24-01-2016

Paradoxaal: dogmatisme van Resolutie van 1999 zet PVDA op weg naar reformisme. Maar dogmatische “LEZING” van resolutie “beschermt nog even haar revolutionair karakter”.

In 14-01-16Met Resolutie van 1999 zette PVDA 1e stap van leninistischepartijopvatting naar reformistische partijopvatting. Herstel was nogmogelijk.... besprak ik de Resolutie van 1999 die opgesteld werd en verspreid onder de leden (als een soort “na te leven richtlijnen”) in 1999 na een “tegenvallende verkiezingsuitslag”.
In de Resolutie van 1999 werd ingegaan op bepaalde als “verkeerd” beoordeelde ontwikkelingen in de partijwerking en er werden ook oplossingen voorgesteld. Maar het uitgangspunt was - dat is MIJN analyse - vanuit een opportunistische positie. Er werd vastgesteld dat er verkeerde ontwikkelingen waren in de werking van de partij op basis van een als “slecht” beoordeelde verkiezingsuitslag. Dat moest en zou het gevolg zijn van “die slechte partijwerking”.....maar dat houdt in dat uiteindelijk een als “goed” beoordeelde verkiezingsuitslag het bewijs zou zijn dat de “partij goed bezig was”.. Maar zo werd er, volgens mij, GEEN oplossing geboden aan het (o.a.).door mij (maar ook door Kris Hertogen in “Dossier Klassenstrijd1, zie ook verder) als formalistisme, spontaneïsme en economisme omschreven afwijkingen in de “werking in de bedrijven”.... Ten tweede is de Resolutie van 1999 een alibi voor ....populisme.

07.08.1999, “Resolutie van het Centraal Comité over de verkiezingscampagne”

1. Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren (in VERKIEZINGSUITSLAGEN, NICO) na dertig jaar permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen. (De als "slecht" beoordeelde VERKIEZINGS-uitslag tonen "de fouten" die resulteerde in "een nederlaag", NICO)
2. Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's. Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in de concrete praktijk.(...)...

De opsteller van deze resolutie haalt ANDERE bilanpunten uit "Partij van de Revolutie" (documenten van 5e congres in 1995) dan "Dossier klassenstrijd2" van Kris Hertogen. Allebei zeggen uit te gaan van "vele rapporten en nota's"....Echter Kris Hertogen meer vanuit rapporten van organen van een bepaald leidingsniveau die "rapporten en nota's" verwerkten van de niveau's onder hen, die zij direct leidden, dus eigenlijk méér volgens het statutaire "democratisch centralisme", dan de opsteller van Resolutie van 1999.
Kris Hertogen verantwoordelijk voor "Dossier Klassenstrijd" in Marxistische Studies 26/1995
Volgens mij is de opsteller van die Resolutie 1999 uitgegaan van bestaande dogmatische opvattingen, bij hemzelf en algemeen heersend in de PVDA toen. De analyse-methode, de “argumenten” en “bewijzen” IN die Resolutie worden nogal “beheerst” door dogmatisme.
Het dogmatisme gaat uit van ALGEMENE conclusies of “uitgekozen” punten van analyse (over een als “identiek” of “analoog” beschouwde situatie) om die dan “toe te passen” voor een bepaalde concrete situatie of voor een politieke beoordeling van handeling of uitspraak. Mao Zedong zei (in “Over de Tegenstelling”) terecht: “Dogmatici zijn luierikken”.3 Het eclecticisme is voor dogmatici courante praktijk: het “plukken” van citaten of stukken analyse al naargelang ze toepasbaar lijken.
Een bestaand dogmatische en eclecticistische houding bij het bestuderen (en assimileren) van Resolutie van 1999 heeft - daarbij nog - wellicht veel partijleden overtuigd van haar “authentiek marxistisch karakter”.

Er waren (door de - en ik beweer 'BEWUST - “revisionistische” opsteller van die Resolutie, maar ik zal dat nog later toelichten) formuleringen ingelast IN de Resolutie van 1999 om eventuele partijleden, verontrust voor een verlies van revolutionair karakter van de partij, “over de streep te krijgen”.
En als je DIE formuleringen “eruit licht” (hetgeen op zich OOK een dogmatische, eclecticistische manier van doen is), spreekt uit die Resolutie (of wat er dan van overblijft in het geheel van “eruit gelichte” passages) een zekere bezorgdheid voor het bewaren en zelfs “verbeteren” van het revolutionair karakter van de PVDA.
Ik moet bekennen dat ik mij bij mezelf een zeker dogmatisme heb moeten vaststellen en bestrijden VOORDAT ik dit inzag, ... na herhaaldelijk die Resolutie te hebben bestudeerd.

Dogmatisch geselecteerde frasen uit Resolutie van 1999 bijeengezet, 'maskeren' opportunistisch uitgangspunt ervan
Ik “licht” nu bepaalde frasen, punten van analyse, conclusies UIT de Resolutie van 1999 en zet ze achter elkaar:

Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's. Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in de concrete praktijk.(...)
Men moet deelnemen aan de verkiezingsstrijd om enkele antikapitalistische ideeën ingang te doen vinden bij de massa's, om de burgerlijke partijen te ontmaskeren en om sympathisanten te recruteren. Zij moeten helpen om de organisatie van komende klassenstrijd voor te bereiden. (...)
Het hoofdprobleem is het ontbreken van echt politiek werk, het werk van politieke leiding. Bestuderen welke politieke problemen de massa's zich stellen. 0ns strategisch antwoord formuleren. Het ingang doen vinden binnen de massa's op een overtuigende manier. (...)
Het anticommunisme is de gemeenschappelijke ideologie geworden van alle burgerlijke en kleinburgerlijke partijen, van de fascisten tot Ecolo en de trotskisten. De burgerij vindt misdaden uit die zogenaamd door de communisten zijn gepleegd, om de aandacht af te leiden van de reële misdaden van het kapitalisme. We moeten vooralles antwoorden door het antikapitalisme te ontwikkelen als basis van een alternatieve ideologie. Aantonen, op basis van voorbeelden wat de werkers hebben meegemaakt of vastgesteld, dat het kapitalistisch systeem inefficiënt, onmenselijk, wreed, moorddadig is, dat het vernieling en oorlog in zich draagt. (...)
Het weerleggen van anticommunistische lastercampagnes moet ook vertaald worden in de agitatie: objectieve feiten die het mogelijk maken onze ideeën over te brengen. De thema's vastleggen die in de huidige anticommunistische hysterie kunnen overkomen .
Wij moeten propageren wat klaarblijkelijk beter ging in de tijd dat het communisme bestond, feiten die zelfs de massa's die door het anticommunisme zijn beïnvloed, moeten erkennen. Enkele mogelijke antwoorden : objectieve feiten over de verwezenlijkingen van de USSR onder Stalin ; cijfers over de hallucinante catastrofe van vandaag ; de boom van kinderprostitutie die in het socialisme niet bestaat; het anticommunisme van Hitler als bron van heel het anticommunisme ; "Het was vroeger toch beter " ; waarom zeggen zij zoveel kwaad over Stalin die een land heeft opgebouwd en die het fascisme heeft overwonnen, en waarom zoveel goeds over Jeltsin die zijn land heeft verwoest en de hergeboorte van het fascisme heeft mogelijk gemaakt ? ; de USSR verhinderde de oorlog, nu lanceert het Westen zich met gebogen hoofd in de oorlog.(...)
We moeten een dubbele benadering hebben. Vaak ontbreekt het ons aan een diepe overtuiging, maar we hebben ook te weinig tactische capaciteiten om, op het gepaste moment, onze overtuiging stap voor stap door de massa's te laten begrijpen. Er er is een band tussen de twee. Enerzijds moeten wij de diepgaande, doorleefde, overtuiging hebben dat alleen de communistische partij de massa's naar hun bevrijding kan leiden en dat enkel de socialistische revolutie een oplossing biedt aan de problemen van het kapitalisme. Anderzijds moeten wij objectiefluisteren naar de huidige overtuiging van de massa's, enquêteren wat hun reële standpunten zijn, wat hen raakt en dan standpunten en voorstellen bepalen die het ons mogelijk maken hun vertrouwen te winnen die hen in staat stellen een stap in onze richting te zetten. Er ontbreekt ons een essentieel element van de dialectiek. We moeten tegelijkertijd juister, strikter, meer marxistisch-leninistisch zijn binnen de partij en tactischer en soepeler naar buiten toe. (....)
Als marxist-leninisten hebben wij onze eigen fundamentele principes en standpunten, een eigen logica gebaseerd op gezamenlijk aanvaarde wetenschappelijke premisses. Eerst moeten we correcte marxistisch-leninistische standpunten en analyses uitwerken.
Wij zijn te vaak intellectualistisch, in de zin dat wij te veel en te oppervlakkig schrijven, zonder grondig te werk te gaan, zonder alle aspecten van een probleem te bekijken. Het intellectualisme komt ook tot uiting in het gebrek aan bekommernis om de ontwikkelde standpunten te doen bespreken en te verbeteren, om ze correcter te maken.
Voor de politieke uitwerking moet men vertrekken van de strikte klassenanalyse van het fundamentele materiaal. Dat is het essentiële aspect. De werkwijze voor de uitwerking van de tactiek staat daar tegenover. Maar, wanneer je de fundamentele politiek uitwerkt, is het nuttig ook de thema's die de massa's vandaag het meest beïnvloeden in je achterhoofd te houden. Onze analyses moeten diepgaander, meer marxistisch-leninistisch zijn, maar zij moeten ook gemaakt worden om uit te monden in een praktijk om de massa's te veroveren. Zij moeten uitmonden op eenvoudige ideeën die we in het hoofd van de mensen kunnen hameren. De fout is dus dubbel. Enerzijds zijn onze analyses niet grondig genoeg om uit te komen bij een juiste politieke oriëntatie. En je mag het analysewerk in geen geval minachten onder het mom dat het "in ieder geval intellectualistisch is, en buiten de klassenstrijd en de praktijk staat...". Anderzijds zijn wij niet genoeg gericht op de gewone praktijk onder de massa's.(....)
Er zijn nog veel kleinburgerlijke tendenzen in de partij. Nogal wat kameraden zijn niet fier over ons werk, over onze overtuiging, over ons programma; theoretisch zijn zij overtuigd van de juistheid van onze standpunten, maar zij geloven niet in wat zij doen, zij geloven niet dat het ooit gerealiseerd zai kunnen worden. Het idee dat we vaak horen bij de massa's, komt onder een andere vorm voor in de partij zelf: wat de PVDA zegt is toch niet realiseerbaar. Dat komt tot uiting in een sectaire discours, vol clichés en standpunten die voor de mensen buiten de partij onbegrijpelijk zijn. Het interne gelijk wordt het eerste criterium. "ledereen heeft te veel schrik om afte wijken, men wordt snel bestempeld als een links' of rechts-opportunist. Dat verlamt de partij." Wat wij in een pamflet zetten, is dat conform aan onze interne waarheid? Dat is een voorbeeld van sectair te werk gaan. Het eerste criterium moet zijn: zijn wij erin geslaagd een deel van onze boodschap over te brengen bij de massa's? Lenin zegt dat de kleinburgerij de gewoonte heeft zich te laten doen en te klagen. Aangezien hetgeen wij aan de massa's zeggen vaak boven hun hoofd gaat, zijn wij niet zeker dat wat wij zeggen echt waar is en hebben wij er geen vertrouwen in dat de massa's ons gaan volgen. Het gevolg is dat wij ons vaak laten afmaken. Er is in de partij ook helemaal geen reflex om, van top naar basis, voordelig te antwoorden op eike aanval en op elke leugen.(...)
Twee commissies oprichten, onderverdeeld in subgroepen. De commissie politieke partijen systematiseert de essentiële standpunten en besluiten, alsook de propaganda en het verkiezingsprogramma van onze tegenstanders van de laatste jaren, met als doel agitatie: 'gewone' werkers overtuigen. In volgorde van belangrijkheid: Agalev-Ecolo, Vlaams Blok-FN, PS-SP, PC-KP, Trotskisten POS en Militant, VLD-PRL, CVP-PSC. De commissie economische analyse van Belgie en Europa. Doelstellingen : Bewijzen dat de echte beslissingsmacht in de 'democratie' bij de monopolies ligt en niet in het parlement. Cijfers, feiten en eisen vinden die de werkers tegen hun echte vijand opzetten. Bewijzen dat het een systeem is dat vanuit economisch standpunt niet 'werkt', bewijzen dat het noodzakelijkerwijze werkt tegen de belangen van zij die de rijkdommen creëren, bewijzen dat het noodzakelijkerwijze naar steeds gewelddadigere crisissen leidt en naar oorlog ; een antikapitalistisch bewustzijn creëren. De twee commissies produceren een nieuwe rood-groene brochure van zodra het regeringsprogramma klaar is.
Als je dit zo leest, dan zou je kunnen zeggen (en verschillende “kameraden” van BINNEN de partij hebben dit dan ook gedaan): “Nico, je bent vooringenomen, je bent zelf “gauchistisch”, je bent deloyaal, je bent paranoïde met je conclusies over het bestaan van een revisionistische fractie in de PVDA..enz.
Welnu beste (ex-)”kameraden”, als jullie je ogen zouden openen voor het feit, dat de hele “Coup van 2004” gebaseerd is op “het hernemen van de Resolutie van 1999” waarbij Nadine Rosa-Rosso er van BESCHULDIGD werd van “het zich verzetten tegen de Resolutie van 1999” en waar last but not least ....Kris Hertogen(!) in een rapport schreef dat de spijtige weigering van Nadine Rosa-Rosso “om die Resolutie van 1999 te assimileren en toe te passen”, haar de das heeft omgedaan.....dan moeten jullie toch erkennen dat ik eerder “voorzienend” was dan paranoïde. Ik schreef dan ook in 21-04-15Eerste rectificatie-analyse “Dossier klassenstrijd, MS 26 – 1996”niet vrij van dogmatisme, blind voor opkomend revisionisme dat hoewel Kris Hertogen heeft geijverd om de ontwikkeling naar reformisme in de PVDA te bestrijden ... hij door een “zeker dogmatisme” toch blind was voor de effectieve ontwikkeling naar reformisme, na 2004. Hij kon ideologisch niet op tegen de grote dogmatische pletwals waarmee de “verburgerlijkte” kaders over de hele PVDA walste.
Maar goed, deze dogmatische “bestudering en assimilatie” van de Resolutie van 1999 (door zich vooral te concentreren op passages als hierboven) leidde blijbaar wél (nogal paradoxaal) tot een (tijdelijk en beperkte) “terugkeer” op het ingeslagen electoralistische pad. Maar doordat dit dogmatisme niet “herkend” en “overwonnen” is geweest, was die “terugkeer” dan ook maar tijdelijk en beperkt....
PVDA-brochure uit 2000: OMKEREN Een dwarse kijk op Paarsgroen
Héél concreet heb ik het over de brochure uit 2000 ”OMKEREN - een dwarse kijk op paarsgroen”.(Hierover uitgebreid in een volgend artikel meer)
OPM. Eigenlijk zou je het 7de congres in 2001, ook als een (maar door mij geanalyseerde als mislukte) poging kunnen zien om de PVDA weer haar revolutionair karakter terug te geven. Over deze laatste stelling zal ik nog eens apart terugkomen.

De bezorgdheid voor behoud van revolutionair karakter op basis van de naar reformisme leidende Resolutie van 1999 geïllustreerd door 1 mei-speech van 2000 (Nadine Rosa-Rosso, Algemeen secretaris PVDA)
Nadine Rosa-Rosso houdt zich in haar 1-mei-speech, te lezen in Solidair no 18, 3 mei 2000  aan de lijn van de Resolutie 1999 (met inbegrip van haar dubbelzinnig karakter...)

Ze toont aan dat de socialisten niet een (zelfs niet “gematigd”) “links” zijn, maar gewoon het “neoliberalisme” iets anders verwoorden dan de liberalen zelf. Ook toont ze aan dat de Groenen gewoon beschermers zijn van het bestaande kapitalisme. Ze stelt dat de PVDA trouw moet blijven aan een revolutionaire strategie en duidelijk stelling nemen tegen het reformisme.
(...)(Een)... passage uit de regeringsverklaring: “Een decennium geleden vernietigde men de Berlijnse Muur, de schande van Europa. De Muur sleepte in zijn val de oude tegenstellingen mee tussen Oost en West. Het failliet van het communisme met zijn aanslagen op mens, maatschappij en milieu kwam pijnlijk naar boven. Ook in het Westen kon men op ideologisch vlak vrijer ademen, er was eindelijk meer ruimte voorpolitieke reflexie en voor zelfkritiek.”4 (...)
(O)nze liberale eerste minister Guy Verhofstadt, die al heel zijn leven een harde voorstander is van de vrije markt. Na twee mislukte pogingen om een regering te vormen, was een face-lift dringend nodig.
Gedaan met de arrogantie, gedaan met de slogans over Reagan en Thatcher. En Guy nieuwe-stijl zegt nu: “Tien jaar na de val van de Muur is het moeilijk er zich geen rekenschap van te geven dat in Europa een zoektocht bezig is naar een nieuw model. (...) Wij moeten allemaal samen meewerken aan deze enorme stroming die een zoektocht is naar een nieuwe maatschappij.”5 Allemaal samen, allemaal samen... Tous ensemble, tous ensemble... Heeft Verhofstadt de slogan in het achterhoofd van de arbeiders van Clabecq en Renault die op zoek zijn naar een nieuwe maatschappij waar de rijkdom toebehoort aan wie ze geproduceerd heeft?
Toch niet. Onze Guy-nieuwe-stijl is op zoek naar realistische partners die het kapitalisme willen verdedigen onder een sociaal kleurtje. (...)
Verhofstadt zegt: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat een groot aantal mensen van de sociaal-democratie al erg ver stond, dat zij al ideeën hadden die je bij Blair ook vindt. Tijdens de regeringsonderhandelingen hebben wij dat erg snel gezien. Het thema van de actieve welvaartsstaat is op tafel gegooid door Frank Vandenbroucke.”6
(...)(D)e zelfkritiek van de socialisten. Tony Blair heeft die trend gelanceerd. Maar je moet toegeven dat Maggy het terrein al had voorbereid met de vernietiging van de vakbonden, de sluiting van de mijnen, de privatiseringen. Nu was het de beurt van de socialisten, al was het maar om sociale revoltes te vermijden. “Laten we een streep trekken onder het verleden. Werkgevers en werknemers zitten in dezelfde schuit. Onze ploeg heet Groot-Brittannië!” zei Tony Blair.7 Waarna de autokritiek van de socialisten volgt: “Wij hebben in het verleden teveel gewezen op de zwakheden van de markt en de sterke punten ervan onderschat,” biecht Tony op. Frank Vandenbroucke, die een paar jaar naar Oxford trok om daar te vergeten dat hij opdracht gaf het zwart geld van de SP te verbranden, heeft goed geluisterd. En bij zijn terugkeer in België ziet hij dat de Belgische socialistische leiders dat ook gedaan hebben en net als Blair bereid zijn tot zelfkritiek. Busquin en Di Rupo willen de trein van de ‘derde weg’ niet missen.
En ze roepen in koor: “Laat ons voor eens en voor altijd ophouden investeerders en bedrijfsleiders als vijanden te beschouwen. Zij zorgen voor de welvaart.”8 Langzaam aan wordt duidelijk wat de zin betekent: “Sinds de val van de Muur kunnen we in het Westen vrijer ademen.”9 (...)
Je kan vrijer ademen als men openlijk kan zeggen: “Allemaal samen voor het welzijn van ONS land.” Dat klinkt allemaal zo in het Engels met Blair, in het Duits met Schröder, in het Nederlands met Vandenbroucke en Kok, in het Frans met Di Rupo en Jospin.
Maar wat met de leiders van de Groenen? Welke zelfkritiek hebben zij moeten maken om in de regering te kunnen komen?
Voor de leiding van Agalev en Ecolo was het niet zo erg. Zij waren altijd al voorstander van de vrije markt. Ze moesten alleen zeggen dat het tijd was hun verantwoordelijkheid te nemen en in de regering te treden. (...)
Laat ons eens kijken in de geschiedenis of er werkelijk iets nieuws is aan de hele zaak.
Precies 101 jaar geleden ontdekte de Duitse socialist Bernstein al de deugden van de zelfkritiek. Edouard Bernstein is de eerste socialist die een systematische kritiek formuleerde op de leer van Marx. Hij was geschokt door de eerste crisissen van het kapitalisme en bezorgd voor de komende eeuw, de eeuw die we nu achter ons laten. Hij schreef: “De klassendictatuur is een idee uit een verouderde cultuur. Het gebruik van het concept ‘bourgeoisie’ is een absurditeit.
We kunnen niet met genoeg nadruk zeggen dat we maat moeten houden in onze scheldpartij tegen het liberalisme. (...) We moeten het socialisme eigenlijk ‘organiserend liberalisme’ noemen.”10
Al meer dan honderd jaar lopen de socialisten achter de liberalen aan. Ze zijn bereid tot eender welke zelfkritiek om deel te kunnen uitmaken van de regeringen van
het kapitaal. (...)
Bernstein in 1899: “Ervoor opkomen dat de staat gewoon iedereen onderhoudt die geen loon trekt, komt erop neer dat de staat iedereen onderhoudt die geen werk vindt maar ook iedereen die niet werken wil. Je moet echt geen anarchist zijn om te constateren dat de oproep voor een eeuwige staatshulp overdreven is. Wij blijven uit principe stellen dat de moderne proletariër een arme is, geen bedelaar. Dat onderscheid slaat op de aard zelf van onze strijd. Het heeft te maken met de hoop op de overwinning.”11
(...)(A)lle principes van de actieve welvaartsstaat zitten al in die tekst: zodra de proletariër werkt, zelfs als hij daarmee toch arm blijft, hebben wij de overwinning behaald. Dat is precies wat de paarsgroene regering voor ons in petto heeft. De actieve welvaartsstaat wil breken met “de huidige benadering van werkloosheidsuitkering en OCMW”.12 Werklozen en mensen met een bestaansminimum moeten ‘geactiveerd’ worden. (...)
De socialisten liegen de arbeiders al honderd jaar voor: het liberalisme is geen vijand maar een bondgenoot; de patroon is geen vijand, je moet die kunnen lijmen; de bourgeoisie, dat is een voorbijgestreefde benaming; de concurrentie is nog zo slecht niet, er zijn nog sectoren zonder monopolie,...
En wat constateren we na honderd jaar? De wereld wordt vandaag gecontroleerd door tweehonderd multinationals. In 1997 hadden ze een omzetcijfer van 5.000 miljard dollar (200.000 miljard frank). Dat is meer dan het gezamenlijke Bruto Binnenlandse Product van alle derdewereldlanden op uitzondering van oostelijk Azië.13 (...)
En iedere seconde sterven er op aarde vier kinderen van de honger of van een ziekte die eenvoudig te genezen is.14 Héél, héél, héél ver van onze ministers en in alle stilte.(...)
“De oude, achterhaalde tegenstellingen tussen Oost en West zijn eindelijk gevallen,” zegt de regeringsverklaring. “Wij hebben eindelijk onze blik ongedwongen en zonder schroom op de toekomst kunnen richten.”15 Dit is tegelijk een bekentenis van onze liberale, socialistische en groene ministers dat het socialisme in het Oosten hen tot een zekere schroom dwong. (...)
In 1990 wezen wij er al op dat alle afgevaardigden in het parlement, zonder enige uitzondering, unaniem, de motie ondersteunden van het Vlaams Blok die de socialistische regimes in het Oosten veroordeelde. En wat zien wij vandaag, nu mensen uit diezelfde landen de miserie van het kapitalisme ontvluchten en aan onze deur kloppen? Dezelfde unanimiteit om deze mensen weg te sturen! In de gemeenteraad van Antwerpen, in het jaar 2000, ondertekenden alle partijen, met inbegrip van het Vlaams Blok, een motie van SP en Agalev tegen een vluchtelingencentrum in het noorden van Antwerpen! (...)
Agalev en Ecolo hebben zich bij jongeren en syndicalisten laten kennen als ferme pacifisten. Wat doen ze vandaag in de regering?
Ze gaan akkoord met een indexering van de begroting voor Landsverdediging, de eerste sinds zes jaar. De zogeheten ‘linkervleugel’ van de regering, de Groenen, pleiten voor transportvliegtuigen in plaats van jachtvliegtuigen! Dat zijn dus de gevolgen van een ‘pacifistische’ politiek van steun aan het Europese leger. Pierre Galand, de voorzitter van CNCD, de Franstalige tegenhanger van het NCOS, is daarover zeer verontwaardigd en zegt: “De niet-gouvernementele organisaties herinneren eraan dat de enige manier om menselijke catastrofes te vermijden, de duurzame ontwikkeling is.”. (....)
Naar verluidt is de Partij van de Arbeid van België tegen de vrijheid. Ecolovoorman Jacques Bauduin bracht op de televisie een ongelukkig debat op gang over de PVDA. In zijn bijdrage tot dat debat legde Philippe Defeyt, de nationale secretaris van Ecolo, in de krant Le Matin uit wat een vrijheidsberovende partij is: “Tot het bewijs van het tegendeel, zei hij, is de PVDA voor de instelling van een eenheidspartij. Dat gaat in tegen de democratische en burgervrijheden.”16
U mag lang zoeken, maar u zal nergens een tekst vinden waarin staat dat de Partij van de Arbeid van België voor het regime is van een eenheidspartij. In het programma dat wij aannamen bij de stichting van onze partij in 1979 staat onze politieke definitie van het socialisme. Er staat: “De partij van de arbeidersklasse vormt het eenheidsfront met alle revolutionaire organisaties en partijen die verenigd kunnen worden om de klassenvijanden te verslaan en het socialisme op te bouwen.”17
(....)
Het is niet de fout van de PVDA dat wij de enige partij zijn die niet plat op zijn buik gaat voor het kapitalisme. Dat wij de enige partij zijn die nog durft praten over het gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen, over een planeconomie in dienst van het volk, over een staat in handen van de werkers. Want dat is, zo blijkt, onze tweede misdaad. Het systeem waar wij voorstander van zijn, is de geschiedenis ingegaan onder de naam ‘dictatuur van het proletariaat’. (...)
(W)ij (hebben) een (...) taak: de verdediging van het socialisme, het socialisme dat de voorbije eeuw bestaan heeft en dat nu nog bestaat in China, Cuba, Vietnam, Laos, Korea.(...)
(L)essen te trekken uit de verdwijning van het socialisme in Europa.
Wij denken het volgende: de werkers hebben hun interesse voor staatszaken en voor de communistische partij verloren toen hun leiders begonnen te zeggen dat de strijd tegen het kapitaal afgelopen was, dat de werkers geen vijanden meer hadden, dat het onmogelijk was de uitbuiting opnieuw in te voeren.18


Maar de basislijn van Resolutie van 1999 wordt door haar wel behouden en doorgevoerd: er MOET een verhoging komen van het aantal stemmen hetgeen zal MOETEN leiden tot verkozenen. Maar in de verkiezingen moet wél - weliswaar op aangepaste wijze - de fundamenteel revolutionaire strategie gepropageerd worden: het kapitalisme heeft geen uitkomst, op revolutionaire wijze moeten de kapitalisten onteigend worden en het socialisme ingevoerd. En er wordt met hand en tand en zo concreet mogelijk aangetoond dat het socialisme SUPERIEUR is aan het kapitalisme.

Betekent dit dat er niets moet veranderen aan de Partij van de Arbeid van België? Om onze fouten op een juiste manier recht te trekken en onze zwakheden weg te
werken, moeten we er op de eerste plaats van overtuigd zijn dat wij gelijk hebben en dat het mogelijk is een einde te maken aan de dictatuur van die tweehonderd multinationals. (...)
(N)iet (...) terugschrikken voor zware inspanningen en opofferingen als het gaat om vrede, gerechtigheid en democratie voor het volk.
In dezelfde geest hebben wij beslist ons op kordatere wijze aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en meer rekening te houden met de kritieken op ons werk. Dat hebben wij willen doen door terug aan te knopen met een goede traditie van onze partij: de regeringspolitiek ernstig en diepgaand bestuderen om waardevolle argumenten te geven aan hen die weerstand willen bieden aan het systeem.
Een grote ploeg heeft zes maanden lang gewerkt aan een brochure daarover. Wij ontwikkelen daarin thema’s die we in het verleden ten onrechte niet aanpakten zoals de kwaliteit van de voeding, het afvalprobleem, de huisvesting, het feit dat honderdduizenden burgers en werkers twee keer per dag in de file moeten staan...
In de brochure behandelen wij natuurlijk ook onze traditioneel sterke thema’s zoals de tewerkstelling, de belastingen, het gerecht, de vakbondsrechten, de vluchtelingen... (...)

Binnen zes maanden zal de Partij van de Arbeid van België opkomen bij de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen.
Wij zijn vast besloten onze score te verbeteren. De verkiezingen van 13 juni vorig jaar hebben de zeer grote capaciteit getoond van het systeem om nieuwe coalities aan de macht te brengen als de mensen hun buik vol hebben van de oude coalities.
De nieuwe regering is een meester in de kunst van de communicatie. Als wij ons verkiezingsresultaat willen verbeteren, dan moeten wij iedere dag een gevecht leveren tegen de regeringspartijen en tegen de enige parlementaire oppositie die nog bestaat, die van de fascisten. Werken met deze brochure, hem zelf studeren, hem verkopen, collectieve studie en debatten organiseren, zal onze eerste taak zijn en dat zolang deze regering aan de macht is.
Wij zijn een politieke partij en wij zijn een revolutionaire partij.
Wij weten hoe zwaar de feitelijke dictatuur van het geld doorweegt bij verkiezingen. Maar wij hebben de plicht met de werkers deel te nemen aan de verkiezingsstrijd.
Wij moeten erkennen dat een vermindering of een vermeerdering van ons stemmenaantal een oordeel inhoudt over de kwaliteit en de hoeveelheid van ons werk.
Wij willen in enkele gemeenten een verkozene behalen. Vooreerst omdat de werkers in dit land recht hebben op enkele communistische verkozenen. Vervolgens omdat wij ons willen verplichten pilootervaringen op te doen om zo onze capaciteit te meten om de mensen te overtuigen, hen te organiseren rond ons en in onze partij, debatten te voeren, fronten te sluiten. Als wij deze strijd met overtuiging, doorzettingsvermogen en creativiteit voeren, zullen wij er heel nuttige lessen kunnen uit trekken om ons werk verder te verbeteren, ongeacht ons verkiezingsresultaat. (...)
Wij zullen de 20ste eeuw terug de echte rol geven die zij in de geschiedenis speelt:die van de algemene repetitie van de mensheid voor eenwereld zonder uitbuiting, zonder honger en oorlog, ...een socialistische wereld!19

De zin “Wij moeten erkennen dat een vermindering of een vermeerdering van ons stemmenaantal een oordeel inhoudt over de kwaliteit en de hoeveelheid van ons werk.” betekent in feite een capitulatie voor het revisionisme dat bepaalde kaders bewust IN de partij wilden binnenbrengen. Dit is hen na 2004 uiteindelijk gelukt.... en Nadine Rosa-Rosso werd hierbij dan buiten-gesmeten.....

1Ik analyseerde "Dossier Klassenstrid" in 13-04-15 Eerste 'rectificatie' in oorspronkelijke lijn van 5e congres - eenheid rond communistische identiteit – was door Kris Hertogen, http://culturalrevolutionstart.blogspot.be/2015/04/eerste-rectificatie-in-oorspronkelijke.html
2http://marx.be/nl/content/archief?action=select&id=22 , Dossier Klassenstrijd, bestaande uit de artikels in Marxistische Studies n° 26, 1995: - Een revolutionaire partij in stakingen- Centraal Comité van de PVDA (vanuit anlyse voorgesteld door Kris Hertogen); - De strijd tegen globaal plan in oktober - december 1993 - Kris Hertogen en Joris Van Gorp; - Ons sociaal-economisch eisenprogramma en de strijd voor de socialistische revolutie - Politiek Bureau PVDA
3https://www.marxists.org/reference/archive/mao/selected-works/volume-1/mswv1_17.htm, On Contradiction, Mao Zedong in August 1937:...III. THE PARTICULARITY OF CONTRADICTION: ...Our dogmatists are lazy-bones. They refuse to undertake any painstaking study of concrete things, they regard general truths as emerging out of the void, they turn them into purely abstract unfathomable formulas, and thereby completely deny and reverse the normal sequence by which man comes to know truth. Nor do they understand the interconnection of the two processes in cognition-- from the particular to the general and then from the general to the particular. They understand nothing of the Marxist theory of knowledge.
4 Regeringsverklaring, blz. 17
5. Brochure Omkeren, blz.19
6 Regeringsverklaring, blz. 17
7 Idem, blz. 16
8Idem, blz. 17
9 Idem
10. Bernstein, Les présupposés du socialisme, blz. 178-183
11. Idem, blz. 195
12. Brochure Omkeren, blz. 66
13 Omkeren, blz. 24
14. Idem, blz. 25
15. Regeringsverklaring, blz. 17
16. Le Matin, 23 maart 2000
17. Programma van de Partij van de Arbeid van België, Stichtingscongres 1979, blz. 140
18 I mei speech door Algemeen Secretaris Nadine Rosa-Rosso, Solidair no 18, 3 mei 2000

19 I mei Speech door Algemeen Secretaris Nadine Rosa-Rosso, Solidair no 18, 3 mei 2000

Geen opmerkingen:

Een reactie posten