10-04-2014

Voorbeeld van "eigentijdse marxistische analyse" van PVDA-kader door "eigen vormingsinstrument" (marx.be) als revisionisme te ontmaskeren..... marx.be wordt "vernieuwd"

Op het 8e congres stelde de PVDA ondermeer: 

...(De PVDA is) een eigentijdse communistische partij De PVDA is geen klassieke of
traditionele partij. Wij schrijven ons in in een partijconcept van “het nieuwe type”. Kenmerkend hiervoor zijn ons doel, onze analyse, onze taken en onze werkingsprincipes. (...) De partij maakt deel uit van de internationale communistische beweging. (...)
Actiever te werken met ons theoretisch tijdschrift Marxistische Studies. Een plan op te stellen voor een ruimere verspreiding en betere benutting. We willen ook de theoretische site www.marx.be optimaal gebruiken. Net als het Docu Marx-centrum in Brussel, dat een unieke plaats heeft in de verspreiding van marxistische en progressieve publicaties over allerlei onderwerpen (sociaal, economisch, filosofisch, natuurwetenschappelijk…) ......Onze nieuwe portaalsite, www.pvda.be, ook luiken “maatschappijdebat” en “marxisme” te laten bevatten. De portaalsite als deur naar diepgaande analyses. Aandacht voor het marxisme. FAQ’s over het socialisme. Debat over kapitalisme en socialisme. Mobilisatie voor infoavonden, scholingen, de marxistische universiteit. Reclame voor Marxistische Studies, enz. (...) Het maatschappijdebat ook in het weekblad Solidair aan bod te laten komen. ....Een eenvoudige brochure te maken, die op basis van ons motto “Eerst de mensen, niet de winst”, onze maatschappijvisie uitlegt. Het socialisme in 10 vragen en 10 antwoorden, bij wijze van spreken. Vertrekkende van de reële problemen die de werkende mensen nu ondervinden. En resoluut gericht naar de toekomst: het socialisme als antwoord. (....) ....Het internationalisme een hoeksteen te laten zijn van de partijwerking, die ook vertaald wordt in praktische initiatieven en voorstellen. En dat het geheel van de partij zich inschrijft in de werking van de Internationale Communistische Beweging.
.”
1
Welnu, de site marx.be en de opeenvolgende nummers van Marxistische Studies, zijn een schat aan informatie over TEGENSTELLINGEN IN de PVDA (tussen kaders), naar voren
komend in hun respectievelijke “marxistische” analyses, naar voren komend in bepaalde KRITIEKEN vanuit de hoogste leiding tegenover inconsequenties en misleidende “zogenaamd” marxistische analyses, van weer andere NATIONALE kaders. Aangezien het geheel van Marxistische Studies en de site marx.be vorming moet bieden aan leden en sympathisanten zal het uiteindelijk politiek/ideologisch niveau van hen navenant zijn.
Aan de andere kant geeft het geheel, aan mensen die vanuit een interesse voor communisme en revolutie en zo het marxisme ontdekt hebben, ook studie-materiaal om zelf eens een zogenaamde “marxistische” analyse - ter vorming op de website geplaatst – op haar consequent marxisme danwel pseudo-marxisme te onderzoeken.
Nu vrees ik dat men snel moet zijn, als men ziet wat er met ander web-archieven en website beslist is door de huidige leiding van de PVDA.
De oude archieven van Solidair, de oude congresteksten van vroeger congressen, de website van Internationale Communistische Seminarie, ze zijn nu allemaal verwijderd van het internet. Nu, ook sommige documenten OP de site marx.be zijn al moeilijk terug te vinden. Klik maar eens, onder “Docu-marx” op “klassieke werken”....

In Marxistische Studies no .29, 1996...,(tot nu toe nog HIER op de website te lezen) definieert Ludo Martens het revisionisme:

"Wanneer de burgerij de definitieve mislukking van het communisme uitroept, gebruikt zij het trieste failliet van het revisionisme in Oost-Europa en in de Sovjetunie om haar haat te hernieuwen tegen het grandioze werk dat in het verleden werd verwezenlijkt door Marx en Engels, door Lenin en Stalin en door Mao Zedong. De burgerij wil doen geloven dat het marxisme-leninisme voorgoed begraven werd omdat zij zich volkomen bewust is van de actualiteit en de vitaliteit van de communistische analyse èn omdat zij in de communisten haar enige onverschrokken tegenstanders erkent.(...)
...(H)et revisionisme (heeft) de internationale communistische beweging verzwakt en verdeeld om uiteindelijk openlijk zijn ware aard te tonen als stroming ten dienste van de burgerij en het imperialisme.
Na de vernietiging van het socialisme in de Sovjetunie en de uiteenspatting van het land van Lenin, moeten alle communisten begrijpen dat het revisionisme de gevaarlijkste ideologische vijand is van het marxisme-leninisme. Het revisionisme vertegenwoordigt ontegensprekelijk de burgerij binnen de communistische beweging.2"

Er zijn leden of/en kaders van de communistische partij, die de PVDA ooit was, die ooit toetraden tot die partij en die hun oorspronkelijke burgerlijke wereldopvatting behielden en dit verborgen konden houden en erin slaagden dit in marxistisch klinkende frases te formuleren, gebruikmakend van een overheersend onkunde of gebrek aan studie van het marxisme en van de geschiedenis (met name die van de Russische en Chinese revoluties).
Er zijn leden of/en kaders van een communistische partij, die de PVDA ooit was, die op basis van een radicaal maar kleinburgerlijke wereldopvatting toetraden en (subjectief) meenden dat op basis van een oppervlakkige (eerder dogmatisch) kennis van teksten van bv Marx, Engels of Lenin en op basis van een kleinburgerlijk radicalisme maar NIET door studie uitgediepte sympathie voor de Russische en/of Chinese revolutie, dat zij “echte communisten” waren. Niet in staat zelfstandig een marxistische analyse te maken en bij gebrek aan een echt bewust proletarisch klassestandpunt evolueerden de meesten naar een burgerlijk klassestandpunt (dat van de revisionisten).
Als er in zo'n communistische partij, die de PVDA ooit was, in de LEIDING geen echte revolutionairen (meer overgebleven) zijn die op basis van het innemen van een echt proletarisch klassestandpunt en een echte kennis van het toepassen van het marxisme, de ideologische en politieke strijd IN die partij kunnen aangaan en organiseren, waarbij dan alle leden en kaders bij worden betrokken (bv. via een ideologisch en statutair congres zoals het 2e congres van de PVDA in 1982 bedoeld was), is het bijna onmogelijk zo'n partij tegen te houden te degenereren tot een reformistische (dus kapitalisme-beschermende) partij. Want iedereen die vanuit lagere regionen in die partij dit zal proberen, zullen door hogere leidende organen (reeds overmatig “besmet” door revisionisme)... uit de partij gestoten worden, voordat zij ook maar instaat zijn enige discussie te voeren of voordat zij ook maar een discussie kunnen afdwingen.

Ludo Martens toonde aan in “Een andere kijk op Stalin” op basis van historisch materialistische analyse, dat er een objectieve band bestaat en er objectieve gelijklopende belangen bestaan – namelijk anti-revolutionaire en anti-communistische ideologie verspreiden - tussen burgerlijke historische “interpretatie” en de pseudo-linkse en pseudo-marxistische analyse (=revisionisme) van de Oktoberrevolutie, de Chinese revolutie en van cruciale essentiële momenten en campagnes in opbouw van het socialisme zowel in de Soviet-Unie ten tijde van Stalin als in China ten tijde van Mao Zedong. Die objectieve band tussen burgerlijke ideologie en die van het pseudo-marxistische revisionisme wil ik dit doen in verband met één historisch moment van de Chinese revolutie: De Grote Sprong Voorwaarts.
De manier waarop er “historische” mythes worden vertelt rond dit historisch moment in de Chinese revolutie toont heel duidelijk hoe revisionisten met behulp van marxistisch-klinkende fraseologie tot GELIJKAARDIGE “conclusies” en “inzichten” komen als openlijk door BURGERLIJKE ideologie beïnvloedde “analisten”.
Het gemeenschappelijk doel van de openlijke burgerlijke ideologen en analisten én de revisionisten (als “under-cover” burgerlijke krachten) is, het communisme als onmogelijk en “erger dan kapitalisme” voor te stellen, waarbij de revisionisten zich specifiek richten tot die mensen die reeds sympathiseren met het communisme en socialistische revolutie. En de site marx.be en het geheel van Marxistische Studies leveren hiervan boeiende voorbeelden....

Ik wil nu in het kader van dit artikel één voorbeeld geven van een zogenaamde “marxistische” analyse van een PVDA-kader, die als vorming op de site marx.be staat. Hoe werkt revisionist om zijn “analyse” voor te doen als authentiek “marxistische” analyse maar intussen door het hanteren van pseudo-marxistische fraseologie een BURGERLIJKE ideologie verkopen? En waarom wordt dit binnen de zich revolutionair, communistisch en marxistische noemende PVDA niet bestreden? Blijkbaar is de meerderheid van de kaders en leden van de PVDA zo erg aangetast door dit revisionisme dat ze hiertegenover ideologisch en politiek BLIND zijn geworden of/en niet meer in staat zijn een proletarisch klassestandpunt in te nemen.
In een volgende analyse zal ik aantonen hoe deze manier van “marxistisch-klinkende” maar in essentie BURGERLIJKE analyse wordt toegepast op het onderwerp “De Grote Sprong Voorwaarts” in Marxistische Studies Nummer 78, “Welke weg slaat China in?”.Publicatiedatum: 2007-11-223

Nu dus, één voorbeeld als bewijs van gelijklopende belangen van revisionistische en burgerlijke “analisten”
Op de site van de PVDA die dient ter vorming van eenieder in de toepassing van “het wetenschappelijk socialisme” oftewel het marxisme - namelijk marx.be - vind men de
“marxistische” analyse van nationaal PVDA-kader Peter Franssen getiteld: Friedrich Engels en het wetenschappelijk socialisme in China (je kunt hierop clicken om op die tekst te komen...want op de site zelf is de tekst nogal goed verstopt....)

“Bijdrage tot het Internationaal Symposium, 13-15 oktober 2005, Wuhan, Volksrepubliek China

Friedrich Engels en het wetenschappelijk socialisme in China

110 jaar geleden stierf Friedrich Engels, de man die samen met Karl Marx de basis legde van het wetenschappelijk socialisme. Naar aanleiding daarvan ging in de Chinese stad Wuhan een internationaal symposium door. De organisatoren waren de Universiteit van Wuhan, het Vertaalbureau van het Centraal Comité van de Communistische Partij en de Academie voor Sociale Wetenschappen van China. Er waren 32 Chinese en 13 buitenlandse sprekers. Op vraag van de organisatoren schreef Peter Franssen, Solidair-redacteur en onderzoeker aan het Instituut voor Marxistische Studies een bijdrage. Die kan u hieronder integraal lezen....4


Één kenmerkend stuk uit zijn analyse is héél illustratief voor de manier waarop REVISIONISTEN (zoals Peter Franssen er één is) te werk gaan. (REVISIONISTEN zijn mensen die zich profileren IN de communistische beweging, maar een BURGERLIJKE ideologie hebben en objectief een BURGERLIJK klassestandpunt innemen, maar dit in marxistisch-klinkende frases formuleren):

“Na de revolutie van 1949 riep Mao Zedong diezelfde economische voorwaarden in om te pleiten voor goede relaties en een eenheidsfront met de nationale burgerij. Hij zei:Sommigen beelden zich in dat wij het kapitalisme sneller kunnen uitschakelen en het socialisme vlugger kunnen toepassen. Hun mening is fout want ze is niet in overeenstemming met de voorwaarden vandaag in China.5

In 1921 maakte Lenin een autokritiek over de periode van de voorbije drie jaar en hij zei: Wij dachten dat wij door marsbevelen vanuit de proletarische staat op een communistische manier de productie en de verdeling van de goederen door de staat konden organiseren in een land van kleine boeren. De praktijk heeft onze fout bewezen.6 Die fout heeft, zei Lenin, tot een zware nederlaag geleid: Op het economische front hebben wij met de poging tot overgang naar het communisme in de lente van 1921 een nederlaag geleden die zwaarder was dan eender welke nederlaag tegen Koltchak, Denikine of Pilsudski, een veel ernstiger nederlaag, veel gevaarlijker en met zware gevolgen. De nederlaag is tot uitdrukking gekomen in het feit dat onze politieke economie aan de top gescheiden stond van de basis en de opgang van de productiekrachten niet verwezenlijkte, wat het programma van onze partij nochtans aanduidt als de de meest dringende en fundamentele taak.7” Vandaar de Nieuwe Economische Politiek met deze richtlijn van Lenin: Wij zullen de ondernemingen die wij niet absoluut nodig hebben uitbesteden aan onder meer privé-kapitalisten en buitenlandse concessiehouders.8 Lenin voegde eraan toe dat deze periode lang kan duren: Dit zal een hele historische periode duren. In het beste geval kunnen wij die binnen tien of twintig jaar afsluiten.9

En natuurlijk, net zoals nu, schreeuwde het criticastersdom: De bolsjewieken kapituleren! De bolsjewieken kiezen voor het kapitalisme!10” Lenin veegde hen de mantel uit en schreef: “In plaats van te helpen, belemmeren zij de economische opbouw; in plaats van te helpen, belemmeren zij het verloop van de proletarische revolutie; het zijn geen vertegenwoordigers van het proletariaat maar van kleinburgerlijke stromingen.11


Op basis van een analyse van het gebruik van de eerste twee citaten – het citaat van Mao Zedong en het eerste citaat van Lenin - zal ik nu aantonen welke bedriegelijke en misleidende (en in feite BURGERLIJKE) “bewijsvoering” wordt geleverd.(In
een uitgebreide analyse hier, weliswaar in het Engels, toon ik dit aan bij AL de hierbovenstaande “gekozen” citaten)

“Na de revolutie van 1949 riep Mao Zedong diezelfde economische voorwaarden in om te pleiten voor goede relaties en een eenheidsfront met de nationale burgerij. Hij zei:Sommigen beelden zich in dat wij het kapitalisme sneller kunnen uitschakelen en het socialisme vlugger kunnen toepassen. Hun mening is fout want ze is niet in overeenstemming met de voorwaarden vandaag in China.12


In héél de text van waaruit het citaat van Mao komt(HIER te lezen, HIER hernomen alwaar ik het citaat van Mao, gekozen door Peter Franssen, in italic-vet heb gezet), komt de term “Nationale burgerij” niet voor en wordt er niets gezegd over een “eenheidsfront” met hen. Er staat alleen dat men zich moet verbinden met DEMOCRATISCHE PERSONEN, hen helpen met studie en werk en zowel de “geslotendeur-politiek” overwinnen alsook het zich overmatig nestelen in eenheidsfrontwerk.” ....dus Mao WAARSCHUWT juist, voor een te absoluut stellen van noodzaak van een “eenheidsfront!
Het citaat van Mao is totaal uit zijn context gerukt om te “bewijzen” dat in 1950 Mao zou pleiten eerst het kapitalisme “zijn historische rol te laten spelen, voordat men de productieverhoudingen kan veranderen” (dus VOORDAT men kan overgaan tot kapitalisten onteigenen, socialiseren van de productie - eerst de in de landbouw en dan in het kader van communes ook industriële productie). Het door Peter Franssen gekozen citaat is trouwens geen “analyse die uitloopt in een richtlijn” (zoals Peter Franssen suggereert), het was eerder een zijdelingse droog-humoristische opmerking binnen een analyse van de actuele situatie en een opstellen van de lijst van de eerste dringende zaken die geregeld moesten worden zoals: de achtergebleven resten van de contrarevolutionairen, de consolidatie van de overwinning op Chang Kaichek, het nog “regelen” van opstandige bewegingen (door externe agitatoren zoals de CIA beïnvloed), de eerste consolidatie van de voedselvoorziening, de financiële toestand, enz..enz....
Vervolgens en door een “collage” van uitgezochte citaten van Lenin “bewijst” Peter Franssen zogenaamd dat zelfs Lenin zijn analyse “goedkeurt” (nadat hij dit deed door een oneigenlijk gebruik van citaten van Marx en Engels voor een “goedkeuring” van hen te simuleren voor zijn “marxistische” analyse).
Ik zal in het kader van dit artikel me beperken tot een bespreking van één citaat van Lenin en het subjectieve gebruik dat Peter Franssen hiervan maakt.

Zo suggereert Peter Franssen met het citaat “« Wij dachten dat wij door marsbevelen vanuit de proletarische staat op een communistische manier de productie en de verdeling van de goederen door de staat konden organiseren in een land van kleine boeren. De praktijk heeft onze fout bewezen.13» dat Lenin zogezegd een “zelfkritiek” maakt als zou hij een “utopisch-socialistische” fout gemaakt hebben door niet “het kapitalisme eerst zijn historische rol te laten spelen...enz...
Hier pleegt Peter Franssen “eclecticisme” het plukken van een geschikt geacht citaat: en dogmatisme door een bepaalde stelling als algemeen geldend in alle als gelijkaardig geachte situaties te beschouwen (=bewijsvoering naar historische “analogie” -hetgeen metafysica is en geen dialectiek). Hij pleegt “idealisme” (en dus geen materialisme) door te vertrekken van een vooropgesteld IDEE die hij als vaststaand feit beschouwt (of voor de lezer als zodanig “bewijst” als zijnde vaststaand feit)
De totale tekst van Lenin, waaruit dit citaat komt kan men (weliswaar in het Engels) HIER terugvinden.....maar voor het gemak van de lezer plaatste ik het zelf nog eens HIER “in the cloud” met het door Peter Franssen gekozen citaat in italic-vet.
Enkele stukken uit de tekst van Lenin, waarin het door Peter Franssen uitgekozen citaat is geplaatst

“The direct and immediate object of the revolution in Russia was a bourgeois-democratic one, namely, to destroy the survivals of medievalism and sweep them away completely, to purge Russia of this barbarism, of this shame, and to remove this immense obstacle to all culture and progress in our country.14

Het was niet de bedoeling van Lenin om in dit stadium te blijven totdat “het kapitalisme zijn historische rol volkomen zou gespeeld hebben”, zoals Peter Franssen suggereert. Integendeel....

We have consummated the bourgeois-democratic revolution as nobody had done before. We are advancing towards the socialist revolution consciously, firmly and unswervingly, knowing that it is not separated from the bourgeois-democratic revolution by a Chinese Wall, and knowing too that (in the last analysis) struggle alone will determine how far we shall advance, what part of this immense and lofty task we shall accomplish, and to what extent we shall succeed in consolidating our victories. Time will show. But we see even now that a tremendous amount—tremendous for this ruined, exhausted and backward country—has already been done towards the socialist transformation of society. (...)
The bourgeois-democratic content of the revolution means that the social relations (system, institutions) of the country are purged of medievalism, serfdom, feudalism.
What were the chief manifestations, survivals, remnants of serfdom in Russia up to 1917? The monarchy, the system of social estates, landed proprietorship and land tenure, the status of women, religion, and national oppression. Take any one of these Augean stables, which, incidentally, were left largely uncleansed by all the more advanced states when they accomplished their bourgeois-democratic revolutions one hundred and twenty-five, two hundred and fifty and more years ago (1649 in England); take any of these Augean stables, and you will see that we have cleansed them thoroughly. In a matter of ten weeks, from October 25 (November 7), 1917 to January 5, 1918, when the Constituent Assembly was dissolved, we accomplished a thousand times more in this respect than was accomplished by the bourgeois democrats and liberals (the Cadets) and by the petty-bourgeois democrats (the Mensheviks and the Socialist-Revolutionaries) during the eight months they were in power.15

Voor de socialistische revolutie was geen “eenheidfront met de burgerij” nodig of in enige mate het “inhouden” van welke neiging dan ook van de werkers (als belangrijkste “productiekrachten”) om de “kapitalistische productieverhoudingen aan te pakken”..... aangezien de burgerij niet in staat was “haar eigen revolutie” tot het eind te voeren, zoals zij al vaak bewezen had in de geschiedenis!

All this goes to make up the content of the bourgeois-democratic revolution. A hundred and fifty and two hundred and fifty years ago the progressive leaders of that revolution (or of those revolutions, if we consider each national variety of the one general type) promised to rid mankind of medieval privileges, of sex inequality, of state privileges for one religion or another (or “religious ideas ”, “the church” in general), and of national inequality. They promised, but did not keep their promises. They could not keep them, for they were hindered by their “respect”— for the “sacred right of private property”. Our proletarian revolution was not afflicted with this accursed “respect” for this thrice-accursed medievalism and for the “sacred right of private property”.
But in order to consolidate the achievements of the bourgeois-democratic revolution for the peoples of Russia, we were obliged to go farther; and we did go farther. We solved the problems of the bourgeois-democratic revolution in passing, as a “by-product” of our main and genuinely proletarian -revolutionary, socialist activities. We have always said that reforms are a by-product of the revolutionary class struggle. We said—and proved it by deeds—that bourgeois-democratic reforms are a by-product of the proletarian, i.e., of the socialist revolution. Incidentally, the Kautskys, Hilferdings, Martovs, Chernovs, Hillquits, Longuets, MacDonalds, Turatis and other heroes of “Two and-a-Half” Marxism were incapable of understanding this relation between the bourgeois-democratic and the proletarian-socialist revolutions. The first develops into the second. The second, in passing, solves the problems of the first. The second consolidates the work of the first. Struggle, and struggle alone, decides how far the second succeeds in outgrowing the first.
The Soviet system is one of the most vivid proofs, or manifestations, of how the one revolution develops into the other. The Soviet system provides the maximum of democracy for the workers and peasants; at the same time, it marks a break with bourgeois democracy and the rise of a new, epoch-making type of democracy, namely, proletarian democracy, or the dictatorship of the proletariat.16

In plaats van louter verontwaardiging over “imperialistische oorlogen” elders in de wereld geldt voor de echte communist....

...to begin the building of a Soviet state, and thereby to usher in a new era in world history, the era of the rule of a new class, a class which is oppressed in every capitalist country, but which everywhere is marching forward towards a new life, towards victory over the bourgeoisie, towards the dictatorship of the proletariat, towards the emancipation of mankind from the yoke of capital and from imperialist wars.
(...) (an).... imperialist war, that it is impossible to escape that inferno, except by a Bolshevik struggle and a Bolshevik revolution. 17

Wat de opbouw van het socialisme betreft, is het niet mogelijk met kleinschalige landbouw (van individueel werkende kleine boeren) om een COMMUNISTISCHE goederenverdeling uit te bouwen. Essentiële stappen (staatskapitalisme, en vervolgens socialisme) wel te verstaan onder DIKTATUUR van het PROLETARIAAT, zijn nodig. Hierin past dan de NEP:

“Our last, but most important and most difficult task, the one we have done least about, is economic development, the laying of economic foundations for the new, socialist edifice on the site of the demolished feudal edifice and the semi-demolished capitalist edifice. It is in this most important and most difficult task that we have sustained the greatest number of reverses and have made most mistakes. How could anyone expect that a task so new to the world could be begun without reverses and without mistakes! But we have begun it. We shall continue it. At this very moment we are, by our New Economic Policy, correcting a number of our mistakes. We are learning how to continue erecting the socialist edifice in a small-peasant country without committing such mistakes. (...)
We expected—or perhaps it would be truer to say that we presumed without having given it adequate consideration—to be able to organise the state production and the state distribution of products on communist lines in a small-peasant country directly as ordered by the proletarian state. Experience has proved that we were wrong. It appears that a number of transitional stages were necessary—state capitalism and socialism—in order to prepare—to prepare by many years of effort—for the transition to communism.18
(het citaat dat Peter Franssen weergeeft heb ik hier in italic-vet gezet)
En over de essentie van de NEP.....:

The proletarian state must become a cautious, assiduous and shrewd “businessman”, a punctilious wholesale merchant—otherwise it will never succeed in putting this small-peasant country economically on its feet. Under existing conditions, living as we are side by side with the capitalist (for the time being capitalist) West, there is no other way of progressing to communism. A wholesale merchant seems to be an economic type as remote from communism as heaven from earth. But that is one of the contradictions which, in actual life, lead from a small-peasant economy via state capitalism to socialism. Personal incentive will step up production; we must increase production first and foremost and at all costs. Wholesale trade economically unites millions of small peasants: it gives them a personal incentive, links them up and leads them to the next step, namely, to various forms of association and alliance in the process of production itself.”.19
Uiteindelijk is het een tijdelijke stap van een vorm van “staatskapitalisme” (en Lenin erkent dat ook, maar dan wel onder “diktatuur van het proletariaat”), maar om zo snel mogelijk dan over te gaan naar collectivisering van de landbouw. In feite is die NEP nodig, juist omdat die collectivisering er nog niet is......In China was die collectivisering al redelijk snel doorgevoerd.....

Gebrek aan eigen marxistische studie bij veel leden en kaders wordt gebruikt om algemene als ooit verworven geachte inzichten helemaal te doen verdwijnen
Uiteindelijk kan gezegd worden – en ik doe dat dan ook – dat Peter Franssen erin slaagt om de hele partij -dus de meerderheid van de leden van de PVDA - voor de gek te houden. Nochtans biedt het vormings-instrument Marxistische Studies zélf al materiaal om dit revisionisme te ontmaskeren. Op de website kan men het boek lezen en downloaden “Geschiedenis van de CP van de Soviet-Unie (Bolsjewiki)”. Dit is trouwens een boek dat ieder lid van de PVDA werd veronderstelt te studeren. In dit boek wordt duidelijk TEGENGESPROKEN hetgeen Peter Franssen beweert als zou de NEP gelijkaardig zijn aan de “Hervorming en Opening” van Deng Xiaoping en zou overeenkomen met “de eerste fase van het socialisme” (en het socialisme is dan zelf weer het eerste stadium van het communisme.....) en dat die periode lang (ettelijke decennia) zou duren, en dat dit ook de oorspronkelijke bedoeling was van Lenin (en Stalin)... om dan nog maar te zwijgen als zou Lenin ergens pleiten voor een “eenheidsfront met de burgerij”...:

“Het Xe Partijcongres nam het uiterst belangrijke besluit om van de levensmiddelenopvordering naar de belasting in natura, naar de nieuwe economische politiek (de N.E.P.) over te gaan.
In deze wending van het oorlogscommunisme naar de N.E.P. kwamen de wijsheid en vérziendheid van Lenins politiek in volle omvang tot uitdrukking.
In het besluit van het Congres werd gesproken over het vervangen van de levensmiddelenrekwisitie door een belasting in natura. De levensmiddelenbelasting in natura bedroeg minder dan de rekwisitie. Het geheel van de belasting moest voor de voorjaarsuitzaai worden gepubliceerd. De leveringstermijnen van de belasting werden nauwkeurig vastgesteld. Al datgene, wat er na aftrek van de belasting overbleef, kwam volledig ter beschikking van de boer die voor deze overschotten handelsvrijheid kreeg.
De vrijheid van handel, zeide Lenin In zijn referaat, zal in het begin tot enige verlevendiging van het kapitalisme in het land voeren. Wij zullen de particuliere handel moeten toestaan en aan particuliere ondernemers moeten veroorloven, kleine bedrijven te openen. Wij behoeven daar echter geen vrees voor te hebben. Lenin was van mening, dat een zekere vrijheid van warenomzet de boer een economisch belang zou geven, de productiviteit van zijn arbeid zou verhogen en tot een snelle opleving van de landbouw zou leiden, hij was van mening, dat op deze grondslag de staatsindustrie zich zou herstellen en het particuliere kapitaal zou verdringen, dat wij, na krachten en middelen te hebben bijeengebracht, een machtige industrie als de economische grondslag van het socialisme zouden kunnen scheppen, om daarna tot een krachtig offensief over te gaan, om de overblijfselen van het kapitalisme in het land te vernietigen.
Het oorlogscommunisme was de poging geweest om de vesting van de kapitalistische elementen in stad en land stormenderhand, door een frontaanval te veroveren. Bij dit offensief was de partij ver vooruitgesneld en liep zij gevaar, van haar basis los te geraken.
Thans stelde Lenin voor, iets terug te gaan, tijdelijk wat dichter naar het achterland terug te trekken, over te gaan, van de stormaanval tot een meer langdurig beleg van de vesting, teneinde, na krachten te hebben bijeengebracht, opnieuw het offensief te beginnen.
De Trotskisten en de andere oppositionelen waren van mening, dat de N.E.P. alleen een terugtocht was. Deze uitlegging kwam hun te pas, omdat zij koers zetten naar het herstel van het kapitalisme. Dit was een uiterst schadelijk, antileninistische uitlegging van de N.E.P. In werkelijkheid verklaarde Lenin reeds een jaar na de invoering van de N.E.P., op het XIe Partijcongres, dat de terugtocht geëindigd was en stelde hij de leuze op: "Voorbereiding tot het offensief tegen het particuliere kapitaal in de economie" (Lenin, Complete Werken Deel XXVII, blz. 213). '20

Het is op een eclectische en dogmatische manier dat Peter Franssen uiteindelijk wil “bewijzen”, dat de opbouw van het socialisme NA de revolutie in 1949, door een “linkse utopisch socialistische” (dus NIET-marxistische lijn) waar uiteindelijk Mao Zedong zich aan zou bezondigd hebben aldus Peter Franssen, voortijdig en geforceerd doorgevoerd is. Hiermee kwam Mao, zo meent Peter Franssen “te bewijzen”, terug op een lijn die de CCP oorspronkelijk had uitgewerkt – en die Mao voor de revolutie nog zou bevestigen (het eerste citaat van Mao..) De Grote Sprong Voorwaarts ondermeer zou zo een ramp zijn, waaraan vooral de toen door Peter Franssen en later ook door Deng Xiaoping als “gauchistisch fouten makende” bestempelde Mao, schuldig zou zijn.
Met een leugenachtige “marxistisch-klinkend” bewijs wordt HETZELFDE (eventueel wat genuanceerder geformuleerd) vertelt als wat de BURGERIJ vertelt over de “rampen van het socialisme” en de enig mogelijke productiewijze, het kapitalisme. En dus is er een objectieve band tussen revisionisme en de burgerij met haar kapitalisme-beschermende ideologie en politieke lijn..... Want om de uitbouw van het COMMUNISME als iets onmogelijks, rampzaligs voor te stellen wordt Mao Zedong in zijn rol in ondermeer de Grote Sprong Voorwaarts gedemoniseerd: “verantwoordelijk voor de ramp, de Grote Sprong Voorwaats, en zo schuldig aan 30 miljoen hongerdoden”.

Deze werkwijze (eclecticisme en bewijsvoering naar analogie) om burgerlijke ideologie als marxistische analyse te verkopen wordt algemeen door revisionisten gehanteerd.
Gelijkaardige werkwijze, het “plukken” van geschikt geachte CITATEN uit werken van Marx, Engels (en ook van Mao Zedong) gecombineerd met een “bewijsvoering naar historische analogie” ter bewijs van vooraf ingenomen standpunten en beoordelingen, zijn schering en inslag in het door Peter Franssen samengestelde nummer 78 van Marxistische Studies -”Welke weg slaat China in?” - en leidt tot de de “historische interpretaties”:

Uit de enorme onderontwikkeling kan de Chinese maatschappij na 1949 volgens de CCP niet geraken zonder de kapitalistenklasse.”(p.32) “Hiervoor wordt uitgebouwd hetgeen Lenin via de NEP ook uitbouwde: ruimte voor privékapitalisten, een eenheidsfront met de burgerij om de achterlijke toestand te overwinnen, een sterke discipline in de fabrieken, de invoering van het stukloon, een eenheidsfront met de boerenstand inclusief de midden-boeren. Deze toestand van NEP zou dan voor een lange historische periode gelden.”(p.16) en een redenering als volgt: Deze “correct marxistisch te verantwoorden politiek” wordt in ere hersteld in 1978 na de gauchisische rampen, de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie, door de “hervormingen” van Deng Xiaoping. De verantwoording voor die hervormingen (die in feite zou teruggrijpen naar de politiek van net na 1949) is dat het socialisme maar kan ontstaan in die landen (zoals China dus), waar het kapitalisme zijn historische rol heeft vervuld.(editoriaal van Herwig Lerouge op p.9)...men moet die kapitalistische ontwikkeling dus toestaan en wel voor een lange periode.
En een volgende cirkel-redenering: Er wordt gekozen voor het bereiken van de “specifieke economische situatie” die inhoudt “het maximaal ontwikkelen van de productiekrachten”. De “waarheid” van de juistheid van de keuze hiervoor voor “een bepaalde bezitsvorm” zullen “ in de praktijk van de gerealiseerde feiten” (het vaststellen van de “maximale ontwikkeling van de productiekrachten”) (p.11)
...en zelfs Mao Zedong zou oorspronkelijk dit standpunt ingenomen hebben (“bewijs” met uitgekozen CITATEN, uit een periode VOOR 1949)....waarna Mao Zedong zelf het dan op “utopisch-socialistische”, “gauchistische” wijze te verlaten.
Het “consideren” van de burgerlijk democratische revolutie: (p.34) “Tijdens de zitting van de Politieke Raadgevende Volksconferentie (“...een maand na het uitroepen van de Volksrepubliek....1949...”) stellen niet-communisten aan Mao de vraag: hoe lang gaat dat duren? Mao antwoordt: “Wellicht 20 tot 30 jaar.” Liu Shaoqi en Zhou Enlai houden het op “15 tot 20 jaar”.21
Waarbij gesuggereerd wordt dat “dat” slaat op de door Mao uitgewerkte “Nieuwe democratie”.
Deze gevallen van burgerlijke historische “interpretatie” zal ik in volgende artikels bespreken.....

Oudere leden en kaders van de PVDA worden misleid door dit revisionisme (of zijn zelf ook al gedegenereerd?)
Dat “oudere” leden en kaders dit revisionisme (van zowel het marxisme als van de geschiedenis!) slikken en zelfs (zoals hoofdredacteur van Marxistische Studies Herwig Lerouge) als te bestuderen waard marxistische analyse aanprijst toont hun degeneratie aan. Ooit werd voor de bestudering van de Chinese revolutie de boeke van Han Suyin “De Morgenvloed” en “De Wind in de Toren” aanbevolen aan ieder lid van de PVDA.
Welnu uit “De Wind in de Toren” nu een stuk dat gaat over de interne partijstrijd in de periode net na 1949:

“1949...(...)Mao Tsetoeng had binnen de partij te maken met verschillende groeperingen. Er was een rechtse vleugel met als belangrijkste voorman de vice-voorzitter van de partij Liu Chaochi, die als Mao's naaste strijdmakker werd beschouwd. Een kleine maar felle extreem linkse vlleugel eiste de totale uitroeing van de bourgeoisie en de onmiddellijke invoering van het communisme. En verder was er de gevaarlijke euforie tengevolge van de behaalde triomfen, die de revolutionaire vastberadenheid en waakzaamheid beïnvloedde.(...)
De rechtse vleugel in de partij was invloedrijk. Zijn argumenten schenen redelijk en hij werd gesteund door veel intellectuelen die zich kort geleden bij de overwinnaars hadden aangesloten. Deze vleugel kon paradoxaal genoeg Mao citeren om Mao ten gronde te richten, want nog maar een paar jaar geleden, toen hij nog meende dat het nog minstens tien jaar zou duren voor de overwinning kon worden behaald, had hij gesproken over een “fase van de nieuwe democratie” van “tientallen jaren”. En de leuze van Liu Chaochi luidde “consolidering van de fase van de nieuwe democratie.”
De fase van de nieuwe democratie waarover Mao in 1940 had gesproken was in 1949 echter al achterhaald door de gebeurtenissen. (...) Mao had dat aangevoeld toen hij schreef “de loop der gebeurtenissen in China voltrekt zich sneller dan de mensen verwachten”.(...) Mao had niet verwacht dat binnen drie jaar de overwinning zou worden behaald. De toestand die werd geschapen door de snelle en totale ineenstorting van de Kwomingtang betekende dat alle programma's up to date moesten worden gemaakt.(...)
De fase van de nieuwe democratie was reeds een anachronisme geworden. Maar Liu Chaochi hield zich aan de gedachte van een “consolidering van de nieuwe democratie”, die twintig à dertig jaar zou duren. Steunend op de argumenten van de Nieuwe Economische Politiek van Rusland in de twintiger jaren, betoogde hij dat zelfs Lenin zichzelf had moeten afremmen en had moeten omschakelen. China was niet rijp voor “socialisme”, zei hij. En hij deed het voorkomen dat het “extreem links” was als men zelfs maar over socialisme sprak.
Mao zag het anders. Hij weigerde te worden opgehouden, maar hij weigerde ook zich te laten opjagen. In zijn “Over een nieuwe democratie” van 1940, dat in 1949 op grote scchaal werd verspreid, had Mao uitgelegd dat de fase van de nieuwe democratie een tweesprong was. Er stonden twee wegen open, de één naar het socialisme, de ander naar het kapitalisme. De beslissing welke weg men zou opgaan hing af van de leiders die de overhand hadden. Er kon dus geen sprake zijn van een “consolidering” van de fase van de nieuwe democratie. De komende periode was er één van “overgang naar het socialisme” zei Mao, waarbij hij Lenin aanhaalde, die erop gewezen had dat er géén tussenfase kon zijn tussen de burgerlijke revolutie en de socialistische revolutie. De redenering van Liu Chaochi was ideologisch onjuist. Het was tijd op China op het socialisme te richten, ook al zou dat geleidelijk moeten gebeuren. Het bevriezen van China tot een “nieuw democratisch” establishment betekende het opgeven van het doel waarvoor de revolutie was doorgestreden en het wijd open gooien van de deur voor het kapitalisme.
Maar, zeiden zijn tegenstanders, had Mao zelf niet in december 1947 betoogd, dat er nog gedurende een “lange periode” een kapitalistische klasse van kleine en middelgrote bezitters zou blijven bestaan? Liu Chaochi drong er met klem op aan dat de kapitalisten, dat wil zeggen de eigenaars van industriële ondernemingen die verbruiksartikelen produceerden (voorzover die er dan nog waren in het jammerlijk onder-geïndustrialiseerde China van 1949) “gerustgesteld” moesten worden. Er moest een periode van rehabilitatie komen, waarin de kapitalisten werden aangemoedigd om de productie te hervatten. Mao ging hiermee akkoord, maar deze ondernemingen moesten gebonden worden aan voorschriften en beperkingen worden opgelegd. Zij moesten niet in een positie komen waarin zij de economie konden beheersen en dus het lot van de staat konden bepalen.
Voorzitter Mao streed zowel tegen de linkse deviationisten, die onmiddellijk het communisme wilden, als tegen de rechtse, onder leiding van Liu Chaochi, die wilden terugkeren tot het kapitalisme.”22 Gedurende de negen dagen van 5 tot en met 13 maart vocht Mao voor de visie, voor de richting, voor het leiderschaap die China totaal zouden veranderen, sociale rechtvaardigheid, onafhankelijkheid en de echte bevrijding van de menselijke geest. In dat tijdbestek begon de strijd tussen de twee opvattingen over wat China zou moeten zijn. (...)
Liu Chaochi betoogde dat de nationalisering van de grote industrieën, die onder Ciang Kaishek in handen ware van de bureaucratische kapitalisten die een monopolie vormden, voldoende was om een industriële sector van de staat te scheppen. Daarnaast moest de particuliere sector van kleine kapitalistische ondernemingen aangespoord worden zich uit te breiden en de 'vrije hand' gegeven worden. “Het is op dit moment beter de krachten van het kapitalisme vrij spel te laten om de productie op te voeren.” Deze uitbreiding van de particuliere sector zou de productie weer op de been helpen, de werkgelegenheid voor arbeiders ( waarvan er ten gevolge van bedrijfsluitingen velen werkloos waren) verbeteren en voorzien in behoeften van de consumenten. Deze twee sectoren, de genationaliseerde en de particuliere, zouden twintig à dertig jaar in stand worden gehouden. Dat was de bedoeling van “de consolidering van de fase van de nieuwe democratie”. De kapitalisten waren “essentieel” voor de periode van de wederopbouw. Zij alleen beschikten over de knowhow die nodig was voor het beheren van ondernemingen en alleen al door het woord “socialisme” raakten zij in paniek – daarom moest het dan ook niet gebruikt worden.
De argumenten schenen redelijk, dit zou echter zijn uitgelopen op het stelsel van India, dat hoewel het zichzelf “socialistisch” noemt, met zijn typische kenmerken van uitbuiting in feite een negentieneeuws soort kapitalisme is. Hoewel hij niet geschoold was in de economie van de industrie (wat hij openlijk toegaf) was Mao Tsetoeng zich bewust van de vernietigende mogelijkheden van de kapitalistische onderneming. Het naast elkaar bestaan van een overheidssector (die noodzakelijkerwijs gesaboteerd moest worden door de particuliere sector, zoals in India gebeurt, of anders inefficiënt zou zijn door het ontbreken van knowhow) en een particuliere sector zou de kapitalistische ontwikkeling reusachtig bevoordelen. De kapitalistische expansie zou echter ook de uitbuiting van arbeiders en boeren betekenen, met andere woorden: verraad van de revolutie.
“Wat de industriële sector betreft, zijn er enkele warhoofdige kameraden die beweren dat we voornamelijk de ontwikkeling van de particuliere ondernemingen en niet van de staatsonderneming moeten steunen, terwijl anderen de tegenoverstelde mening zijn toegedaan namelijk dat het voldoende is om aandacht te besteden aan de staatsonderneming en dat de particuliere onderneming van weinig belang zijn. “23 In marxistische termen gesproken kwam het allemaal neer op verschillende klassestandpunten. Liu, die pleitte voor het “gedurende tientallen jaren” handhaven van dit dubbelzinnige stelsel, probeerde in feite de kapitalistisch klasse te beschermen en zelfs te versterken. Hij beriep zich op het Nieuwe Economische Politiek van Lenin, maar dat maakte op Mao geen indruk, hij kende zijn Lenin veel beter en wist hoe Lenins opvattingen in de USSR verdraaid waren.
“Op wie moeten wij ons verlaten in onze strijd in de steden? Sommige warhoofdige kameraden zijn van mening dat wij ons niet meer moeten verlaten op de arbeidersklasse maar op de massa van de armen ... Andere kameraden die nog warhoofdiger zijn menen dat wij ons moeten verlaten op de bourgeoisie....
“Wij moeten ons van ganser harte verlaten op de klasse van de arbeiders, ons verbinden met de rest van de massa van de werkers, de intellectuelen voor ons winnen en zoveel mogelijk nationale burgerlijke elementen met ons proberen mee te krijgen ... of hen neutraliseren ...
“Onze huidige politiek is het reguleren van het kapitalisme, niet zijn vernietiging, maar de nationale bourgeoisie kan niet de leider zijn van de revolutie en evenmin mag zij de leidende rol hebben van het staatsgezag.”24
Dankzij zijn logische argumenten en zijn overtuigingskracht kreeg Mao Tsetoeng de meerderheid van de stemmen in het Centraal Comité. De politiek van het “controleren, reguleren en beperken” maar niet het verbieden van het kapitalisme werd aangenomen.”25

Zo zien we dat de standpunten die Peter Franssen ontwikkelt en die aansluiten bij de standpunten die de Communistische Partij van China ontwikkelt NA 1978 onder leiding van Deng Xiaoping, REEDS aanwezig waren bij een strekking in de CCP (ondermeer dus bij Liu Chaochi) in 1949....(zie de stukken in italic-vet) We zullen later zien dat diezelfde standpunten zich ook ontwikkelden bij een strekking in de CCP die aansloot bij het revisionisme ontwikkeld door .......Chroesjtsjov (partijleider van de CPSU na de dood van Stalin)
1Beginselvaste partij, Hoofdstuk 2. Een beginselvaste partij ; 1. Het marxisme  (...) 5. Een eigentijdse communistische partij,  6. Een internationalistische partij....
2http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=25&doc_id=236, Nummer 29, publicatiedatum: 1996-03-01 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — Overname, publicatie en vertaling zijn toegestaan voor strikt niet-winstgevende doeleinden."Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme - Voor de eenheid van de communisten, voor de verdediging van het proletarisch internationalisme". Door Ludo Martens.

3http://www.marx.be/nl/content/archief?action=select&id=72 , Marxistische Studies Nummer 78, “Welke weg slaat China in?”.Publicatiedatum: 2007-11-22 Copyright © EPO, IMAST en auteurs Overname, publicatie en vertaling zijn toegestaan voor strikt niet-winstgevende doeleinden.

4http://www.marx.be/nl/content/friedrich-engels-en-het-wetenschappelijk-socialisme-china
5. Mao Zedong, Pour une amélioration radicale de la situation, Oeuvres choisies, Editions en Langues Etrangères, Beijing, 1977, Tome V, blz. 27.
6 Lenin, Pour le quatrième anniversaire de la révolution, Oeuvres, Editions Sociales, Parijs, 1959, Tome 33, blz. 51.
7 Lenin, Rapport au IIième Congrès des Services d'Education, Oeuvres, Editions Sociales, Parijs, 1959, Tome 33, blz. 57.
8 Lenin, Nouveaux temps, anciennes erreurs, Oeuvres, Editions Sociales, Parijs, 1959, Tome 33, blz. 19.
9 Lenin, De la coopération, Oeuvres, Editions Sociales, Parijs, 1959, Tome 33, blz. 483.
10 Lenin, Nouveaux temps, anciennes erreurs, Oeuvres, Editions Sociales, Paris, 1959, Tome 33,  blz. 11 en 14.
11 Ibidem, blz. 18.
12. Mao Zedong, Pour une amélioration radicale de la situation, Oeuvres choisies, Editions en Langues Etrangères, Beijing, 1977, Tome V, blz. 27.
13 Lenin, Pour le quatrième anniversaire de la révolution, Oeuvres, Editions Sociales, Parijs, 1959, Tome 33, blz. 51.
14 “Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

15“Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

16“Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

17“Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

18“Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

19“Fourth Anniversary of the October Revolution” by V. I. Lenin. Written: 14 October, 1921. First Published: Pravda No. 234,October 18, 1921 Signed: N. Lenin; Published according to the manuscript. Source: Lenin’s Collected Works, 2nd English Edition, Progress Publishers, Moscow, 1965, Volume 33, pages 51-59. Translated: David Skvirsky and George Hanna. Transcription\HTML Markup: David Walters & R. Cymbala. Copyleft: V. I. Lenin Internet Archive (www.marx.org) 2002. Permission is granted to copy and/or distribute this document under the terms of the GNU Free Documentation License.

20http://marx.be/nl/content/geschiedenis-van-de-cp-bolsjewiki?doc=10_IX_VreedzameWerk.htm, uit “Geschiedenis van de CP Bolsjewiki”; uit“HOOFDSTUK IX. : DE PARTIJ DER BOLSJEWIKI IN DE PERIODE VAN DE OVERGANG TOT HET VREEDZAME WERK BIJ HET HERSTEL VAN DE VOLKSHUISHOUDING. (1921-1925).”. te vinden op http://marx.be/nl/content/klassieke-marxist-leninistische-boeken
21Hu Sheng (hoodredacteur) – Onderzoekscentrum naar de geschiedenis van de Communistische Partijvan China, “A concise history of the Communist Party of China, Foreigen Languages Press Beijing, 1994, p. 436.
22Voetnoot bij de rede van Mao Tsetoengop het tweede plenum van het 7e Centrale Comité, 5 maart 1949. Zie Selected Works of MaoTsetung, Engelse uitgave, Peking 1961/1965, deel IV.
23Report to the Second Plenary Sessionof the Seventh Central Committee of the Communist Party of China, 30 maart 1949, Select Works idem, deel IV.
24On the People's Democratic Dictatorship,30 juni 1949.Select Works idem, deel IV.

25“De Wind in de Toren – Mao Tsetoeng en de Chinese revolutie, 1949-1975”. 1976 by Han Suyin, 1978 Nederlandse vertaling, Uitgeverij In de Toren, Baarn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten