Vroeger
bestempelde de PVDA een aantal organisaties als zijnde
"trotskistisch".
"Trotskistisch"
hield in, "anti-revolutionair",
"anti-communistisch", en als in feite, een links of/en “marxistisch”-KLINKEND geformuleerd
REFORMISME. Hun marxistisch-klinkende fraseologie was behalve op
citaten van Marx en Lenin dan ook nog gebaseerd op citaten van
Trotski, wiens analyses bij de PVDA niet als marxistisch geboekt
stonden.
De "trotskisten" bestempelden de PVDA dan weer als "stalinistisch" omwille van hun rigoureus toegepaste LENINISTISCHE partijbeginsels (overeenkomstig met die van de bolsjewieken), omwille van hun onverdeelde steun aan de ontwikkeling van het socialisme in de Sovjet-Unie (zéker dat, van in de tijdspanne dat Stalin partijvoorzitter was) en de strijd van het regime (onder Stalin's leiding) tegen intriganten, saboteurs en andere burgerlijke elementen die bewust een praktijk van ondermijning van het socialisme voerden, waaronder bepaalde "trotskistische" groepen.
De PVDA stelt tegenwoordig dat ze "niet stalinistisch (meer) is", hierbij indirect het vroeger verwijt van de "trotskisten" erkennend, als was "stalinisme" een bepaalde te veroordelen strekking binnen de communisten, en in de internationale communistische beweging.
Omdat de PVDA nu zelf, sinds 2004 (en bij meerderheid erkend sinds het 8e congres in 2008) een marxistisch-klinkend REFORMISME predikken, hoeven de "trotskisten" eigenlijk geen allusies naar Trotski te maken in discussies met de PVDA..... dus voorzover er gezwegen wordt over Trotsky (over Stalin wordt er sowieso niet meer gerept...) voeren de “trotskisten” én de PVDA een gelijkaardig revisionistisch discours om hun REFORMISTISCHE politieke lijn te rechtvaardigen.
De "trotskisten" bestempelden de PVDA dan weer als "stalinistisch" omwille van hun rigoureus toegepaste LENINISTISCHE partijbeginsels (overeenkomstig met die van de bolsjewieken), omwille van hun onverdeelde steun aan de ontwikkeling van het socialisme in de Sovjet-Unie (zéker dat, van in de tijdspanne dat Stalin partijvoorzitter was) en de strijd van het regime (onder Stalin's leiding) tegen intriganten, saboteurs en andere burgerlijke elementen die bewust een praktijk van ondermijning van het socialisme voerden, waaronder bepaalde "trotskistische" groepen.
De PVDA stelt tegenwoordig dat ze "niet stalinistisch (meer) is", hierbij indirect het vroeger verwijt van de "trotskisten" erkennend, als was "stalinisme" een bepaalde te veroordelen strekking binnen de communisten, en in de internationale communistische beweging.
Omdat de PVDA nu zelf, sinds 2004 (en bij meerderheid erkend sinds het 8e congres in 2008) een marxistisch-klinkend REFORMISME predikken, hoeven de "trotskisten" eigenlijk geen allusies naar Trotski te maken in discussies met de PVDA..... dus voorzover er gezwegen wordt over Trotsky (over Stalin wordt er sowieso niet meer gerept...) voeren de “trotskisten” én de PVDA een gelijkaardig revisionistisch discours om hun REFORMISTISCHE politieke lijn te rechtvaardigen.
En
zo kunnen er mensen van de SAP op de lijst van de PVDA(+) staan en
kunnen ze zonder problemen propaganda maken voor PVDA(+)
Om
zich binnen het reformistische kamp te profileren, "belijdt"
de PVDA dat ze (“nog steeds”)een "marxistische"
partij is en dat "het
socialisme"
het alternatief maatschappij model is voor het kapitalisme.
Internationaal profileren zij zich nog (om het verschil te maken met
“sociaal-democraten”)
als “communisten”....
Het
zal echter voor de PVDA moeilijk worden “om het verschil te maken”,
aangezien verschillende trotskistische tendenzen zich gelijkaardig
profileren......
PVDA anders dan (andere) reformisten:"wereldbeschouwing is marxisme". Maar wat is marxisme?
Op het 8ste congres in 2008 van de PVDA stemde de meerderheid voor de formulering “De wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme. De basis ervan werd gelegd door Karl Marx, Friedrich Engels en Vladimir Lenin.“ aan het begin van de tekst waarin de PVDA
eensgezind formuleerde wat het marxisme (volgens haar) dan wel was. (Het betreffende document is te lezen of/en te downloaden op de website van de PVDA op http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008, Ik plaatste grote stukken in een “bijlage-artikel” om dit artikel niet te zwaar te maken met grote stukken tekst.)
PVDA anders dan (andere) reformisten:"wereldbeschouwing is marxisme". Maar wat is marxisme?
Op het 8ste congres in 2008 van de PVDA stemde de meerderheid voor de formulering “De wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme. De basis ervan werd gelegd door Karl Marx, Friedrich Engels en Vladimir Lenin.“ aan het begin van de tekst waarin de PVDA
eensgezind formuleerde wat het marxisme (volgens haar) dan wel was. (Het betreffende document is te lezen of/en te downloaden op de website van de PVDA op http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf , congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij", 8e congres van de PVDA, februari 2008, Ik plaatste grote stukken in een “bijlage-artikel” om dit artikel niet te zwaar te maken met grote stukken tekst.)
De
uitleg over het “marxisme”
bestaat uit zéér algemene en vooral subjectief
uitgekozen karakteristieken en eigenschappen van het “marxisme”,
met daarbij de gratuite opmerking dat “de
PVDA marxistisch”
zou zijn. Zo'n “belijdenis” is op zich geen bewijs van zijn eigen
juistheid. Het marxistisch karakter van de PVDA moet in feite gewoon
blijken uit de werking, opstelling van programma en de uitwerking van
de strategie naar de uitvoering van dat programma, en de concrete
inhoud van propaganda of en antwoorden in discussies en interviews.
In
hetzelfde congresdocument worden tegelijk bepaalde algemene inzichten
en algemene bepalingen zijnde als “algemene intentieverklaring(en)”
van de PVDA zélf gesteld. Ik schrijf “algemene
intentieverklaringen” omdat hier geen sprake is van een apart
opgesteld programma
– apart dan van de “belijdenis” tot het marxisme en het
“aanhangen” van het marxisme - van
de revolutionaire of/en communistische partij die de PVDA nog altijd
beweerd te zijn.
Het revolutionair en/of communistisch karakter dat de PVDA nog zou
hebben, wordt weliswaar duidelijker en luider uitgesproken in
verklaringen en teksten gericht aan “zuster”-partijen, in wat men
noemt “de
internationale communistische beweging”
.... dan in de documenten van het 8ste
congres
waarvan men de gedelegeerden moeilijk allemaal, overtuigde
communisten kan noemen gezien de toetredingsvoorwaarden in de
statuten – van het 7de
congres in 2001
-,die honderden of wellicht een “meerderheid” van meer dan 2.000
zogenaamde raadgevende leden “opleverden” die zeker geen
communist zijn of zelfs maar zo genoemd willen worden, maar die wél
het programma van de PVDA mee mochten bepalen in 2004 (lees HIER
hoe dit gebeurde).
Het
“marxisme” zoals de PVDA het aanhangt (sinds het 8ste congres,
2008)
"1.
Het marxisme
...(De)....samenhangende
visie op mens en maatschappij, (....). De wereldbeschouwing van de
PVDA is het marxisme. De basis ervan werd gelegd door Karl Marx,
Friedrich Engels en Vladimir Lenin. Het marxisme bestaat uit vijf
grote elementen, die samen een consequent en harmonieus geheel
vormen. ... Wij proberen natuur, mens en maatschappij te begrijpen
zoals ze “zijn”....het dialectisch
materialisme...geschiedenisopvatting, het historisch
materialisme...(ik hernam een groot stuk uit de PVDA-tekst in het
bijlage-artikel, zie en lees hier).....Deze
economische leer noemen we de politieke economie van het marxisme."1
Het
gaat hier over een opsomming van UITGEZOCHTE algemeenheden over
hetgeen de PVDA beschouwt (en waar een meerderheid op het 8e congres
mee instemde) als zijnde “marxisme”.
IS
dit wel wat “het
marxisme”
inhoudt? Maar vooral,hoe weet je of de PVDA dit dan ook toepast?
Als
men niet “vertrekt
van de wereld zoals die is”,....maar
van een
idee
over “de
wereld”
zoals men wil
dat men “hem
beschouwt
dat hij is”,
dan is men NIET het marxisme aan het toepassen. En
als dat wereldbeeld dat men wil voorhouden hetzelfde is als het
wereldbeeld dat de burgerij wil voorhouden dan is men bewust
anti-revolutionair
bezig en met marxistisch klinkende frases BURGERLIJKE
ideologie
aan het verkopen.
Ten
eerste is marxisme een wapen in de ideologische en politieke strijd
om het bewustzijn van de arbeidersklasse te winnen voor het volvoeren
van haar historische taak: het omverwerpen van het kapitalisme. ...
en dit blijkt helemaal niet uit de algemene en beschrijvende
formulering van de “belijdenis” tot het marxisme van de PVDA.
En
wat “wereldbeschouwing”
betreft, gaat het bij de PVDA-ideologen NIET, om “de
wereld zoals hij is”,
maar om “de
wereld zoals de kaders van de PVDA die zien”
of “de
wereld zoals de leiding van de PVDA wil
dat
alle leden en de potentiële kiezers ze zien”.
Zo'n
pseudo-marxistische wereldbeschouwing heeft een BURGERLIJK
klassekarakter,
van bedrog, misleiding, geschiedenisvervalsing en van uiteindelijk
het AFHOUDEN van revolutie en BESCHERMEN van het voortbestaan van het
kapitalisme.
De
praktijk
van PVDA-topman Peter Mertens inzake “marxistische analyse “ of
zogenaamd
toepassen van dialectisch en historisch materialisme:
"In
plaats van een belerende zijn wij een luisterende partij geworden.
Onze
verkiezingsprogramma's worden nu opgesteld na consultatie van
duizenden mensen.
Niet dat we alles herhalen wat zij zeggen, want dat zou populistisch
zijn. Maar we luisteren wel." Aan het woord is de nieuwe
partijvoorzitter, Peter Mertens (37).(…)
Mertens: "Het is ook eenvoudiger om lid te worden. Je onderschrijft het politieke programma van de PVDA en je betaalt twintig euro lidgeld. Je moet geen meerdaagse cursus marxisme-leninisme meer volgen. We hebben nu al drieduizend leden en over een jaar hopen we er vierduizend te halen. Dan zijn we even groot als Groen!."(..) Nog in de jaren negentig schreef Ludo Martens een hardnekkige verdediging van Stalin bijeen. Mertens: "Ik ontken de verdiensten van Ludo Martens niet en we gaan zeker geen afrekening maken met het eigen verleden. Maar we willen wel moderne communisten zijn en kiezen voor een andere aanpak in de toekomst. Vorig jaar zei PVDA-dokter Mie Branders in een interview met De Morgen nog: 'Wij voelen ons geen stalinisten.' Ik ga verder: 'Wij zijn geen stalinisten.' …(en).....heb ik met de Sovjet-Unie of China niets meer te maken. Je rekent CD&V toch ook niet af op de steun van de Spaanse christendemocraten aan Franco in 1936? Je kunt je toch niet inbeelden dat journalisten in een interview met Caroline Gennez voortdurend terugkomen op Hendrik De Man? Net zo heeft de PVDA niets te maken met het stalinisme of het maoïsme. (…)
Was - is - de PVDA ook geen revolutionaire partij? Mertens: "Ik bekamp de regering-Verhofstadt, maar ik smeed daarom geen plannen om zijn auto op te blazen, hé. Maar stel dat de Tweede Wereldoorlog morgen weer zou uitbreken, dan zou ik alle PVDA'ers weer oproepen om bij de partizanen aan te sluiten. Net zoals ik begrijp dat Nelson Mandela in de jaren zestig ooit geen andere uitweg zag dan de gewapende strijd. Maar de PVDA is niet extreem links: wij kanten ons tegen extremistisch geweld à la CCC of DHKP-C. (grijnst) Al vind ik, samen met kranten als De Morgen, de vrijspraak van Fehriye Erdal wel terecht. We mikken vooral op de revolutie met ideeën: we waren bijvoorbeeld de eersten om de verlaging van de btw op energie tot 6 procent te bepleiten."2
Mertens: "Het is ook eenvoudiger om lid te worden. Je onderschrijft het politieke programma van de PVDA en je betaalt twintig euro lidgeld. Je moet geen meerdaagse cursus marxisme-leninisme meer volgen. We hebben nu al drieduizend leden en over een jaar hopen we er vierduizend te halen. Dan zijn we even groot als Groen!."(..) Nog in de jaren negentig schreef Ludo Martens een hardnekkige verdediging van Stalin bijeen. Mertens: "Ik ontken de verdiensten van Ludo Martens niet en we gaan zeker geen afrekening maken met het eigen verleden. Maar we willen wel moderne communisten zijn en kiezen voor een andere aanpak in de toekomst. Vorig jaar zei PVDA-dokter Mie Branders in een interview met De Morgen nog: 'Wij voelen ons geen stalinisten.' Ik ga verder: 'Wij zijn geen stalinisten.' …(en).....heb ik met de Sovjet-Unie of China niets meer te maken. Je rekent CD&V toch ook niet af op de steun van de Spaanse christendemocraten aan Franco in 1936? Je kunt je toch niet inbeelden dat journalisten in een interview met Caroline Gennez voortdurend terugkomen op Hendrik De Man? Net zo heeft de PVDA niets te maken met het stalinisme of het maoïsme. (…)
Was - is - de PVDA ook geen revolutionaire partij? Mertens: "Ik bekamp de regering-Verhofstadt, maar ik smeed daarom geen plannen om zijn auto op te blazen, hé. Maar stel dat de Tweede Wereldoorlog morgen weer zou uitbreken, dan zou ik alle PVDA'ers weer oproepen om bij de partizanen aan te sluiten. Net zoals ik begrijp dat Nelson Mandela in de jaren zestig ooit geen andere uitweg zag dan de gewapende strijd. Maar de PVDA is niet extreem links: wij kanten ons tegen extremistisch geweld à la CCC of DHKP-C. (grijnst) Al vind ik, samen met kranten als De Morgen, de vrijspraak van Fehriye Erdal wel terecht. We mikken vooral op de revolutie met ideeën: we waren bijvoorbeeld de eersten om de verlaging van de btw op energie tot 6 procent te bepleiten."2
“Onze
verkiezingsprogramma's worden nu opgesteld na consultatie van
duizenden mensen......Het is ook eenvoudiger om lid te worden.” Inderdaad, sinds het 7e
congres in 2001
zijn er honderden, wellicht enkele duizenden, RAAD-gevend lid
geworden. Nu, véél afgevaardigden op het 7e congres
waren N3-lid (zoals de tot dan eigenlijk niet-statutaire RAAD-gevende
leden genoemd werden), maar officieel was de PVDA dus, na 2001 géén
communistische partij meer die de leninistische partijbeginsels
volgde. (in de voorbereiding van het 7e congres, in 2001 werden die
leninistische partijprincipes in een interne nota vanuit de leiding
aan de eenheden afgedaan als “uit de tijd”, en het vasthouden
eraan, "dogmatisme" was – in mijn
analyse-dokument “Marxisme of revisionisme”
als je scrollt naar p. 54-55 vind je de inhoud van die interne nota
uit 1999)
Het
PROGRAMMA van de PVDA is sinds 2004 een programma van louter
HERVORMINGEN en HETZELFDE als het VERKIEZINGS-programma. Dit
PROGRAMMA is tot stand gekomen en gestemd op ALGEMENE
LEDEN-VERGADERINGEN, dus door
de (meerderheid) van RAAD-gevende leden.
( lees HIER
hoe dit gebeurde). IEDERE verkiezingcampagne wordt bij de PVDA
voorafgegaan door een “ENQUETE” waarmee gewoon bepaald wordt welk
punt van het programma (van hervormingen) tot stand gekomen in 2004,
nu speciaal tijdens die bepaalde verkiezing in de verf wordt gezet.
En
verder bestaan er volgens de PVDA , blijkbaar verschillende
“socialismes”
en sommige kunnen gewoon “fout”
zijn of “anders
dan wij van de PVDA het zien”.
Ook zijn er blijkbaar verschillende
communisten-soorten, waaronder “stalinisten”
en “maoisten”,
en de “moderne
communisten à la PVDA”
Dit
is géén historisch materialisme maar een
historisch IDEALISME dat ook de burgerij gebruikt.
Waar de burgerij de voortzetting van de klassenstrijd bij de uitbouw
van het socialisme in de Soviet-Unie altijd als “stalinisme”
verketterde (waarbij “stalinisme” een door de burgerij
uitgevonden etiket is voor een on-bestaand “iets”), “nuanceert”
Peter Mertens: “We
zijn wél (moderne) communisten, maar geen stalinisten.”
Hierbij geeft hij indirect legitimatie aan de burgerlijke “historische “
mythologie van het “verschrikkelijke stalinisme”.
Waar
de burgerij dan zegt: “Het socialisme/communisme is fout” zegt de
revisionist (de pseudo-marxistische frases brakende BOURGEOIS): “Soms
kan het socialisme/communisme in de fout gaan”.
Zijn “dialectiek” zit dan in een
zekere nuancering
van de oorspronkelijke burgerlijke opvattingen. Maar de analyse van
historische FEITEN toont aan dat het een afwijking
van consequent marxistische analyse is of/en het niet consequent innemen
hierbij van ee proletarisch klassestandpunt
of soms de
BEWUSTE ontwikkeling van revisionisme is,
die maakt dat er fouten worden gemaakt bij de uitbouw van het
socialisme, of bij de uitbouw van communistische
productieverhoudingen.
Zo
maakte Stalin (een jaar voor zijn dood) een analyse van een aantal
fouten die worden gemaakt bij de opbouw van het socialisme in de
Soviet-Unie. Het ging om fouten in marxistische analyse én
fouten door een niet consequent te analyseren vanuit proletarisch
klasse-standpunt. Deze analyse kun je hier lezen:
Mao
Zedong maakte verschillende analyses over fouten inzake toepassing
vanhet marxisme of inzake innemen van een correct klassestandpunt,
hetgeen kon leiden in fouten inzake opbouw van socialisme. Hij
bestudeerde (en maakte notities erbij) hiervoor reeds eerder gemaakte
analyses,ondermeer bovenstaande analyse van Stalin (je kunt dit hier
lezen):
Verder
wordt er, door de “marxist" Peter Mertens eerst revolutie en
revolutionair gelijk gesteld aan “blind terrorisme” gesteld (dat
van de CCC)....om dan vervolgens, in feite, revolutie en zeker
revolutionair geweld a priori en principieel af te wijzen. Dit is
pure misleiding en bedrog.... en niet één militant die
ook op het 8e congres mee stemde voor “de
wereldbeschouwing van de PVDA is het marxisme”,
protesteert hiertegen!. Hier is men vèr verwijderd van “het
marxisme waarvan de basis gelegd is door Marx”!....
ofwel heeft geeneen PVDA-lid
of 8e-congres-afgevaardigde
ooit “Het
Communistisch Manifest”
of “Burgeroorlog
in Frankrijk”
gelezen!
OPM:
Peter Mertens stelt revolutionair geweld ook gelijk aan een zekere
liquidatie/executie-strategie waarbij (door een “interne
rechtbank”) bepaalde “klasse-vijanden” door aanslagen worden
geliquideerd (ten minste dat denk ik dat hij bedoeld met zijn
verwijzing naar de DHKP-C). Maar dan is zijn “oproep
aan de PVDA'-ers aan te sluiten bij de partizanen”
gedaan zonder enig historisch materialistisch besef (ofwel een gratuite populistische opmerking)....want het
gewapend (“extremistisch”
zoals hij dat noemt) geweld van de partizanen in België BESTOND
voor een groot deel uit liquidaties van door een zekere “interne
rechtspraak” veroordeelden....en dus een revolutionair geweld dat Peter Mertens a priori afwijst.
De“revolutie
met ideeën”
blijkt uiteindelijk gewoon dus een
opeenstapeling van hervormingen
te zijn(zoals die van “de
verlaging van de btw op energie tot 6 percent”)
die uiteindelijk een socialisme (à la PVDA?) zouden
realiseren.
Dit
is dus de praktijk en de realiteit van het “historisch
materialisme”
zoals dat door de PVDA op haar 8e congres “beleden” werd.
De
dialectiek is ver te zoeken:: een evolutie en dan een verandering....
maar geen duidelijke revolutionaire overgang. Ook de klassen staan
niet echt tegenover elkaar....
De
PVDA erkende dat “de
basis van het marxisme werd gelegd door Karl Marx en Lenin”.
Welnu Lenin beschrijft hoe het marxisme werd ontwikkeld in de hitte
van de klassenstrijd en hoe de bedoeling was het als een wapen te
maken voor de revolutionaire strijd van het proletariaat:
“...1843
....'Deutsch-Französische Jahrbücher'.... In zijn
artikelen, die in dit tijdschrift zijn verschenen, treedt
Marx reeds naar voren als revolutionair, die de 'niets ontziende
kritiek op al het bestaande' en in het bijzonder de 'kritiek der
wapenen' verkondigt en aan de massa's en aan het proletariaat
appelleert.”In
september 1844 kwam Friedrich engels voor enkele dagen naar Parijs en
werd sinds die tijd Marx' beste vriend.. Beiden
namen gezamenlijk uiterst actief deel aan het toentertijd zeer
roerige leven van de revolutionaire groepen in Parijs.
(...)Zij
werkten in een scherpe strijd tegen de verschillende leerstellingen
van het kleinburgerlijke socialisme de theorie en tactiek van het
revolutionair proletarisch socialisme of communisme (marxisme) uit.
(...)In
het voorjaar van 1847 sloten Marx en Engels zich bij een geheim
propagandistisch genootschap aan, de 'Bond der Communisten', (....)
en schreven in opdracht van de bond het beroemde, in februari 1848
verschenen 'Communistisch Manifest'. Met
een geniale helderheid en uitdrukkingskracht is in dit werk een
schets gegeven van de nieuwe wereldbeschouwing: het consequente, ook
op het vlak van het maatschappelijk leven omvattende materialisme, de
dialectiek als de meest omvattende en diepgaande leer van de
ontwikkeling, de theorie van de klassenstrijd en van de
wereldhistorische revolutionaire rol van het proletariaat, de
schepper van een nieuwe communistische maatschappij;(....)Het
marxisme
heeft ons de leidraad gegeven, die het ons veroorlooft, in deze
schijnbare doolhof en chaos een wetmatigheid te ontdekken, namelijk
de
theorie van de klassenstrijd.
Alleen door het onderzoeken van het totaal van de strevingen van alle
leden van een gegeven maatschappij of van een groep van
maatschappijen is het mogelijk, het resultaat van deze strevingen
wetenschappelijk te bepalen. De
oorsprong van de tegenstrijdige strevingen is echter gelegen in het
onderscheid in de toestand en de levensomstandigheden van de klassen,
waarin elke maatschappij uiteenvalt. “De geschiedenis van elke tot
nog toe bestaande maatschappij”, schrijft Marx in 'Het
Communistisch Manifest' (met uitzondering van de geschiedenis van de
oergemeenschappen, voegt Engels daar later aan toe),”is een
geschiedenis van klassenstrijd. Vrije en slaaf, patriciër en
plebejer, baron en lijfeigene, gildemeester en gezel, kortom
onderdrukkers en onderdrukten stonden in voortdurende tegenstelling
tot elkaar, voerden een onafgebroken, nu eens bedekte, dan weer
openlijke strijd die telkenmale eindigde met een revolutionaire
omvorming van de gehele maatschappij of met de gemeenschappelijke
ondergang der strijdende klassen ...De
moderne maatschappij, uit de ondergang der feodale maatschappij
voortgekomen, heeft de klassentegenstellingen niet opgeheven. Zij
heeft slechts nieuwe klassen, nieuwe voorwaarden van onderdrukking,
nieuwe vormen van strijd in plaats van de oude gesteld. Maar
ons tijdperk, het tijdperk van de bourgeoisie, kenmerkt zich hierdoor
dat het de klassentegenstellinggen heeft vereenvoudigd. Meer en meer
splitst zich de gehele maatschappij in twee grote vijandelijke
kampen, in twee grote rechtstreeks tegenover elkaar staande klassen,
bourgeoisie en proletariaat.”(...)Het
volgende citaat uit 'Het Communistisch Manifest' van Marx zal ons
laten zien, welke
eisen Marx aan de maatschappijwetenschap stelde met betrekking tot
een objectieve analyse van de positie van elke klasse in de moderne
maatschappij,
in verband met de analyse van de ontwikkelingsvoorwaarden van elke
klasse:“Van
alle klassen, die heden ten dage tegenover de bourgeoisie staan, is
slechts het proletariaat een werkelijk revolutionaire klasse.
De overige klassen raken in verval en gaan ten onder met de
grootindustrie, het proletariaat is er het hoogsteigen product van.
De middenstand, de kleine industrieel, de kleine koopman, de
handwerksman, de boer, zij allen strijden tegen de bourgeoisie om hun
bestaan als middenstand voor ondergang te behoeden. Zij zijn dus niet
revolutionair, maar conservatief. Erger nog, zij zijn reactionair,
zij trachten het rad van de geschiedenis terug te draaien. Zijn ze
revolutionair, dan zijn ze het met het oog op de hun wachtende
overgang naar het proletariaat; dan verdedigen zij niet hun
tegenwoordige, maar hun toekomstige belangen, en verlaten zij hun
eigen standpunt om zich op dat van het proletariaat te stellen.3”
Hoe
wordt door het marxisme à la PVDA “de arbeidersklasse” of
het proletariaat beschouwt?
“2.
De werkende bevolking draagt de toekomst in zich.
...(lees een groter stuk HIER in het bijlage-artikel).....
Arbeiderspartij
worden betekent in de eerste plaats dat die mensen zich thuis voelen
in de partij. (Zie hoofdstuk 4.)
...
Daarom draagt ze de toekomst in zich.4”
Door
de werkers voor te houden “De
arbeiderklasse draag de toekomst in zich”,
moet duidelijk worden gemaakt (op “marxistische” wijze?) “dat
de werkmensen zich thuis zullen voelen in de PVDA”.
Met
de historisch materialistische analyse van Karl Marx zèlf,
wordt de
rol van de klassenstrijd
uitgelegd die moet leiden naar het opnemen van de revolutionaire
rol van de arbeidersklasse
(arbeidersklasse als doodgraver van het kapitalisme, “opgewekt”
door het kapitalisme zelf) wier objectieve
klassebelangen
inhoudt de vernietiging van het kapitalisme.
7.
Historische strekking van de kapitalistische accumulatie
Waarop
komt de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal, dat wil zeggen
de historische oorsprong van het kapitaal, neer? Voor zover de
accumulatie niet de directe verandering van slaven en lijfeigenen in
loonarbeiders, dus een zuivere vormverandering is, betekent zij
slechts de onteigening van de rechtstreekse producent, dat wil zeggen
de opheffing van het op eigen arbeid berustende particuliere
eigendom.
Het
particuliere bezit, als tegenstelling tot maatschappelijk, collectief
bezit, bestaat slechts daar, waar de arbeidsmiddelen en de uiterlijke
voorwaarden van de arbeid aan particulieren toebehoren. Naar gelang
echter deze particulieren arbeiders of niet-arbeiders zijn, heeft ook
het particuliere bezit een ander karakter. Het oneindig aantal
schakeringen, die zich op het eerste gezicht aan ons voordoen,
weerspiegelt slechts de overgangssituaties tussen deze beide
uitersten.Het
particuliere bezit van de arbeider van zijn productiemiddelen vormt
de basis van het kleinbedrijf en het kleinbedrijf is een
noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van de maatschappelijke
productie en voor de ontplooiing van de vrije persoonlijkheid van de
arbeider zelf. Zeker bestaat deze productiewijze ook binnen het kader
van de slavernij, lijfeigenschap en andere verhoudingen van
afhankelijkheid, maar zij komt slechts tot bloei, ontvouwt alleen
maar haar totale energie, verovert pas de bij haar passende klassieke
vorm, indien de arbeiders de particuliere bezitters zijn van de door
hen zelf gehandhaafde arbeidsvoorwaarden, wanneer de boer de eigenaar
is van de akker die hij bewerkt en de ambachtsman de eigenaar is van
het instrument dat hij als een virtuoos bespeelt.
Deze
productiewijze veronderstelt versnippering van de grond en van de
andere productiemiddelen. Zoals de concentratie van de
productiemiddelen, sluit zij ook de coöperatie, de
arbeidsverdeling binnen hetzelfde productieproces, de
maatschappelijke beheersing en regeling van de natuur en de vrije
ontwikkeling van de maatschappelijke productiekrachten uit. Zij is
slechts verenigbaar met de nauwe, van nature gegeven grenzen van de
productie en van de gemeenschap. Haar te willen vereeuwigen komt,
zoals Pecqueur terecht zegt, neer op ‘het voorschrijven van de
algemene middelmatigheid’. In een bepaalde fase van de ontwikkeling
brengt deze productiewijze zelf de materiële middelen voor haar
eigen vernietiging voort. Vanaf dit moment komen krachten en
hartstochten in de schoot der gemeenschap in beweging, die zich door
haar geketend voelen. Zij moet vernietigd worden en zij wordt
vernietigd. Haar vernietiging, de omzetting van individuele en
versnipperde productiemiddelen in maatschappelijk geconcentreerde
productiemiddelen, dus van het dwergachtige bezit van velen in het
reusachtige bezit van weinigen, dus
de onteigening van de grote volksmassa van hun grond, van hun
bestaansmiddelen en hun arbeidsinstrumenten, deze vreselijke en
moeilijke onteigening van de volksmassa vormt de voorgeschiedenis van
het kapitaal. Deze onteigening omvat een reeks gewelddadige methoden,
waarvan wij slechts de meest belangrijke als methoden der
oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal de revue lieten
passeren. Deze onteigening van de directe producenten wordt met een
niets ontziend vandalisme en onder druk van de schandelijkste,
smerigste, kleinste en gemeenste hartstochten voltooid. Het door
eigen arbeid verworven, om zo te zeggen op vergroeiing van de
afzonderlijke, onafhankelijke arbeider met zijn arbeidsvoorwaarden
gebaseerd persoonlijk eigendom, wordt verdrongen door het
kapitalistische persoonlijke eigendom, dat berust op uitbuiting van
vreemde, maar formeel vrije arbeid.Zodra
dit omwentelingsproces de oude maatschappij naar diepte en omvang
voldoende heeft ontwricht, zodra de arbeider proletariër is
geworden en zijn arbeidsvoorwaarden zijn omgezet in kapitaal, zodra
de kapitalistische productiewijze op eigen benen staat, krijgt de
verdere vermaatschappelijking van de arbeid en de verdere omzetting
van de grond en van de andere productiemiddelen in maatschappelijk
uitgebuite, dus gemeenschappelijke productiemiddelen en derhalve de
verdere onteigening van de particuliere bezitters een nieuwe vorm.
Wat
nu nog moet worden onteigend is niet meer de arbeider die voor
zichzelf werkt, maar de kapitalist die vele arbeiders uitbuit.Deze
onteigening voltrekt zich door het spel van de immanente wetten van
de kapitalistische productie zelf, door de centralisatie van de
kapitalen. Een enkele kapitalist vernietigt vele andere kapitalisten.
Tegelijk met deze centralisatie of onteigening van vele kapitalisten
door enkele kapitalisten komt de coöperatieve vorm van het
arbeidsproces op steeds grotere schaal tot ontwikkeling, de bewust
technische toepassing van de wetenschap, de systematische bebouwing
van de grond, de verandering van de arbeidsmiddelen in
arbeidsmiddelen die alleen gemeenschappelijk kunnen worden gebruikt,
de besparing op alle productiemiddelen door hun gebruik als
productiemiddelen van gecombineerde, maatschappelijke arbeid, het
verstrikt raken van alle volkeren in het net van de wereldmarkt en
daarmee het internationale karakter van het kapitalistische regime.
Met
het gestadig afnemend aantal kapitaalmagnaten, dat zich alle
voordelen van dit omwentelingsproces toe-eigent en deze
monopoliseert, neemt de omvang van de ellende, de druk, de knechting,
de ontaarding, de uitbuiting, maar ook de woede van de steeds
groeiende en door het mechanisme van het kapitalistische proces zelf
geschoolde, verenigde en georganiseerde arbeidersklasse toe. Het
kapitaalmonopolie wordt een kluister van de productiewijze, die door
en mét haar tot bloei is gekomen. De centralisatie van de
productiemiddelen en de vermaatschappelijking van de arbeid bereiken
een punt, waarop zij onverenigbaar worden met hun kapitalistisch
omhulsel. Dit omhulsel wordt verbrijzeld. Het laatste uur van het
kapitalistische privaatbezit heeft geslagen. De onteigenaars worden
onteigend.
De
uit de kapitalistische productiewijze voortvloeiende kapitalistische
methode van toe-eigening, dus het kapitalistische particuliere bezit,
is de eerste negatie van het individuele, op eigen arbeid gebaseerde
persoonlijke eigendom. Maar de kapitalistische productie brengt met
de onontkoombaarheid van een natuurproces haar eigen negatie voort.
Het is de negatie van de negatie. Deze herstelt niet weer het
particuliere eigendom, maar wel het individuele eigendom op basis van
de verworvenheden van het kapitalistische tijdperk: de coöperatie
en het gemeenschappelijk bezit van de grond en van de door de arbeid
zelf geproduceerde productiemiddelen.
De
verandering van het op eigen arbeid der individuen berustende,
versnipperde persoonlijke eigendom in kapitalistische eigendom is
natuurlijk een proces, dat veel langduriger, harder en moeilijker is
dan de verandering van het in feite reeds op maatschappelijke
productie gebaseerde kapitalistische eigendom in maatschappelijke
eigendom. In het eerste geval ging het om de onteigening van de
volksmassa door enkele usurpatoren, in het tweede geval gaat het om
de onteigening van enkele usurpatoren door de volksmassa.5”6
Ofwel
in het Communistisch Manifest (zoals het in bovenstaande text als
voetnoot door Marx werd toegevoegd):
‘De
vooruitgang van de industrie, waarvan de bourgeoisie de willoze en
weerloze draagster is, brengt in plaats van de isolering van de
arbeiders door de concurrentie hun
revolutionaire vereniging door de associatie. Met de ontwikkeling van
de grootindustrie wordt dus de basis, waarop de bourgeoisie
produceert en zich de producten toe-eigent, onder haar voeten
weggetrokken. Vóór alles produceert zij dus haar eigen
doodgravers. Haar ondergang en de overwinning van het proletariaat
zijn dus even onvermijdelijk... Van alle klassen, die vandaag
tegenover de bourgeoisie staan, is alleen het proletariaat een
werkelijk revolutionaire klasse.
De overige klassen teren weg en gaan met de grootindustrie ten onder,
het proletariaat is haar meest kenmerkende product... De
middenstanden, de kleine industrieel, de kleine koopman, de
handwerksman, de boer — zij allen bestrijden de bourgeoisie om hun
bestaan als middenstand te vrijwaren voor ondergang... zij zijn
reactionair, zij trachten het rad van de geschiedenis terug te
draaien.’7
Het
“marxisme”à la PVDA” over “het socialisme à la
PVDA”
3.
Een samenleving zonder uitbuiting (...)
Wij
willen het sociale bezit van de grote productiemiddelen. Dat betekent
dat de grote bedrijven, landerijen, agrobusiness, communicatie- en
transportmiddelen in gemeenschappelijk bezit worden gebracht.Wij
willen een geplande economie in dienst van de gemeenschap en van de
mens en in evenwicht met de natuur. Het sociale bezit van de grote
productiemiddelen verenigt de verschillende bedrijven voor een
gezamenlijk doel. Het heft de anarchie in de productie op. Een
planmatige verdeling van de productiemiddelen en arbeidskrachten
wordt mogelijk. De planning komt tot stand door de actieve,
participatieve inspraak van de hele werkende bevolking. Ze betreft de
essentiële kwesties en laat zoveel mogelijk decentralisatie,
autonomie en persoonlijk
initiatief
en creativiteit toe. 8
Dit
zijn algemene intenties, algemene principes die men laat volgen uit
zeer algemene bepalingen van wat met zegt “marxisme” te zijn.
Deze
algemene intenties kunnen en mogen een concreet fundamenteel
programma en strategie niet vervangen.
Hoe
gaat met in België door op één of andere manier
(via meerderheid in parlement?) het socialisme en socialistische
planeconomie invoeren. Kan door het “sociale bezit” in te voeren
in de “agrobusiness” en de “landerijen” in een socialistische
planeconomie genoeg voeding produceren voor de bevolking. De
voedselproductie wordt beheerst door multinationals die
grensoverschrijdend de grondstof productie en -stromen controleren.
De “agrobusiness” in België zijn maar vestigingen van
multinationals. Vergelijkbaar kan men de “energie-sector”
bekijken, waar de verschillende energie-netwerken van België
gewoon een onderdeel zijn van grensoverschrijdende Europese
netwerken. De verschillende energie-monopolies “leveren” aan dit
netwerk ook op een grensoverschrijdende wijze.
Door
in België op één of andere manier (hierover is de
PVDA onduidelijk) “het sociale bezit” in te voeren van de grote
productiemiddelen, kan dit “socialisme” relatief makkelijk
geboycott worden door de buitenlandse delen van “de
productiemiddelen” in België. (wat betreft af en aanvoer van
grondstoffen, tussenproducten e.d.). Het socialisme à la PVDA,
zal makkelijk uitgehongerd en drooggelegd worden..... zeker als er
geen revolutionair geweld aan te pas mag komen!
Het
marxisme à la PVDA over “de” staat in het algemeen, over
“democratie” en over “de socialistische staat”
“3.2.
Staatkundig-politiek“Als
de vrijheid van ondernemen botst met de vrijheid van leven, welke
vrijheid moeten we dan beperken?” Dat stond in het tijdschrift The
Lancet naar aanleiding van de woekerprijzen van grote bedrijven voor
geneesmiddelen tegen kanker. Het hele bestel is opgebouwd om “de
vrijheid van de maximale winst” te beschermen. (....) De werkende
klasse kan wel gaan stemmen maar heeft toch niets wezenlijks te
zeggen over het werk in de bedrijven, over het leven in de wijken,
over de organisatie van het onderwijs, over de zorg voor de ouderen,
over de gezondheidszorg.
De
staat houdt het leven van iedereen in het oog. (....) En die staat
houdt juridische en politionele krachten achter de hand om zonodig
opstandige bewegingen te onderdrukken en neer te slaan.
Er
is een heel andere, veel rijkere, visie op het begrip democratie. Een
visie die ook een andere staat veronderstelt. Democratie betekent
toch: deelname van het volk, het volk aan de macht? Dat betekent dat
de werkende mensen inspraak hebben over de essentiële zaken in
de organisatie van de maatschappij. Op alle niveaus: de wijk, het
bedrijf, de provincie en het land.Dat
betekent ook inspraak in de planning van de economie, in de
organisatie van het onderwijs, van de wetenschap en de techniek.
Dat
betekent ook dat er een nieuw gerechtelijk apparaat en een nieuwe
ordehandhaving komen die democratisch zijn. Dat de verkozenen aan een
gewoon loon werken, verantwoording moeten afleggen en afzetbaar zijn.
En het betekent ook dat de socialistische staat het recht heeft zich
te verdedigen tegen agressie en ondermijning. Kortom, het betekent
dat de politieke macht wordt uitgeoefend door de werkende mensen. Wij
spreken van een socialistische, participatieve democratie en van een
socialistische staat.9
Dit
heeft net zo min iets met marxisme te maken als wat Kautsky en
Vandervelde schreven over de staat (onder het kapitalisme) en over de
socialistische staat. Lenin (Volgens
de PVDA legde o.a Lenin de basis van het marxisme,
dat de PVDA zegt aan te hangen....) schreef over hun “marxisme”
(en wat zonder tegenspraak volgens mij ook “het marxisme à
la PVDA” typeert):
“Beiden
verminken grondig zowel Marx 'leer over de staat, als zijn leer over
de dictatuur van het proletariaat;
Vandervelde houdt zich meer bezig met het eerste onderwerp, Kautsky
meer met het tweede. Beide
verdoezelen het zeer nauwe en onlosmakelijke verband dat bestaat
tussen de twee onderwerpen. Beide zijn revolutionairen en marxisten
in woorden, maar afvalligen in de praktijk, die alles in het werk
stellen zich
te distantiëren
van de revolutie.
Bij geen van hen is ook maar iets te vinden van wat de werken van
Marx en Engels doordrongen is, en die
het echte socialisme onderscheidt van de burgerlijke karikatuur
ervan,
namelijk, de opheldering van de taken van de revolutie in
tegenstelling tot die van de hervorming, het verhelderen van de
revolutionaire tactiek in tegenstelling tot de reformistische
tactiek, het verhelderen van de rol van het proletariaat in de
afschaffing
van het systeem, de orde of de regeling van loon-slavernij in
tegenstelling tot de rol van het proletariaat van de "Grote"
Mogendheden, dat van de bourgeoisie een deeltje van haar
imperialistische superwinsten en extrabuit toegestopt krijgt (...)De
Kautsky's en Vanderveldes zeggen niets over het feit dat de
overgangsfase tussen de staat als een orgaan van de heerschappij van
de kapitalistische klasse en de staat als een orgaan van de
heerschappij van het proletariaat juist de revolutie
is,
en die bestaat in het
omverwerpen van
de bourgeoisie en in het
breken,
stukslaan van het staatsapparaat van
de burgerij.Kautsky
en Vanderveldes verhullen dat de dictatuur van de bourgeoisie moet
worden vervangen door de dictatuur van een
klasse, het proletariaat, en dat de "overgangsfasen" van de
revolutie
zal
worden gevolgd door de "overgangsfasen" van het geleidelijk
afsterven van de proletarische staat.
Daarin
ligt hun politieke afvalligheid.
Daarin,
theoretisch, filosofisch, ligt hun
vervanging van door eclecticisme en drogredenen van de dialectiek. De
dialectiek is concreet en revolutionair; zij maakt onderscheid
tussen de "overgang" van de dictatuur van de ene klasse
naar de dictatuur van een ander en "overgang" van de
democratische proletarische staat naar de niet-staat ("het
afsterven van de staat '). Om de bourgeoisie te behagen, vervagen het
eclecticisme en drogredenen van Kautsky en Vanderveldes al wat
concreet en nauwkeurig is in de klassenstrijd, door het
binnensmokkelen van het algemene begrip van de "overgang",
waarachter men het verloochenen van de revolutie kan verbergen (en
waarachter negen
tienden
van de officiële sociaal-democraten
van
onze tijd deze verloochening verbergen)!”10
Uit
de formuleringen in het voordien aangehaalde document van het 8e
congres in 2008 blijkt geen “revolutie”, maar eerder een
langdurig evolutionair proces dat “uiteindelijk” zal uitmonden in
“socialisme”.
Het
is de opvatting van de PVDA van het 8ste congres over “dialectisch
materialisme” die leidt naar historisch idealisme
eerder dan historisch materialisme.
De “analyse” gaat uit van een maatschappijbeeld en een verloop
van de geschiedenis zoals dat in hun hoofd zit (de idee,
daarom idealisme
en géén materialisme)
of zoals zij
willen dat het beeld in de hoofden bij de massa's is.
Dit is een door
burgerlijke ideologie geleidde
misleiding en bedrog.
De
rol van de klassenstrijd, de rol van de strategie ontwikkeld door de
communistische partij, het socialisme volgens “het marxisme à
la PVDA”
“....
(lees HIER een groter stuk tekst)
Onze
partij zal in de komende jaren vooral actief zijn op vijf terreinen:
sociale vooruitgang, democratische rechten, internationale
solidariteit, vrede en bescherming van het milieu. Op geen van deze
terreinen zijn de verworvenheden duurzaam zolang de kapitalistische
monopolies de macht hebben. Maar de verschillende terreinen waarop
mensen in beweging zijn, zullen uiteindelijk samenvloeien in een
grotere beweging voor maatschappelijke verandering.
....Onze
partij echter zoekt naar ordewoorden voor de beweging die het
bewustzijn optrekken. Ze stelt organisatievormen voor die de
slagkracht vergroten, en lanceert actievoorstellen die zoveel
mogelijk mensen bij de beweging betrekken.Want
de wereld van morgen, het socialisme, komt niet uit de lucht
gevallen.
.... We
spreken dan van een maatschappelijke omwenteling, van een
socialistische revolutie.
We
zijn vandaag in Europa nog ver van die situatie verwijderd. ....
De
tijd is rijp in grote crisissen: ...
Niet
alleen moet de tijd rijp zijn, de werkende klasse moet ook voorbereid
zijn.
.... En
ze moet voldoende bewust zijn.
Om zo een overgang naar het socialisme te kunnen realiseren. De
rijpheid van de werkende klasse en de kracht van de massa-actie
hangen
voor een groot deel af van de capaciteiten van de voortrekkers, met
name van die van de communistische partij.
... 11
De
praktijk
van deze “marxistische analyse à la PVDA” over de
opvatting van klassenstrijd en “het gebruik ervan”:
Naar
aanleiding van het verkiezings-programmapunt “verlaging van btw op
energie tot 6%” van zowel Vlaams Belang als PVDA schreef ik een
artikel “Populisme:
een taktiek van zowel reformisten als fascisten”
Ik stuurde dit per mail naar door mij gekende partij-kaders. Van één
– ik zal hem hier even “Pol” noemen, het gaat om een door mij
goed gekende partij-militant van het eerste uur - kreeg ik volgend
antwoord:
Dag
Nico,
Een
korte reactie.Ik
heb je tekst gelezen. Uw samenvatting van het echte energiestandpunt
van het VB vindt ik zeer interessant.De
eis van btw naar 6 % heeft inderdaad als doelstelling de lanceerders
ervan "populair" te maken. Maar meer dan dat.De
eis van btw naar 6 % heeft waarde op zich, zeker als men waakt
over de financiering: de monopolies (in dit geval van Electrabel)
hiervoor doen betalen.-
hij is zeer gemakkelijk verstaanbaar, ondersteunbaar.-
hij biedt een (eerste en inderdaad beperkte oplossing) aan het
koopkracht probleem en de toenemende armoede (de laagste inkomens
gebruiken in verhouding tot hun inkomen meer energie.
-
biedt de mogelijkheid om daarvoor een concreet breed front te vormen
en die zaak te WINNEN.
Want
als de werkmensen en ook wij als kommunisten, als PVDA één
zaak nodig hebben, dan is het een overwinning, die moed geeft.
De
moed, dat men het fatalisme van de VRIJE MARKT NIET MOET AANVAARDEN.Dan
kan het
niet akkoord zijn
met het "neo-liberaal beleid van Europa" , dat meer en meer
veld wint omgezet
wordt in collectief verzet ertegen
(want daar zit mi een groot probleem)*
Verder,
natuurlijk om zoiets te winnen is een eenheidsfront nodig, met de
vakbonden en met allerlei reformisten.Is
dat gevaarlijk? Jazeker, er is het gevaar dat men afzakt tot op het
niveau van dat front. Daar zijn verschillende histrorische
voorbeelden van. Besluiten, dat men dat dan beter niet zo doen en
zich niet voor konkrete (reformistische) eisen zou moeten
engageren is kiezen voor isolement en marginaliteit.Want
de kommunisten hun ideen over het socialisme, over de
onteigening van het grootkapitaal ooit willen laten volgen, of
beter samen met brede lagen van de bevolking de strijd hierrond
aangaan zullen ze moeten uitgroeien tot een massapartij en
uit de marginaliteit treden.Daarom zijn
zeer toegankelijke strijdpunten absoluut noodzakelijk.Dat
gaat helpen om stemmen te winnen in de verkiezingen, oh ja. Daar is
zelfs geen schande aan. Dat is gewoon nodig (minstens vanuit het
oogpunt van duizenden sympathisanten en vrienden van de Partij). Als
het alleen meer stemmen zou zijn en niet gericht zou zijn om de PVDA
organisatorisch in te planten, dan is er wel een probleem, maar ge
kunt zelf zien aan het stijgend ledenaantal daaraan gewerkt
wordt (en waarschijnlijk nog altijd onvoldoende).Ik wil
dit dus zeker geen populisme noemen ( Je kent de wetenschappelijke
betekenis van het woord).Wel
het formuleren van een juiste, populaire eis. En dat was echt nodig.Ik
hoop dat we elkaar bij de verdediging ervan zeker kunnen vinden.mvg,
P.....
P.....
Dus
de rol van de klassenstrijd en de arbeidersklasse bestaat eruit dat
ze een
bepaalde zeer beperkte hervorming
zich als
onderwerp en doel van de klassestrijd
maakt?.....Een tot waar mag die klassenstrijd dan gaan: algemene
staking, of “vrijdagstakingen”, of een “(energie)sector-staking
al dan niet verbonden met betogingen of andere protestactie van
“energie-gebruikers” (of “weigeren tot betaling” of zo)? ....
Maar zeker geen vorm van “geweld” (ook niet als verdediging tegen
het burgerlijk staatsgeweld?) want dat is “extremisme
dat de PVDA afwijst12”.
En
wat is”winnen”
in de ogen van deze PVDA-militant? Een staking voor 6% btw
.....totdat (=“tot de finish”?) die dan tot 6% verlaagd zal zijn?
Uit
de bovenstaande reactie van de PVDA-militant blijkt een enorm gemis
aan historisch materialistisch inzicht van hoe klassenstrijd zich
ontwikkeld,
en hoe het proletariaat (en haar communistische partij) bepaalde
behaalde resultaten al dan niet als “overwinningen” kan
beschouwen.
En
eigenlijk blijkt dat de militant “Pol” - zoals veel, zeg maar
ALLE “oude” militanten die nu nog IN de PVDA zitten - geen kennis
(meer) heeft van de analyses, ooit goedgekeurd door een meerderheid
van afgevaardigden op
voorgaande congressen
– hier specifiek het 5de
congres in 1995)
Want,
ofwel is het marxisme dat op het vijfde
congres in 1995
is toegepast (en dat Lenin toepast in het onderstaand aangehaalde
citaat) dan géén marxisme..... ofwel is het marxisme
van het
8e congres in 2008
en dat de partij-militant “Pol” hierboven toepast, géén
marxisme? ....Nu wordt het boek “Partij
Van De Revolutie”
(het boek dat de congresdokumenten
van het 5de congres van 1995
bevat), nog
steeds “aanbevolen” door de PVDA van nà het 8e congres.
Het is zelfs speciaal herdrukt en te koop aangeboden!.....Maar
blijkbaar wordt het niet echt bestudeerd, gezien de inhoud van de
reactie van “Pol” (hierboven) op mijn artikel. (in feite moet men
het citaat van Lenin beschouwen als, standpunt ingenomen door de
PVDA, een citaat kan iets illustreren maar kan niet de vooraf
ingenomen standpunt “bewijzen”)
“Hoofdstuk
3. Vier assen om de Partij te rectificeren
1.
De verantwoordelijkheidszin van de kaders verhogen1.1.De
verandwoordelijkheid van de hoogste kaders
Waaruit
bestaat de verantwoordelijkheid van de hoogste kaders?
Het
is fundamenteel dat men een vastberaden klassepositie verwerft, dat
men de weg van de socialistische revolutie verdedigt en het
burgerlijk reformisme bekampt.
Lenin
zegt: "Het proletariaat strijdt en zal verder blijven strijden
om de vroegere macht te vernietigen. Heel zijn propaganda, zijn
agitatie, zijn organisatie en zijn mobilisatiemachine zijn daarop
gericht. Als het er niet in slaagt de macht volledig te vernietigen,
zal het op zijn minst een gedeeltelijke vernietiging beogen, maar het
zal dergelijke partiële actie nooit positief voorstellen om de
steun van het volk te vragen. Men steunt effectief een daadwerkelijke
strijd van hen die het maximum proberen te bereiken (en die in geval
van mislukking het minimum bereiken). Maar
men steunt geen opportunisten die al op de doelstellingen
afknibbelen, nog
voor
de
strijd
is
begonnen.13”
“De revolutionaire klassenstrijd is de echte motor van de
geschiedenis. De hervormingen zijn een nevenresultaat van de strijd
en drukken slechts mislukte pogingen uit om deze strijd te
verzwakken, minder scherp te maken.
(...) De eerste doctrine is materialistisch, de tweede idealistisch.
De eerste is revolutionair, de tweede reformistisch. De eerste vormt
de basis voor de tactiek van het proletariaat in de kapitalistische
landen, de tweede voor de tactiek van de burgerij. (...) Uit de
eerste visie volgt de revolutionaire, autonome tactiek van de
voorhoedeklasse. In geen enkel geval kunnen we onze taken beperken
tot steun aan de meest verspreide ordewoorden van de
hervormingsgezinde burgerij. We voeren een onafhankelijke politiek en
stellen slechts ordewoorden voor die hervormingen nastreven die
onbetwistbaar
de belangen van de revolutionaire strijd dienen en die onbetwistbaar
de onafhankelijkheid, het bewustzijn en de strijdbaarheid van het
proletariaat verhogen. Alleen deze tactiek laat ons toe de
hervormingen te neutraliseren
die van boven komen, zij zijn altijd dubbelzinnig, altijd
schijnheilig en steeds vol valstrikken van burgerij en politie. (...)
In
de praktijk
is het juist door deze revolutionaire, onafhankelijke, massale en
verbeten klassenstrijd dat hervormingen worden afgedwongen. (...)
Door onze ordewoorden te vermengen met deze van de hervormingsgezinde
burgerij, verzwakken
we de revolutionaire zaak, en
bijgevolg
ook
die
van
de
hervormingen,
want we verminderen zo de onafhankelijkheid, de onverzettelijkheid en
de kracht van de revolutionaire krachten.14”
(…)Vanuit
het standpunt van het proletariaat is de socialistische revolutie een
objectieve noodzaak en duwt heel de historische evolutie in die
richting.Vanuit
het standpunt van de burgerij is de socialistische revolutie een
schadelijke, zelfs misdadige utopie.(…)
Zijn
taken op een laag niveau vastleggen betekent: aanvaarden dat de hoge
taken van de revolutie niet worden gerealiseerd, zich op voorhand
reeds instellen op de mislukking van de revolutionaire strijd en zich
neerleggen bij het behoud van het kapitalisme. Wie de klassenstrijd
met dergelijke ideologie "leidt", zal de arbeidersklasse
altijd naar de capitulatie en de nederlaag leiden.
De
opportunisten geloven niet dat de hoogste taken van de revolutie
"realiseerbaar" zijn. Zij spreken erover voor de vorm, maar
de revolutie is niet in hun concrete handelingen aanwezig. Volgens
hen zal het niet mogelijk zijn de hoogste taken te verwezenlijken,
men moet zich houden aan wat vandaag mogelijk is. En wat mogelijk is,
is wat reeds gebeurt, hetgeen waarvoor de arbeiders nu vechten. De
huidige strijd, de huidige beweging, het huidige werk is alles; het
uiteindelijke doel, de socialistische revolutie, is niets, is niet te
verwezenlijken, bepaalt noch oriënteert het huidige werk.15”
In
de uitleg die Lenin geeft over Marx, Engels en het marxisme geeft
blijkt een totaal andere visie op propaganda bij momenten van
klassenstrijd dan “Pol” in zijn reactie aangeeft:
“Op
elke trap van ontwikkeling, op elk moment moet de tactiek van het
proletariaat rekening houden met deze objectief onvermijdelijke
dialectiek van de menselijke geschiedenis, doordat ze aan de ene kant
van de tijdperken van politieke stagnatie of van zich in slakkegang
voortbewegende zogenaamde 'vreedzame' ontwikkeling gebruik maakt om
het bewustzijn, de kracht en de strijdvaardigheid van de
vooraanstaande klasse te ontwikkelen, en doordat ze aan de andere
kant heel deze activiteit richt op het 'einddoel' van de beweging der
desbetreffende klasse en haar erop instelt, deze klasse in staat te
stellen de grote taken in de grote dagen 'waarin twintig jaar zijn
samengevat' praktisch op te lossen.16”
Propaganda,
discussie en mobilisatie voor revolutie wordt vervangen door
(verkiezings-)propaganda en (verkiezings-)mobilisatie voor
hervormingen
Nu
zij die zich “trotskisten”
noemen (de SAP in Vlaanderen en de LSP in Wallonië) de PVDA (of
toch de PVDA+.....) bejubelen en op de verkiezingslijsten mogen en
willen komen van de PVDA (+)/PTB(+) - “Pol” sprak van
“Eenheidsfront
met allerlei reformisten”...-
is het misschien wel eens leuk om volgens citaat te lezen van Lenin,
waarin hij stelling neemt tegenover politieke stellingnames zoals de
PVDA tegenwoordig inneemt (stellingnames, die de PVDA als
“marxistisch” zijnde verslijt ..... en die Lenin als
“kleinburgerlijk-trotskistisch” verslijt):
“De
kleinburger neemt genoegen met de onbetwistbare, onaanvechtbare en
nietszeggende waarheid, dat men niet van te voren kan weten of er een
revolutie zal komen of niet. De marxist neemt daarmee geen genoegen
en zegt: onze propaganda en de propaganda van alle
sociaal-democratische arbeiders is een van de factoren, die bepalen
of er revolutie zal komen of niet. Honderdduizenden deelnemers aan
politieke stakingen, de meest bewuste elementen van de verschillende
legereenheden vragen ons, onze partij, welke weg ze moeten inslaan,
uit naam waarvan ze moeten opstaan, waarheen zij moeten streven, of
de beginnende opleving voortgestuwd moet worden naar de revolutie of
dat ze gericht moet worden op de strijd voor hervormingen.De
revolutionaire sociaal-democratie heeft het antwoord op deze vragen
gegeven, die vrij wat interessanter en belangrijker zijn dan het
kleinburgerlijk-trotskistisch “neuspeuteren”: zal er revolutie
komen of niet, wie kan het weten?Ons
antwoord is het volgende: kritiek op de utopische aard van
constitutionele hervormingen, opklaring over het uitzichtloze van
verwachtingen, die men daarvan koestert, het op alle mogelijke
manieren en zo sterk mogelijk bevorderen van de revolutionaire
opleving en het daartoe gebruik maken van de verkiezingscampagnes.
Of er revolutie kot of niet hangt niet alleen van ons af. Wij zullen
echter het onze doen en dat zal nooit meer ongedaan gemaakt kunnen
worden. Dit zal ertoe bijdragen, dat het zaad van het democratisme en
van de proletarische zelfstandigheid diep in de massa's wordt
gestrooid, en dit zaad zal absoluut opkomen,of het nu morgen in de
democratische of overmorgen in de socialistische revolutie is.Diegenen
daarentegen, die de massa's hun smakeloze,
intellectuele boendistisch-trotskistische scepsis prediken: 'of er
revolutie zal komen of niet, is niet bekend, op de “dagorde”
staan hervormingen'
- deze lieden demoraliseren vandaag al de massa's en prediken de
massa's liberale utopieën.17”
In
plaats van “Kautsky” kan men een gemiddelde kader van de PVDA/PTB
denken in het citaat van Lenin waarin hij fulmineert tegen het
pseudo-marxisme:
“Kautsky
redeneert als een typische kleinburgerlijke filister of als een
achterlijke boer: is ‘algemeen Europese revolutie’ uitgebroken of
niet?
Is ze uitgebroken, dan is ook hij bereid revolutionair te worden!
Maar dan, in het voorbijgaan gezegd, zal alle mogelijke gespuis,
evenals de schoften, die zich zo nu en dan aan de zegevierende
bolsjewieken willen opdringen, zich revolutionair gaan verklaren!Is
de revolutie evenwel nog niet uitgebroken, dan draait Kautsky haar de
rug toe!
Bij Kautsky is geen schijn of schaduw van een begrijpen van de
waarheid, dat een
revolutionaire marxist zich juist van de filisters en de kleinburgers
hierin onderscheidt, dat hij het verstaat, aan de achterlijke massa’s
de noodzakelijkheid van de rijpende revolutie te prediken, de
onvermijdelijkheid ervan te bewijzen, het voordeel daarvan voor het
volk te verklaren en het proletariaat en de gehele arbeidende en
uitgebuite massa daarop voor te bereiden.”18
Burgerlijke
visie op socialisme en marxisme bepalen partijbeginsel, niet gericht
op mobilisatie en organisatie voor revolutie
“5.
Een eigentijdse communistische partij
De
PVDA is geen klassieke of traditionele partij. Wij schrijven ons in
in een partijconcept van “het nieuwe type”. Kenmerkend hiervoor
zijn ons doel, onze analyse, onze taken en onze werkingsprincipes.
Het
doel. De
partij verzamelt iedereen die streeft naar een socialistische
samenleving.
Een maatschappij zonder uitbuiting van de mens door de mens. We
organiseren ons om dat historische doel te bereiken.De
analyse. De
partij stelt ons in staat strategische analyses te maken, gebaseerd
op een marxistische wereldvisie, en die creatief toe te passen op de
situatie in ons land.
...(lees HIER in bijlage een groter stuk tekst).19”
Het
is de (burgerlijke) visie op socialisme: “geen
revolutie maar langdurige evolutie”....
die uiteindelijk het partijbeginsel bepaald. Daarbij blijven de mooie
(geformuleerde) principes die hierboven staan, dode letter doordat
men uitgaat van een burgerlijke
visie over wat marxisme zou zijn.
Er
zijn eerst na
2001
(het
7de congres
waar statutair het principe van raadgevend lid is ingevoerd)
honderden nieuwe (raadgevende) leden toegetreden. Die realiseerden
dan een overgrote “meerderheid” die konden “kiezen” in 2004
voor het programma van hervormingen dat het programma van de PVDA
sinds 2004 is geworden (hetgeen dan op het 8ste
congres in 2008
dan nog eens bevestigd is) U kunt dit lezen in mijn document “De
PVDA: hervorming eerst, niet het socialisme”.
In
dit programma dat u op de
website van de PVDA hier kunt lezen,
is van revolutie en socialisme in feite geen sprake meer.......
“Internationalisme”(“Solidariteit”
met klassenstrijd ver weg) als alibi voor het ontkennen van de EIGEN
anti-imperialistische opdracht
“6.
Een internationalistische partij
Van
toen de marxistische theorie in de arbeidersbeweging opgang maakte,
was het internationalisme een wezenlijk element van de beweging.
“Arbeiders aller landen, verenig u”, werd het motto ervan. De
eenheid van de wereld van de arbeid, tegenover de gemeenschappelijke
belangen van de wereld van het kapitaal, kreeg de naam proletarisch
internationalisme.Vandaag
denkt en handelt de wereld van het kapitaal meer dan ooit
internationaal. Ze vecht voor de controle over de wereldmarkten en
grondstoffen. Siemens heeft, zonder de onderaannemingen, 426.000
werknemers in dienst in 78 verschillende landen. Nooit hebben zo
weinig grote aandeelhouders de controle gehad over de arbeidsvrucht
van zoveel werkende mensen uit zoveel verschillende landen.
De
arbeidersklasse kan maar slagen als een internationale verenigde
kracht. De internationale eenheid van de arbeiders is belangrijker
dan de nationale eenheid. Het komt eropaan dat ook praktisch te
realiseren. Internationalisme is een houding tegenover de wereld. Wij
willen die houding vertalen in de oriëntaties en in de
praktische initiatieven van de partij.
De
partij maakt deel uit van de internationale communistische
beweging.20”
Lenin
ziet als echt “internationalisme” het opnemen van de taak zélf
het doorvoeren van de revolutie en het imperialisme in de eigen regio
of land bestrijden:
“De
imperialistische oorlog houdt niet op imperialistisch te zijn, omdat
charlatans en fraseurs of kleinburgers en filisters een sentimentele
‘leuze’ verkondigen, maar eerst dan, wanneer de klasse, die de
imperialistische oorlog voert en daaraan met talloze economische
draden (en ook met kabels) is verbonden, in feite omvergeworpen
blijkt te zijn en in haar plaats de werkelijk revolutionaire klasse,
het proletariaat, de macht heeft verkregen. Het is op geen andere
wijze mogelijk aan de imperialistische oorlog en evenmin aan een
imperialistische rovers-vrede te ontkomen.(...)
Het
proletariaat strijdt voor het ten val brengen van de imperialistische
bourgeoisie door de revolutie; de kleine burgerij strijdt voor de
‘vervolmaking’ van het imperialisme door middel van hervormingen;
ze past zich daarbij aan, door er zich aan te onderwerpen. (...)”21
De
zelfopgenomen opdracht: de in essentie burgerlijke wereldopvatting en
ideologie verkopen als “marxisme” en “socialisme”
“7.
Uitvoeringsbesluiten
Het
Achtste Congres geeft de nieuwe Nationale Raad, en de gehele partij,
de opdracht om:
1.
In
de komende periode een bijzondere aandacht te besteden aan een
ruimere verspreiding van onze socialistische maatschappijvisie.
(...)
...(lees HIER in bijlage een groter stuk) (...)Het
kapitalistische stelsel heeft, in Europa, meer dan 200 jaar – en
bijzonder veel geweld – nodig gehad om zich te realiseren. Het
socialisme zal ook tijd nodig hebben. Voor de opbouw van een nieuwe
samenleving bestaan geen kant en klare recepten. Het is een lang
historisch proces, met vallen en opstaan. Met mooie realisaties, maar
ook met ernstige fouten.22”
Weer
geen revoluties maar langdurige evoluties, elke dialectiek is
verdwenen..... de burgerlijke kaders van de PVDA zien het als hun
opdracht al degenen die het marxisme ontdekken en die het communisme
ontdekken als (wellicht – want bestudering zal dit uitwijzen)
alternatief voor kapitalisme en de kapitalistische uitbuiting, te
recupereren via haar (burgerlijke) “toepassing” van het marxisme
en de (voor de burgerij en het voortbestaan van het kapitalisme niet
bedreigende) maatschappij vorm, “socialisme”.
Hoewel
het lijkt (voor degenen die het marxisme -en de communistische
ideologie - nog maar pas ontdekken) alsof ze hier alle antwoorden
gaan krijgen voor hun pril revolutionair engagement, is het zo dat
het revisionisme dezelfde anticommunistische en antirevolutionaire
ideologie propageren, alleen wordt dit gedaan in een
marxistisch-klinkende fraseologie. Waar wordt beleden dat men marxist
is en dus historisch-materialistisch analyseert blijkt dat er
metafysica
en idealisme
wordt gehanteerd en de gebruikelijke burgerlijke
geschiedenis-vervalsing formuleert in marxistisch-klinkende frases.
De
revisionisten vervullen hun burgerlijke opdracht: alle revolutionaire
energie recupereren, om het voortbestaan van het kapitalisme te
beschermen en een “onteigening van de onteigenaars” te voorkomen.
Echte revolutionairen moeten worden neergehaald, echte revolutionaire
verwezenlijkingen zwartgemaakt. Nu toonde Ludo
Martens (tot 1995 EFFECTIEF, maar tot 2008 slechts in naam voorzitter
van de PVDA)
de overeenkomsten
aan, tussen
het anticommunisme van de burgerij
en het
OBJECTIEF anticommunisme
van de zichzelf (dus SUBJECTIEF) als communistisch bestempelende
revisionisten
aan, in de gelijkwaardige “analyse” die
beiden maken van Stalin
(lees dit in pdf in “Another
view on Stalin”-
of hier
te bestellen in 't Nederlands als “Een andere kijk op Stalin”).
Dus als Peter Mertens zich manifest (SUBJECTIEF) “anti-stalinistisch”
opstelt.....is hij OBJECTIEF “anti-communist”.
Ik
wil ik dit zelfde aantonen wat de “analyse” betreft die van Mao
Zedong gemaakt wordt (met als voorbeeld de “Grote
Sprong Voorwaarts”)
door zowel de fascisten, de burgerlijke geheime diensten, de
burgerlijke ideologische apparaten (“geschiedenis”-boeken en
media)...alsook
door de zich als “echte communisten” voordoende revisionisten.
Dit zal ik doen in een volgend artikel.....
Studie
en praktijk van het toepassen van het marxisme of van het
pseudo-marxisme
“Twee
gevaren dreigen in de houding tegenover de marxistische theorie.
Inzicht
vergt studie. Het marxisme kennen en begrijpen gebeurt niet spontaan.
Studie moet grondig gebeuren, en niet oppervlakkig. Het eerste gevaar
schuilt in de onderschatting van de studie of van het belang van de
theorie. Sommigen
hebben de neiging meteen over praktische besluiten te spreken, en de
analyse en inhoudelijke discussie over te slaan.
Dat is fout. De theorie is belangrijk voor het vastleggen van de
principes, van de strategie en van politiek en tactiek. Alleen door
een correcte analyse zijn we – in de verschillende omstandigheden –
in staat de juiste ordewoorden, de juiste organisatievormen en de
juiste actievoorstellen te promoten. Anderen
hebben de neiging alleen de theoretische en analytische discussie te
voeren, zonder ze om te zetten in een politieke en tactische
oriëntatie naar de praktijk.
Dat is het tweede gevaar: de loskoppeling van de studie en de
praktijk. De studie dient om de praktijk te verbeteren. En de
praktijk zal nieuwe problemen stellen, die nieuwe antwoorden vragen.
Het marxisme is een levende wetenschap. Ze is voortdurend in
beweging. Het is geen verzameling van een aantal formules. Het is
geen kookboek: zoveel gram van dit en zoveel gram van dat. Het komt
eropaan de theorie in de vingers te hebben en ze creatief weten toe
te passen in de actuele situatie. Zo wordt een theorie ook rijker en
veelzijdiger. Dat geldt voor elke wetenschappelijke discipline: de
praktijk, met heel veel trial-and-errors, doet haar vooruitgaan. Wie
dat vergeet, vervalt in verstarring en dogmatisme.23”
Maar
als “studie” inhoud een soort “bijbelstudie” is, waarbij men
een encyclopedische kennis opbouwt van de werken van Marx, Engels en
Lenin enzo voor iedere politiek statement of analyse van een
bepaalde situatie men een overeenkomstig CITAAT weet aan te halen,
het uit zijn context rukt, om dan de op voorhand ingenomen
standpunten te bewijzen”. Dit is dogmatism,
géén toepassing van marxisme.
En
dan “de
studie dient om de praktijk te verbeteren”.
Welke “praktijk”? Het opstellen van een stemmenwinnend
verkiezingsprogramma of een concrete analyse om ingeplant in de
arbeidersklasse en deelnemend aan haar klassenstrijd de juiste
discussies te kunnen voeren om het bewustzijn van de mede-arbeiders
te verhogen en hun organisatiekracht te versterken in de richting van
het opnemen van haar historische taak, het revolutionair omverwerpen
van het kapitalisme en de communistische maatschappij te vestigen?
In
feite bestaat er één
groot gevaar in het correct toepassen van het marxisme(en
de bewuste keuzen hierbij :het vertrekken van een echt proletarisch
klassestandpunt.....of niet): het
revisionisme
(=het
formuleren van een burgerlijke lijn in marxistisch-klinkende frases:
bewust gebruik makend van opportunistische opvattingen (bv
dogmatisme) over het toepassen van het marxisme)
Lenin, één van de grondleggers van het marxisme
analyseerde, weerlegde en waarschuwde voor een
concreet geval van revisionisme
in zijn tijd: het
kautskyanisme
(genoemd naar haar ideoloog Karl Kautsky):
“Kautsky,
de grootste autoriteit van de IIde Internationale, is er op de meest
typerende en duidelijke wijze het voorbeeld van, hoe het met de
lippen belijden van het marxisme in werkelijkheid heeft geleid tot
zijn transformatie in ‘stroewisme’ of ‘brentanisme’ (d.w.z.
in een burgerlijke liberale leer, die een niet-revolutionaire
‘klassen-strijd van het proletariaat aanvaardt, hetgeen de
Russische schrijver Stroeve en de Duitse economist Brentano bijzonder
duidelijk tot uitdrukking heeft gebracht. Wij zien dit ook aan het
voorbeeld van Plechanov. Met
behulp van klaarblijkelijke sofismen snijdt men uit het marxisme zijn
levende, revolutionaire geest, men aanvaardt alles in
het marxisme, behalve zijn
revolutionaire strijdmiddelen, de propaganda en voorbereiding
daarvan, de opvoeding van de massa’s juist in deze
richting.(...)De
arbeidersklasse kan zijn revolutionair werelddoel niet
verwezenlijken, zonder meedogenloos strijd te voeren tegen dit
renegatendom, tegen deze karakterloosheid, tegen deze kruiperige
houding tegenover het opportunisme, tegen deze weergaloze vervlakking
van het marxisme.
Het kautskyanisme is niet iets toevalligs, maar een sociaal product
van de tegenstellingen binnen de IIde Internationale, van het
verenigen van trouwbetuiging aan het marxisme met het woord, en de
onderwerping aan het opportunisme met de daad”. (Socialisme
en Oorlog,
Genève, 1915, blz. 13-14.)(...)Kautsky
ontleent aan het marxisme datgene, wat aannemelijk is voor de
liberalen, voor de bourgeoisie (de kritiek op de middeleeuwse
instellingen, de vooruitstrevende rol in de geschiedenis van het
kapitalisme in het algemeen en van de kapitalistische democratie in
het bijzonder) en hij schrapt, verzwijgt en verdoezelt datgene, wat
in het marxisme voor de bourgeoisie onaannemelijjk is (het
revolutionaire geweld van het proletariaat tegen de bourgeoisie om
haar te vernietigen), Dat is de reden waarom Kautsky zich dan ook
onvermijdelijk, krachtens zijn objectieve standpunt en wat ook zijn
subjectieve overtuiging moge zijn, als een lakei van de bourgeoisie
openbaart.”24
Ik
kan de huidige leiding van de PVDA (zoals daar zijn Peter Mertens,
Boudewijn Deckers, Peter Franssen, Joris Van Gorp, Jo Cottenier,
Herwig Lerouge – en nu noem ik alleen
die PVDA-kaders waarvan ik hun revisionisme al concreet heb bewezen
- zie HIER
al wat materiaal) die erin slaagden op het 8ste congres in 2008 aan
een meerderheid, het revisionisme als “echt
toepassen van het marxisme”
te verkopen, niet beter beschrijven...
1http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
2http://antwerpen.pvda.be/nieuws/article/de-morgen-pvda-beschouwt-zich-niet-langer-als-extreem-linkse-partij-1.html,
25 februari 2008, “[De Morgen] 'PVDA beschouwt zich niet langer
als extreem linkse partij'“ , [De Morgen] Walter Pauli
3"Karl
Marx, korte biografische schetsmet een uiteenzetting van het
marxisme", Lenin, Keuze uit zijn werken deel 1, Uitgeverij
Pegasus, Amsterdam, in samenwerking met uitgeverij Progres Moskous,
1972. In
Engels te vinden op:
https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1914/granat/index.htm,
Vladimir Ilyich Lenin, "Karl Marx - A Brief Biographical Sketch
With an Exposition of Marxism". Written: 1914 Source: Lenin’s
Collected Works, Moscow, 1974, Volume 21, pp. 43-91. Publisher:
Progress Publishers. First Published: 1915 in the Granat
Encyclopaedia, Seventh Edition, Vol. 28, over the signature of V.
Ilyin. Published according to the manuscript, checked against the
text of the pamphlet of 1918.Translated: Clemence Dutt. Edited:
Stewart Smith. Original Transcription: Zodiac. Transcription\Markup:
D. Walters, B. Baggins, R. Cymbala, and Kevin Goins.Public Domain:
Lenin Internet Archive (2008). You may freely copy, distribute,
display and perform this work; as well as make derivative and
commercial works. Please credit “Marxists Internet Archive” as
your source.
4http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
5 ‘De
vooruitgang van de industrie, waarvan de bourgeoisie de willoze en
weerloze draagster is,brengt
in plaats van de isolering van de
arbeiders door de concurrentie hun revolutionaire vereniging door de
associatie. Met de ontwikkeling van de grootindustrie wordt dus de
basis, waarop de bourgeoisie
produceert en zich de producten
toe-eigent, onder haar voeten weggetrokken. Vóór alles
produceert zij
dus haar eigen doodgravers. Haar ondergang en de
overwinning van het proletariaat zijn dus even
onvermijdelijk... Van
alle klassen, die vandaag tegenover de bourgeoisie staan, is alleen
het
proletariaat een werkelijk revolutionaire klasse. De overige
klassen teren weg en gaan met de
grootindustrie ten onder, het
proletariaat is haar meest kenmerkende product... De middenstanden,
de
kleine industrieel, de kleine koopman, de handwerksman, de boer —
zij allen bestrijden de bourgeoisie
om hun bestaan als middenstand
te vrijwaren voor ondergang... zij zijn reactionair, zij trachten
het rad
van de geschiedenis terug te draaien.’ Karl Marx en F.
Engels,Manifest
der kommunistischen Partei,
London, 1847, pp. 9, 11.
6https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/index.htm,
Karl Marx in "Het Kapitaal - Een kritische beschouwing van de
economische politiek", Deel I. Het productieproces van het
kapitaal; Hoofdstuk 24. De zogenaamde oorspronkelijke accumulatie;
7. Historische strekking van de kapitalistische accumulatie.
Geschreven: 1867
Bron:
C. de Boer jr., Paul Brand, Hilversum - Antwerpen, eerste
druk.Vertaling: Met dank aan Dr. I. Lipschits — De vertaling van
Lipschits is gebaseerd op de 4de druk, door Engels verzorgd.Deze
versie: Spelling aangepast. Voetnoten van de verantwoording en
voorwoorden zijn hernummerd. Voetnoten van de vertaler zijn
opgenomen in de tekst met deze [] haken. Proeflezer: Frank van der
VeldenTranscriptie/HTML: Adrien Verlee voor het Marxists Internet
Archive, maart 2007. Laatste bewerking: 08 oktober 2008.
7Karl
Marx en F. Engels,Manifest
der kommunistischen Partei,
London, 1847, pp. 9, 11
8http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
9http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
10http://www.marxists.org/archive/lenin/works/1918/prrk/append02.htm,
Vladimir Lenin in “The Proletarian Revolution and the Renegade
Kautsky”, the chapter “Vandervelde’s New Book On The State”
(vertaald in Nederlands door mij)
11http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
12http://antwerpen.pvda.be/nieuws/article/de-morgen-pvda-beschouwt-zich-niet-langer-als-extreem-linkse-partij-1.html,
25 februari 2008, “[De Morgen] 'PVDA beschouwt zich niet langer
als extreem linkse partij'“ , [De Morgen] Walter Pauli
13Lenin,
Combat pour le pouvoir et “combat” pour une aumône”, (14
juni 1906), in Oevres Deel II, Editions sociales Parijs, Editions du
Progrès Moskou, 1966, p.24-25.
14Lenin,
Encore à propos du ministère issu de la douma, (28
juni 1906),in Oevres Deel II, Op. cit., p.67-68.
15Uit
“Hoofdstuk 3. Vier assen om de Partij te rectificeren”p. 207, in
“De partij van de revolutie”, Ludo Martens in samenwerking met
Nadine Rosa-Rosso, Ludo Martens en PVDA-uitgaven, 1996,
Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel (noot in de HER-uitgave werd “...in
samenwerking met Nadine Rosa-Rosso” geschrapt)
16"Karl
Marx, korte biografische schetsmet een uiteenzetting van het
marxisme", Lenin, Keuze uit zijn werken deel 1, Uitgeverij
Pegasus, Amsterdam, in samenwerking met uitgeverij Progres Moskous,
1972. In
Engels te vinden op:
https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1914/granat/index.htm,
Vladimir Ilyich Lenin, "Karl Marx - A Brief Biographical Sketch
With an Exposition of Marxism". Written: 1914 Source: Lenin’s
Collected Works, Moscow, 1974, Volume 21, pp. 43-91. Publisher:
Progress Publishers. First Published: 1915 in the Granat
Encyclopaedia, Seventh Edition, Vol. 28, over the signature of V.
Ilyin. Published according to the manuscript, checked against the
text of the pamphlet of 1918.Translated: Clemence Dutt. Edited:
Stewart Smith. Original Transcription: Zodiac. Transcription\Markup:
D. Walters, B. Baggins, R. Cymbala, and Kevin Goins.Public Domain:
Lenin Internet Archive (2008). You may freely copy, distribute,
display and perform this work; as well as make derivative and
commercial works. Please credit “Marxists Internet Archive” as
your source.
17Uit
“Het platform van de reformisten en het platform van de
revolutionaire sociaal-democraten”, uit “Wladimir Iljits LENIN
- Keuze uit zijn werken, deel 1”, p. 566, Uitgeverij Pegasus,
Amsterdam in samenwerking met Uitgeverij Progress, Moskou,1972.
18https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii,
Uit “Wat is internationalisme”, uit “De
proletarische
revolutie en de renegaat Kautsky”, doorV.I. Lenin. Geschreven:
1918. Bron: Pegasus, Amsterdam
1935 (Als boek verschenen bij
uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld door Koen
Dille.Vertaling:
Marx-Engels-Lenin Instituut. Deze versie: Spelling,
zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee,
voor het
Marxists Internet Archive, januari 2007
19http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
20http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
21https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii,
Uit “Wat is internationalisme”, uit “De
proletarische
revolutie en de renegaat Kautsky”, doorV.I. Lenin. Geschreven:
1918. Bron: Pegasus, Amsterdam
1935 (Als boek verschenen bij
uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld door Koen
Dille.Vertaling:
Marx-Engels-Lenin Instituut. Deze versie: Spelling,
zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee,
voor het
Marxists Internet Archive, januari 2007
22http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
23http://pvda.be/sites/default/files/documents/2014/01/31/congres_4.pdf
, congresdocumenten, hoofdstuk 2, "beginselvaste partij",
8e congres van de PVDA, februari 2008.
24https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1918/1918renegaat.htm#iii,
“De proletarische revolutie en de
renegaat Kautsky”, doorV.I.
Lenin. Geschreven: 1918. Bron: Pegasus, Amsterdam 1935 (Als boek
verschenen
bij uitgeverij Communist, Moskou) - Beschikbaar gesteld
door Koen Dille.Vertaling: Marx-Engels-Lenin Instituut.
Deze versie:
Spelling, zinsbouw en punctuatie. Transcriptie/HTML: Adrien Verlee,
voor het Marxists Internet
Archive, januari 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten