27-04-2012

PVDA-leden vss Voorzitter Peter Mertens: personencultus of onvermogen tot marxistische analyse? (3)


De oorsprong van de opvatting gepropageerd op het 8e congres februari 2008: “De vernieuwde PVDA wil in de komende periode zowel beginselvast, als soepel zijn. (…)De belangrijkste opdracht voor de partij is: beginselvast én soepel te zijn

De hele ideologie en politieke lijn van de « vernieuwde » PVDA vindt zijn oorsprong in een maoistische lijn (een opportunistische lijn die zich baseert op citaten uit de werken van Mao, vooral die bijeengebracht zijn in het Rode Boekje) die op het Vijfde Congres vande PVDA in 1995 staat tegenover een revolutionaire lijn op het zelfde congres, een opportunistische lijn die door de afgevaardigden niet is opgemerkt en bestreden. Hierdoor zijn de 2 elkaar bestrijdende lijnen naast elkaar blijven staan....
Die «maoistische» lijn staat in de congresdokumenten verwerkt in het boek «Partij van de revolutie» in Hoofdstuk III, deel 3, onder naar het maoisme verwijzende titel «De massalijn».
Die lijn is gebruikt om de PVDA af te stemmen op deelname aan verkiezingen om verkozenen te halen… de Resolutie van 1999.

Welnu er waren een aantal kaders in de PVDA die in 1999 een grote toename van te behalen stemmen voor de partij verwachtten, ... maar het werd een tegenslag! Hun electorale frustatie legden ze vast in “de Resolutie van 1999” waarin ze een nieuwe werkwijze oplegden aan de partijleden, een tactische benadering van de potentiële kiezers. Dus de (in principe) meest revolutionaire en marxistisch geschoolde kaders in de PVDA legden de hele partij o.a.de volgende principes op.....

Van : Centraal Comite 07.08.1999
Aan : te.m. afgevaardigden provinciaal congres ______________11/ part.nr. 1760.899
Resolutie van het Centraal Comite over de verkiezingscampagne
....
171. Een fundamentele rectificatie betreffende ons imago, tactiek en benadering van de massa's
172. Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De partij moet verenigd zijn rond een strict marxistisch-leninistisch programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap "overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar een oftwee essentiele punten scoren in een gegeven situatie"
173. Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne) bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige, opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen, bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50% van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd om de massa's te oveituigen, de massa's aan de partij te verbinden, in vraag durven stellen. (...)
176. Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij "blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die lijn over te brengen naar de massa's, moeten wij onze tactiek radicaal veranderen.
177. Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de omverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft: "lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van tactiek.
178. De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het niveau van de massa's ontkennen en om voor eike actie, in een klimaat van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt, moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik, op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter bij onze politieke lijn brengt.
179. Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben verdedigd tov de massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet naar voor brengen. Dat men ons vertelt weike tactische fouten wij hebben begaan!" "Ornwille van onze rol in de affaire Charki, hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij. Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij".
180. Dat wij altijd gediaboliseerd zullen worden rechtvaardigt nog niet de gauchistische fouten op het vlak van de tactiek. (...)
187. "Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme en het communisme maken bang." "Wij worden altijd geïdentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier is er een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan beïnvloeden en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme duwen. Maar deze opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten, in de zin dat onze tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te worden begrepen. Wij brengen vaak op het niveau van de massa's naar voor wat juist en essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de punten zijn waarop de burgerij het meest doorhamert, komt het niet over. Daar waar de burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons gelijk " propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken waar wij positief punten kunnen scoren.
188. Men moet de problemen aanpakken die de massa's het meest beroeren (en er niet voor vluchten orndat dat delicaat is...) door standpunten te formuleren die zij kunnen begrijpen. Als de mensen volledig op het probleem van de veiligheid zijn gericht, moeten wij er alles op zetten om alle antwoorden te vinden die werken . Dat punt werd besproken op de vergadering van maart. De betrokkenheid van rijkswachters en politie bij alle grote misdaden. De grootste criminaliteit is die die in de hoogste milieus voorkomt. Werk en waardigheid voor alle jongeren. Populaire initiatieven om de drugs en de kleine criminaliteit te stoppen.
Het leidde tot de principes van het 8e congres in 2008 (inderdaad door de meerderheid van de toenmalige afgevaardigden goedgekeurd).... en met een toevloed van leden die “Intern” een marxistische scholing zouden krijgen, zogezegd evenals in de “revolutionaire strategie” van de PVDA. Zo verkregen die leden de “inzichten” hoe al wat de PVDA-kaders (en in de eerste plaats de voorzitter Peter Mertens, maar ook Tom De Meester, bijvoorbeeld) aan hervormingen propageerden een “tactische op de massa” gerichte formulering was van hun fundamentele (maar louter INTERN besprroken revolutionaire strategie.

...Maar de formulering van de bovenstaande principes (van Resolutie van 1999, werden op het 8e congres NOG (“tactisch”?) vager geformuleerd.....

De vlucht naar het reformisme goedgekeurd actief of passief door ALLE kaders.....behalve door Ludo Martens
Dezelfde als “slecht” beoordeelde verkiezingsuitslagen, waarvoor een groot deel van de PVDA-leiding de hele politieke orientatie en organisatie-principes helemaal willen veranderen gericht op “betere verkiezingsresultaten, worden alléén door Ludo Martens totaal anders beoordeeld.
Op een PVDA-meeting in Brussel in 1999, hield voorzitter Ludo Martens ooit een korte toespraak. Hij sprak ook over de verkiezingen en verkiezingsuitslagen......
In 1979, bij de stichting van de PVDA, was Kabila hier. Hij werd toen gezocht door de politie van Mobutu en moest zich schuil houden.
In Zaïre kon hij zijn programma op geen enkele manier bekend maken onder de massa’s. Hij had geen enkele mogelijkheid om de massa’s te mobiliseren voor zijn juiste zaak. Hij had geen publiek dat hij kon overtuigen. Mobutu en zijn companen hadden alle staatsmacht in handen en hun blind geweld veroorzaakte honderdduizenden doden. Tegelijk gingen zij met duivelse demagogie te werk. Die twee elementen gaan samen. Dat is een kenmerk van het fascisme. Hitler had Goebbels. Een paar maanden voor de oorlog, in 1939, organiseerde hij met zijn nazipartij nog een “vredescongres”.
Vandaag zien we hoe heel de imperialistic wereld steeds meer de kenmerken van het fascisme vertoont. Met blind geweld wordt Joegoslavië gebombardeerd, wat men ons voorschotelt als een humanitaire interventie om de vrede te vrijwaren. Het imperialisme doorbreekt vandaag alle regels van het internationaal recht. Negen jaar geleden vielen ze Irak aan, in naam van het internationaal recht.
Wie had zich twintig jaar geleden kunnen voorstellen dat de Navo, tegen alle regels van het internationaal recht in, een uiterst barbaarse agressie-oorlog zou ontketenen in het hart van Europa?
Het Congolese volk heeft ontelbare offers moeten brengen, onder de 32 jaar Mobutu-dictatuur, om er uiteindelijk voor te kiezen dat individual met de wapens weg te jagen.
Maar voor het zover was, hebben ze alle mogelijke leugenaars en demagogen zien passeren. Je kunt onmogelijk voorspellen wanneer het volk er genoeg van zal hebben, van al die leugens en al dat geweld van de burgerij. Zij die makkelijke overwinningen nastreven bij de verkiezingen vinden hun gading bij burgerlijke partijen en doen wat de burgerij hen vraagt.
Vanaf het begin is Agalev die weg opgegaan en vandaag is die partij een spreekbuis van de grote burgerij en van het imperialisme. ‘t Is te hopen dat ze in de regering komen.
Iedereen zal zien dat ze op geen enkel vlak de grondvesten durven aantasten van deze onrechtvaardige maatschappij, van het kapitalisme en het imperialisme.
De PVDA heeft een uitstekende campagne gevoerd. In die geest moeten we nog meer naar de massa’s gaan, ons op hun niveau plaatsen en hen overtuigen van de noodzaak zich te organiseren en te vechten. We moeten er vertrouwen in hebben dat de massa’s op een dag genoeg ervaring zullen hebben opgedaan om de misdadige aard in te zien van het economisch systeem dat de wereld uitbuit en verstikt.
(uit Solidair nr. 24 • 16 juni 1999)
Die “Resolutie van 1999” is de basis van de «vernieuwing van de PVDA» sinds 2004. Dus de hele «vernieuwde PVDA» van het 8e congres van 2008 is een gevolg van een maoistisch opportunisme. (de verwording van de SP tot een reformistische partij vanuit het « maoistische » KEN(ml) is gelijkaardig)
Uit “Partij van de Revolutie” (dat INTERN, nu onder de leiding van Peter Mertens een tekst is voor “vorming in marxisme-leninisme”):
Mao heeft ook gezegd:”Al het werk dat voor de massa's wordt gedaan, moet uitgaan van hun behoeften en niet, hoe goed bedoeld ook, van het verlangen van een individu. Het gebeurt vaak dat de massa's objectief een zekere verandering nodig hebben, maar dat ze zich subjectief nog niet van de behoefte bewust zijn en niet bereid of besloten zijn de verandering door te voeren. In zulke gevallen moeten we geduldig wachten. We moeten de verandering niet doorvoeren voor het grootste deel van de massa's zich door ons werk van de behoefte bewust is geworden en bereid en besloten is deze uit te voeren. Anders zullen we ons van de massa's isoleren.1” (...)
(Z)ich op het niveau van de massa's plaatsen, betekent dat we ons in onze discussie niet mogen beperken tot datgene wat strikt noodzakelijjk is op onze poltieke lijn te doen aanvaarden. We moeten lern “aanpassen” aan de massa's, deelnemen aan hun activiteiten en elementen van de politieke lijn binnen brengen op momenten dat zij die kunnen begrijpen en er kunnen achterstaan.
Dit “maoisme” wordt op een ANDERE plaats in HETZELFDE boek “Partij van de Revolutie” bestempeld als een “links” klinkend opportunisme dat een RECHTS opportunisme verbergt. De bovenvermelde “massalijn” (geillustreerd met het citaat van Mao resulteert in het REFORMISME van de PVDA onder leiding van Peter Mertens.
Dus in “Partij van de Revolutie” staat OOK:
Een communist vormt zijn wereldopvatting om door banden aan te knopen met de massa's, met het doel hen te winnen voor de revolutionaire ideeën.
In de jaren dertig zei men graag dat een bolsjeviek een man van de massa's was. Op de werkende massa's steuneen, hen opvoeden, de juiste ideeën en voorstellen onder hen opsporen en concentreren, diegenen die aarzelen proberen te overtuigen, dat is altijd al een fundamentele werkmethode van de communisten geweest Op die manier kan men de massa's revolutionaliseren en zichzelf omvormen. De massa's maken de geschiedenis wanneer ze geleid worden door een authentieke voorhoedepartij. Ook op ogenblikken dat de massa's overspoeld worden met reactionaire ideeën, moeten de communisten voortdurend en geduldig onder hen werken om ideeën en voorstellen te ontdekken die hen de mogelijkheid bieden zich te bevrijden van deze burgerlijke beïnvloeding. (...)
Tijdens de grote anti-communistische campagne van de jaren 1989-1991
2 werden alle communisteen zwaar op de proeg gesteld. Iedereen kan bij zichzelf nagaan of hij discussies gezocht heeft met de massa's en of hij gevochten heeft om hen van het doel van de contra-revolutie te overtuigen. Op dat vlak reiken het rechts opportunisme en het sectarisme elkaar de hand en versmelten ze als het ware. Beide tendenzen vermijden om zich onder de massa's te begeven en voeren geen overtuigende strijd. Een aantal opportunistische elementen hebben gezegd dat de anti-communistische campagne “geen voordelig klimaat schiep”. Het omgekeerde is waar. Alleen door de ideologische strijd kunnen wij punten scoren, kunnen wij de progressieve elementen overtuigen om zich bij ons te voegen. Wanneer de burgerij overdrijft met har anti-communistische leugens, trekken de opportuniste zich terug. Echte communisten zien hierin kansen: in dergelijke omstandigheden kunnen progressieven zich rekenschap geven van de leugenachtigheid van de burgerij en overtuigd geraken van de juistheid van de communistische analyse. Tijdens de gebeurtenissen op Tien An Men en in Timisoara ziijn een aantal partijleden de strijd uit de weg gegaan, onder verschillende voorwendseels: “Dat zal ons isoleren”, “Het is beter van te wachten tot de storm voorbij getrokken is”, “De mensen zijn zo opgefokt dat ze toch niet naar ons luisteren”. De ervaring heeft het opportunistisch karakter van die standpunten aangetoond.
Al die partijleden en -kaders die de congresdokumenten en congresbesluiten van het VIJFDE congres hebben goedgekeurd....hadden Peter Mertens moeten als anti-communist, als anti-partij-element, als BURGERLIJK element uit de PVDA verwijderen.....Nu maakten ze hem voorzitter en deden ze het studiewerk en “analysewerk” om hem “zijn” boekje te kunnen laten schrijven. Zowel voor hen als voor Peter Mertens is de typering “renegaat” goed op zijn plaats!

1Citaten van voorzitter Mao Tsetoeng, (het rode boekje), Uitgeverij Vereniging België-China, 1971,p.132-133.
2OPM: Peter Mertens zegt ZELF in 1991 pas lid geworden te zijn.....!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten