04-10-2011

Wat is socialisme nu eigenlijk?

Wat is socialisme?

Een vraag gesteld op http://www.facebook.com/note.php?note_id=396590104984 door Nico Oldenhof op zondag 25 april 2010 om 13:54

20 maart 2010:De Dag van het Socialisme…. “De dag van wat???”

De ‘Dag van het Socialisme’ (http://www.dagvanhetsocialisme.be/) had plaats op zaterdag 20 maart 2010 in de Gentse Vooruit.
Op voorhand kon je op de website al je mening kwijt of een vraag lanceren.
Ik was de eerste die een reactie op de website zette, ik reageerde op drie vragen:
"Wat kan een strijdbaar socialisme op vandaag inhouden?

Nico.
January 12th, 2010 at 11:43
De term Socialisme houdt voor mij twee zaken in:
1. als onderdeel van het concept (van Friedrich Engels) Wetenschappelijk Socialisme, waarmee de wetenschappelijke analyse-metode dialectisch en historisch materialisme wordt benoemd, de analyse om te komen tot een kennis van de wereld (om het maar algemeen te stellen) om in staat te zijn haar door handelend op te treden om haar te veranderen.
2. als benaming van de eerste etappe van het communisme, na de SOCIALISTISCHE revolutie, waar nog resten van de (oude) kapitalistische maatschappij bestaan (vooral in de vorm van ideologie bij veel mensen) naast het begin van de de uitbouw van nieuwe communistische maatschappij.

"Is het concept ‘arbeidersklasse’ op vandaag nog een bruikbaar concept?"

Nico
January 12th, 2010 at 11:50
Zolang het kapitalisme bestaat, staat er tegenover de kapitalistenklasse de arbeidersklasse. Haar historische taak en rol (die zij zal opnemen in het kader van haar OBJECTIEVE belangen) bestaat erin het kapitalisme via revolutie omver te werpen.
Wat de inhoud van het “concept” arbeidersklasse betreft, dit moet het onderwerp zijn van een CONCRETE klasseanalyse op basis van een CONCRETE analyse van het ACTUELE kapitalisme (dat in zijn imperialistisch stadium al weer verder geevolueerd is dan toen Lenin zijn boek hierover schreef)

"Welk soort socialisme willen we?"

Nico
January 12th, 2010 at 11:54
Of “we” het nu willen of niet, “we” kunnen door ons optreden, organisatievorm, analyse alleen maar de onafwendbare socialistische revolutie bespoedigen en efficienter en onvangrijker doen verlopen. Daarna staat de opbouw van de communistische maatschappij op het programma die doorheen de eerste etappe van het communisme zal gaan die Marx dan “socialisme” noemde.


Maar wat is nu socialisme?
Nu is de vraag wat NA die dag nu eindelijk bepaald is ‘wat socialisme nu eigenlijk is?’. Ik had intussen géén concreet antwoord gekregen op mijn reacties. NIEMAND durfde of kon mijn opmerking onderschrijven of wel in twijfel trekken, te bekritiseren of te weerleggen!... en ik vond tot nu toe geen duidelijke eenduidige bepaling van wat het socialisme nu is.
In Knack van 21 april 2010 verscheen: “De Ronde Tafel van Socialisten reageert op Frank Vandenbroucke – De trein der traagheid.” (1)

Ok, dacht ik, NU gaan we weten ten eerste wat socialisme dus niet is, en wat geen echte socialisten zijn volgens de initiatiefnemers van De Dag van het Socialisme … en vervolgens zal dan worden bepaald wat socialisme en socialisten nu dan wél zijn!

Wat sterk opvalt bij Vandenbroucke is het ontbreken van elke verwijzing naar de grote economische spelers. Zijn tekst biedt de indruk dat onze maatschappij enkel en alleen bestaat uit losse individuen. Die kunnen arm, rijk of superrijk zijn en zullen gelijkelijk inspanningen moeten leveren om de financiële, economische, sociale en ecologische crisis op te lossen. We zijn het eens met Vandenbroucke dat het niet volstaat om enkel de superrijken te laten betalen. Ook de banken, bedrijven en multinationals, die Vandenbrouck zedig verzwijgt, moeten aangesproken worden.”

Door niet alleen de rijken maar ook de banken, bedrijven en multinationals “aan te spreken” zou men de “financiële, economische, sociale en ecologische crisis op lossen”????
In tegenspraak met Frank Vandenbroucke geloven de mensen van De Ronde Tafel van Socialisten:

Dat socialisten van welke gezindte ook hun politiek handelen moeten blijven toetsen aan het uiteindelijke doel, en dat blijft een maatschappij die gebaseerd is op socialistische principes. Die maatschappij is niet bereikbaar zonder de bestaande verdeling van rijkdom en macht ter discusie te stellen.”
Wat zijn socialistische principes? “De bestaande verdeling van rijkdom en macht ter discusie stellen”.
...Opmerkingen van Vandenbroucke ....over de organisatie van de socialistische partij en beweging. Volgens hem moet de politiek niet langer gedragen worden door een brede massapartij of -beweging.Neen, politici moeten mediatieke leiders zijn die communiceren met een geïndividualiseerde achterban via de massamedia. We denken dat deze betuttelende manier van politiek bedrijven fundamenteel antidemocratisch is en ingaat tegen de ontvoogdingsgedachte die het socialistisch wereldbeeld kenmerkt.(...)
Wie denkt vanuit de emancipatorische dimensie van het socialisme kan niet anders dan deze mediatisering zien als een verschraling van de demokratie. De geschiedenis zelf leert ons trouwens dat we van zo'n model geen ontvoogdend socialistische of radicaaldemocratische effecten hoeven te verwachten. De grootste verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging (algemeen stemrecht, achturige werkdag, de sociale welvaartsstaat zijn niet afgedwongen door verlichte bestuurders of regenten met een socialee reflex, maar door de mobilisatie van grote lagen van de bevolking – door sociale strijd dus. Daarom zijn wij ervan overtuigd dat de toekomst ligt in de herpolitisering van grote delen van de bevolking. Socialisme streeft naar een complete democratie.”
We weten nu wat het socialisme NIET is. Maar wat is het nu wel?
.....Wij denken hierbij aan het Europese maar ook aan het globale niveau. De internationale dimensie ontbreekt trouwens volkomen in de visie van Vandenbroucke. Alsof elk wezenlijk socialisme niet automatisch internationaal en kosmopolitisch hoort te zijn!
Laten we het nogmaals duidelijk stellen: ook wij van de Ronde Tafel van Socialisten staan kritisch tegenover oude recepten. De enorme uitdagingen van de 21e eeuw vergen een ambitie en perspectie die we missen in Vandebrouckes trein der traagheid, die immers veroordeelt tot inert rommelen in de marge. Wat we nodig hebben, is een ambitieus toekomstproject met stevige wortels in de ontvoogdende mens- en maatschappijvisie waar socialisten trots op mogen zijn!”

De Dag van het Socialisme en de brainstorming van de Ronde Tafel van Socialisten levert uiteindelijk volgende nietszeggende uitleg van wat “Socialisme” nu eigenlijk is:

Een ambitieus toekomstproject met stevige wortels in de ontvoogdende mens- en maatschappijvisie waar socialisten trots op mogen zijn!”

Dit opportunistisch “socialisme” werd al door Lenin bestreden.
De ideologische en politieke strijd met dit opportunistisch “socialisme” dateert niet van gisteren. Reeds Lenin leverde strijd met dit opportunisme. Zijn argumenten zijn bijzonder actueel…..
Als je Lenin leest valt het meteen op: “Er ONTBREEKT bij AL die zogenaamde “socialisten” een acurate concrete analyse van het actuele IMPERIALISME (het stadium van het kapitalisme waarin het NU zit)”!!
Lenin begint zijn tekst “Het imperialisme en de scheuring van het socialisme” dan ook met:

Bestaat er verband tussen het imperialisme en die monsterlijke overwinning die het opportunisme (in de gedaante van eht sociaal-chauvinisme) op de arbeidersbeweging heeft gehaald?
Dat is het vraagstuk van het tegenwoordige socialisme. En nadat wij 1. het imperialistische karakter van ons tijdperk en van deze oorlog en 2. het onverbrekelijk historische verband tussen het sociaal-chauvinisme en het opportunisme alsook de gelijke ideologisch-politieke inhoud daarvan in onze partijliteratuur onweerlegbaar hebben vastgesteld, kunnen en moeten zij overgaan tot het analyseren van dit grondvraagstuk.
Wij moeten beginnen met een zo nauwkeurig en volledig mogelijke definitie van het imperialisme.”
…en dat doet Lenin dan ook (ik verwijs de lezer naar het zelf bestuderen van de analyse van Lenin over het imperialisme)
Slechts even dit:

Ten vijfde verandert de uitbuiting van de ondedrukte naties, die onverbrekelijk met annexaties verbonden is, en in het bijzonder de uitbuiting van de koloniën door een handvol ‘grote’ mogendheden de ‘geciviliseerde’ wereld meer en meer in een parasiet op het lichaam van de ‘niet-geciviliseerde’ volken ten getale van vele honderden miljoenen.”

Dit is de materiële basis van het ontstaan van wat Lenin noemt “ Een bevoorrechte laag van het proletariaat in de imperialistische landen” die “leeft ten dele op kosten van de honderden miljoenen mensen der ‘niet-geciviliseerde’ volken.”
En dan legt hij verder uit:

Op de genoemde economische grondslag hebben de politieke instellingen van het nieuwste – pers, parlement, verbonden, congressen enz – voor de fatsoenlijke, brave, reformistische en patriottische employés en arbeiders politieke privileges en aalmoezen geschapen die aan de economische privileges en aalmoezen beantwoorden. (…)Daarmee lokt en beloont de imperialistische bourgeoisie de vertegenwoordigers en aanhangers van de ‘burgerlijke arbeiderspartijen’.
Het mechaniek van de politieke democratie werkt in dezelfde richting. In onze tijd gaat het niet zonder verkiezingen, kan men het niet zonder de massa’s stellen, maar de massa’s kunnen in het tijdperk van de boekdrukkunst en het parlementarisme niet worden geleid zonder een wijdvertakt, systematisch doorgevoerd, solide opgebouwd systeem van vleierij, leugen, bedrog, dat met populaire en in de mode zijnde woordjes goochelt en de arbeiders alle mogelijke hervormingen en willekeurige weldaden belooft – als ze maar afzien van de revolutionaire strijd voor het ten val brengen van de bourgeoisie.”
Het populisme van “socialisten” over vermogensbelasting, kiwi-model, gemeentelijke energie-bedrijf, brugpensioen op 55 met aanwervingen, de wet tegen afdankingen enz... enz, valt volgens mij ook onder de beloofde "alle mogelijke hervormingen en willekeurige weldaden".
Over zich “socialist” noemende opportunisten (hij heeft het dan over ene Lloyd George wij zouden kunnen spreken van een Vandenbroucke, maar misschien ook een Peter Mertens ….):

Als een eersteklas burgerlijk zakenman en politiek marskramer, als populair spreker die de kunst verstaat alle mogelijke, zelfs revolutionaire redevoeringen voor een arbeidersgehoor te houden, die in staat is voor volgzame arbeiders behoorlijke aalmoezen in de vorm van sociale hervormingen (verzekeringen enz.) te bewerkstelligen, dient Lloyd George de bourgeoisie op een uitstekende manier en dient haar juist onder de arbeiders, draagt hij haar invloed juist onder het proletariaat uit, daar waar het het noodzakelijkst en het moeilijkst is de massa’s moreel aan zich te onderwerpen.”

De volgende uitspraak van de Ronde Tafel van Socialisten klinkt in het licht van wat Lenin zegt behoorlijk cynisch: “De grootste verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging (algemeen stemrecht, achturige werkdag, de sociale welvaartsstaat zijn niet afgedwongen door verlichte bestuurders of regenten met een sociale reflex, maar door de mobilisatie van grote lagen van de bevolking – door sociale strijd dus.”
Lenin zegt dat zaken zoals “algemeen stemrecht, achturige werkdag, de sociale welvaartsstaat” JUIST DOOR “door verlichte bestuurders of regenten met een sociale reflex” zijn voorgesteld en hebben “grote lagen van de bevolking” wier strijd revolutionaire allure begon te krijgen voor die zaken weten te mobiliseren opdat “ze maar zou afzien van revolutionaire strijd voor het ten val brengen van de bourgeoisie.”
Dan over het “verschil” tussen iemand als Vandenbrouck en een Peter Mertens (Lenin:“Lloyd George en een Scheideman, een Legien, Henderson en Hyndman, een Plechanow, Renaudel en consorten”)

Van deze laatsten, zal men ons tegenwerpen, zullen er enkelen tot het revolutionaire socialisme van Marx terugkeren. Dat is mogelijk, maar dat is een zeer gering gradueel verschil wanneer men het vraagstuk politiek, d.w.z. op massale schaal bekijkt. Enkele van de tegenwoordige sociaal-chauvinistische of (wat op hetzelfde neerkomt) opportunistische stroming kan noch verdwijnen, noch tot het proletariaat ‘terugkeren’. Waar het marxisme onder de arbeiders populair is zal deze politieke stroming, deze ‘burgerlijke arbeiderspartij’ bij de naam van Marx zweren.”

De zogenaamde “echte socialisten” ….zoals die van de Ronde tafen van Socialisten die zich kritisch uitspreken over andere “socialisten” zoals Vandenbrouck en “schijnbaar terugkeren tot Marx en “vroegere ECHTE socialistische principes” noemt Lenin “kautskyanen”(2):

Het kautskyanisme is geen zelfstandige stroming, want het wortelt noch in de massa’s, noch in de naar de bourgeoisie overgelopen bevoorrechte laag. Maar het gevaar van het kautskyanisme ligt in zijn streven het proletariaat, gebruik makend van een ideologie uit het verleden, te verzoenen met de ‘burgerlijke arbeiderspartij’, de eenheid van het proletariaat met haar tot stand te brengen en daardoor het gezag van de ‘burgerlijke arbeiderspartij” te vergroten.(…)
Tot de meest verbreide sofismen van het kautskyanisme behoort het beroep op de ‘massa’s’. wij gaan ons toch niet van de massa’s en van de massaorganisaties losmaken, zeggen zij! (…)
(Maar in) …hoofdzaak gaat het niet zozeer om het ledental van een organisatie als wel om de reeële objectieve betekenis van haar politiek: vertegenwoordigt deze politiek de massa’s, dient zij de massa’s, dwz de bevrijding van de massa’s van het kapitalisme, of vertegenwoordigt zij de belangen van de minderheid, haar verzoening met het kapitalisme?”
En Lenin besluit:
En daarom is het onze plicht als wij socialisten willen blijven, dieper door te dringen tot de onderste, tot de werkelijke massa’s: hierin liggen de hele betekenis en de gehele inhoud van de strijd tegen het opportunisme. Door te onthullen dat de opportunisten en sociaal-chauvinisten in werkelijkheid de belangen van de massa’s verraden en verkopen, dat zij de tijdelijke voorrechten van een minderheid van de arbeiders verdedigen, dat zij overbrengers van burgerlijke ideeën en invloeden zijn, in feite bondgenoten en agenten van de bourgeoisie, leren wij de massa’s beseffen wat hun werkelijke politieke belangen zijn en te strijden voor het socialisme en de revolutie, door alle langdurige en smartelijke wisselvalligheden van imperialistische oorlogen en imperialistische wapenstilstanden heen.
Aan de massa’s de onvermijdelijkheid en noodzakelijkheid van de breuk met het opportunisme duidelijk maken, hen door middel van een meedogenloze strijd tegen het opportunisme voor de revolutie opvoeden, gebruik maken van de ervaringen van de oorlog om al de laagheden van de nationaal-liberale arbeiderspolitiek aan het licht te brengen en niet te bemantelen – dat is de enige marxistische lijn in de arbeidersbeweging van de gehele wereld.”

Wat zegt Lenin over socialisme? (zie “Staat en revolutie”)

De overgang van kapitalisme naar het communisme
‘Tussen de kapitalistische en de communistische maatschappij’, zo vervolgt Marx,’ ligt de periode van de revolutionaire verandering van de ene in de andere. Daarmee komt ook een politiek overgangsperiode overeen, waarin de staat niets anders kan zijn dat de revolutionaire diktatuur van het proletariaat.’
Deze gevolgtrekking berust bij Marx op de analyse van de rol die het proletariaat in de moderne kapitalistische maatschappij speelt, op gegevens over de ontwikkeling van deze maatschappij en over de onverzoenlijkheid van de tegenstrijdige belangen van het proletariaat en de bourgeoisie. (…)
Het wetenschappelijk onderscheid tussen socialisme en communisme is evenwel duidelijk. Wat gewoonlijk socialism genoemd wordt, duidde Marx aan als de ‘eerste’ of lagere fase van de communistische maatschappij. Het woord ‘communisme’ kan ook hier aangewend worden, in zoverre de produktiemiddelen eigendom zijn van de gemeenschap; maar men moet hierbij niet vergeten dat dit communisme niet volledig is. (…)
In zijn eerste stap, op zijn eerste trap kan het communisme economisch nog niet geheel rijp zijn, nog niet geheel vrij van de tradities en overblijfselen van het kapitalisme.”
Hetgeen -als er geen tegenspraak komt - volgens mij overeenkomt met "2." in mijn eerste mail....
Nico Oldenhof

(1) In naam van de Ronde Tafel van Socialisten, de initiatiefnemers van de “Dag van het Socialisme”: Karim Zahidi, Anke Hintjes, Luk Vandenhoeck, Peter Mertens, Danny Carleer, Ivan Van Praet, Luc Van De Weyer, dominique Willaert, Johan Van Hoorde, Jan Blommaert, Bart Vandersteene, Lebuïn D'Haese, Filip De Bodt, Koen Bogaert en Luc Van Buynder.

(2) Kautsky was een algemeen gerespecteerde autoriteit op het gebied van marxistische analyse …tot Lenin hem ontmaskerde als vervallen tot een ordinaire REFORMIST. “Kautskyanen” verbergen hun reformisme onder een marxistisch klinkende fraseologie.

Vind ik leuk · · Delen · Verwijderen

  • zeer goed, ik denk wel dat de initiatiefnemers van de Ronde tafel hiermee rekening moeten houden, en erop durven ingaan, als ze verder willen doorbreken...
  • Ik moet niet slijmen want ik was zelf op de dag van het socialisme, en heb dat initiatief positief gewaardeerd...

    Maar dan op zijn minst als test: als we als socialisten ooit frontaal tegen de burgerij gaan komen te staan, mogen we geen schrik hebben van Nico Oldenhof...
      1 mei 2010 om 2:03 · Vind ik leuk
    • Nico Oldenhof Fred, aangezien je wellicht veel deelnemers aan "de dag enz..." van verschillende pluimage in je FB-vriendenkring hebt (denk ik), mag je van minj part mijn notitie "delen" (zodat het op je profiel staat -met toegevoegd "via Nico Oldenhof" ) zodat men het kan lezen ... en er zijn of haar gedacht over zeggen..... Groeten, Nico
      1 mei 2010 om 14:31 · Vind ik leuk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten