn er soms interne tegenstellingen.
Alle
politieke partijen promoten eigenlijk Europa, elke partij vanuit een
andere hoek. Ofwel proberen zij via hun “oppositie” alle protest
te recupereren, zonder het kapitalisme of het kapitalistisch Europees
project in vraag te stellen. Zij voeren bijvoorbeeld "oppositie"
door een aantal verkeerde uitgaven (b.v. "te weinig sociale")
aan te wijzen. Ofwel vinden zij dat de maatregelen het Europees
beleid nog te weinig doortastend steunen. Door de fascisten worden
"nationalistische" en "racistische"
alternatieven naar voor geschoven. Deze gaan schijnbaar in tegen de
uitbouw van een "multicultureel", verdraagzaam en sociaal
Europa.
Het
extreme programma van de fascisten doet uitschijnen dat de politiek
van Europa - die zijn weerslag heeft in de gewestelijke, eventueel
nog nationale, maar ook in de gemeentelijke politiek -
"antiracistischer" en "socialer" zou zijn.
België, met zijn federalisering die door de fascisten gepromoot
wordt en die via "socialere" en "multiculturele"
initiatieven door alle gevestigde partijen uitgevoerd wordt, is een
mooi voorbeeld voor de andere landen van Europa. België geeft
aan hoe, zonder veel strijd, de nationale staat ondergeschikt wordt
gemaakt aan Europa en hoe de gewesten instrumenten worden voor de
uitvoering van de Europese richtlijnen. Het laat mooi zien dat zowel
de fascisten als de ecologisten kunnen gebruikt worden om zich
schijnbaar te verzetten tegen Europa, maar dat ze eigenlijk
vaak nog "heviger" dan de traditionele partijen zich
inzetten voor de uitbouw van een kapitalistisch Europa.
In
feite voeren zij politiek voor de uitbouw van een kapitalisch Europa
dat in staat is de uitbuiting van zijn werkvolk tot ongekende hoogte
op te voeren door elk verzet te ontwrichten, af te leiden van de
hoofdvijand, op een zijspoor te richten door vooroordelen te
promoten, te verdelen en zo te desoriënteren.
Dit
alles willen wij concreet aantonen door middel van de analyse van de
gegevens over de gemeentepolitiek.
De
band tussen de geplande werking en de actuele richtlijnen van de
partij
De
uitbouw van het front, de revolutionaire internationale
antioorlogsbeweging, wordt nu als belangrijkste taak gezien voor de
PVDA. En alle eenheden moeten plannen hoe zij dit inpassen in hun
celwerk (dat de uitbouw van de Partij op hun werkterrein inhoudt).
Op
dit moment moeten de eenheden dit zelf plannen. Er zijn daar weinig
of geen richtlijnen voor. In de maandelijkse agenda staat gewoon de
nationale hoofdcampagne. Maar voor de werking van de eenheid, voor
het bereiken van een eenheid, of voor het inpassen in de "eigen"
celwerking, vinden wij daarin te weinig materiaal.
In
L hebben we dan nog de richtlijn dat alle eenheden moeten zien hoe ze
de uitbouw van een jongerenbeweging aan de unief kunnen steunen, en
dus ook inpassen in hun celwerk.
Voor
ons, de gemeentelijke werking van L, komt het erop neer dat
we zelf een lijn uitwerken voor een gemeentelijke cel in het
algemeen en die van ons in het bijzonder.
De
bijdragen van de grote gemeentelijke werkingen (A-pen, Gent/Zelzate,
Luik/Herstal) voor een algemene partijlijn over de gemeentelijke
werkingen zijn voor een deel nog te vinden in hun verkiezingsbilan.
We menen ook dat de bilans van Schaarbeek en Molenbeek materiaal
bieden. Ook de verkiezingsresolutie van '99 biedt enig materiaal. In
"Omkeren" staan concreet verwerkte gegevens, die we verder
aangevuld en geactualiseerd willen zien.
De
gemeentelijke bijdragen van A'pen/Hoboken, Gent/Zelzate, Luik/Herstal
in Solidair zijn te veel verslag en "onthulling" maar geven
te weinig alzijdige analyse over : de werking van de gemeenten in het
algemeen, de werking van de partij in de gemeenten, de algemene
programmapunten die plaatselijk gebruikt kunnen worden (Solidair als
"organisator"), de band tussen de gemeentelijke politiek en
de oorlogsdreiging en dus de band tussen het protest tegen
(schijnbaar louter) gemeentelijke wantoestanden en het protest tegen
de oorlog. Onze ambitie is natuurlijk WEL zulke bijdragen kunnen doen
voor Solidair...
We
denken dat de huisvesting in L een groot probleem stelt. Een goedkope
huurwoning is moeilijk te vinden, evenals een goedkoop studentenkot
(zie persmedeling van Loko bij de opening van het academiejaar).
De
stad zegt dat ze haar best doet om toch een aantal sociale woningen
te bouwen.
Maar
de sociale huisvestingsmaatschappijen in Leuven zitten in financiële
moeilijkheden en gaan hun huurprijzen verhogen.
Veel
mensen vinden de voorwaarden voor het bekomen van een sociale woning
niet eerlijk. Ze vinden ook dat er veelal asielzoekers/migranten
inzitten. Ze krijgen daarom wel het misschien correcte gevoel dat er
corruptie en geldgewin is binnen de sociale huisvestingsmaatschappij
maar hun uitgangspunten zijn soms verkeerd en met vooroordelen
beladen.
In
onze analyse zouden we kunnen aangeven dat de problemen met de
huisvesting (ook) een gevolg zijn van Europa. Europa legt
begrotingsnormen op aan de staten. In het Belgische geval werkt dat
door in de dotaties aan de gewesten en de overdrachten aan de
gemeenten. De gemeenten hebben zo een beperkt budget. Zij krijgen wel
hun kernopdrachten. Tot voor kort konden gemeenten van het gewest
voor bepaalde diensten subsidies krijgen maar die zijn gebonden aan
voorwaarden. (De SIF-gelden horen daar bij.)
OPM.
Het zou interessant zijn om te onderzoeken of er een band bestaat
tussen het feit dat van Duitsland en Frankrijk "getolereerd"
wordt dat ze de begrotingsnorm NIET halen EN hun grote materiële
bijdragen aan de uitbouw van Europa als oorlogsmachine (wapens,
getrainde manschappen, dure wapentechnologie,...)
Als
de gemeente bepaalde extra diensten wil leveren of bepaalde sociale
initiatieven wil uitwerken (onder druk b.v. van de publieke opinie of
protest), moet zij beroep doen op de privé voor sponsoring,
moet zij samenwerken met de privé of moet zij beroep doen op
mogelijke (maar aan voorwaarden verbonden) subsidies van hogere
overheden.
Als
de mensen zien dat de strijd voor de oplossing voor hun problemen een
strijd is tegen het imperialisme (het Europees imperialisme); als zij
dan inzien dat Europa als imperialistische grootmacht (hoewel nog
zwakker dan de US) ook onafwendbaar op oorlog, meer uitbuiting, en
verhoogde repressie afstevent; als zij dan inzien dat het direct en
accuut hoofdgevaar voor oorlog door het wereldimperialisme op dit
moment van de VS komt; dan zullen zij makkelijker geneigd zijn hun
klassenstrijd te koppelen aan de strijd tegen de oorlog. Door op DIE
manier te komen tot hun antioorlogsverzet gaat de uitleg 'alleen het
socialisme biedt de fundamentele oplossing' (voor de hele wereld maar
voor ons om te beginnen in Europa) een logisch gevolg zijn en
"tastbaarder" zijn.
Door
bovengeschetste werking zullen de mensen vatbaarder zullen zijn voor
onze actuele ordewoorden voor directe actie tegen de oorlog en voor
het oprichten van antioorlogscomités.
En
wat is nu de kritiek die ineen wordt gestoken, die het antwoord op
het rapport dat al vroeger moest gegeven worden vervangt:
“In
een rapport van 7/12/02 trekt N uit het feit dat "er geen lijn
is" dat "we
zelf een lijn
uitwerken
voor
een gemeentelijke
cel"...
(p.51). Welke lijn zal hij uitwerken? Dat wordt dan blijkbaar "de
huisvesting".
Gegevens van eventuele enketes hierover zijn onvindbaar in
de rapporten.(...)En in zijn
rapport van 7/12/02 (p 52): "door
bovengeschetste
werking
zullen
de
mensen
vatbaarder zijn vooronze
actuele
ordewoorden
voor directe
actie
tegen
de
oorlog..."
De mensen zouden niet vatbaar zijn voor politieke ordewoorden en dus
moeten we eerst een omweg maken langs economische eisen?Het
noodzakelijk buigen voor de economische eisen, dat is het precies wat
Lenin economisme noemt!”
Op
basis van bestaande partijteksten en -bilans en uitgewerkte analyses
(het boek “Omkeren” bv) én op basis van ingewonnen
GEGEVENS (ook bij inwoners -vrienden, familie, buren, collega's)
argumenteer ik hoe “huisvesting” een invalshoek kan zijn om te
“ontmaskeren”, mensen te mobiliseren, en om het punt “socialisme
is noodzaak” concreet te maken, om de strijd tegen EUROPA te
voeren, en om het punt imperialisme leidt tot armoede én ook
tot oorlog ... en dus ook het verzet tegen de oorlog, aannemelijk te
maken én om een mogelijkheid te hebben om “de jongeren”
(studenten hebben ook huisvesting nodig!) te bereiken..... Deze
argumentatie geef ik in een rapport, OMDAT MIJ DIT DOOR BETREFFEND
KADER OPGEDRAGEN WORDT. In plaats dat zij mijn GEHELE argumentatie
eventueel weerlegt in een antwoord (dat zij als kader verplicht is te
geven, zeker als het op een rapport is dat ze zélf heeft
gevraagd!) steekt zij (een jaar later en in het kader van een
algeheel kritiekrapport!) de bovenstaande kritiek ineen met als
tweeledig doel: zichzelf naar derden te verantwoorden en mij “neer
te sabelen”
Ik
laat hier nu nog even in het midden of de beschuldiging van
“economisme” terrecht was. Eerst nog een bespreking van het derde
rapport waaruit geciteerd is, dat van 25/2.02. Maar dat doe ik in een
volgend artikel....
1Ik
ga nu verder op mijn bedenking in noot 2 in de tekst LOON_0.DOC
(rapport 25/02/02
2
`Loon`
is hier meer dan nettoloon of zelfs brutoloon. Het is de vergoeding
voor de arbeidskracht, waarvan de hoogte bepaald wordt door allerlei
factoeren: de geschiedenis van klassenstrijd, de nabijheid -en het
verdwijnen - van een dichtbij socialistisch blok. De belasting, de
staatsbedrijven bekostigd door de belasting moet men volgens mij
zien als een onderdeel van het loon in zoverre het `gratis` diensten
levert of bekostigt aan de werkers.
3Ik
heb hierbij alleen maar weet van de tekst ` Onze fundamentele taken
in de strijd bij Sabena en de openbare diensten.` (OC 02.01.2002)
4
Veel
zaken zijn te staven met artikels, rapporten, publicaties van
overheden en media-organen. Ze worden hier niet aangehaald omdat dit
rapport anders een brochure wordt. Eventueel kan dat later n.a.v.
concrete discussies of vragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten