Peter
Mertens bereid de PVDA voor om in de komende verkiezingen echt de rol
van «Syriza aan de Schelde» te spelen. Hij heeft
aandachtig de raadgevingen en adviezen gelezen die in de artikels in
De Wereld Morgen zijn neergepend vooral door mensen die zich situeren
in hetgeen men vroeger « de trotskisten »
noemden.
Allereerst
is als partij-ideoloog aangesteld, Marc Vandepittte, iemand afkomstig
van links van de SPa, en zich (in zijn studententijd) nooit
uitgesproken heeft als het aanhangen van «het trotskisme»
(noch van de SAP, noch van LSP) maar zeker toen ook niet als die van
het «marxisme-leninisme» van de PVDA. In feite
bevind hij zich (zoals een Hendrik De Man) «Au delà
du marxisme»
Een
tweede zaak is de opdracht aan Herwig Lerouge om Lenin af te zweren,
en zich voortaan te concentreren op Gramsci1.Gramsci
moet Herwig Lerouge gebruiken om Syriza (die hij in vorige analyses
ontmaskerde als onverbeterlijke reformisten) terug aan te bevelen en
op te hemelen. Dit op bevel van Peter Mertens, in feite zijn «baas»,
aangezien Herwig Lerouge «voor de partij werkt» in
loondienstverband. (hierover elders meer)
Om
een « Syriza aan de Schelde » te worden, wordt
het marxisme volledig afgezworen en het trotskisme binnengehaald. Met
Marc Vandepitte hoopt Peter Mertens ook definitief de banvloek
«stalinisten» komend uit anti-communistische hoek te
kunnen opheffen.
De
afgelopen zomer waren de verwachtingen hooggespannen. Bij de eerste
besparingsronde was de regering exclusief gaan aankloppen bij de
gewone werkende man of vrouw: langer werken, indexspron g en een
rist andere maatregelen. De vermogenden werden netjes buiten schot
gehouden. Maar niet getreurd, de veelbesproken taxshift zou het
evenwicht opnieuw herstellen en deze keer het kapitaal aanspreken.
(..)
Kortom,
de gewone kostwinner, de werkloze, de gepensioneerde en de zieke
betalen het gelag. Zij hoesten 83% van deze taxshift op. De
resterende 17%, als dat percentage al bereikt zal worden, komt van de
vermogenden. Omgekeerd bedient de taxshift deze toplaag op zijn
wenken. Met de verlaging van de patronale bijdragen aan de sociale
zekerheid, incasseren de bedrijfsleiders twee miljard euro. Die komen
bovenop de vele miljarden die ze bij vorige bezuinigingsrondes al
kregen. (...)
Marc
Leemans, (ACV)...: “(...)Werkgevers krijgen nog maar eens een
lastenverlaging geserveerd, zonder enige voorwaarde inzake
jobcreatie.” Rudy De Leeuw (ABVV) ....: “Deze regering (...) laat
de zwakkeren in onze samenleving - de lage inkomens - opnieuw zwaar
betalen. De vermogenden worden behendig maar effectief ontzien.”
Dat
er vandaag bezuinigd wordt op de kap van zieken, werklozen of
gepensioneerden is onbegrijpelijk en een ware schande. België is
een van de rijkste landen ter wereld. Het gemiddeld beschikbare
inkomen van een gezin met twee kinderen bedraagt bijna 8000 euro per
maand. Er is niet de minste reden om aan de opgebouwde welvaart van
de bevolking te raken. Ons land heeft meer dan genoeg rijkdom om alle
inwoners ruimschoots te voorzien van een royaal vervangingsinkomen.2
Sinds
het begin van de «besparingen» liet de
vakbondsleiding de woedende achterban via de betogingen en
(dag-)stakingen de strijdwil richten op «Tegen 'blinde'
besparingen en voor een 'rechtvaardige' taxshift (met een
vermogensbelasting)». De PVDA heeft dit toen niet
ontmaskerd en heeft dit reformisme met de mantel der liefde bedenkt.
Ik schreef toen:06-12-14 Kapitalistische belangen ideologisch en politiek beschermd door OBJECTIEVE burgerlijke alliantie van uiterst rechts tot uiterst (reformistisch) links.
Er
werd alleen verontwaardigd gedaan met wat «de laatste
besparingen» (van regering Michel) aan de werkers koste.
Al
de besparingen op de (totale) loonkost die iedere keer gevolgd werd
door besparingen in en afbraak vàn de sociale zekerheid die
sinds 1980 zijn doorgevoerd (en waar de vakbondsleidingen aan
medeplichtig zijn) werden, en worden nu wèèr aanvaard
als voldongen feit.
Sinds
het begin van de «besparingen» (in feite een
stap voor stap opdrijven van de uitbuitingsverhouding van “hun”
werkvolk, waartoe het monopoliekapitaal sinds het begin van de
overcapaciteitscrisis in 1973 «hun»
respectievelijke staatsapparaten dwongen, om in de sindsdien
verscherpte concurrentie een zo goed mogelijke positie te hebben),
ontrolde zich steeds een gelijkaardig scenario.
Besparingen
werden iedere keer aangekondigd. Daartegen werd betoogd en gestaakt
(in feite om onderhandelingen «af te dwingen»). De
vakbondsleiding kon zogezegd in die «onderhandelingen»
dan bepaalde besparingen (voorlopig) tegenhouden. Waarna stakingen en
betogingen werden afgeblazen, maar waarbij het deel van de
besparingen waarop werd toegegeven dan werd doorgevoerd. Ook
werden akkoorden getekend voor allerlei vormen van «werkherverdeling
en aanwervingen» waarbij voor de betreffende groepen dan
verlagingen van patronale lasten werden toegekend. Ook werden
“loonsverhogingen in natura” (maaltijdchecks, bedrijfwagens,...,)
afgesproken, waarop helemaal geen patronale lasten meer werden
geheven.
Dit
reformisme wordt overgenomen (de vakbondsleiders kritiekloos
geciteerd)door de PVDA (wellicht in de hoop dat de vakbondsleiders
zullen propaganda maken voor de PVDA ...euh...”Syriza aan de
Schelde” in verkiezingen?)
Zo
wordt «de noodzaak tot bezuinigen» niet bestreden,
alleen de «onrechtvaardige verdeling» van de
bezuinigingen
Marc
Vandepitte (Als «linkse» sociaal-demokraat? Of
door de trotskistische strategie van het «entrisme»
toe te passen?) zal zorgen dat de PVDA in haar analyses niet meer het
marxisme toepast
Om
te begrijpen wat we vandaag meemaken en wat er op het spel staat moet
je het ruimere historische plaatje bekijken. De verdeling van de
rijkdom is het sociaaleconomisch kernvraagstuk van elke maatschappij.
Ten tijde van Daens, iets meer dan honderd jaar geleden, was de kloof
tussen rijk en arm weerzinwekkend. Langdurig en volgehouden sociale
strijd van de ontluikende arbeidersbeweging zorgde toen voor een
geleidelijke verbetering van die extreem ongelijke verdeling. Dat
bereikte zijn hoogtepunt na de tweede wereldoorlog. Het fascisme was
verslagen, (extreem-) rechts was zwaar gediscrediteerd en de
arbeidersbeweging stond sterker dan ooit. Uit schrik voor het
communisme werden door de elites toen ook heel wat toegevingen
gedaan. (...)
Het
was in die omstandigheden dat de sociale welvaartstaat werd
uitgebouwd.
Maar
dat was niet naar de zin van de toplaag. Zij zagen hun aandeel in de
rijkdom gevoelig zakken3
Ze zonnen op weerwraak. (...) neoliberalisme. (...) een
sociaaleconomisch beleid gekenmerkt door minder belasting op
kapitaal, bezuinigingen op sociale uitkeringen, verminderen van
overheidsuitgaven, privatiseren, dereguleren en vrijhandel.(....) de
voorwaarde om hun beleid ingang te doen vinden, erin bestond de
bewakers van de welvaartsstaat te neutraliseren: de vakbonden.
Daarmee kreeg deze sociaaleconomische ideologie ook een
antidemocratische component.
(Sinds)...de
zware economische crisis van 1973.(...) betekende de grote
werkloosheid (...) een flinke verzwakking van de vakbonden. Het
neoliberaal gedachtengoed, dat na WO II marginaal was, werd nu volop
gelanceerd, deze keer met succes. De val van de Berlijnse Muur in
1989 gaf dat ideologisch offensief een extra boost. Stilaan kreeg het
uiterst asociaal neoliberaal gedachtengoed overwicht bij de publieke
opinie. Tezelfdertijd geraakte de arbeidersbeweging meer en meer in
het defensief.
Het
is in die context dat je de huidige taxshift en afbraak van de
welvaartstaat moet plaatsen. Het kadert in een offensief dat in alle
ontwikkelde landen plaatsgrijpt. Het is een goed gecamoufleerde
poging van de elites om hun ‘verloren rijkdom’ te heroveren. De
rechtse populisten ontpoppen zich meer en meer als grootmeesters in
die camouflage. Ze spelen sluw in op onzekerheden en angsten bij de
bevolking en leiden de aandacht af naar andere kwestie: een
(opgeklopte) terreurdreiging, een (zelfgeorganiseerde)
vluchtelingencrisis … Hun antisociaal offensief gaat geheel conform
aan de neoliberale theorie, gepaard met aanvallen op de vakbonden en
het buitenspel zetten van het maatschappelijk middenveld.(...)
De
huidige koers is gebaseerd op het recht van de sterkste. Het beleid
is hardvochtig, harteloos en onaanvaardbaar. Een ander beleid is
dringend nodig en ook mogelijk.4
En
als een echte reformistische vakbondsleider wordt de woede en de
strijdwil «gekanaliseerd» zoals sinds 1980:
(W)oensdag
7 oktober 2015 een grote manifestatie in Brussel voor het herstel van
de koopkracht, een faire belasting op grote vermogens en
kapitaalinkomens, een ernstige bestrijding van fiscale fraude in
plaats van amnestie voor fraudeurs, investeringen in welzijn,
gezondheid, cultuur en openbare dienstverlening, jobcreatie als
voorwaarde voor bedrijfssubsidies, versterking van de sociale
zekerheid, pensioen op 65 jaar, met vroegere uitstap voor zware
beroepen en een hoger wettelijk pensioen, en ernstig sociaal
overleg.5
Het
imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme. Nooit van
gehoord! Ah Nee, want Lenin afgezworen!
De
kapitalistische productieverhoudingen, met de kapitalistische
uitbuiting als basis, zijn verdwenen. Het imperialisme als hoogste
stadium?...Bestaat niet! Kolonies? Nooit van gehoord. Dus hoeft er
ook niet, de «de-kolonialisering» en daarna de
neo-kolonialisering met zijn plundering van de Derde Wereld, de
extra-uitbuiting van de volkeren daar, betrokken worden in de
«analyse» van de anti-marxist, de anti-leninist
(maar NIET de anti-imperialist) Marc Vandepitte.
Het
zelfde imperialisme dat de wereld verdeelde en herverdeelde, eerst
via kolonisering daarna via «neo-kolonisering»,via
oorlog en plundering en dat aan de basis ligt van de noodzaak die
grote groepen mensen voelen om te migreren/wegvluchten van de
opgewekte armoede, honger, van de roof van alle mogelijkheden om een
leefbaar bestaan uit te bouwen, dàtzelfde imperialisme voorzag
uit zijn opgestapelde extra-winsten afkomstig uit de extra-uitbuiting
van die «neo-gekoloniseerde» wereld, de fondsen om
in Europa (vooral, want gelegen net naast de «communistische
wereld») de vakbondsleidingen en sociaal-democratische
partijen om te kopen en de regeringen van de Europese staten de
(financiële) mogelijkheid te geven, om alle revolutionaire
neigingen van hun achterban, van de werkers, te dempen met sociale
zekerheid, goedkope woningen, gezondheidszorg,....en ook om de
«vluchtelingen» vanuit het Oostblok, door het
toekennen van volledig burgerschap te bewijzen dat hun keuze om te
vluchten naar de kapitalistische wereld de juiste was.
Maar
het zijn ook de reformistische vakbondsleiders die na 1980 iedere
keer de strijd tegen besparingen (in feite de verhoging van
uitbuitingsverhouding) doen stilvallen, en op basis van bepaalde
«toegevingen» de essentie iedere keer van
de besparingen en indexinleveringen doen slikken.
Nu
wordt weergegeven door de vakbondsleiding en ook door de PVDA (hier
bij monde van Marc Vandepitte) wat «de laatste besparingen»
'gezin modaal' gaat kosten. Maar wat het de werkers in het algemeen
al sinds 1980 gekost heeft, wordt niets gezegd. Al de huidige
armoede, de huidige dakloosheid, de huidige niet toekomende
uitkeringen, de reeds bestaande uitsluitingen, schorsingen,
verminderingen, de reeds lang bestaande problemen bij veel gezinnen
voor onderwijskosten, woonkosten gezondheidskosten, energie- en
waterkosten (OOK als er «maar» 6% btw zal worden
geheven), kosten voor bewoners van rust-en verzorgingshuizen, de
onvoldoende “leefbaarheid” van reeds véél
pensioenen.... zijn een gevolg van al die besparingen, patronale
lasten-verlagingen, waarvoor de vakbonds-leidingen reeds
gecapituleerd hebben, hun achterban reeds vroeger tijden
hebben doen stoppen te staken, het strijdsindicalisme in hun «eigen»
vakbond hiervoor bestrijdend. (De PVDA is blijkbaar volledig
vergeten hoe HUN syndicalisten zijn gesanctioneerd, soms uit de
vakbond gezet of bewust «opgeofferd» - toegelaten
dat ze werden afgedankt..., zoals ondergetekende!)
Het
is HETZELFDE anticommunisme én DEZELFDE mogelijkheden van
economische groei van na de tweede wereldoorlog in Europa (en de
noodzaak te concurreren met de VS) dat de ontheemden na WOII,
afkomstig uit de gebieden die dan ACHTER het (zoals Churchil dat
noemde) «Ijzeren Gordijn» lagen én de
«vluchtelingen voor het communisme» (zoals de
200.000 Hongaren in 1956) dat zowel de sociale zekerheid als de
conventie van Genève hebben opgeleverd.
En
het is dezelfde kapitalistische/imperialistische drang om in de, door
de crisis verscherpte concurrentie-strijd, de uitbuitingsverhouding
te verhogen, dat zowel de sociale zekerheid als de conventie van
Genève nu moeten sneuvelen.
Marc
Vandepitte lanceert trotskistische analyse van het « neoliberalisme »
in de PVDA die zij vroeger bestreed
Marc
Vandepitte legt (in opdracht van Syriza-aan-de-Schelde-voorzitter
Peter Mertens) een door trotskisten gemaakte analyse op aan de
PVDA-leden.
Die
trotskistische theorie van het «neoliberalisme»
werd vroeger door de PVDA bestreden. Maar Peter Mertens heeft
gezworen (KNACK 5/9):«Maar NU zal je zo'n 'absurde' en
'sectaire' analyse als vroeger, niet meer tegenkomen in de
publicaties van de PVDA»...
Maar
in Marxistische Studies kunnen we (nu nog) lezen:
Moeten
wij terugkeren naar de situatie zoals ze was in de jaren ’50 en
’60? Dienen wij terug te keren tot een politiek van
inkomensverdeling, zoals men tot nog toe heeft gekend, in de rijke
landen, maar ditmaal gespreid over wereldniveau? Zo luidt het
voorstel van de nieuwe reformistische theoretici. Maar deze
herverdeling belet niet dat de arbeiders uitgebuit worden, dat de
derde wereld wordt geplunderd, zoals dit ook het geval was tussen
1950 en 1973. (...)
Deze
doctrine....(van de neoliberale theorieën)... is sterk aanwezig
in de derdewereldlanden en vooral in Latijns-Amerika. (...) Wij
hebben ons vooral toegelegd op het kritiseren van de meest
reformistische versie van deze theorie, namelijk deze van de
trotskisten van de Vierde Internationale.
Al
deze stellingen botsen met twee onontkoombare feiten.
Vooreerst,
dat het kapitalisme één van zijn ergste crisissen
doormaakt. De economische crisis, begonnen aan het eind van de jaren
60 en volop losgebarsten in 1973, verdiept zich steeds verder. Op
deze wijze verscherpt ze alle tegenstellingen van het kapitalistische
systeem: deze tussen het kapitalisme en het socialisme, tussen
patroons en werknemers, tussen de imperialistische machten en de
volkeren van de derde wereld, en ook de onderlinge tegenstellingen
tussen de kapitalisten zelf. De economische crisis bevindt zich
vandaag op een keerpunt. Aan de ene kant ontwikkelt zich de
fundamentele basis ervan (de overproductie die blijkt uit de
permanente overcapaciteit). Aan de andere kant staan de financiële
markten, die tot nog toe toelieten te ontsnappen aan de rampzalige
gevolgen van een algemene krach, op instorten.
Zo
verscherpt doorheen de economische crisis, de algemene crisis van het
kapitalisme. Het kapitalisme bewijst hoe langer hoe meer dat het niet
in staat is zijn essentiële problemen te boven te komen. Het
slaagt er immers niet in aan de werkers en aan de wereldbevolking een
oplossing te bieden voor hun problemen. In tegendeel, het buit hen
steeds meer uit en stort hen dieper in wanhoop en armoede. Het
kapitalisme is een voorbijgestreefde productiewijze. Het gaat er dus
niet om een uitweg te vinden binnen het kapitalisme zelf, maar vooral
om eruit weg te geraken; dit systeem is verantwoordelijk voor de
economische crisis die arbeidsplaatsen vernietigt, de werknemers
werkloos maakt en in de miserie duwt. Doordat het kapitalisme steunt
op de privé-eigendom van fabrieken en ondernemingen, zet het
iedere patroon aan alleen zijn eigen winst te zoeken. Daarom moet men
een systeem instellen gebaseerd op het collectief bezit, namelijk het
socialisme. Alleen dit regime kan de verlangens van de werkers
realiseren want alleen het socialisme laat toe dat de rijkdom die zij
voortbrengen ook volledig aan hen toekomt.
Vervolgens
vertegenwoordigt de staat in geen enkel geval het algemeen welzijn.
De staat weerspiegelt ook geen evenwicht tussen elkaar bestrijdende
sociale krachten. Lenin schrijft over de staat dat hij "het
product en de uiting is van het feit dat de klassentegenstellingen
onverzoenbaar zijn."6
Hij is "het orgaan van klassenheerschappij, een instrument van
verdrukking van de ene klasse door de andere." Onder het
kapitalisme is de staat de staat van de bourgeoisie, die de andere
klassen — en vooral de arbeiders — aan zich onderworpen houdt.
De
bewijzen hiervan zijn legio. Het volstaat de rol te tonen van de
staatshoofden bij de sluiting van een onderneming. De sluiting van
een fabriek toont in de eerste plaats de dictatuur van de
kapitaalbezitters. Enkele beheerders van een firma beslissen over de
toekomst van duizenden arbeiders, vaak over de toekomst van een ganse
regio. Tegenover zo’n ongelooflijke agressie, die duizenden mensen
van hun loon, hun voornaamste levensbron berooft, kunnen de
politiekers slechts verklaren dat zij niets kunnen doen, dat ze
onmachtig zijn. Nochtans is heel hun beleid erop gericht geschenken
uit te delen aan de eigen of vreemde multinationals die investeren op
het nationaal grondgebied. Het geval van Renault Vilvoorde is op dit
vlak duidelijk. De politici kunnen ten hoogste de dag uitstellen
waarop het bedrijf zal sluiten.
En
wanneer de arbeiders de euvele moed hebben hun lot in eigen handen te
nemen zoals in Forges de Clabecq, komt de rijkswacht tussen om hun
strijd te breken. En als ook dit niet volstaat, beschuldigt het
klassengerecht de stakingsleiders ervan terroristen te zijn.
De
staat is nooit en zal nooit de vertegenwoordiger zijn van het
algemeen belang. Hij zal steeds de verdediger van de heersende klasse
zijn. Het doel is dus niet om het staatsapparaat via het parlement in
handen te krijgen om zo een nieuwe linkse politieke koers te kunnen
varen. Het voorbeeld van Allende in Chili in 1973 moet ons doen
nadenken. Links haalde toen een meerderheid in het parlement. Maar
zij had echter niet de gewapende macht, het essentieel instrument om
effectief de zaken te veranderen, in handen. Men moet de burgerlijke
staat omver werpen en vervangen door een nieuw staatsapparaat, geleid
door de werkers zelf. Want men kan dezelfde machine niet doen werken
met dezelfde politiechefs die de strijdende arbeiders hebben
aangevallen, met dezelfde rechters die de arbeidersleiders hebben
veroordeeld omdat zij aan het hoofd stonden van de volksopstand, met
dezelfde functionarissen die hun hele leven het patronaat hebben
gesteund. Ook niet met de dezelfde wetten die de privé-eigendom
van de fabrieken en ondernemingen in standhouden. En evenmin met het
bureaucratisch corps dat afgesneden leeft van de bevolking.
De
huidige situatie is gunstig voor de revolutionairen. Het kapitalisme
worstelt met tegenstellingen waar het niet uit geraakt, het ogenblik
van maatschappelijke omwenteling nadert.. In de derde wereld - waar
elke ontwikkeling uitblijft - is de nationale democratische revolutie
aan de orde om zich van de imperialistische krachten te bevrijden die
het land afhankelijk willen houden. Om dit te verwezenlijken, dient
men trouw te blijven aan de strategie en doctrine die in het verleden
de werkende klassen de overwinning hebben bezorgd, namelijk de leer
van Marx, Engels, Lenin, Stalin, Mao, Enver Hodja, Kim Il Sung, Fidel
Castro, enz. Men dient de communistische partij die op basis van deze
theorie werkt aan de socialistische revolutie, te versterken. Omdat
zij deze principes niet trouw zijn gebleven (vb. door de
klassenstrijd onder het socialisme niet te erkennen) hebben de
Russische leiders het herstel van het kapitalisme in Oost-Europa
versneld en dit deel van de wereld meegesleurd in de ergste
economische recessie uit de geschiedenis van deze landen.7
1http://marx.be/nl/content/gramsci-en-de-griekse-crisis,
“Gramsci en de Griekse crisis” in Marxistische Studies nr. 111,
Auteur: Herwig Lerouge
2http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0,
7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
3
Piketty
T., Capital in the Twenty-First Century, Londen 2014, p. 324.
4http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0,
7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
5http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0,
7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
6
Lenin,
Staat en revolutie, in Oeuvres complètes, Deel 25, Editions
Sociales, Parijs p.419.
7http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=39&doc_id=130,
Nummer 44, publicatiedatum: 1998-11-30 Copyright © EPO,
Marxistische Studies en auteurs — Overname, publicatie en
vertaling zijn toegestaan voor strikt niet-winstgevende doeleinden.
“Welk antwoord op het neoliberale offensief?”, door Thomas
Gounet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten