24-12-2016

Al sinds 1983... “de crisis in de revolutionaire beweging in Europa”... of toch in België sinds 1999

Al die “oude” partij-militanten en -kaders die constant de artikels van, interviews met, de uitlatingen van Peter Mertens en Raoul Hedebouw euforisch “liken” of “geweldig” vinden, zouden beter eens de congresdocumenten (zoals hier die van het 2e congres in 1983!) bestuderen. (hetgeen zij wellicht NOOIT hebben gedaan, gezien hun “blindheid” voor de de huidige “partijopvatting” en huidige “partij-ideologie”... die grote overeenkomst vertoont met de toen (in 1983) bestreden “sociaal-democratische liquidatie-stroming”.
Kaft van document van 2e PVDA-congres in 1983
Uit “De liquidatiestroming binnen de marxistisch-leninistische beweging”, Partij van de Arbeid van België – Tweede congres maart-april 1983:

Hoofdstuk 2: Oorzaken van zijn ontwikkeling

2.1. De uitzichtloze economische crisis.
We maken een diepgaande economische crisis mee in de hele kapitalistische wereld, waarvan geen enkele burgerlijke partij het einde ziet. Wij leven in een imperialistisch land waarin de bourgeoisie en bepaalde delen van de kleinburgerij een luxueus of een vrij gemakkelijk leven heeft bereikt op basis van de genadeloze uitbuiting en onderdrukking van honderden miljoenen arbeiders en boeren van de Derde Wereld. Ook de hoogste laag van de arbeidersklasse heeft zekere voordelen verkregen van “onze” imperialistische bourgeoisie, die werden gerecupereerd op de rug van de Derde Wereld.
In de imperialistische landen brengt een diepgaande economische crisis niet direct een overgang teweeg van de arbeiders en werkers naar revolutionaire posities.
Iedereen beseft de enorme kracht op economisch, politiek en militair gebied van de monopolie-bourgeoisie.
Iedereen beseft dat revolutionaire strijd tegen die klasse, veel en harde inspanningen, talrijke offers, langdurige en bittere gevechten zal teweegbrengen.
Een groot deel van de arbeiders hecht geloof aan de propaganda van de bourgeoisie die belooft dat zij een groot deel van hun verworvenheden kunnen behouden, door de crisis af te wentelen op diegenen die nog zwakker zijn dan hen: voor sommigen zijn dat de vrouwen, of de werklozen, of de vreemde arbeiders of de Derde Wereldlanden.
De grote massa durft niet direct de echte vijand – het monopolie-kapitaal – aanvallen als schuldige van de crisis.
Zij hoopt de crisis 'op te lossen” door een herverdeling van de lasten onder de werkende mensen zelf.
In 1968 was de revolutie voor de nieuwe, linkse generatie, een noodzaak die kon afgeleid worden uit ideologische discussies. In 1983 ziet en voelt men dat de revolutie voorkomt uit de verarming, de verbittering, de miserie van een groot deel van de werkers en men ziet dat de monopolie-burgerij haar stoottroepen uitrust en voorbereid voor genadeloze repressie. Ook bij een deel van de marxist-leninisten ziet men de reflex: capituleren om zijn privileges te behouden. De angst en de onzekerheid tast hun revolutionair denken aan. Zij weten zeer goed dat de angst en onzekerheid die overal om zich heen grijpt aantoont hoe de burgerlijke orde in haar voegen begint te kraken. Zij weten dat de arbeiders en werkers hun illusies over het behoud van hun verworvenheden zullen zien vernietigen, dat de bittere slagen van de burgerij hen onvermijdelijk in volle gezicht zullen treffen. Zij weten dat de arbeiders en werkers meer dan ooit een echte, revolutionaire partij nodig hebben.
Maar zij capituleren, zij trekken zich terug in een vrij confortabele, kleinburgerlijke loopbaan en zij hopen dat de miserie van de crisis en van de repressie hen zal gespaard blijven.

2.2. De algemene verrechtsing
De agressiviteit van het kapitaal en de rechtse partijen neemt voortdurend toe. Dit is geen toeval, maar een noodzaak. Het is een uiting van het antagonistische karakter van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Al diegenen die de crisis willen oplossen maar binnen het kader willen blijven van de kapitalistische samenleving, zijn verplicht om steeds drastischer maatregelen tegen de arbeiders en werkers voor te stellen. Zij noemen dit “noodzakelijke offers”. Allerlei linkse reformisten hebben een grotere haat voor de socialistische revolutie dan voor het kapitalisme.
Wie een “oplossing” zoekt binnen de perken van het kapitalisme is verplicht om rechts en extreem-rechtse maatregelen aan te prijzen onder “linkse” kleuren.
Deze algemene verrechtsing van het politiek klimaat heeft zijn weerslag op bepaalde marxist-leninisten.
Hoe luider de rechtse oplossingen van de daken worden geschreeuwd, hoe minder zij geloven in de revolutie. De burgerlijke partijen gaan over op extreem-rechtse posities. De burgerlijke arbeiderspartijen gaan over op rechtse standpunten die in een reformistische verpakking worden aangeprezen. Uitgebluste revolutionairen voelen zich geroepen op “druk” uit te oefenen op reformistische leiders. Hoewel zij goed beseffen dat de posities van de reformistische partij steeds meer naar rechts opschuiven, stellen zij het voor alsof de PS-SP de enige “sterke” en “grote” partij is die weerstand kan bieden aan rechts.
Sommige “marxist-leninisten” worden geïntimideerd door de algemene verrechtsing. Hoewel dit feit zelf de noodzaak van de revolutie in het licht stelt, oordelen zij dat het revolutionair werk niet “realistisch” is.
Zij zoeken naar realistische en realiseerbare oplossingen voor de fundamentele vraagstukken die alleen door de socialistische revolutie kunnen opgelost worden. Zij komen noodzakelijk tot voorstellen voor de uitbouw van het staatsmonopolie-kapitalisme die er meestal in bestaat het industriekapitaal te versterken tegenover het bankkapitaal en bepaalde groepen van het industriekapitaal ( de sectoren met speerpunttechnologie, de kleine en middelgrote bedrijven) tegen andere groepen.
De sociaal-democratische politiek maakt een diepgaande crisis door. In de jaren '60 wierp haar praktijk van klassensamenwerking tastbare resultaten af voor de arbeiders.
Zij heeft behoefte aan een nieuwe generatie van theoretici die een “realistisch alternatief” kunnen bedenken.
Daarvoor zoekt zij toenadering tot het soort revolutionairen dat aan de crisis van het marxisme en de crisis van het militantisme toe is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten