In
2008 zegt Peter Mertens géén enkele affiniteit te
hebben met Stalin en dat de USSR op geenéén manier een
te bestuderen model is waar bruikbare lessen kunnen worden
getrokken voor de eigen revolutionaire strategie. De PVDA zegt Peter
Mertens in 2008, gaat terug naar de “oorspronkelijke socialistische
principes van de BWP”.
In
2008 maakt nationaal kader van de PVDA, Herwig Lerouge een tekst naar
aanleiding van de Oktoberrevolutie dan 90 jaar geleden.
“De
Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie waren met
voorsprong de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw.(...)
Voor
de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid heeft de
arbeidersklasse zich opgewerkt tot de heersende klasse. Ze heeft de
leugen ontmaskerd van de sociaaldemocraten die beweren dat de
vreedzame overgang naar het socialisme mogelijk is via het burgerlijk
parlementarisme.
In
oktober van het jaar 1917 heeft de arbeidersklasse voor de eerste
keer in de geschiedenis van de mensheid de gronden, de fabrieken, de
transportmiddelen en de distributienetwerken van de
grootgrondbezitters en de kapitalisten veroverd en veranderd in
sociale eigendom. Tegenover het burgerlijk parlementarisme heeft ze
de socialistische macht van de sovjets van arbeiders en boeren
geplaatst. De Oktoberrevolutie heeft aangetoond dat de revolutionaire
weg tot resultaten leidt en dat de vreedzame overgang naar het
socialisme via verkiezingen, die door de sociaaldemocratie wordt
aangehangen, een illusie is. Nergens heeft de sociaaldemocratie
sindsdien het tegendeel kunnen bewijzen.
De
Europese bourgeoisie was bezeten door de angst voor de verspreiding
van de revolutie. Zo erg zelfs dat ze sociale hervormingen heeft
moeten toestaan die ze tot dan toe rabiaat had afgewezen. Als de
arbeidersbeweging die sociale maatregelen heeft kunnen afdwingen van
het patronaat dan is dat zowel te danken aan het bestaan van de
Sovjet-Unie als aan de eigen, soms harde en heroïsche strijd en
niet aan de sociaaldemocratische partijen die in de burgerlijke
regering zaten.(...)
Zelfs de burgerlijke geschiedenisboeken geven het toe: in 1918 werd het standpunt van de Belgische burgerij in grote mate bepaald door de vrees dat het proletariaat "op een of andere manier het Russische voorbeeld zou volgen".1
Zelfs de burgerlijke geschiedenisboeken geven het toe: in 1918 werd het standpunt van de Belgische burgerij in grote mate bepaald door de vrees dat het proletariaat "op een of andere manier het Russische voorbeeld zou volgen".1
Het
was diezelfde angst voor de verspreiding van het socialisme die onze
ouders na de Tweede Wereldoorlog de sociale zekerheid bezorgde met
pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering,
werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag en vakantiegeld.(...)
Om
het kapitalisme te redden heeft ze (...”de heersende
elite”....,zegt Herwig Lerouge) de sociale zekerheid toegestaan,
één van de belangrijkste verworvenheden van de
arbeidersklasse. (...)
Dat
de Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie, en niet de
deelneming van de socialistische partijen aan de macht, de
belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw was voor de werkende
mensen van heel Europa wordt ook negatief bevestigd.
Sinds
de verdwijning van de Sovjet-Unie heeft de arbeidersbeweging in
Europa alleen maar achteruitgang gekend, en dat ondanks en zelfs
dankzij de praktisch onafgebroken machtsdeelname van de
socialistische/sociaaldemocratische partijen. Sinds de
verdwijning van de Sovjet-Unie, waaraan ze veel hebben bijgedragen,
hebben de Europese socialisten geen centimeter sociale vooruitgang
bekomen. Sinds 1989 wordt het befaamde Rijnmodel, met hun
medewerking, stap voor stap afgebouwd.
De
achturendag, de vijfdagenweek en een vaste job zijn niet meer dan
herinneringen.....(...)
...(D)e
Europese leiders (...) willen een groot deel van de sociale
verworvenheden inzake werkcontracten en recht op vooropzeg op losse
schroeven zetten.
Openbare
diensten als energie, transport, post en watervoorziening worden
ontmanteld en aan de multinationals overhandigd. In plaats van de
basisdiensten aan de bevolking te verzekeren worden er alleen nog
maar buitensporige dividenden verzekerd voor de aandeelhouders van
Suez, Veolia en anderen. (...)
Dit
alles maakt duidelijk dat de socialistische leiders die de sociale
verworvenheden van de twintigste eeuw op hun naam schrijven,
verzinsels vertellen.
Trouwens,
als hun politiek het zou gehaald hebben zou er nooit een Sovjet-Unie
geweest zijn en zou de bourgeoisie nog langer op haar twee oren
hebben kunnen slapen.
Vanaf
het begin van de Oktoberrevolutie stonden de sociaaldemocratische
leiders, waaronder die van de Belgische Werkliedenpartij, op het
voorplan in de strijd tegen de nieuwe socialistische staat..(...)
De
parlementaire fracties van de socialistische partijen hebben de
oorlogskredieten voor hun legers goedgekeurd en de arbeiders elkaar
doen afslachten voor de belangen van de grote mogendheden. In die
tijd was de Belgische Werkliedenpartij redelijk sterk in Europa.
(...)
De
Oktoberrevolutie van 1917 was de belangrijkste gebeurtenis voor de
emancipatie van de mensheid sinds 1789! De schrik voor het socialisme
ligt aan de basis van alle grote verworvenheden die vandaag door de
rechtse en sociaaldemocratische partijen worden afgebouwd: sociale
zekerheid, pensioenen, cao's, statuten, recht op werk,
nationalisaties.
Nee,
de omverwerping van de socialistische staten was geen “vooruitgang
van de vrijheid”, het is een contrarevolutionair proces dat heeft
afgerekend met de sociale en humanitaire verworvenheden van de
volkeren van het Oosten!
Vandaag
is het debat tussen degenen die zich beroepen op de revolutionaire
erfenis van de Oktoberrevolutie en de voorstanders van een nieuwe
sociaaldemocratische variant opnieuw actueel. De arbeidersklasse is
haar vertrouwen in de traditionele sociaaldemocratie vandaag meer en
meer aan het verliezen. Sommigen, die nochtans uit de revolutionaire
arbeidersbeweging afkomstig zijn, willen een nieuwe kwalitatieve stap
zetten, zoals zij het noemen, in het aanpassingsproces aan het linkse
socialisme. Ze spreken niet meer over de noodzaak de
productiemiddelen te socialiseren. Ze beloven “een progressief
alternatief”, “vrede”, “sociale rechtvaardigheid”,
“duurzame ontwikkeling” Wat wij allemaal graag willen.
Maar
dat is onmogelijk zonder socialistische revolutie, zonder
socialisatie van de grote productiemiddelen, zonder politieke macht
voor de arbeiders, zonder democratie voor de meerderheid, zonder
leidende rol van de arbeiders in de samenleving!
Ze
zijn voor de parlementaire weg naar het socialisme, voor de vreedzame
overgang naar een socialistische economie, voor de vreedzame
coëxistentie van socialisme en imperialisme, maar zo doen ze
niet meer dan de oude sociaal-democratische recepten weer
tevoorschijn halen.
Wanneer
de productie en de handel, die meer en meer geïnternationaliseerd
zijn, het leven van de mensheid bepalen, is het onaanvaardbaar dat de
grote productie- en communicatiemiddelen in handen zijn van een zeer
klein aantal kapitalisten.
Terugkeren
naar de “oude” sociaaldemocratie van de Tweede Internationale om
de “nieuwe” sociaaldemocratie van Blair en Schröder te
bestrijden? Maar de oude sociaaldemocratie waarvan ze dromen, is die
van de Vanderveldes, van de Destrées, die miljoenen arbeiders
naar het slagveld heeft gestuurd, die vanaf het begin de eerste
socialistische staat ter wereld heeft bestreden. Dat is die
sociaaldemocratie die zonder de overwinning van de Oktoberrevolutie
en de strijd van de werkende mensen helemaal niets bereikt zou
hebben.
Ik
zou willen afsluiten met de woorden van kameraad Ludo Martens
geschreven ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de
Oktoberrevolutie:
“De
twintigste eeuw zal de eeuw blijken van de generale repetitie van de
wereldwijde socialistische revolutie. Bij de aanvang van het jaar
2000 maken de zowel positieve als negatieve ervaringen het alle
antikapitalistische krachten mogelijk om een beter begrip te hebben
van de historische correctheid van de principes van de
Oktoberrevolutie.
In
de loop van de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan
de marxistisch-leninistische principes overwinningen opgeleverd aan
de revolutionaire krachten in heel de wereld; in de loop van de
tweede helft van deze eeuw heeft hun toenemende liquidatie door het
revisionisme voor pijnlijke nederlagen gezorgd op wereldniveau.”
“De
communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw
zal zijn van de triomf van de principes van de Oktoberrevolutie en
van het marxisme-leninisme op de vijf continenten. De twee grote
problemen die onze wereld sinds het begin van deze eeuw gekend heeft
– het probleem van de bevrijding van de arbeid door de
socialistische revolutie en dat van de nationale bevrijding door de
anti-imperialistische en democratische revolutie als voorbereidende
fase voor de socialistische revolutie – zullen zich ook
in de volgende eeuw stellen. Maar ze zullen zich met een veel grotere
hevigheid stellen en met een onvergelijkbare omvang, want de
arbeiders van de meest afgelegen hoeken van de aarde zullen worden
meegevoerd in een enkele revolutionaire stortvloed.”
“En
aan het begin van de eenentwintigste eeuw zal de arbeidersklasse over
oneindig veel meer ervaring beschikken dan het proleta-riaat van
1900, dat op wereldniveau toen nog in haar kinderschoenen stond.”2
Het
citaat van Ludo Martens dat Herwig Lerouge aanhaalt komt uit de tekst
van Ludo Martens, toen nog gekozen voorzitter van de PVDA die hij
maakte in 1997 naar aanleiding van de Oktoberrevolutie, dan 80 jaar
geleden.
De
intelligente lezer zal de verschillende klemtonen opmerken.....
“Tachtig
jaar geleden, op 25 oktober 1917 ontketenden Lenin en de
bolsjewistische partij de volksopstand in Sint-Petersburg.
Dat
was het begin van de Russische socialistische revolutie die de hele
wereld grondig veranderde en het begin van een nieuw hoofdstuk in de
geschiedenis van de mensheid.
De
kracht van de Oktoberrevolutie gaf aanleiding tot een vooruitgang van
de proletarische revolutionaire beweging tot aan de dood van Stalin
in 1953.
Sindsdien
heeft het revisionisme dat begon met Chroesjtsjov, de
Oktoberrevolutie verraden en alle essentiële principes van die
revolutie verworpen. Vijfendertig jaar revisionisme hebben geleid tot
het herstel van het kapitalisme in zijn brutaalste vorm in de
Sovjet-Unie en de socialistische landen in Oost-Europa en tot een
tijdelijke achteruitgang van de proletarische revolutie in de hele
wereld.
De
twintigste eeuw is de eeuw geweest van de algemene repetitie voor de
socialistische wereldrevolutie.
Op
de drempel van het jaar 2000 kunnen alle antikapitalistische
krachten, door alle positieve en negatieve ervaringen, een grondiger
kennis hebben van de historische juistheid van de principes van de
Oktoberrevolutie.
In
de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan de
marxistisch-leninistische principes geleid tot overwinningen voor de
revolutionaire krachten in de hele wereld. In de tweede helft van
deze eeuw heeft de vernietiging van de revolutionaire krachten door
het revisionisme geleid tot bittere nederlagen op wereldvlak.
De
communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw
zal zijn van de overwinning van de principes van de Oktoberrevolutie
en van het marxisme-leninisme overal ter wereld.
Sinds
het begin van deze eeuw zijn er twee grote problemen in de wereld: de
bevrijding van de arbeid door de socialistische revolutie en de
nationale bevrijding door de anti-imperialistische en democratische
revolutie als voorbereiding op de socialistische revolutie. Die
problemen zijn eveneens aan de orde in de volgende eeuw. Alleen zijn
die problemen nog veel intenser en omvangrijker. De werkers in de
meest afgelegen hoeken van de wereld zullen meegetrokken worden in
één enkele revolutionaire golf.
Aan
het begin van de eenentwintigste eeuw beschikt de arbeidersklasse
over een onmetelijk rijke ervaring, in vergelijking met het op
wereldschaal nog embryonale proletariaat in 1900.
Vandaag
in 1997 de Oktoberrevolutie herdenken, betekent de integrale leer van
het leninisme verdedigen. Het betekent tegelijk strijd voeren tegen
het revisionisme van Chroesjtsjov.
Chroesjtsjov
was de vertegenwoordiger van een kleinburgerlijke lijn die in de
bolsjewistische partij sinds de Oktoberrevolutie bestond. Die
lijn verdedigde de belangen van de burgerij, de kleinburgerij en de
bureaucratische elementen binnen het sovjetapparaat. In de
geschiedenis van de bolsjewistische partij werd die lijn
vertegenwoordigd door Kamenev en Zinovjev, door Trotski, door
Boecharin en Rykov. Onder Lenin en
Stalin werd die kleinburgerlijke lijn systematisch bekritiseerd en
bekampt en is het socialisme van overwinning naar overwinning gegaan.
Na de dood van Stalin heeft de mensjewistische lijn via Chroesjtsjov
de macht gegrepen.
Chroesjtsjov
heeft de ideeën van Kautsky en de mensjewieken, waartegen Lenin
hardnekkig gevochten had, opgelegd aan de communistische partij van
de Sovjet-Unie.
De
analyse die Lenin van de ideeën van Kautsky maakte, is vandaag
brandend actueel. Die analyse is woord na woord toepasbaar op het
moderne revisionisme. "Met behulp van klaarblijkelijke sofismen
snijdt men uit het marxisme zijn levende, revolutionaire geest; men
aanvaardt alles in het marxisme, behalve zijn revolutionaire
strijdmiddelen, de propaganda en voorbereiding daarvan, de opvoeding
van de massa’s juist in deze richting… De arbeidersklasse kan
haar revolutionair werelddoel niet verwezenlijken, zonder
meedogenloos strijd te voeren tegen dit renegatendom, tegen deze
karakterloosheid, tegen deze kruiperige houding tegenover het
opportunisme, tegen deze weergaloze vervlakking van het marxisme."1
De
verwerping van alle fundamentele principes van het leninisme en de
invoering van de mensjewistische ideeën gebeurde onder het
bedrieglijk ordewoord: "De fouten van Stalin bekritiseren,
terugkeren naar Lenin."
Stalin
heeft de principes van het leninisme integraal toegepast. Daardoor
haalde hij de haat van alle reactionairen over zich. Het wordt hoe
langer hoe duidelijker dat al de aanvallen tegen Stalin, van
Chroesjtsjov tot Gorbatsjov, alleen maar tot doel hadden om de
fundamentele principes van Lenin aan te vallen. Het is niet moeilijk
om vast te stellen dat de aanvallen van Chroesjtsjov tegen Stalin
niet geleid hebben tot een terugkeer naar Lenin, maar naar Kautsky.
Zonder
Stalin zou de Oktoberrevolutie ongetwijfeld ook een glorierijke
periode geweest zijn. Maar de impact ervan zou heel lokaal geweest
zijn en van korte duur, zonder grote gevolgen op de
wereldgeschiedenis. Stalin heeft de
principes die Lenin uitgewerkt had in de praktijk gebracht. Stalin
heeft de Oktoberrevolutie omgevormd tot een materiële kracht die
een enorme invloed had op heel de wereld.
Toen
Stalin aan het einde van 1922 aan de leiding kwam van de
bolsjewistische partij, lag het land in puin. Er was geen enkele
garantie dat het experiment zou slagen. Indien de lijnen van Trotski,
Zinovjev, Kamenev of Boecharin de bovenhand gehaald hadden in de loop
van de jaren twintig, dan zou dat geleid hebben tot de val van de
dictatuur van het proletariaat. De principes van de Oktoberrevolutie
zouden niet langer in de praktijk gebracht zijn in de Sovjet-Unie.
Die principes zouden zonder Stalin geen blijvende internationale
uitstraling gehad hebben.
Vijfendertig
jaar politieke praktijk van Chroesjtsjov, Brezjnjev en Gorbatsjov
hebben bewezen dat de revisionisten de "fouten van Stalin"
helemaal niet verbeterd hebben, of dat ze evenmin "het leninisme
op een creatieve manier ontwikkeld hebben door het aan te passen aan
de nieuwe internationale omstandigheden", zoals zij zo
demagogisch beweerden.
Vanaf
het XXe Congres van 1956 vinden we in alle fundamentele documenten
van de CPSU een herzien en vervalst ‘leninisme’.
Zonder
een systematische kritiek op al deze revisionistische stellingen, is
het onmogelijk om opnieuw tot de integrale doctrine van het
authentiek leninisme te komen.
We
moeten alle belangrijke werken van Lenin opnieuw bestuderen om in
staat te zijn de bedrieglijke redeneringen van Chroesjtsjov,
Brezjnjev en Gorbatsjov te weerleggen.
Maar
sinds de zogezegde ‘terugkeer naar Lenin’ van Chroesjtsjov worden
in vele communistische partijen de werken van Lenin hoe langer hoe
minder gelezen, begrepen en toegepast.
Bij
verschillende marxistisch-leninistische partijen die zich tegen het
revisionisme gekeerd hebben, stellen we trouwens een zelfde evolutie
vast. De eerste generatie kaders had een tamelijk systematische
kennis van het leninisme. Maar de volgende generatie heeft weinig
inspanningen geleverd om het geheel van de leer van Lenin te
verwerven, laat staan om die leer toe te passen in de praktische
strijd van vandaag. Die zwakte stellen we ook vast binnen de Partij
van de Arbeid van België.(...)
Het is vandaag dan ook belangrijk om de fundamentele stellingen van Lenin over de staat, de democratie, het parlementarisme, het imperialisme, de proletarische revolutie en de dictatuur van het proletariaat te systematiseren. Dat gebeurt in dit rapport. Het is de beste methode om de brandende actualiteit van de principes van de Oktoberrevolutie aan te tonen(....)Het geweld waarmee de werkers en de onderdrukte volkeren vandaag geconfronteerd worden, bewijst dat de weg van de grote Oktoberrevolutie de enige weg is om komaf te maken met het barbaars kapitalisme en imperialisme.
(...)
Wat
is de verhouding tussen democratie en verkiezingen? De burgerij
beweert dat vrije verkiezingen het fundament zijn van het
democratisch proces. Wat is het leninistisch standpunt daarover?
Zelfs
in een democratische republiek is de staat hoofdzakelijk een machine
om de werkende klassen te onderdrukken. De dictatuur in stand houden:
dat is de voornaamste functie van de staat. De burgerij organiseert
bepaalde vormen van democratie met het expliciete doel om de massa’s
met de dictatuur van het kapitaal te verzoenen, om hen de
onvermijdelijkheid en de gegrondheid van de overheersing door het
kapitaal te doen aanvaarden.
In
een burgerlijk systeem zijn verkiezingen slechts een grootse
manipulatie van de publieke opinie. (...)
Lenin
stelt terecht: "Algemeen stemrecht, dat is de dictatuur van de
burgerij." Inderdaad, onder de heerschappij van de burgerij,
zijn bijna alle media in handen van het grootkapitaal. Heel de
staatsmachine wordt door de grote burgerij en de burgerlijke partijen
gecontroleerd. De staat en de monopolies financieren de campagnes van
de burgerlijke partijen met vele honderden miljoenen. Onder die
omstandigheden zijn verkiezingen
inderdaad maar een middel om de dictatuur van de burgerij te
bestendigen. (...)
Om
de burgerlijke democratie op te smukken, beweren de
sociaal-democraten en de revisionisten dat het
algemeen stemrecht "een grote verworvenheid is van de
arbeidersbeweging".
De manier waarop het algemeen stemrecht in België tot stand
gekomen is, weerlegt die fabel. De
leiding van de Belgische Werkliedenpartij schoof die eis naar voren
om de noodzaak van de socialistische revolutie en de dictatuur van
het proletariaat weg te moffelen. De BWP vocht voor het algemeen
stemrecht met het uitdrukkelijke doel om de arbeiders in de richting
van het reformisme en de klassencollaboratie te duwen.
Het algemeen stemrecht werd trouwens slechts toegekend, toen de BWP
de garantie gegeven had dat ze alles zou doen om de bestaande orde te
verdedigen en dat ze een loyale beheerder van de burgerlijke
maatschappij zou zijn. Inderdaad, zoals Lenin zei: in een
kapitalistische maatschappij is het algemeen stemrecht de dictatuur
van de burgerij.(....)
Waarom
nemen de communisten dan deel aan het parlement?
Zij
doen dat nooit om illusies te zaaien over een zogezegde parlementaire
overgang naar het socialisme. Zij nemen zitting in het parlement om
aan de werkers te tonen dat zij op zekere dag het parlement moeten
ontbinden (een parlement dat slechts een instrument is van de
burgerlijke dictatuur) en dat ze het moeten vervangen door
revolutionaire organen van de werkende massa’s.
Lenin:
"Deelnemen aan de
parlementsverkiezingen en aan de strijd om de parlementstribune is
voor de partij van het revolutionaire proletariaat een absolute
plicht, juist om de achtergebleven lagen
van haar klasse op te voeden, juist om de onontwikkelde, te neer
gedrukte, onwetende massa op het platteland wakker te schudden en
bewust te maken. Zolang u niet sterk
genoeg bent om het burgerlijk parlement en alle overige reactionaire
instellingen uiteen te jagen, bent u verplicht, juist binnen deze
instellingen te werken, omdat zich daar nog arbeiders bevinden die
door de geestelijkheid en door het leven in de afgeslotenheid der
provinciestadjes dom gehouden zijn."3
Ik
onthou mij nu van verder commentaar (de intelligente lezer kan zijn of haar conclusies zelf trekken...) .....Maar als men toch geïnteresseerd
is kan men één en ander lezen in de artikels waarvan ik
hier een overzicht van heb gezet.
1J. Bartier, La politique intérieure belge (1914-1940), Brussel, 1953, deel 4, p. 47. Geciteerd in Claude Renard, Octobre 1917 et le mouvement ouvrier belge, 1967, Fondation Jacquemotte, Brussel, p. 63.
2http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=74&doc_id=393
Nummer 80, publicatiedatum: 2008-05-14 Copyright © EPO,
Marxistische Studies en auteurs — HERWIG LEROUGE, "De
socialistische Oktoberrevolutie van 1917, 90 jaar later"
3http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=35&doc_id=153,
Nummer 39, publicatiedatum: 1997-09-30 Copyright © EPO,
Marxistische Studies en auteurs — , "De weg van de
wereldrevolutie in de XXIe eeuw - Bij de tachtigste verjaardag van
de Oktoberrevolutie", Ludo Martens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten