08-11-2012

Twee keer over de Oktoberrevolutie door kaders van de PVDA: Herwig Lerouge in 2008, Ludo Martens in 1997.

In 2008 zegt Peter Mertens géén enkele affiniteit te hebben met Stalin en dat de USSR op geenéén manier een te bestuderen model is waar bruikbare lessen kunnen worden getrokken voor de eigen revolutionaire strategie. De PVDA zegt Peter Mertens in 2008, gaat terug naar de “oorspronkelijke socialistische principes van de BWP”.
In 2008 maakt nationaal kader van de PVDA, Herwig Lerouge een tekst naar aanleiding van de Oktoberrevolutie dan 90 jaar geleden.

“De Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie waren met voorsprong de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw.(...)
Voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid heeft de arbeidersklasse zich opgewerkt tot de heersende klasse. Ze heeft de leugen ontmaskerd van de sociaaldemocraten die beweren dat de vreedzame overgang naar het socialisme mogelijk is via het burgerlijk parlementarisme.
In oktober van het jaar 1917 heeft de arbeidersklasse voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid de gronden, de fabrieken, de transportmiddelen en de distributienetwerken van de grootgrondbezitters en de kapitalisten veroverd en veranderd in sociale eigendom. Tegenover het burgerlijk parlementarisme heeft ze de socialistische macht van de sovjets van arbeiders en boeren geplaatst. De Oktoberrevolutie heeft aangetoond dat de revolutionaire weg tot resultaten leidt en dat de vreedzame overgang naar het socialisme via verkiezingen, die door de sociaaldemocratie wordt aangehangen, een illusie is. Nergens heeft de sociaaldemocratie sindsdien het tegendeel kunnen bewijzen.
De Europese bourgeoisie was bezeten door de angst voor de verspreiding van de revolutie. Zo erg zelfs dat ze sociale hervormingen heeft moeten toestaan die ze tot dan toe rabiaat had afgewezen. Als de arbeidersbeweging die sociale maatregelen heeft kunnen afdwingen van het patronaat dan is dat zowel te danken aan het bestaan van de Sovjet-Unie als aan de eigen, soms harde en heroïsche strijd en niet aan de sociaaldemocratische partijen die in de burgerlijke regering zaten.(...)
Zelfs de burgerlijke geschiedenisboeken geven het toe: in 1918 werd het standpunt van de Belgische burgerij in grote mate bepaald door de vrees dat het proletariaat "op een of andere manier het Russische voorbeeld zou volgen".1
Het was diezelfde angst voor de verspreiding van het socialisme die onze ouders na de Tweede Wereldoorlog de sociale zekerheid bezorgde met pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag en vakantiegeld.(...)
Om het kapitalisme te redden heeft ze (...”de heersende elite”....,zegt Herwig Lerouge) de sociale zekerheid toegestaan, één van de belangrijkste verworvenheden van de arbeidersklasse. (...)
Dat de Oktoberrevolutie en de stichting van de Sovjet-Unie, en niet de deelneming van de socialistische partijen aan de macht, de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw was voor de werkende mensen van heel Europa wordt ook negatief bevestigd.
Sinds de verdwijning van de Sovjet-Unie heeft de arbeidersbeweging in Europa alleen maar achteruitgang gekend, en dat ondanks en zelfs dankzij de praktisch onafgebroken machtsdeelname van de socialistische/sociaaldemocratische partijen. Sinds de verdwijning van de Sovjet-Unie, waaraan ze veel hebben bijgedragen, hebben de Europese socialisten geen centimeter sociale vooruitgang bekomen. Sinds 1989 wordt het befaamde Rijnmodel, met hun medewerking, stap voor stap afgebouwd.
De achturendag, de vijfdagenweek en een vaste job zijn niet meer dan herinneringen.....(...)
...(D)e Europese leiders (...) willen een groot deel van de sociale verworvenheden inzake werkcontracten en recht op vooropzeg op losse schroeven zetten.
Openbare diensten als energie, transport, post en watervoorziening worden ontmanteld en aan de multinationals overhandigd. In plaats van de basisdiensten aan de bevolking te verzekeren worden er alleen nog maar buitensporige dividenden verzekerd voor de aandeelhouders van Suez, Veolia en anderen. (...)
Dit alles maakt duidelijk dat de socialistische leiders die de sociale verworvenheden van de twintigste eeuw op hun naam schrijven, verzinsels vertellen.
Trouwens, als hun politiek het zou gehaald hebben zou er nooit een Sovjet-Unie geweest zijn en zou de bourgeoisie nog langer op haar twee oren hebben kunnen slapen.
Vanaf het begin van de Oktoberrevolutie stonden de sociaaldemocratische leiders, waaronder die van de Belgische Werkliedenpartij, op het voorplan in de strijd tegen de nieuwe socialistische staat..(...)
De parlementaire fracties van de socialistische partijen hebben de oorlogskredieten voor hun legers goedgekeurd en de arbeiders elkaar doen afslachten voor de belangen van de grote mogendheden. In die tijd was de Belgische Werkliedenpartij redelijk sterk in Europa. (...)
De Oktoberrevolutie van 1917 was de belangrijkste gebeurtenis voor de emancipatie van de mensheid sinds 1789! De schrik voor het socialisme ligt aan de basis van alle grote verworvenheden die vandaag door de rechtse en sociaaldemocratische partijen worden afgebouwd: sociale zekerheid, pensioenen, cao's, statuten, recht op werk, nationalisaties.
Nee, de omverwerping van de socialistische staten was geen “vooruitgang van de vrijheid”, het is een contrarevolutionair proces dat heeft afgerekend met de sociale en humanitaire verworvenheden van de volkeren van het Oosten!
Vandaag is het debat tussen degenen die zich beroepen op de revolutionaire erfenis van de Oktoberrevolutie en de voorstanders van een nieuwe sociaaldemocratische variant opnieuw actueel. De arbeidersklasse is haar vertrouwen in de traditionele sociaaldemocratie vandaag meer en meer aan het verliezen. Sommigen, die nochtans uit de revolutionaire arbeidersbeweging afkomstig zijn, willen een nieuwe kwalitatieve stap zetten, zoals zij het noemen, in het aanpassingsproces aan het linkse socialisme. Ze spreken niet meer over de noodzaak de productiemiddelen te socialiseren. Ze beloven “een progressief alternatief”, “vrede”, “sociale rechtvaardigheid”, “duurzame ontwikkeling” Wat wij allemaal graag willen.
Maar dat is onmogelijk zonder socialistische revolutie, zonder socialisatie van de grote productiemiddelen, zonder politieke macht voor de arbeiders, zonder democratie voor de meerderheid, zonder leidende rol van de arbeiders in de samenleving!
Ze zijn voor de parlementaire weg naar het socialisme, voor de vreedzame overgang naar een socialistische economie, voor de vreedzame coëxistentie van socialisme en imperialisme, maar zo doen ze niet meer dan de oude sociaal-democratische recepten weer tevoorschijn halen.
Wanneer de productie en de handel, die meer en meer geïnternationaliseerd zijn, het leven van de mensheid bepalen, is het onaanvaardbaar dat de grote productie- en communicatiemiddelen in handen zijn van een zeer klein aantal kapitalisten.
Terugkeren naar de “oude” sociaaldemocratie van de Tweede Internationale om de “nieuwe” sociaaldemocratie van Blair en Schröder te bestrijden? Maar de oude sociaaldemocratie waarvan ze dromen, is die van de Vanderveldes, van de Destrées, die miljoenen arbeiders naar het slagveld heeft gestuurd, die vanaf het begin de eerste socialistische staat ter wereld heeft bestreden. Dat is die sociaaldemocratie die zonder de overwinning van de Oktoberrevolutie en de strijd van de werkende mensen helemaal niets bereikt zou hebben.

Ik zou willen afsluiten met de woorden van kameraad Ludo Martens geschreven ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de Oktoberrevolutie:
De twintigste eeuw zal de eeuw blijken van de generale repetitie van de wereldwijde socialistische revolutie. Bij de aanvang van het jaar 2000 maken de zowel positieve als negatieve ervaringen het alle antikapitalistische krachten mogelijk om een beter begrip te hebben van de historische correctheid van de principes van de Oktoberrevolutie.
In de loop van de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan de marxistisch-leninistische principes overwinningen opgeleverd aan de revolutionaire krachten in heel de wereld; in de loop van de tweede helft van deze eeuw heeft hun toenemende liquidatie door het revisionisme voor pijnlijke nederlagen gezorgd op wereldniveau.”
De communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw zal zijn van de triomf van de principes van de Oktoberrevolutie en van het marxisme-leninisme op de vijf continenten. De twee grote problemen die onze wereld sinds het begin van deze eeuw gekend heeft – het probleem van de bevrijding van de arbeid door de socialistische revolutie en dat van de nationale bevrijding door de anti-imperialistische en democratische revolutie als voorbereidende fase voor de socialistische revolutie – zullen zich ook in de volgende eeuw stellen. Maar ze zullen zich met een veel grotere hevigheid stellen en met een onvergelijkbare omvang, want de arbeiders van de meest afgelegen hoeken van de aarde zullen worden meegevoerd in een enkele revolutionaire stortvloed.”
En aan het begin van de eenentwintigste eeuw zal de arbeidersklasse over oneindig veel meer ervaring beschikken dan het proleta-riaat van 1900, dat op wereldniveau toen nog in haar kinderschoenen stond.2

Het citaat van Ludo Martens dat Herwig Lerouge aanhaalt komt uit de tekst van Ludo Martens, toen nog gekozen voorzitter van de PVDA die hij maakte in 1997 naar aanleiding van de Oktoberrevolutie, dan 80 jaar geleden.
De intelligente lezer zal de verschillende klemtonen opmerken.....

“Tachtig jaar geleden, op 25 oktober 1917 ontketenden Lenin en de bolsjewistische partij de volksopstand in Sint-Petersburg.
Dat was het begin van de Russische socialistische revolutie die de hele wereld grondig veranderde en het begin van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de mensheid.
De kracht van de Oktoberrevolutie gaf aanleiding tot een vooruitgang van de proletarische revolutionaire beweging tot aan de dood van Stalin in 1953.
Sindsdien heeft het revisionisme dat begon met Chroesjtsjov, de Oktoberrevolutie verraden en alle essentiële principes van die revolutie verworpen. Vijfendertig jaar revisionisme hebben geleid tot het herstel van het kapitalisme in zijn brutaalste vorm in de Sovjet-Unie en de socialistische landen in Oost-Europa en tot een tijdelijke achteruitgang van de proletarische revolutie in de hele wereld.
De twintigste eeuw is de eeuw geweest van de algemene repetitie voor de socialistische wereldrevolutie.
Op de drempel van het jaar 2000 kunnen alle antikapitalistische krachten, door alle positieve en negatieve ervaringen, een grondiger kennis hebben van de historische juistheid van de principes van de Oktoberrevolutie.
In de eerste helft van de twintigste eeuw heeft de trouw aan de marxistisch-leninistische principes geleid tot overwinningen voor de revolutionaire krachten in de hele wereld. In de tweede helft van deze eeuw heeft de vernietiging van de revolutionaire krachten door het revisionisme geleid tot bittere nederlagen op wereldvlak.
De communisten zijn ervan overtuigd dat de eenentwintigste eeuw de eeuw zal zijn van de overwinning van de principes van de Oktoberrevolutie en van het marxisme-leninisme overal ter wereld.
Sinds het begin van deze eeuw zijn er twee grote problemen in de wereld: de bevrijding van de arbeid door de socialistische revolutie en de nationale bevrijding door de anti-imperialistische en democratische revolutie als voorbereiding op de socialistische revolutie. Die problemen zijn eveneens aan de orde in de volgende eeuw. Alleen zijn die problemen nog veel intenser en omvangrijker. De werkers in de meest afgelegen hoeken van de wereld zullen meegetrokken worden in één enkele revolutionaire golf.
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw beschikt de arbeidersklasse over een onmetelijk rijke ervaring, in vergelijking met het op wereldschaal nog embryonale proletariaat in 1900.

Vandaag in 1997 de Oktoberrevolutie herdenken, betekent de integrale leer van het leninisme verdedigen. Het betekent tegelijk strijd voeren tegen het revisionisme van Chroesjtsjov.
Chroesjtsjov was de vertegenwoordiger van een kleinburgerlijke lijn die in de bolsjewistische partij sinds de Oktoberrevolutie bestond. Die lijn verdedigde de belangen van de burgerij, de kleinburgerij en de bureaucratische elementen binnen het sovjetapparaat. In de geschiedenis van de bolsjewistische partij werd die lijn vertegenwoordigd door Kamenev en Zinovjev, door Trotski, door Boecharin en Rykov. Onder Lenin en Stalin werd die kleinburgerlijke lijn systematisch bekritiseerd en bekampt en is het socialisme van overwinning naar overwinning gegaan. Na de dood van Stalin heeft de mensjewistische lijn via Chroesjtsjov de macht gegrepen.
Chroesjtsjov heeft de ideeën van Kautsky en de mensjewieken, waartegen Lenin hardnekkig gevochten had, opgelegd aan de communistische partij van de Sovjet-Unie.
De analyse die Lenin van de ideeën van Kautsky maakte, is vandaag brandend actueel. Die analyse is woord na woord toepasbaar op het moderne revisionisme. "Met behulp van klaarblijkelijke sofismen snijdt men uit het marxisme zijn levende, revolutionaire geest; men aanvaardt alles in het marxisme, behalve zijn revolutionaire strijdmiddelen, de propaganda en voorbereiding daarvan, de opvoeding van de massa’s juist in deze richting… De arbeidersklasse kan haar revolutionair werelddoel niet verwezenlijken, zonder meedogenloos strijd te voeren tegen dit renegatendom, tegen deze karakterloosheid, tegen deze kruiperige houding tegenover het opportunisme, tegen deze weergaloze vervlakking van het marxisme."1
De verwerping van alle fundamentele principes van het leninisme en de invoering van de mensjewistische ideeën gebeurde onder het bedrieglijk ordewoord: "De fouten van Stalin bekritiseren, terugkeren naar Lenin."
Stalin heeft de principes van het leninisme integraal toegepast. Daardoor haalde hij de haat van alle reactionairen over zich. Het wordt hoe langer hoe duidelijker dat al de aanvallen tegen Stalin, van Chroesjtsjov tot Gorbatsjov, alleen maar tot doel hadden om de fundamentele principes van Lenin aan te vallen. Het is niet moeilijk om vast te stellen dat de aanvallen van Chroesjtsjov tegen Stalin niet geleid hebben tot een terugkeer naar Lenin, maar naar Kautsky.
Zonder Stalin zou de Oktoberrevolutie ongetwijfeld ook een glorierijke periode geweest zijn. Maar de impact ervan zou heel lokaal geweest zijn en van korte duur, zonder grote gevolgen op de wereldgeschiedenis. Stalin heeft de principes die Lenin uitgewerkt had in de praktijk gebracht. Stalin heeft de Oktoberrevolutie omgevormd tot een materiële kracht die een enorme invloed had op heel de wereld.
Toen Stalin aan het einde van 1922 aan de leiding kwam van de bolsjewistische partij, lag het land in puin. Er was geen enkele garantie dat het experiment zou slagen. Indien de lijnen van Trotski, Zinovjev, Kamenev of Boecharin de bovenhand gehaald hadden in de loop van de jaren twintig, dan zou dat geleid hebben tot de val van de dictatuur van het proletariaat. De principes van de Oktoberrevolutie zouden niet langer in de praktijk gebracht zijn in de Sovjet-Unie. Die principes zouden zonder Stalin geen blijvende internationale uitstraling gehad hebben.
Vijfendertig jaar politieke praktijk van Chroesjtsjov, Brezjnjev en Gorbatsjov hebben bewezen dat de revisionisten de "fouten van Stalin" helemaal niet verbeterd hebben, of dat ze evenmin "het leninisme op een creatieve manier ontwikkeld hebben door het aan te passen aan de nieuwe internationale omstandigheden", zoals zij zo demagogisch beweerden.
Vanaf het XXe Congres van 1956 vinden we in alle fundamentele documenten van de CPSU een herzien en vervalst ‘leninisme’.
Zonder een systematische kritiek op al deze revisionistische stellingen, is het onmogelijk om opnieuw tot de integrale doctrine van het authentiek leninisme te komen.
We moeten alle belangrijke werken van Lenin opnieuw bestuderen om in staat te zijn de bedrieglijke redeneringen van Chroesjtsjov, Brezjnjev en Gorbatsjov te weerleggen.
Maar sinds de zogezegde ‘terugkeer naar Lenin’ van Chroesjtsjov worden in vele communistische partijen de werken van Lenin hoe langer hoe minder gelezen, begrepen en toegepast.
Bij verschillende marxistisch-leninistische partijen die zich tegen het revisionisme gekeerd hebben, stellen we trouwens een zelfde evolutie vast. De eerste generatie kaders had een tamelijk systematische kennis van het leninisme. Maar de volgende generatie heeft weinig inspanningen geleverd om het geheel van de leer van Lenin te verwerven, laat staan om die leer toe te passen in de praktische strijd van vandaag. Die zwakte stellen we ook vast binnen de Partij van de Arbeid van België.(...)

Het is vandaag dan ook belangrijk om de fundamentele stellingen van Lenin over de staat, de democratie, het parlementarisme, het imperialisme, de proletarische revolutie en de dictatuur van het proletariaat te systematiseren. Dat gebeurt in dit rapport. Het is de beste methode om de brandende actualiteit van de principes van de Oktoberrevolutie aan te tonen(....)Het geweld waarmee de werkers en de onderdrukte volkeren vandaag geconfronteerd worden, bewijst dat de weg van de grote Oktoberrevolutie de enige weg is om komaf te maken met het barbaars kapitalisme en imperialisme.
(...)
Wat is de verhouding tussen democratie en verkiezingen? De burgerij beweert dat vrije verkiezingen het fundament zijn van het democratisch proces. Wat is het leninistisch standpunt daarover?
Zelfs in een democratische republiek is de staat hoofdzakelijk een machine om de werkende klassen te onderdrukken. De dictatuur in stand houden: dat is de voornaamste functie van de staat. De burgerij organiseert bepaalde vormen van democratie met het expliciete doel om de massa’s met de dictatuur van het kapitaal te verzoenen, om hen de onvermijdelijkheid en de gegrondheid van de overheersing door het kapitaal te doen aanvaarden.
In een burgerlijk systeem zijn verkiezingen slechts een grootse manipulatie van de publieke opinie. (...)
Lenin stelt terecht: "Algemeen stemrecht, dat is de dictatuur van de burgerij." Inderdaad, onder de heerschappij van de burgerij, zijn bijna alle media in handen van het grootkapitaal. Heel de staatsmachine wordt door de grote burgerij en de burgerlijke partijen gecontroleerd. De staat en de monopolies financieren de campagnes van de burgerlijke partijen met vele honderden miljoenen. Onder die omstandigheden zijn verkiezingen inderdaad maar een middel om de dictatuur van de burgerij te bestendigen. (...)
Om de burgerlijke democratie op te smukken, beweren de sociaal-democraten en de revisionisten dat het algemeen stemrecht "een grote verworvenheid is van de arbeidersbeweging". De manier waarop het algemeen stemrecht in België tot stand gekomen is, weerlegt die fabel. De leiding van de Belgische Werkliedenpartij schoof die eis naar voren om de noodzaak van de socialistische revolutie en de dictatuur van het proletariaat weg te moffelen. De BWP vocht voor het algemeen stemrecht met het uitdrukkelijke doel om de arbeiders in de richting van het reformisme en de klassencollaboratie te duwen. Het algemeen stemrecht werd trouwens slechts toegekend, toen de BWP de garantie gegeven had dat ze alles zou doen om de bestaande orde te verdedigen en dat ze een loyale beheerder van de burgerlijke maatschappij zou zijn. Inderdaad, zoals Lenin zei: in een kapitalistische maatschappij is het algemeen stemrecht de dictatuur van de burgerij.(....)
Waarom nemen de communisten dan deel aan het parlement?
Zij doen dat nooit om illusies te zaaien over een zogezegde parlementaire overgang naar het socialisme. Zij nemen zitting in het parlement om aan de werkers te tonen dat zij op zekere dag het parlement moeten ontbinden (een parlement dat slechts een instrument is van de burgerlijke dictatuur) en dat ze het moeten vervangen door revolutionaire organen van de werkende massa’s.
Lenin: "Deelnemen aan de parlementsverkiezingen en aan de strijd om de parlementstribune is voor de partij van het revolutionaire proletariaat een absolute plicht, juist om de achtergebleven lagen van haar klasse op te voeden, juist om de onontwikkelde, te neer gedrukte, onwetende massa op het platteland wakker te schudden en bewust te maken. Zolang u niet sterk genoeg bent om het burgerlijk parlement en alle overige reactionaire instellingen uiteen te jagen, bent u verplicht, juist binnen deze instellingen te werken, omdat zich daar nog arbeiders bevinden die door de geestelijkheid en door het leven in de afgeslotenheid der provinciestadjes dom gehouden zijn."3

Ik onthou mij nu van verder commentaar (de intelligente lezer kan zijn of haar conclusies zelf trekken...) .....Maar als men toch geïnteresseerd is kan men één en ander lezen in de artikels waarvan ik hier een overzicht van heb gezet.

1
J. Bartier, La politique intérieure belge (1914-1940), Brussel, 1953, deel 4, p. 47. Geciteerd in Claude Renard, Octobre 1917 et le mouvement ouvrier belge, 1967, Fondation Jacquemotte, Brussel, p. 63.
2http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=74&doc_id=393 Nummer 80, publicatiedatum: 2008-05-14 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — HERWIG LEROUGE, "De socialistische Oktoberrevolutie van 1917, 90 jaar later"
3http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=35&doc_id=153, Nummer 39, publicatiedatum: 1997-09-30 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — , "De weg van de wereldrevolutie in de XXIe eeuw - Bij de tachtigste verjaardag van de Oktoberrevolutie", Ludo Martens

Geen opmerkingen:

Een reactie posten