In
mijn “brainstorming voor het komende (politieke) congres volgend
jaar van de Communistische Partij van België ging ik op zoek naar
mijn eigen “oude” analysewerk ...
Ik
werkte sinds 1978 in een vestiging van een Amerikaans multinational
werkzaam in de “plastiekverwerkende’ nijverheid (dus een deel van
de chemiesector – stroomafwaarts) maar dit was TEGELIJK een bedrijf
in de sector “telecommunicatie”. Ik was daar gaan werken op
voorstel van de PVDA ( concreet door ‘LUCKY’ MATERNE –Hier het “verhaal” erover – )
Rond,
pakweg, 1992 kwam het voorstel (mèt de mededelingen: “Er
werd géén arbeiderswerking voorzien voor waar ik nu
werkte – ook géén begeleiding van vakbondswerking”
) om “sectorverantwoordelijke van de chemie” te worden. Ik
denk dat het voorstel om (chemie-)sectorverantwoordelijke te worden
kwam van (nationaal kader) Jo Cottenier.
Ik
vond nu een analyse die ik toen maakte om op basis van een concrete
analyse van de chemie-sector, de chaos en anarchie van de
kapitalistische productiewijze aan te tonen. Ook probeerde ik
concreet aan te tonen dat de kapitalistische productiewijze een
hinderpaal is geworden om de maatschappelijke en sociale behoeften
echt te lenigen en dat de werkende klasse geen belang hebben om het
bestaan te rekken van de kapitalistische productiewijze.
Ik
heb op deze analyse NOOIT een reactie, een opmerking of zelfs maar
kritiek gehad. ( Ik heb nu zèlf – zie onderaan – bedenkingen
rond bepaalde aspecten van mijn analyse….) Het was in feite mijn
voorstel voor een artikel in Marxistische Studies. Maar daar
is nooit iets van gekomen….Trouwens, de “sector-werking”
als onderdeel van de arbeiderswerking, zoals ook de
arbeiderswerking zèlf (zoals die in functie had moeten staatn
van de revolutionaire objectieven die een communistische partij zich
hierbij stelt),…. zijn in relatieve stilte ONTMANTELD…..
Ik kreeg toen ‘ineens’(in 1998, dus nà mijn ontslag als
vakbondsafgevaardigde bij Raychem) een voorstel voor een soort
kaderfunctie in de ….. sportwerking van de PVDA: dat inhield het
(mee-organiseren van de jaarlijkse Vredesloop (eerst in Koekelare,
later in Ieper, en ook “mee te werken”met Sport voor het
Volk o.a. in de Fyregym.
Ik heb dat gedaan, gecombineerd met een andere voorgestelde taak:
medeverantwoordelijke voor de Abonnementendienst van Solidair
… totdat ik een voltijds arbeidscontract kon krijgen bij Danone…..
Nu….
Ik moet toegeven dat er ooit wèl een analyse van mij (onder mijn
“alias”, Paul Vermeer) in Marxistische Studies is verschenen:
Études Marxistes no. 18 maart 1993, Une exemple de restructuration dans le secteur chimique: la production de soude chez Solvay.
Ontwerp
resolutie voor de chemiesector/sectoranalyse voor in Marxistische
Studies (30 juni 1996)
Participatief
management: meer winst, minder werkplaatsen
Na
de wereldwijde herstructureringen stegen de winsten van Bayer,
Hoechst en BASF in 1994 respectievelijk met 40%, 80% en 100%.Bij BASF
bv. stegen de verkopen van '93 naar '94, met 8% naar 43.674m DM
(30.930m $).De winst voor belastingen steeg dus met 100% naar 2.111m
DM (1.495m $)1
Dit ging gepaard door een enorm verlies aan werkplaatsen "dankzij
een meewerkende chemie-vakbond zonder veel oppositie van
werknemerszijde".2
Dit 'participatief management' drukte de loonkost en dreef de
productiviteit op. Het begrip "anciënniteit" werd naar de
achtergrond gedrukt, "prestatie" staat vooraan. Maw al
werkte je reeds 20 tot 30 jaar in het bedrijf, morgen verwacht men
dat je evengoed 100% of meer presteert zoals iemand van 18 jaar. Dit
wordt o.a. afgedwongen door middel van functioneringsgesprekken
tussen chef en werknemer die gaan over individuele prestatie, het
opnemen van (steeds meer!) verantwoordelijkheid, en bereidheid tot
"medewerking" met bv het "teamwerk". Zo konden
Bayer, Hoechst en BASF in 1994 wereldwijd 20.000 jobs schrappen en de
productiviteit 11.5% doen stijgen.3
BASF alleen verminderde sinds 1989 het aantal werkplaatsen met 23%,
van 137.000 naar 106.000.4
Minder
werkplaatsen, meer winst voor delokalisatie
In
plaats van nieuwe investeringen in grote uitbreiding of opstart van
(veel of grote)nieuwe capaciteiten in Europa zal men concureren voor
marktaandelen door rond kernactiviteiten, allianties (fusies,
jointventures of lossere samenwerking) aangaan en verder verkoop,
afstoten of sluiten van niet-kernactiviteiten.5
Dit
betekent MINDER i.p.v. meer werkplaatsen. In Europa is zo de laatste
15 jaar sinds '80, voor ieder product het aantal producenten met zo'n
50% gedaald. De tewerkstelling in Europa in de chemie daalde van
2.176.000 in '80 naar 1.876.000 in '93, dus zo'n 300.000 werkplaatsen
die verloren gingen. (zonder Oost-Duitsland meegerekend waar tussen
'91 en '93 zo'n 71.000 jobs verloren gingen in de chemie).6
Op
lange termijn ziet het er volgens een McKinsey-studie over de
petrochemie, voor de werkgelegenheid althans, somber uit. In Europa
dreigt (ondanks tijdelijke oplevingen) een structurele overcapaciteit
in veel producten, die vooral de concurrentiestrijd voor
marktaandelen doet verhevigen en zo (paradoxaal) het komende jaar nog
bedrijven toch ertoe zal aanzetten om nieuwe capaciteiten te bouwen.
Nieuwe capaciteiten zullen in de toekomst echter vooral buiten
West-Europa gebouwd worden. BASF had bijvoorbeeld in polystyreen (PS)
reeds een sterke capaciteit in Europa en begon in 1992 met
aanwezigheid in Noord-Amerika met het opkopen van de PS-business van
Mobil en breidde capaciteit uit in de VS en in Mexico; ook in Azië
waar het uitbreidde in een Koreaanse jointventure en bouwt styreen-
en PS-capaciteit in China. Hierna zullen andere verwante producties
volgen zoals acrylaten en de caprolactam-polyamide keten. De verkopen
in Azië, Australië en Afrika waren in 1994 DM4.65 miljard (van de
totale omzet van DM46 miljard7.
Investeringen waren daar in '94 toe nog maar 2% van het totaal van
DM2.7 miljard. BASF wil dit opvoeren. Verkopen zouden moeten verhogen
naar DM15 miljard (dus maal 3!) in 2.000. En dit niet door export,
maar door lokale productie.
Terwijl
ze internationaal uitbreiden moeten de bedrijven hun marktaandeel in
Europa wel zien te behouden, maar stap voor stap hun oudere plants
daar sluiten, volgens Mc Kinsey. De Europese markt kan worden
beleverd door de (eigen) productie-eenheden overzee en door de
verkoop van producten afkomstig van niet-Europese producenten waarbij
de lage lonen de transportkosten opheffen. De dure installaties in
sites zoals Antwerpen zullen daarom niet meteen gesloten worden.
Zolang stilleggen en sluiting meer kost dan blijven doordraaien
zullen ze nog enkele jaren blijven draaien. Investeringen in zulke
sites moeten vermeden worden, aldus McKinsey. Naast
efficiëntieverhoging behoren ook bilaterale herstructurering waarbij
twee bedrijven hun productie concentreren en komen tot wederzijdse
bevoorradings-overeenkomsten tot de mogelijkheden.
Dit
betekent: productiviteitsverhoging (eenzelfde productie met minder
mensen) waarbij de winsten kapitaal moeten opbrengen voor
investeringen in bijvoorbeeld Singapore.8
Zo
verhuisde BASF vanaf 1 oktober haar textiel- en lederchemikalien
business van Ludwigshafen (Duitsland) naar Singapore.9
Sites
zoals BASF-Antwerpen die in een rijp stadium zijn,reeds volledig
geïntegreerd, moeten nu het geld opbrengen voor de investeringen van
grote plants en crackers in Noord-Amerika en wellicht in China, met
de nodige integratie later (stroomopwaarts en stroomafwaarts)
Daarom
wordt het doel gesteld, verhogen van 'returns on assets', in feite
het kapitaal vastgelegd in grondstoffen, voorraden installaties moet
hogere winsten opbrengen.
'Return
on Assets' komt ongeveer overeen met 'winst voor belastingen' gedeeld
door Balanstotaal (Assets=Activa) Die was in topjaar '89 14% , in
1993 3.9% en in '94 6.5% STrube, topman van BASF wil daar 10% van
maken. Dit bedoelt de directie met de 'competitiviteit' verbeteren'.
Dit houdt in dat naarmate BASF groeit (haar activa stijgen), de
winst( in absolute cijfers) ook moet stijgen om steeds 10% 'return
on assets' te blijven geven. En hoe? De omzet van 1994 is ongeveer
gelijk als die van 1990, alleen met 30.000 werknemers minder!
Maw
om de nodige kapitalen te genereren, om investeringen te kunnen doen
waar men marktaandelen van concurenten wil inpalmen zal BASF de
uitbuiting opdrijven: meer productiviteit, meer taken per job, meer
flexibiliteit om just-in-time én met een minimum aan voorraden te
kunnen produceren. Hiervoor moeten ook de patronale lasten sneuvelen.
Dit is maar mogelijk als een vakbond zich de doelstellingen van BASF
eigen maakt: marktaandelen veroveren, daarvoor kapitaal genereren
door de winst voortdurend te verhogen naarmate het bedrijf groeit.
Topman van BASF, Jürgen Strube, over de herstructureringen: "Het
is een misverstand te zeggen dat we een kans zien om ons
herstructureringsproces af te ronden in de toekomst - het is een
doorgaand proces."
Strube
erkent dat dit nog zware offers zal vergen van het werkvolk.10
De
productiviteit verhogen door meer taken per job, liefst aan een lager
loon
Het
patronaat wil de productiviteit doen stijgen aan dalende loonkost
d.m.v. meer verantwoordelijkheid, meer flexibiliteit van de
arbeidstijd en flexibiliteit van het loon. Ook in de
scheikundebedrijven hoor je over IKZ(Integrale Kwaliteitszorg), Just
In Time(JIT), en 'Team-work'.
Bij
JIT
wordt de productieketen voortgetrokken door de vraag, door de
bestellingen. Dit geldt ook binnen het bedrijf: iedere
eenheid/afdeling is klant en leverancier van de vorige,
respectievelijk volgende eenheid/afdeling.
Doel
van 'teamwork'
is de afdeling met juist iets te weinig mankracht doen werken en de
'afgesproken productietijd' met kleine stapjes te verkleinen. Zo moet
elke afdeling, elk team aan meer dan 100% werken. Er vallen
(doelbewust!) gaten in de bemanning (tenslotte ontbreekt er
mankracht, maar zijn er ook geen reservestocks!).Maar het
team/afdeling vult de gaten zelf op. Achteraf volgt 'een bespreking'
over de 'problemen en moeilijkheden'. Zo
komt de bedrijfsleiding te weten hoe zij het aan boord moet leggen om
de volgende keer met nog minder mankracht te kunnen werken.
Er
moet ook snel kunnen overgeschakeld. Dit alles verondersteld
flexibele teams waarin iedereen de verschillende taken beheerst en
gaten automatisch opgevuld worden. Binnen het team gaat op den duur
uw collegas mee bepalen wanneer u verlof mag pakken al naargelang het
werk dat 'het team moet realiseren'.
Tenslotte
is er de onderaanneming.
In de onderaannemings-bedrijven werkt men aan lagere lonen en in nog
flexibeler werkomstandigheden dan globaal afgesproken binnen de
sector.
De
invalshoek is die van de 'kwaliteit': waarbij kwaliteit alles is:
zowel als korte leveringstijden, lage kosten, zelfcontrole...Om dit
in te voeren gebruikt men IKZ
(Integrale Kwaliteitszorg).
Invoering van IKZ moet de inzet verhogen, de verantwoordelijkheid (en
dus mogelijkheid gesanctioneerd te worden) verhogen en de onderlinge
controle van de arbeiders onder elkaar. Het bedrijf strijkt de
winsten op van de verkoop van haar producten aan haar klanten maar
naar diezelfde klanten toe is 'elke
medewerker verantwoordelijk voor het door hem gepresteerde werk'
Daar iedere 'medewerker tegelijk
klant en leverancier is' betekent 'duidelijke afspraken met klant en
leverancier' dat arbeiders elkaar
moeten controleren en aanklagen als ze niet genoeg werken of te
langzaam (want op tijd leveren!) of als ze fouten maken.11
Overuren
zijn een uitbreiding van flexibiliteit, vooral naarmate ze meer en
meer verplichtend worden, naarmate men hun vrij te kiezen recuperatie
aan banden probeert te leggen en naarmate de patroon ze meer en meer
begint te zien als 'verschoven arbeidstijd' en zo de overurenpremies
in vraag stelt.
Als
in volcontinu systemen de patroon de vrije dagen wil laten regelen
door de productie eerder dan door de wens van de arbeider een vrije
dag te nemen, dan is dat een toename van flexibiliteit.
Sommige
patroons pleiten voor arbeidsduurverkorting mét verhoging van
flexibiliteit, zonder aanwervingen, en mét loonverlies. Anderen
pleiten voor arbeidsduurverlenging zonder bijpassing van loon.
De
informatisering laat een zéér precieze controle toe op de
uitgevoerde arbeid (kwaliteits- en snelheidscontrole) en op de
individuele prestaties. Het opent de baan voor (her-) invoeren van
individuele prestatielonen, van geïndividualiseerde winstpremies,
van puntensystemen met verdienstepremies enz. In plaats van
zinvoller, minder afstompend werk te scheppen, maakt de
informatisering de werker tot een slaaf van het computerprogramma.
Ingenieuze systemen van 'zelfcontrole' en wederzijdse controle moeten
de indruk geven dat het allemaal op vrijwillige basis gebeurt. Dit
alles leidt tot hogere stress, hogere werkintensiteit, verlies van
anciënniteit, individuele loonvorming, onderlinge concurrentie
tussen de arbeiders en syndikale ontmanteling. De invalshoek is naast
'kwaliteit' ook 'veiligheid' en 'efficiëntie'. Het is logisch dat
iedere arbeider veilig, efficiënt wil werken en kwaliteit wil
leveren, hij/zij heeft zijn/haar beroepsfierheid. Dit wordt gebruikt
om de medewerking van de arbeider te bekomen in suggesties,
voorstellen die uiteindelijk de doelstelling van de kapitalisten
dienen: sneller, goedkoper produceren omwille van meer winst.
Uiteindelijk zijn er geen garanties dat de veiligheid verhoogt en
verhoogt wel de stress en vermindert het aantal werkplaatsen.
In
de controlezalen kan men via het 'teamwork' de bemanning steeds
verminderen
Naast
het systeem van serie-productie is een deel van de chemie:
proces-industrie. Het optimale gebruik (capaciteitsbenuttingsgraad of
gebruiksratio) van de installaties hangt af van:
-de
collectieve productiviteit van de arbeiders om in te grijpen op
onvoorziene gebeurtenissen
-de
mogelijkheid om pannes te interpreteren
-in
te spelen op procesreacties
De
automatisatie zoekt vooral naar het ontwikkelen van 'stabiele'
punten in het productieproces zodat het toezicht, controle en
regeling zich op de meest wisselvallige punten kan concentreren. Maar
in plaats van het werk te verlichten wordt de stress verhoogd door de
bemanning te verkleinen en per werkkracht de werkinhoud te verhogen,
door er andere taken bij te geven. Door het continue van het
productieproces gaat het om de jacht naar vermindering van
(langdurige) onderbrekingen. Door de enorme problemen bij stillegging
en heropstart zal het personeel zich zo proberen te organiseren dat
de installatie met 'onderbemanning' toch kan draaien. De problemen
hierbij worden gesystematiseerd en bestudeerd tot de installatie
werkelijk met minder man KAN draaien!
“Bedrijfscultuur”
om verhoogde uitbuiting te doen aanvaarden.
Om
de verhoogde uitbuiting te aanvaarden zijn er naast het lokken met
individuele financiële voordelen zijn er ook meer subjectieve
middelen bv de mogelijkheid voorspiegelen dat men kan carrière
maken, dat men nog vooruit kan komen. Ook gaat men het personeel
mobiliseren rond gemeenschappelijke (bedrijfs-)doelen, symbolen,
slogans.
Men
wil een vernietiging van het klassenbewustzijn verkrijgen door de
invoer van de 'bedrijfscultuur' waardoor met mogelijk wordt het
werkvolk te mobiliseren voor 'behoud' of 'verbetering' van 'het
bedrijf' oftewel 'eigen bedrijf eerst'. Het bestaan van grote
kapitaalsgroepen die uw bedrijf naast andere bedrijven, bedrijven in
andere sectoren controleren, die allianties met 'concurrenten'
aangaan, de controle van de banken over de groep waar uw bedrijf toe
behoort, dit moet het werkvolk 'vergeten'.
Arbeiders
worden managers?
"Elke
werknemer wordt zijn eigen manager...allen samen voor dat ene doel:
de onderneming. Geen belangenconflicten meer...Sociale partners
hebben een gemeenschappelijk belang....Wij zijn in Kontich nu met
ongeveer 200 mensen. Het waren er 224 in 1993....We willen in Kontich
een opleidingscultuur creëren. We zullen niet alleen training geven
tijdens de werkuren, maar ook 's avonds en in de weekends. we vragen
daarvoor het commitment van het personeel. We zullen in gezamenlijk
overleg voor elke medewerker doelstellingen formuleren....We willen
nadien iedereen op zijn doelstellingen evalueren."12
Als
men verwacht dat de arbeider "zijn eigen manager" wordt
spiegelt men hem voor dat hij instaat voor zijn eigen loon,
werkzekerheid, arbeidsvoorwaarden. In feite worden dan die zaken in
de schaal geworpen, om aandeelhouders ( en de ECHTE managers) rijker
te maken.
Managers
worden verwacht zich te identificeren met het bedrijf.
"Indien
we onze visie - "het meest efficiënte, geïntegreerde
productiecentrum zijn" - willen waarmaken, dan moeten we alert
de veranderingen rondom ons analyseren en samen de gepaste antwoorden
zoeken op de vragen en problemen die op ons afkomen.
Door
de complexiteit van onze samenleving in het algemeen en van onze
onderneming in het bijzonder, zullen we de juiste antwoorden slechts
vinden als iedereen vanuit zijn vakkennis en ervaring een bijdrage
levert tot de oplossing en ook daadwerkelijk deelneemt aan de
besluitvorming. Doelgericht en gemotiveerd werken in teamverband is
daarbij essentieel.
Deze
heroriëntering, gericht op competentie en vertrouwen, dialoog en
samenwerking, willen we realiseren langs de weg van de Integrale
Kwaliteitszorg (IKZ)...(en)....zal in teamverband met alle
medewerkers het IKZ-beleid verduidelijkt worden en zullen de
specifieke bedrijfs- of dienstdoelstellingen voor 1995 afgesproken
worden. Als directiecomité willen we de realisatie van deze
doelstellingen stimuleren, ondersteunen en opvolgen."13
In
BASF-meststoffen:" Uiteindelijk
komt IKZ op het volgende neer: omdat de medewerkers zelf hun probleem
kunnen meedelen, worden ook de juiste problemen aangepakt en loopt
het werk veel beter." Omdat er gepraat kan worden, zien de
medewerkers dat er naar hen geluisterd wordt. Het arbeidsklimaat is
beter en men werkt meer ontspannen. Daardoor zijn er minder
kwaliteitsafwijkingen en valt er veel manueel werk weg. Zo is de
cirkel gesloten."
Bij
Degussa:
"Total Quality Management (TQM)
doorvoering via teamwerk...TQM gaat iedereen op de werkvloer aan en
haalt de barrières neer tussen departementen en organisatie-niveaus.
De bedoeling is de medewerking van een ieder te verzekeren in de
projecten voor planning en invoering ('implementatie') om de
kwaliteit te optimaliseren. Het uiteindelijke doel is gedefinieerd
door de noden van de interne en externe klanten van de groep."14
Bayer:Het
hoogste doel van onze personeelsbeleid is intelligentie en motivatie
van de medewerkers nog sterker te mobiliseren en op deze wijze een
groot potentieel van continue verbeteringen, prestatie- en
productiviteitsverbeteringen te gebruiken. In de plaats van de
huidige arbeidsdeling komt in de productie het procesgeoriënteerde
werken in team. Deze geeft de medewerkers meer ruimte voor
zelfverantwoordelijk handelen.15
Dit
had als doel om de vermindering van werkplaatsen door invoering van
deeltijds werken 'soepel' te kunnen doorvoeren.
BASF-Antwerpen:"...Wij
zullen ruimte geven aan competente en gemotiveerde medewerkers om ons
ondernemingsdoel - het meest efficiënte geïntegreerde chemische
productiecentrum zijn - in teamverband te bereiken. Wij verwachten
van hen hoog technologische kennis, economisch handelen en
prestatievermogen..."
...
meer individuele verantwoordelijkheid, delegatie van bevoegdheden,
open communicatie, efficiëntie, interdisciplinair teamwerk en minder
bureaucratie. Bedoeling is een systeem van permanente verbetering op
te zetten waarbij alle medewerkers betrokken
zijn.(....)...bedrijfsteams die op basis van gemeenschappelijk
geformuleerde doelstellingen de
productie-installaties
zo optimaal mogelijk exploiteren...'16
Uiteindelijk
zal de arbeider, méér doen per uur, intensiever werken, flexibeler werken
en daarbij nog alle zorgen overnemen van de ECHTE eigenaars/managers, klantenservice, controle over prijzen en
kosten.
Participatief
management, teamwerk, IKZ verdoezelen de reële arbeidsverhoudingen.
Een
arbeider
heeft een arbeidsovereenkomst met bedrijf (ondersteund door
opeenvolgende CAO's) waardoor loon, werktijden, werkzekerheid,
arbeidsvoorwaarden in een krachtsverhouding worden vastgelegd. (en
evolueren naargelang de krachtsverhouding evolueert)
Dus
heeft het bedrijf met de arbeider een zakelijke overeenkomst (waarbij
iedere partij zo groot mogelijk voordeel probeert te doen) het
kapitalistisch bedrijf staat hier tegenover de arbeider (al dan niet
alleen of in groep) De arbeider wordt gesteund door de collectiviteit
van de arbeiders (vakbonden bv) om zijn/hun voordeel te doen
Het
bedrijf
(de GROTE AANDEELHOUDERS bezitten het bedrijf, NIET de arbeiders,
idem de productie) heeft ook zakelijke overeenkomsten met klanten. De
probleem van de aandeelhouders: wat doet de concurrentie, wat is de
winst (en dus de vergoeding van de aandeelhouders en/of managers) wat
eventueel het verlies
Een
MANAGER
is de vertrouweling van de aandeelhouders. Hij/zij wordt rijkelijk
betaald om dat uit te voeren wat de aandeelhouders willen: meer
rendement op hun kapitaal, accumuleren van kapitaal, vooruitzichten
op verdere verbeteren van rendementen door vergroten marktaandelen,
product met gat in de markt, (niet om de nood te lenigen maar om de
winst op te strijken na verkoop) Hiervoor uitgebreide onkostennota's,
betalingen in andere deviezen, mogelijkheid tot speciale aankoop van
aandelenpakketten, behuizing, auto, extra-voordelen inzake pensioen,
ziekte e.d. Dit laatste is zo groot t.o.v. de sociale voordelen die
hij kan krijgen als werknemer( met zijn hoog salaris betaalt hij meer
voor lager betaalde arbeiders of werklozen dan dat hij - want voor
iedereen gelijk ongeveer - eruit kan krijgen) Daarom is een manager
niet gebaat bij betaling van sociale lasten en probeert hij zijn
bruto inkomen gelijk te maken aan zijn netto-inkomen: oprichten van
persoonlijke NV, inschrijven in buitenland (in moederbedrijf) Voor
hem is het logisch dat hij zich identificeert met het bedrijf:
algemene loonkost (bv geen patronale lasten) zo laag mogelijk en
productiviteit zo hoog mogelijk.
P.Veythen,
General Manager van Agfa's verkooporganisatie Benelux (in Grafisch
Nieuws no 5, 1996):" (De) aandeelhouders zijn door AGfa de
laatste jaren minder verwend geweest. En dat is niet goed omdat in
een liberale economie kapitaal op zoek gaat naar voldoende
rendementen....Wanneer een onderneming kapitaal wil aantrekken, dan
moet ze geld verdienen....Er zal de komende jaren wellicht in alle
bedrijven meer inzet van het personeel worden gevraagd."
Om
de arbeiders zover te krijgen is enige chantage en dreigementen op
zijn plaats.
"
De economishce realiteit en een competitieve markt zetten daartoe
aan. Bedrijven kunnen maar tewerkstelling creëren wanneer ze geld
verdienen... Bedrijven die worden gesloten, komen niet meer terug."
Uiteindelijk
sluiten bedrijven omdat de kapitalisten hun kapitaal elders met meer
winstgarantie kunnen investeren, ofwel omwille van de kapitalistische
concurrentie die anarchistisch leidt naar relatieve overproductie
zodat kleinere, oudere bedrijven niet meer die winsten kunnen halen
van het niveau van hun modernere of grotere concurrenten.
'teamwerk'
doet tewerkstelling dalen
Bij
BASF Meststoffen Antwerpen: 'U helpt
ons...door sleutelwerk uit te voeren tijdens de afstelling...U weet
best wat er nog verbeterd kan worden. Dus laat uw creativiteit de
vrije loop en bespreek uw voorstellen met de bedrijfsleiding, immers
als team zijn wij beter.'17
Invoering
van IKZ moet de inzet, de verantwoordelijkheid (en dus evt. sancties)
en de onderlinge controle van de arbeiders onder elkaar verhogen. Het
bedrijf strijkt de winsten op van de verkoop van haar producten aan
haar klanten. Naar diezelfde klanten toe is 'elke medewerker
verantwoordelijk voor het door hem gepresteerde werk' Daar iedere
'medewerker tegelijk klant en leverancier is' betekent 'duidelijke
afspraken met klant en leverancier zijn zeer belangrijk om
misverstanden en daardoor veroorzaakte fouten te voorkomen' dat
arbeiders elkaar moeten controleren en aanklagen als ze niet genoeg
of te langzaam werken (want op tijd leveren!) of als ze fouten
maken.18
In
'94 waren er uiteindelijk bij BASF-Antwerpen Meststoffen 8 jobs
minder dan in '93...
Daling
tewerkstelling, meer ongevallen
Bij
Hoechst in Duitsland waren er sinds februari 1993 een hele reeks
ongevallen met gewonden, doden en aantasting van veiligheid en
gezondheid van milieu en omwonenden, als gevolg.
Hetgeen
de overheid bijzonder bezorgde was dat tijdens de laatste drie
ongevallen in nog geen drie dagen tijd (27,28 en 30 januari '96) een
tijdige melding van ongeval en de mogelijke gevaren voor milieu en
bewoners van de omliggende wijken uitbleef.
Er
is een serieuze aanwijzing "...
dat de massale afvloeiingen en afdankingen bij Hoechst in Duitsland
dé reden was voor het achterblijven van rapportering van de
ongevallen. Arnold Weber, voorzitter van de bedrijfsraad (het meest
te vergelijken met een ondernemingsraad, nvdr) zei dat het moreel
laag was en dat daling van de tewerkstelling te snel was
doorgevoerd."19
'teamwerk'
verhoogt stress en onveiligheid
Meer
stress, meer job-inhoud leiden tot meer ongevallen.
Bij
BASF-Meststoffen Antwerpen:"...
Teleurstellend is ons ongevallencijfer. Met in totaal 8 gekwetsten
liggen we 60% boven het cijfer van '93 en staan hiermee opnieuw op de
slechtste plaats van BASF Antwerpen NV...."20
Maar
in heel BASF Antwerpen is de situatie al niet beter, want er
"...blijkt uit de recentste gegevens die door de
Veiligheidsdiensten
werden verzameld dat het aantal arbeidsongevallen is
toegenomen..."21Het
'teamwerk' leidt tot verhoging van stress doordat er gestreefd wordt
naar constante 'onderbemanning'.
Omdat
stilleggen van installaties enorm zoveel méér werk betekend voor
operators dan doordraaien zullen installaties vaak bij onderbemanning
toch blijven doordraaien. Zo 'bewijst' men zelf dat men met minder
volk een installatie toch kan draaien, ondanks toenemende stress en
werkdruk. Tegelijkertijd wordt men geconfronteerd met enorme daling
van werkplaatsen. Is het dan verwonderlijk dat het gevaar voor
ongevallen verhoogd? Ook omdat de lat van de 'eigen
verantwoordelijkheid' steeds hoger wordt gelegd, is de kans dat
bepaalde voorschriften over het hoofd worden gezien, groot. Zo maakt
men van scheikundige bedrijven 'tijdbommen' in een kapitalistische
productiewijze.
Onderaanneming:
veiligheid buiten elke controle
Mensen
werken alleen, op onveilige stellingen, zonder zelfs maar
veiligheidsvoorzieningen te kennen, als ze er al zijn. De ongevallen
bij het onderaannemingsbedrijf komen dan weer niet in de statistieken
van BASF, Degussa of Bayer. De afgevaardigden van het comité
Veiligheid en Gezondheid komen vaak zelfs niets te weten van
dodelijke ongevallen die in hun bedrijf plaats hebben "
Op BASF is een arbeider van Travhydro bij het uitvoeren van
herstellingswerken van een stelling gevallen. Als BASF-arbeider weten
wij niet in welke omstandigheden het ongeval gebeurde, je komt daar
weinig over te weten. De BASF-directie schuift de volle
verantwoordelijkheid af op de onderaannemer."22
Tegenover
het zalven tot 'samenwerking' staat een virulent anti-syndikalisme.
Zowel
in Noord-Amerika als in Europa zijn er patroons in de chemie- en
petroleumsector, die de vakbonden en de afgesloten akkoorden niet
meer erkennen. Zij gaan over tot individuele onderhandeling met
iedere werknemer. Dat dit duidelijk gepland is, bewijst dat men in
verschillende bedrijven te verwachten vakbonds-actie hiertegen
voorbereid door het aanleggen van voorraden, afspraken met
'concurrentie' om bij staking de klanten te beleveren en de uitbouw
van privé-knokploegen. Syndikale rechten worden actief bestreden
door de chemie-patroons.
Bij
Shell in Groot-Brittannië heeft de directie beslist geen vakbonden
nog CAO's te erkennen en slechts met individuele contracten te
werken. Er zijn bij Esso, BP en Mobil gelijkaardige zaken aan de
gang. Men kan spreken van een georkestreerde patronale anti-syndikale
campagne.23
In verschillende fabrieken in de rubbersector in de VS, met
Bridgestone-Firestone in de voorhoede wil men alle afspraken en CAO
op de helling zetten, de vakbonden niet meer erkennen en een 'Japanse
traditie van samenwerking' invoeren. Hiertegen wordt gestaakt
waartegen de directie dan weer gewapende privé-milities inzet.24
Hoechst
was van plan haar vezel-activiteiten in de textielsector onder te
brengen waar o.a. lagere lonen gelden, dan in de chemie met de
vakbond afgesproken. Deze operatie werd van nabij gevolgd door
chemiereuzen zoals Akzo-Nobel en BASF om te zien of het zou lukken.
Echter moet Hoechst haar plannen (voorlopig) laten varen na
vakbondsacties om chemiearbeiders onder te brengen in textiel-sector
Maar de vakbond aanvaardden wel een werktijdverlenging van 37.5 naar
39 uur per week.25
In
hun bloedige concurrentiestrijd maken de chemiemultis zich klaar voor
een volgend gevecht voor marktaandelen en tegelijk de nodige
kapitaalaccumulatie. Alle bestaande vestigingen binnen een groep
moeten eensgezind zich inzetten opdat de winst verder stijgt en de
groep toch genoeg kapitaalreserves kan op bouwen om bv in Azië
volledig nieuwe vestigingen te bouwen. Hiervoor is een vakbond nodig
die zich de doelstellingen van de multinational eigen maakt, dat
wordt samengevat als ' de competitiviteit verhogen'. Bij BASF is
dat,de 'return on assets' moet minstens 10% zijn. Bij andere
bedrijven zijn gelijkaardige doelstellingen. Ook worden overal
gelijkaardige werkmethodes ingevoerd die de stress en de
verantwoordelijkheid en productiviteit per job verhoogd. Een vakbond
die hiertegen zich verzet moet vernietigd worden. Als het het
corporatisme verhoogd bij de vakbond zal een chemische groep
mee-ijveren voor een Europese overlegstructuur.(zoals bij Bayer)
Delegees die zich onverzettelijk tonen tegen de
competitiviteits-logica worden door de patroons getroffen door
uitsluiting en/of schorsing, zoals Johan Seynaeve bij
BASF-Antwerpen.26
BASF is tenslotte toonaangevend voor de chemiesector in België.
Directeurs van BASF vind je in de directie van chemie-federaties en
andere patronale organisaties. Het is zeker dat BASF wil een
voorbeeld stellen en een precedent scheppen.
Loonkostverlaging
in België: snellere kapitaalaccumulatie voor investeringen in Azië.
Antoon
Dieusart, directeur van BASF-Antwerpen beweert dat de loonkost te
hoog is en dat daarom investeringen eerder in Azië dan in Antwerpen
gedaan worden.27
Volgens
hem zou dus loonkostverlaging bij BASF-Antwerpen investeringen
aantrekken en zo werkplaatsen scheppen. Voor Dieusart is het
onaanvaardbaar dat een vakbondsdelegee die logica niet aanvaardt.
Maar
investeringen scheppen daarom nog geen werkplaatsen. BASF-Antwerpen
investeert in '96 opnieuw ruim 9 miljard frank. Het gaat om vervolg
investeringen na de uitbouw van de cracker: 7 miljard voor
vervangingsinvesteringen, verder een nieuwe ethanolamine fabriek en
nieuwe caprolactamfabriek. Een nieuwe nitrobenzeen wordt in gebruik
genomen. Het gaat om uitbouw ZONDER nieuwe werkplaatsen.28
BASF
bouwt geïntegreerde sites uit
BASF
start ergens met bedrijven die eindproducten leveren om lokaal
marktaandelen in te palmen. In een later stadium gaat men dan
stroomopwaarts integreren naar voor-producten, tussenproducten en
grondstoffen. Daarna kan men stroomafwaarts weer een breder pallet
aanbieden. In Antwerpen en Ludwigshafen is die integratie bijna
volledig. Elke investering dient enkel om te vernieuwen of die
integratie verder af te maken. In Schwarzheide (Oost-Duitsland), in
de Verenigde Staten, in China wil men nu een gelijkaardige
geïntegreerde sites uitbouwen. Daar wordt prioritair
investeringskapitaal voor voorzien.
Ook
erkent uittredend beheerder van BASF, Wolfgang Jentsch dat een
aantal takken van de chemie, zoals de kunstmeststoffen het einde van
de groei bereiken in West-Europa. BASF bouwde reeds een aantal
kleinere installaties af en plant uitbreidingen in andere sectoren
zoals de farma en de energie. (zoals het aardgas-contract met Gazprom
van Rusland waardoor BASF nu rechtstreeks gas levert aan Duitse
consumenten.29
Ook
daar moet investeringskapitaal voor geaccumuleerd worden.
Investeringen
in Amerika om marktaandelen te veroveren
Met
investeringsbedragen in milj DM en de verdelingspercentages (in de
jaarboeken) komt men tot investeringsbedragen naargelang regio.(zie
tabel 1)
De
belangrijke investeringen in Noord-Amerika die in 1994 wat afnam kent
in 1995 weer een stijging. Ook Zuid-Amerika kent stijgende
investeringen. Volgens Dr Dieter Stein, topman van BASF Corporation
waren de investeringen in Amerika in 1991 en 1992 ongeveer zo'n
$600m, in 1994 zo'n $340m en in 1995 zou dat zo'n $460m moeten zijn.30
Hierbij zitten de overname van Amerikaanse vestigingen van het
farmabedrijf Boots (een Engelse farmabedrijf dat BASF opkocht).
Verder gaat het hier om verdere integratie van productie in Geismar,
Louisiana en Freeport in Texas en de opstart van polystyreen in
Altamira, Mexiko. Die uitgebreide investeringen hebben niets met
loonkost te maken maar alles met verdere integratie van sites (VS) en
het veroveren van marktaandelen (via Mexico in de VS) en het richten
op een groeisector (farma)
China,
de nieuwe groei?
Azië
(inbegrepen Japan en Australië) betekende in 1994 5.1 miljard DM
verkoop of 11% van de totaal-verkopen van BASF. In 2010 wil BASF dat
brengen op 15 miljard DM.(dat komt overeen met een derde van de
huidige totale omzet van de hele groep!) In 1994 was de verkoop in
die regio vooral op basis van importen, slechts 30% kwam van lokale
productie (behalve Japan waar 60% lokaal geproduceerd wordt) In 15
jaar moet 75% van de Aziatische omzet van BASF lokaal geproduceerd
worden. BASF investeerde reeds 2 miljard in Azië en op dit moment
zijn er 500m DM aan projecten in aanbouw. In de komende 5 jaar moet 3
miljard DM investeringen volgen.31
(dat wil dus zeggen gemiddeld 600m DM per jaar)
Speciaal
in de farma heeft BASF ook grootse plannen in Azië, met name in
Japan. Knoll, de farma-arm van BASF wil met de verwerving van een
meerderheidsparticipatie in Hokuriku Seiyaku haar marktaandeel in de
Japanse farma-markt vergroten. Met deze aankoop wordt dat al 0.3%
BASF wil gaan tot 1% marktaandeel op de snelst groeiende farma-markt
ter wereld na de VS (10% per jaar) Hiervoor heeft BASF in de
afgelopen jaren een kapitaalreserve van 10 miljard DM (7.1 miljard $)
opgebouwd.
Vechten
voor behoud en uitbreiding van werkplaatsen
Hier
in Europa zal er geen sterke groei meer zijn en is de integratie in
Antwerpen bv volledig. Wel wil men marktaandelen behouden, en dus van
productie. En ook moet de productie hier kapitaal opbrengen voor
investering in bijvoorbeeld Azië.
Dus
niet de hoge loonkost zijn de schuld van de verhoogde investeringen
in Azië. LAGERE lonen zullen BASF juist toelaten hiervoor SNELLER
kapitaal te accumuleren.
Die
loonkost verlaagt BASF door het opdrijven van productiviteit,
vermindering van bezetting en dus verhogen van de stress doordat
meer inzet geëist wordt. Want hierdoor vermindert het aantal
werkplaatsen. BASF moet betalen door meer volk aan te nemen en zo de
werkstress te verlichten. Dit zal ze maar doen onder druk van strijd.
De
'efficiëntieverhoging', de 'verbetering van productiviteit', die dan
weer de 'competitiviteit zouden verhogen, verhogen wél de
kapitaalaccumulatie maar zijn een ramp voor de werkgelegenheid.
Kapitaalaccumulatie
en werkplaatsen-daling (een vb: ethyleen, andere voorbeelden op basis
van polymeren PE PP..)
Chemie
Europa 80-94: -300.000 werkplaatsen, Ethyleenproductie: +50%32
Nog meer afdankingen wegens overcapaciteit
Bryan
Sanderson (BP Chemicals) op een conferentie van het chemiepatronaat
(Chemical Industries Association):" Slechts 500.000 ton/jaar
ethyleen-capaciteit is gesloten, in Europa. Hoewel er positief
markt-nieuw is, is de dreiging van overcapaciteit volgens mij niet
afgenomen." Ondanks die 'overcapaciteit' wil BP Chemicals
tegen half-96 haar ethyleen-capaciteit in Grangemouth (Schotland)
VERHOGEN met 100.000 ton/jaar!
'overcapaciteit':
lager gebruik van installaties
In
de tabel 1 staan de geschatte West-Europese ethyleen-capaciteiten en
de overeenkomstige productie-hoeveelheden van enkele jaren. Die
capaciteiten zijn gewoon een technisch gegeven. De prijzen ofwel de
'te verwachten prijzen' en de afgesproken bestellingen richten de
productie. Het gebruiksratio (of capaciteitsbenuttiging of
'utility-ratio) kan zo berekend worden. Bij een algemeen LAAG
gebruiksratio (ver onder 90% bv) zegt men dat er 'overcapaciteit' is.
Omdat de prijzen 'te laag' worden gevonden, wordt er dan bewust
minder geproduceerd. Boven 95% gebruiksratio is er geen
'overcapaciteit' meer.
"crisis
in de chemie is voorbij"
Door
een grote vraag van chemie-producten (met o.a. ethyleen als
uitgangsproduct) vanuit Azië, doordat (noodzakelijke)
onderhoudsstilleggingen van installaties samenvielen met onverwachte
stilleggingen door ongevallen in de VS en een (tijdelijke) opleving
in de VS, leek een aanslepende 'overcapaciteit' tegen eind '94
voorbij. "De chemiesector in Europa gaat dit en de volgende
jaren een veel sterkere groei tegemoet....De prijzen
stijgen......Voor dit eerste kwartaal '95 liggen ze al 16,5% hoger
dan in het laatste kwartaal van '94. De analisten verwachten dat de
etyleen-prijzen tegen eind dit jaar naar de 1000 DM/ton zullen
oplopen."33
In
feite is er doorlopend 'overcapaciteit'
In
het prijsverloop van ethyleen (zie figuur) kan men zien dat de
'vooruitzichten' van 'experts' door de feiten achterhaald worden. Een
(tijdelijke) verkoopstijging van ethyleen (en ethyleen-afgeleiden)
deden de prijzen stijgen (zie US = afgesproken contract-prijzen in de
VS). De prijzen in Europa (Eur= afgesproken contract-prijzen in
Europa) werden, door de exportstijging, ook omhoog getrokken. De
'vrije markt'-prijzen (=m) in Europa hadden hun hoogtepunt aan het
eind van '94. Na de euforische berichten van 'specialisten' begon in
het tweede kwartaal van '95 de VS-contract-prijzen al weer te dalen,
in het tweede half jaar van '95 de Euro-contractprijzen. De 'vrije
marktprijzen zitten al weer onder de 'crisis-prijs' van '93 van
400$/ton. De Euro-contract-prijzen in DM(niet in de figuur) waarvan
de 'specialisten' voorspelden dat hij eind '95 tegen de 1000 DM/ton
zou zijn is na een top van 930DM/ton begin '95, al weer gedaald tot
810DM/ton.
concurrentie-strijd
en overcapaciteit: oorzaak en gevolg
Zowel
in de VS, in Azië als in Europa worden uitbreidingen van bestaande
capaciteiten en opstart van nieuwe ethyleen-capaciteiten of
stoomcrackers gepland. In Oost-Europa wil men (met westers kapitaal)
bepaalde installaties moderniseren. Tussen mei '94 en april '95 kwam
er 1,8 miljoen ton/jaar nieuwe capaciteit bij.34
Nu is er wereldwijd zo'n 77,1 miljoen ton/jaar capaciteit ethyleen.35
Dus alleen al 1% groter capaciteitsgebruik betekent al 700.000 ton
ethyleen-productie meer (=meer dan de jaarproductie van een
gemiddelde stoomcracker). Dus overcapaciteit is constant dreigend. In
tijden van 'overcapaciteit' is het verschil tussen grote moderne
installaties met kleinere oudere installaties des te scherper. Ook
het verschil tussen grote geïntegreerde bedrijven die lage
ethyleen-prijzen kunnen doorberekenen als extra-winst voor hun
poly-ethyleeninstallaties en kleinere bedrijven met weinig
ethyleenproductie is scherper. Zo betekent 'overcapaciteit' gewoon
versnelde en hardere concurrentiestrijd waarbij productie wordt
geconcentreerd in grote installaties in samengevoegde (fusies,
joint-ventures e.d.) bedrijven. Hierbij verdwijnen of sluiten
kleinere bedrijven en installaties. In de samengevoegde bedrijven
wordt vervolgens gerationaliseerd (afdankingen) en de productiviteit
opgedreven (meer flexibiliteit, meer verantwoordelijkheid per job
door IKZ-programmas, ritmeverhoging door just-in-time e.d.) En zo
wordt de nieuwe ronde van 'overcapaciteit' of concurrentie-strijd
voorbereid. Die 500.000 ton/jaar ethyleencapaciteit die gesloten zijn
zijn 2 oudere crackers (één van BP Chemicals in Wales!)
Uitbreiding
capaciteit in tijden van 'overcapaciteit'
Bryan
Sanderson van BP Chemicals roept in feite op om 'verouderde' en
'kleinere' installaties te sluiten zodat de nieuwe capaciteiten des
te sneller hun marktaandeel kunnen veroveren. De Europese producenten
moeten meer doen dan alleen afdanken. "De Europese producenten
hebben weliswaar hun tewerkstelling met 15% doen dalen maar de
VS-producenten deden hetzelfde en zijn toch nog superieur in termen
van toegevoegde waarde per werknemer." M.a.w. de afname van meer
300.000 werkplaatsen sinds '80 in de Europese chemie is nog niet
genoeg, ook moet de uitbuiting van de overgebleven werknemers nog
opgedreven worden. Bij BP Chemicals daalde het aantal werknemers van
meer dan 20.000 in 1990 naar 9.300 begin '95!
De
efficiëntie van de installaties steeg van 90% naar 96-97% en de
kosten daalden met 600 miljoen $.Hierbij is de uitbuiting serieus
opgedreven.36
werktijdverkorting
eisen i.p.v. werkloosheid ondergaan
De
verbetering van de technologie maakt het mogelijk om in steeds
kortere tijd steeds meer producten (in ons geval ethyleen) te maken.
De multinationals die hiervan profiteren en hun winsten verhogen en
opstapelen in eigen kapitaal danken steeds meer mensen af en verhogen
de uitbuiting. Alleen met een niet-aflatende strijd tegen afdankingen
tegen ritmeverhoging, tegen toenemende job-stress, loonafbraak én
voor de 32-urenweek met aanwervingen en loonbehoud kunnen de werkers
een deel hiervan recupereren.
De
waanzinnige en vernietigende kapitalistische concurrentie die in
niets het algemeen welzijn verhoogt maar leidt naar armoede en
oorlog voor de werkers kan maar gestopt worden door de installering
van een socialistische planeconomie.
Nog
opm i.v.m. eisen:werknemersstatuut:
doen vergeten dat men arbeider is (arbeid schepper van waarde,
revolutionaire klasse) titel "bediende' veranderd dat niet.
slechts meer rechten door strijd (gezamenlijk als chemiearbeiders)
Indien dit “werknemersstatuut” al
'gegeven' is, dan is
dat om iets anders af te kopen. …. Meer bescherming tegen
afdanking? Zie ' De
tijd staat aan onze kant'
over wie creëert meerwaarde (rol bedienden en directie
Bedenkingen
NU
In
feite had de
PVDA, toen al,
géén echt programma meer ….. Het
programma van 1979 dat moest “vernieuwd” worden (en
er was een “consensus” – na 1986, dus na “Gorbatchov….” –
dat het programma totaal “herschreven”
moest worden) …..
bleef “formeel” altijd nog het programma van de PVDA. Maar
aangezien dat programma
géén
concrete
uitgewerkte strategie had voor de ontwikkeling van de revolutie en
een zo uitgewerkt mogelijk lijn voor “mogelijke
en noodzakelijke revolutie en opbouw van socialisme in België”
– behalve een korte algemeen kort
tekstje – …. kon ik hiernaar niet
refereren in mijn analyses. Ook het bestaan van een
“minimum-programma”
(IN het programma van 1979 opgenomen)
resulteerde
(bij mij) in voorstellen
voor “radicale strijd voor
hervormingen en verworvenheden”
zogenaamd als “stadium vòòr
de revolutionaire strijd” zelf.
Wat
betreft de (nog uit te werken) opmerking over werknemersstatuut, dat
zie ik nu toch anders. Doordat de
productie steeds socialer wordt, zullen veel, van wat in het Nederlands
“bedienden”worden genoemd, ook door hun (onbetaalde) arbeid, meerwaarde opleveren bij de uiteindelijke verkoop van het
“eindproduct’. Het "werknemersstatuut" in feite ‘bevestigd”
dit, indirect (en wellicht ongewild....).
1ECN
20/3/95 pg.:43
2ECN,
17/4/95, p.16:Buoyant big three on road to recovery
3ECN,
17/4/95, p.16:Buoyant big three on road to recovery
4ECN/BASF
Supplement november 1995.
5ECN,
9/10/95, p.4:Industry needs to reshape to survive
6CEFIC,
Facts & Figures, november 1994.
7Het
verschil tussen omzet (of verkopen) in '94 van 43 miljard DM of 46
miljard DM bij BASF in verschillende publikaties, komt door het al
dan niet meetellen van de belasting op ruwe olie en aardgas.
8ECN,
17/7/95, p.16:Long-term forecast grim for petchems
9ECN,
18/9/95, p.6:BASF reorganises international structure
10ECN
BASF Supplement nov 95, 1/11/95, p.4.
11BM-info
2/93 ,1/2/93 , 'BM-info'.
12P.Veythen,
General Manager van Agfa's verkooporganisatie Benelux in Grafisch
Nieuws no 5, 1996.
13Antoon
Dieusart, BASF-Antwerpen in Aktueel no 34, 16/11/95
14Degussa
Report 4/'95
15Bayer
Geschäftsbericht 1994, p. 19
16Jaaroverzicht
1994, 8/3/95, p.2:Medewerkers - Beleidslijnen BASF Antwerpen NV
17pamflet,14/7/93
, 'BM(basf-mestoffen)-info'.
18BM-info
2/93 ,1/2/93 , 'BM-info'.
19ECN
5-11/2/95, p.22.
20BM
info 4 94ECN, 20/12/94, p.:BM-info 4/94
21BASF
Aktueel 2ECN, 27/1/95, p.:BASF Aktueel 2
22Solidair
nr 26, 19/6/95.
23ICEF
Info 3 1993.
24ICEF
Info 1 1995.
25ECN,
19/12/94, P.6
26Solidair
nr.3, 17/1/96
27De
Lloyd, 28/3/96
28Gazet
van Antwerpen 27/3/96
29De
Financieel-Ekonomische Tijd
30ECN/BASF
supplement, nov 95, p.26
31ECN/BASF
supplement, nov 95,p.27
32ECN
1/5/95 p.95 en 'facts and figures', CEFIC, november '94
33Financieel
Economische Tijd 24/5/95
34idem
35ECN-Scope
mei '94
36ECN
22/5/95 p.5.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten