Ik
ga het hier uitgebreid hebben over de Resolutie van 1999 waarvan ik
de achterliggende onuitgesproken reden tot invoering besprak in 01-161999: PVDA plant vanaf dan, elke “strijd”-campagne in functie van IMAGO-verbetering. Wat met haar revolutionair karakter dat mij deed toetreden in 1979?
Achteraf gezien, en met de “Coup van 2004” (In2004, manipulatie door Boudewijn Deckers-fractie (PVDA), om te kritische leden politiek en organisatorisch te elimineren en zo revisionisme te beschermen.)gedachten,
blijkt 1999 (met de Resolutie van 1999) voor de PVDA een
scharnierjaar te zijn geweest, waarin een duidelijke koerswending
werd ingezet. Dit gebeurde stap voor stap en was niet in één
stap definitief. Herstel van revolutionaire ideologie en strategie
was nog mogelijk. Maar in 2004 was de PVDA uiteindelijk definitief
een andere partij geworden dan dat zij was in 1979, en waarvan ik
toen lid van was geworden, juist omwillevan de revolutionaire
ideologie en strategie.
In
dit artikel geef ik nu eigenlijk gewoon mijn opeenvolgende “nota's
weer die ik maakte toen ik die Resolutie van 1999(zoals ik als
elk partijlid verondersteld werd te doen) bestudeerde. Deze 'nota's
maakte ik in de periode 1999-2003. Deze nota's liggen aan de basis
van de politieke conclusies die ik maakte NA 2004 ondermeer in het
artikel 06-05-15 Resolutie van 1999: van "Partij van de revolutie" naar "Partij van verkiezingscampagnes"
Ik
rapporteerde in vorig artikel 2-01-16 1999: PVDA plant vanafdan, elke “strijd”-campagne in functie van IMAGO-verbetering. Wat met haar revolutionair karakter dat mij deed toetreden in1979?
dat
ik, hoewel zelf al sinds 1993 rapporten schrijvend o.a. over
ontwikkelingen in de partij die ik verkeerd vond, maar die dan had
geanalyseerd op basis van de werking in de arbeidersklasse (in de
bedrijven en in de vakbond), ik toch problemen had met de
Resolutie die in 1999 verscheen. Daarin werd weliswaar OOK ingegaan
op bepaalde verkeerde ontwikkelingen en er werden ook oplossingen
voorgesteld. Maar ik had problemen met het uitgangspunt: Er
werd vastgesteld dat er verkeerde ontwikkelingen waren in de werking
van de partij op basis van een als “slecht” beoordeelde
verkiezingsuitslag. Dat moest en zou het resultaat zijn van “die
slechte werking”.....maar dat houdt in dat uiteindelijk een als
“goed” beoordeelde verkiezingsuitslag het bewijs zou zijn dat de
“partij goed bezig was”. Maar zo werd er geen oplossing geboden
aan de als fout geconstateerde werking “in de bedrijven”....
07.08.1999,
“Resolutie van het Centraal Comité over de
verkiezingscampagne”
1.
Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, na dertig jaar
permanente aanwezigheid op het terrein, tien jaar na het hoogtepunt
van de anticommunistische campagne, na de belangrijkste
massastrijdbewegingen die België in heel zijn geschiedenis
kende, nadat wij intens militeerden in alle strijdbewegingen en
na wat waarschijnlijk de beste verkiezingscampagne was uit onze
geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote
politieke nederlaag zijn voor de partij, waarin fouten tot uiting
komen die we al vele jaren meedragen.
2.
Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in Partij van de
Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te
rectificeren en zelfs niet te assimileren wat een Congres had
beslist, op basis van de centralisatie van vele rapporten en nota's.
Dat stelt het probleem van de ideologische strijd voor de
reële eenmaking doorheen de toepassing van de beslissingen in
de concrete praktijk.
3.
Zijn de oorzaken van deze nederlaag vooral intern of extern ? Ligt
de voornaamste fout bij de partij of is het probleem het
bewustzijnsniveau van de massa's ? Het resultaat heeft niets te
maken met de fouten van de partij, maar drukt de huidige politieke
toestand van de massa's uit .
4.
Wij zijn het belangrijkste doelwit van alle
burgerlijke, kleinburgerlijke en opportunistische krachten. Naar
buiten uit, hebben wij er belang bij het volgende te onderstrepen :
de eenheidspartij van het grootkapitaal voert strijd tegen de
eenheidspartij van de werkers.
Er
waren heel wat bilans te maken over de werking van de partij, de
militanten die openlijk of niet-openlijk werkten in de bedrijven en
in de vakbond, wat betreft een strategisch communistisch optreden en
de leiding die hier eraan werd gegeven. rapporteerde ik in 13-04-15Eerste 'rectificatie' in oorspronkelijke lijn van 5e congres -eenheid rond communistische identiteit – was door Kris Hertogen:
"In Marxistische Studies nr 26 verscheen “Een concreet
bilan over de werking van de PVDA in de strijd tegen het globaal plan
van 1993” Dit was een rapport opgesteld door Kris Hertogen die toen
Nationaal kader was voor de werking in de bedrijven en de vakbonden."
OPMERKING
1: Lees in Marxistische Studies 26:
-
Een revolutionaire partij in stakingen - Centraal
Comité van de PVDA (maar grotendeels opgesteld en voorgesteld
op het CC door Kris Hertogen)
-
De strijd tegen globaal plan in oktober - december 1993
Kris Hertogen en Joris Van Gorp
-
Ons sociaal-economisch eisenprogramma en de strijd voor de
socialistische revolutie - Politiek Bureau PVDA (opgesteld op
basis van het door Kris Hertogen vastgesteld “hoofdprobleem”:
economisme en spontaneïsme).
OPMERKING
2: Ik zou het een politieke “capitulatie” kunnen noemen, van Kris
Hertogen, daar waar hij, AFGEZET als kader voor de Section du Travail
– Sector van de Arbeid (STA), ...maar dan AANGESTELD als Politiek
Secretaris van Luik, “een rectificatie naar de
Gemeenteraads-VERKIEZINGEN “ heeft doorgevoerd en geleid op
basis van ...Resolutie van 1999...om maar VERKOZENEN te
hebben. (Ik zal dit nog verduidelijken als ik zal schrijven over zijn
“Bilan van Herstal”, van 2000)
Maar
een (negatief) bilan trekken over de werking van de partij aan de
hand een als “nederlaag” beoordeeld VERKIEZINGS-resulltaat (zoals
Resolutie van 1999 hier doet),... is opportunisme. Want
omgekeerd zou dan een als “overwinning” beoordeelde
verkiezings-uitslag een POSITIEF bilan betekenen over de werking van
de partij, hetgeen betekent dat een werking die dan naar dit
resultaat moet leiden ontplooid wordt ..;; een pleidooi voor
POPULISME. (...of de werking van de partij doen overeenkomen met die
van een gewone burgerlijke, op “parlementaire democratie”
gerichte, partij)
Door
dit UITGANGSPUNT maakt het van de hele resolutie (ook al staan er ook
beleidspunten die als “op revolutie gericht” beschouwd
kunnen worden) tot een OPPORTUNISTISCHE resolutie
5.
Maar intern en op het niveau van de kaders moeten wij zeggen dat
onze interne fouten de belangrijkste zijn, want met deze zelfde
vijanden, na al onze politieke activititeiten van de voorbije vier
jaar, hadden wij veel beter moeten kunnen doen. (...)
6.
Zeggen dat ons slecht resultaat niets te maken heeft met de fouten
van de partij , dat is z'n kop in het zand steken, sectarisme,
bureaucratisme en de onmacht om een simpele, revolutionaire,
begrijpelijke boodschap over te brengen, rechtvaardigen. Niet naar de
grond van de zaken gaan in de analyse van onze fouten is het grootste
gevaar. Sinds het vijfde congres zijn er jaren voorbijgegaan, en wij
hebben erg weinig gerectifieerd.
OK,
maar “heeft niets te maken met de fouten van de partij”...
is iets anders dan “heeft ALLES te maken met de fouten van de
partij”, zoals de Resolutie van 1999 in feite indirect
“insinueert”.
8.
Onder de dictatuur van de burgerij zijn de verkiezingen nooit
democratisch (...)
10.
We moeten een principieel standpunt uitleggen aan de massa's. Geloof
niet dat een parlement jullie problemen gaat oplossen. De werkelijke
macht behoort niet toe aan het parlement, maar aan de grote
monopolies en aan de repressiekrachten van de burgerij. De besluiten
worden voorbereid, niet in het parlement, maar in de patronale
verenigingen, in de patronale think-tanks, in de Internationale
politie- en militaire organisaties. We moeten PVDA-leden naar het
parlement sturen om deze tribune te gebruiken om de eisen en de
strijdbewegingen van de werkers beter te propageren, om de misdaden
van de burgerij beter te kunnen aanklagen. Heb enkel vertrouwen in
jullie strijdbewegingen om toegevingen te bekomen van de
kapitalisten en hun staat en om een andere maatschappij voor te
bereiden.
Van
iets dat in een zekere verhouding nog te aanvaarden is, wordt echt
opportunisme als het als zaligmakende VOORWAARDE wordt gesteld.
11.
Men moet deelnemen aan de verkiezingsstrijd om enkele
antikapitalistische ideeën ingang te doen vinden bij de
massa's, om de burgerlijke partijen te ontmaskeren en om
sympathisanten te recruteren. Zij moeten helpen om de organisatie van
komende klassenstrijd voor te bereiden.
Het
boek van Lenin dat men verder aanhaalt - “De linkse stroming
...” - zegt het toch iets anders: het programma brengen bij
de “achterlijkste” lagen van de bevolking die anders nooit
bereikt worden. Voor de rest is “inplanten in de arbeidersklasse
en via participeren in de klassenstrijd er in slagen om stappen te
zetten in de mobilisatie voor revolutie........” beter, dan
“deelnemen aan een verkiezingscampagne”. Een verkiezingscampagne
is hierbij louter “aanvullend” en VERVANGT het andere
niet.
12.
Politieke beoordeling van de verkiezingsresultaten
13.
Hebben wij te maken met een positieve verandering in het bewustzijn
bij een belangrijk deel van de massa's ? (....) (F)out. Het zijn
verplaatsingen van stemmen binnen de eenheidspartij die alle regels
van het imperialisme en het kapitalisme aanvaardt. Geen enkel
belangrijk programmapunt onderscheidt de groenen van de
sociaal-democraten. Van SP naar Agalev, dergelijke
stemmenverplaatsing is slechts een verplaatsing van illusies.
15.
De twee heersende partijen van de grootburgerij, de CVP-PSC en de
SP-PS, hebben slaag gekregen.(...). Maar men kan niet spreken over
een crisis van het systeem, daarvoor zijn de burgerlijke partij het
te grondig eens over de essentie. Het is waar dat het systeem
moeilijker te beheren zal zijn. De versnippering van de burgeriijke
formaties is toegenomen (...)
18.
In het franstalige landsdeel bewijst de score van 4% die d'Orazio op
sommige plaatsen behaalt, dat er ruimte is voor een revolutionair
alternatief.
19.
Er is geen "laatste kaart" voor de burgerij. Als wij niet
beter werken, zal er geen enkele spontane evolutie zijn van
Agalev-Ecolo naar de PVDA. De mensen kunnen van Agalev weer
terugkeren naar de SP of de CVP.
Dit
leidt tot de conclusie dat alles goed is om maar meer stemmen te
krijgen, dus het goedkeuren van...populisme.
20.
Wanneer de mensen hun stem voor Agalev beschouwen als een
progressieve en antifascistische stem, moeten wij daarmee rekening
houden in onze tactiek. "De radio vraagt : U verkiest dat ze
voor Agalev stemmen in plaats van voor het Vlaams Blok ? Ik heb
geprobeerd deze vraag te omzeilen, wat slecht wordt begrepen. lk had
moeten zeggen dat de mensen een stap vooruit hebben gezet, maar dat
zij uiteindelijk zullen moeten vaststellen dat Agalev geen echt
alternatief heeft."
21.Er
is een sterk verspreid ongenoegen, men heeft er genoeg van. Maar dat
blijft in het kader van de burgerlijke en parlementaire democratie.
Stemmen voor de PVDA, is op zijn minst het parlementarisme in vraag
beginnen stellen.
22.
Er is een basis voor een grotere aanhang van de PVDA. We moeten de
juiste tactiek vinden. 72% van de mensen geloven dat de partijen
enkel geinteresseerd zijn in hun stem,niet in hun mening. 15% denken
dat de politiekers rekening houden met hun mening. 73% denken dat de
politiekers veel beloven maar niets doen. Wij moeten een zin vinden,
een slogan die het mogelijk maakt dat gevoel in onze richting te
draaien .
23.
We moeten onze kiezers voornamelijk (her)winnen op Agalev, het Vlaams
Blok en de SP aan nederlandstalige kant en op Ecolo, de PS en de PC
aan de franstalige kant.
24.
Veel van onze potentiele kiezers hebben gestemd voor de groenen. Het
is een uitdrukking van sectarisme en dogmatisme als men stelt dat de
groenen nu "gevaarlijker zijn dan de sociaal-democraten en de
fascisten" . Het is maar als we intens politiek werken met de
progressieven die gestemd hebben voor de groenen, dat we kunnen
vooruitgaan.
Ze
hebben voor de Groenen gestemd (ipv voor de PVDA) door de
dioxine-crisis (in verkiezingsperiode), OFWEL omdat ze (nog) niet
voor het revolutionair programma zijn...maar dit laatste is niet
mogelijk aangezien op DIT moment de PVDA geen revolutionair programma
(meer) heeft... en het oude (van 1979) niet wil vernieuwen (zie
verder in Resolutie van 1999)...alleen maar het LOUTER FORMEEL
aanhouden van het programma van 1979
25.
In het nederlandstalige landsgedeelte, stemt een deel van onze
kiezers nu voor het vlaams Blok. We moeten een voordelige strijd
voeren om hen te doen begrijpen deze partij een stoottroep is van het
grootkapitaal. Nagaan met welke argumenten en revelaties de arbeiders
zich makkelijker afkeren van de fascisten, voor alles hun zwakke
punten zoeken in het arbeidersmilieu en benaderingen zoeken die
werken om in te gaan tegen hun sterke punten.
26.
De campagne heeft onze grote lacunes op vlak van politiek en tactiek
aan het licht gebracht. "De campagne was apolitiek. We waren
afwezig van het politieke strijdtoneel.
In
Brussel hebben wij geen alternatief uitgewerkt voor SP-Agalev, wij
hebben geen campagne gevoerd tegen Demol-Vlaams Blok. Nochtans waren
er voorstellen op dat vlak, maar ze zijn zelfs niet besproken."
27.
Het gebrek aan politiek leven in de campagne weerspiegelt een veel
algemenere kwaal.
Het
hoofdprobleem is het ontbreken van echt politiek werk, het werk van
politieke leiding. Bestuderen welke politieke problemen de massa's
zich stellen. 0ns strategisch antwoord formuleren. Het ingang doen
vinden binnen de massa's op een overtuigende manier.
Als
dit gebeurt, en het gebeurt dan ook, dat dit probleem zich voordoet
in de “werking in de bedrijven, in de arbeidersklasse, in de
klassenstrijd” is dit veel funester. Dit vaststellen alleen (of
in hoofdzaak) rond VERKIEZINGEN is opportunisme.
28.
We moeten permanent strijd voeren tegen de burgerlijke partijen :
CVP, VLD (23% van de leerlingen van een middelbare school stemmen
voor de VLD), SP, Agalev, Vlaams Blok, Vivant, PC, Trots. Wij voeren
er geen enkele. In de debatten waren maar weinige van onze kaders in
staat het gevecht te winnen tegen een van deze partijen.
29.
Men moet wekelijks pertinente, korte, overtuigende kritieken
publiceren in Solidair en nagaan welke argumenten, welke aanvallen
overtuigend zijn. Dossiers opbouwen op basis daarvan.
30.
"Het partij-apparaat werkt soms als een machine die zijn eigen
voeding garandeert, die papier produceert maar de problemen van het
werk aan de basis niet oplost ." (PVDR, biz...) Bureaucratisme
en gebrek aan efficiëntie. Kameraden besteden enorm veel tijd
aan het samenstellen van het Persoverzicht. Maar wij rentabiliseren
dat werk niet, we halen er niet systematisch de argumenten uit
voor de agitatie tegen de burgerlijke en kleinburgerlijke
partijen. Het materiaal in dat persoverzicht volstaat ruimschoots om
een scherpe verkiezingscampagne te voeren tegen onze tegenstanders.
Nogmaals:
door dit vast te stellen vooral (of alleen) ivm VERKIEZINGEN is
opportunisme. Zeker als gezwegen wordt over dezelfde problemen
die heersen inzake inplanting in de arbeiderklasse en werking in
de klassenstrijd om het bewustzijn te verhogen.
31.Thesissen
maken aan de universiteit over de recente geschiedenis van elk van
deze partijen: hun standpunten in alle belangrijke crisissen, hun
voornaamste economische, politieke, militaire stellingen.
32.
De score van de PC is gedeeltelijk toe te schrijven aan een
communistische traditie en aan de steun van de burgerij en van de
sociaal-democratie aan deze partij, om de PVDA te bekampen. Maar haar
score stelt, op een specifieke manier, onze eigen imago in vraag.
Mensen
die een antikapitalistische stem willen uitbrengen, gaan zich eerder
achter deze " Communistische" kadavers stellen dan achter
de PVDA, die hen veel te extremistisch overkomt.
33.
Twee leden van MLB aan de UCL hebben voor de PC gestemd en niet voor
de PVDA, omdat de PVDA stalinistisch is en de PC antikapitalistisch.
Men kan niet beter zeggen dat wij een imagoprobleem hebben, zelfs tot
in onze eigen rangen ! Wij slagen er niet in te doen begrijpen dat
het antistalinisme het lievelingswapen van de nazi's, de fascisten,
van Amerikaans en Europees extreem-rechts is... Wij slagen er niet in
te doen doordringen dat wij absoluut de enige antikapitalistische
kracht zijn in België en dat de PC dat op geen enkele manier is.
Dit
is een belangrijk probleem dat nu vastgesteld wordt door de
verkiezingscampagne, maar moet NIET “opgelost” worden in
functie van een betere verkiezingsuitslag.... want dan wordt
het “opgelost” doordat Peter Mertens zegt: “Wij zijn geen
stalinisten, ... we gaan Stalin veroordelen voor zijn misdaden op het
congres.”
34.
Vele militanten van de PC staan erg open en staren zich niet blind ,
Hen enkele toepasselijke teksten van de partij toesturen.
Gecentraliseerde verzendingen van documenten die hen toelaten het
verschil te zien tussen communisme en revisionisme.
35.
Persoonlijke banden met enkele van hun beste elementen om te zien wat
er daar gebeurt.
36.
"Sinds lange tijd is er een lijn van verzoening met het
revisionisme. Wij hebben niet de nodige inspanningen gedaan om de
revisionisten die in 1995 met ons waren te overtuigen." De
essentiële documenten sinds 1988 verzamelen van het verrotte
revisionisme van de PC en een ML-kritiek maken op hun essentiële
stellingen.
37.
Tegen de multicolore eenheidspartij van het grootkapitaal, moeten
wij overtuigende argumenten vinden dat wij de enige partij van de
werkers zijn met een echt alternatief.
"
We moeten aantonen dat de andere partijen hetzelfde verdedigen. Dan
zullen de mensen niet meer denken dat de PVDA extremistisch is ."
38.
De politieke strijd is bijzonder intens de twee laatste weken voor de
verkiezingen. De burgerij heeft altijd plannen om de situatie te
recupereren . Wij moeten enquetes houden en weten wat onze kiezers
aangrijpt. De leiding moet een pamflet maken om de zaak te
rectifieren. Dat was al zo in 1995 met de campagne De SP is nodig ,
van de sociaal-democratie.
Dit
is double-speak, ...maar vele nieuwe (N3-) leden beseffen dit
niet. “Enquêtes” had in de arbeiderswerking een
andere inhoud en betekenis. “weten wat onze kiezers aangrijpt”
is altijd goed, maar in functie van “een betere uitslag”
wordt dit...populisme toepassen om de kiezer naar de mond te
praten om zijn stem te hebben.
39.
De dioxine heeft ons duur gekost, deze crisis had ons kunnen
opbrengen. De affaire stelt het hart van het systeem in vraag : de
winstzucht van de kapitalisten. Zij raakt ons sterkste punt: de
groepspraktijken, onze strijd tegen de dioxine en andere
kankerverwekkende producten. De krant was actueel maar slecht vanuit
het standpunt van de voordelige politieke strijd tegen onze
tegenstanders en vanuit het standpunt van de propaganda voor onze
standpunten en verwezenlijkingen.
40.
De problemen van de leiding
41.Bij
het maken van een beoordeling van de verkiezingscampagne, moeten wij
rekening houden met de toestand van de partijleiding, die onderbezet
is.
42.
Het is onverantwoord een hele reeks eisen te stellen aan de leiding,
wanneer men weet dat die materieel en fysiek niet te realiseren zijn.
In andere omstandigheden kan dergelijke houding de eenheid van de
partij in gevaar brengen. De kaders zouden veeleer moeten denken aan
hun eigen plicht om meer taken van de hoogste leiding op te nemen en
om een gezonde sfeer in de leiding te behouden.
43.
Anderzijds, toont de campagne fouten van de leiding aan die los staan
van de situatie van onderbezetting. Deze fouten vermijden of
verbeteren had het mogelijk gemaakt de gevolgen van de precaire
situatie te verzachten. Deze fouten zijn niet specifiek voor deze
campagne, maar hebben een meer algemeen karakter. We moeten er dan
ook lessen uit trekken voor de werking van de partij.
44.
Het feit dat het aantal hoogste kaders erg beperkt is, verplicht hen
ertoe zich enkel op de essentiële kwesties te concentreren, die
vitaal zijn voor de hele partij en voor de verkiezingscampagne in
het bijzonder. Men moet de andere kaders maximaal gebruiken en alle
andere taken naar hen delegeren. Niet enkel delegeren, maar hun
kennis en bijdrage ook respecteren.
Zeker
als deze “analyse” gemaakt wordt in functie van
verkiezingen krijgt het geheel een opportunistisch tintje.
Maar gewoon gesteld is het al kleinburgerlijk geklaag en
niet-politiek geformuleerd. Er is geen klasse-standpunt aan
verbonden.
47.
Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis.
Men kan zich professioneel vormen in scholen of boeken, en ook door
de ervaring. De leiding moest meer aandringen dat de kaders van
Agitatie de zaak op professionele manier aanpakten en hun
professionele vorming controleren. Agitatie kan twee of drie
geargumenteerde voorstellen doen, met haar voorkeur erbij vermeld.
Kameraden van de basis kunnen hun mening geven en de leiding moet dat
ook doen. Dan beslist men tijdens een vergadering van de leiding en
de afdeling.
48.
"Er heerst een algemene incompetentie op het vlak van agitatie.
Wij keuren een slogan goed in augustus en verwerpen hem twee maand
later. Eender welke specialist in publiciteit of image building kan
je vertellen dat dat absurd is. Idem voor ons logo dat varieert
naargelang de windrichting. Idem voor onze vlaggen. Onze agitatie
moet herkenbaar zijn, uniform, geleid met ijzeren hand, en dat
ontbreekt totaal in Agitatie ."
49.
Agitatie moet ook de burgerlijke specialisten inzake
verkiezingscampagnes bestuderen. Op een dialectische manier :
bepaalde aspecten van hun benaderingswijze worden bepaald door het
geld en de controle van de media, maar andere kunnen nuttig zijn voor
ons. (...)
51.
In het verslag van 12 december 1998, lezen wij : X : 'De Grieken
vertrekken duidelijk van het einddoel. Wat betekent dat ons motto
moet zijn : Rode Kaart aan het systeem, aan het kapitalisme. Wat
overeenstemt met het gevoel dat het systeem slecht is, dat een ander
systeem nodig is. Hun minimumprogramma is wel overwogen: de eisen
zijn goed uitgedacht, volledig, concreet en samenhangend. In die
zin is de Brief aan de progressieven eender wat, onder het niveau
dat we vroeger hadden."
52.
Als we deze vergadering ernstig hadden bestudeerd en besluiten hadden
geformuleerd, hadden wij bepaalde fouten kunnen vermijden. (...) Wij
moeten geen fouten verantwoorden door te zeggen : "We hebben
geen wetenschappelijke methode om de rnassalijn te analyseren ."
De rnassalijn is juist op zich een wetenschappelijke methode.
55.
De eerste fout betreft het democratisch centralisme. Mao zei ooit
dat het CC een verwerkend bedrijf is waarvan de grondstoffen van de
kaders en de massa's komen. Men moot de kaders en de leden
mobiliseren om de sleutelproblemen te ontdekken en, eens die door het
CC zijn vastgesteld, de kaders en de leden nogmaals mobiliseren om
voorstellen te doen voor oplossingen, die opnieuw gecentraliseerd en
doorgehakt worden op de leiding.
56.
De campagne heeft bewezen dat men zich te veel op zijn eigen kennis
beroept en te weinig op de collectieve wijsheid van de kaders in de
eerste en de leden in de tweede plaats.(...) We hebben
'wetenschappelijke' mogelijkheden die de burgerij niet heeft: een
netwerk van arbeiders en werkers die onder de massa's leven en kunnen
beoordelen hoe de massa's reageren. We moeten deze 'antennes'
vastleggen en ze verplicht raadplegen. We kunnen bijvoorbeeld via ene
dringende procedure vragen aan twintig kameraden die ingeplant zijn
in de bedrijven, de vakbonden, de universiteiten, de scholen, de
doplokalen, om een enquete te doen over de affiche met de bulldozers.
59.
De tweede fout betreft de strijd tussen twee lijnen om de juiste
ideeen samen te brengen. De leiding moet objectief analyseren wat, in
de verschillende ideeen en voorstellen, rechts en wat links' is ten
opzichte van het huidige niveau van de massa's.
60.
Eens de verschillende voorstellen zijn samengebracht, moet men de
discussie op een correcte manier leiden, voor elk voorstel de pro's
en contra's beluisteren, bewust strijd voeren tegen het rechts en het
links' opportunisme en eens alle argumenten gegeven zijn, een
duidelijke en definitieve beslissing nemen.
Hier
wordt (bewust?) verkeerd “geciteerd”, waardoor de “analyse”
of de conclusie verkeerd “gestuurd” wordt (bewust?....)
OPM:
op basis van gelijkaardige vaststellingen begon het bij mij te dagen:
“analyseren” op basis van goed uitgekozen CITATEN is een vorm van
dogmatisme. Dit algemeen heersend dogmatisme bij partijleden
GEBRUIKEN om de partij (en partijleden) een opportunistische lijn te
doen aanvaarden is REVISIONISME
61.
Het gebrek aan beslissingen, de meningsverschillen die blijven
bestaan zonder dat de leiding een beslissing neemt, maken elke
revolutionaire praktijk aan de basis onmogelijk.(...)
62.
0m op correcte manier leiding te geven en de juiste ideeen samen te
brengen, moet men een materialistische en dialectische houding
aannemen. De leiding moet bewust haar leidinggevende en eenmakende
functie vervullen. (...)
64.
De partijleiding moet in zekere zin 'boven de dagdageiijkse
beslommeringen' staan, zij moet geen 'betrokken' houding aannemen en
echt het algemene belang en de toekomst van de partij
vertegenwoordigen. Er zijn waardevolle rapporten gekomen die zonder
geldige redenen verworpen werden. De animositeit, de weigering om te
luisteren verhindert dat men correct leiding geeft.
65.
De leiding moet iedereen aanmoedigen om te spreken en niemand de mond
snoeren, alles beluisteren zonder vooroordelen, elke zaak objectief
evalueren, los van de auteur of de vorm ervan, zij moet er de nuttige
elementen uithalen, zeils uit verkeerde standpunten.
66.
Op deze basis zal zij een synthese maken die bewust in strijd is met
links'- en rechts-opportunistische standpunten, die op basis van
duidelijke argumenten verworpen moeten worden. (...)
68.
De politieke passiviteit van bepaalde bekritiseerde kaders is
ontegenzeggelijke een vorm van sabotage van de partij. Als het
rechts-opportunisme en het gauchisme zich in hun standpunten
verankeren, bereidt men het terrein voor op de uiteenspatting van de
partij.
69.
Maar we moeten ook erkennen dat er radicalistische kritieken zijn
geweest die de bekritiseerde kameraden overrompelen.
70.
Een eenzijdige en radicalistische houding brengt schade toe aan de
partij. Men erkent geen enkele verdienste meer bij de bekritiseerde
kameraden. Zo duwt men ze verder de grond in, verlamt men ze en dat
schaadt de partij. Het feit dat men weigert de positieve punten van
deze kameraden te erkennen, verhindert de partij ook om de juiste
ideeën te concentreren.
71.
Men begaat twee soorten fouten. Ten eerste bekritiseert men de
kameraden niet grondig genoeg, met behulp van rijke politieke en
ideologische instrumenten, om ze te doen vooruitgaan en om de andere
kameraden de kans te geven uit deze kritieken te leren.
72.
Men centraliseert hun juiste ideeën niet om het werk van heel de
partij corrector te laten gebeuren.(...)
73.
Het radicalisme schakelt het rechts-opportunisme niet uit, maar
beschermt het. Aangezien men de bekritiseerde kameraden niet helpt om
hun fouten te herstellen, wachten deze enkel de goede gelegenheid af
om hun standpunten opnieuw te lanceren. (...)
76.
Dat raakt de vitale kwestie van de eenmaking van de partij. Wij
moeten voordelige ideologische strijd voeren, dwz ook de capaciteiten
en de sterke punten erkennen van de bekritiseerde kameraden en er
alle voordeel uithalen voor de partij. Anders zullen reformistische
en gauchistische standpunten blijven bestaan en sterker worden en dat
bedreigt, op lange termijn, de eenheid.
Het
geheel: is niet politiek genoeg, is niet genoeg verbonden met
klassepositie en het propageren van het fundamenteel
programma (want dat is er niet meer....!!)
77.
De campagne
78.
Dankzij de correcte oriëntaties en de tussenkomsten van
de nationale leiding in verschillende provincies, was de campagne
de beste die ooit georganiseerd is. Er zijn uitstekende resultaten
inzake de recrutering van kandidaten, en meer in het bijzonder
kandidiaten uit de immigratie, inzake het aantal medewerkers en
inzake het militantisme, ondermeer dankzij de krant aan 5 fr.
79.
De goede ervaringen van deze campagne moeten gesystematiseerd en
verbeterd worden en zo goed mogelijk in het permanente werk van de
partij geïntegreerd worden. Potentiele kandidaten zoeken kan
een aspect zijn van het permanente recruterings- en
eenheidsfrontwerk. (...)
84.
In elke provincie moeten we een (kort) officieel bilan van deze
campagne hebben en een (korte) beschrijving van de positieve
ervaringen die in de toekomst veralgemeend kunnen worden.
85.
Deze goede ervaringen worden, na systematisatie en verbetering,
opgenomen in het richtlijnenpakket voor de volgende verkiezingen.
86.
De kwaliteit van de campagne heeft ons gered van een nog grotere
nederlaag. Dat moet niet dienen om onze fouten te relativeren, in
tegendeel, het bewijst dat de fouten groter zijn dan wat de
resultaten op zich laten doorschemeren.
87.
De campagne toont ons ook de permanente mogelijkheden die er zijn en
die wij niet gebruiken. Zij bevat elementen om vooruit te gaan, met
name op het vlak van militantisme en recrutering. (....)
92.
De systematisering van de ervaring uit het verleden en die van de
recente campagne moet resulteren in de gedetailleerde uitwerking van
een campagneplan voor de verkiezingen. Alle fazen moeten nauwkeurig
bepaald worden voor wat de politieke taken, de vorming, agitatie,
organisatie enz. betreft, als een echt oorlogsplan .(...)
95.
De peterscampagne moet in de eerste plaats worden uitgedacht als een
campagne om te recruteren en nieuwe medewerkers te organiseren. (...)
98.
Slecht politiek beheer van de campagne, de essentiële dossiers
om een goede politieke campagne te voeren waren niet op tijd klaar.
Het plan moet bepalen op welk moment wij de thema's moeten vastleggen
en de dossiers uitwerken.
99.
Buiten de taken die moeten worden uitgevoerd en de vorming
noodzakelijk om dat goed te doen, moeten wij geen mensen organiseren.
In de verschillende fazen van de campagne moeten wij exact weten wat
we op de verschillende terreinen kunnen voorstellen aan de
sympathisanten die wij willen integreren (...) Voor de verschillende
fazen moet het materiaal op tijd gepland en gerealiseerd worden.
100.
We hebben een slechte politieke campagne gevoerd, niet omdat we
niet genoeg politieke lijn hadden, maar men kon zeggen : orndat we er
te veel hadden, orndat we er niet in slagen een beperkte politiek
te voeren die tijdens een verkiezingscampagne kan begrepen worden.
Essentieel : een centraal ordewoord ; enkele politieke thema's ;
enkele scherpe kritieken tegen elk van onze tegenstanders; enkele
dossiers die onze thema's ondersteunden ; een programma waarin het
voorgaande uitgewerkt terugkomt : een repliek op de actuele thema's
tijdens de laatste campageweken. (...)
103.
Het profiel van de partij
104.
De PVDA moet een duidelijk en positief profiel hebben bij de
progressieven. Op dit ogenblik zijn wij niet onmiddellijk herkenbaar
aan bepaalde ideeen, standpunten, verwezenlijkingen en eisen die wij
voortdurend op een verscheiden manier naar voor schuiven. Wij laten
de partij niet voortdurend identificeren met enkele punten die de
massa's op prijs stellen. Wij moeten zeif, bewust, ons imago opbouwen
op basis van onze sterke punten die de massa's al erkennen. Anders is
het de burgerij die, doorheen haar voortdurende campagnes, ons
profiel vastlegt.
105.
Onze beste troeven voor ons profiel tijdens de verkiezingscampagne
gingen de mist in, ondanks het besluit van het CC. "Rode Kaart
voor het kapitalistisch systeem" "Doe de Rijken de krisis
betalen ", eventueel verbeterd tot "Doe het grootkapitaal
de crisis betalen" , plus de uitleg met cijfers : "Er is
500 miljard voor werk en onderwijs" . De vaststelling is
algemeen : "In deze campagne was er geen centraal ordewoord,
geen rode draad in wat we schreven." "Er was een centraal
ordewoord nodig, verschillende benaderingen in verschillende middens.
Bijvoorbeeld. Doe het grootkapitaal de crisis betalen. D'Orazio legt
dat goed uit. 0m de 600 miljoen van de KB te recupereren, hebben zij
niet de middelen, maar wel om een dopper om 6 uur 's morgens uit zijn
bed te zetten ."
106.
Onze politiek moet vertaald worden in programmapunten waar de
massa's zich kunnen achterzetten. Het basisinkomen was het sterke
punt van Vivant. Wij hebben de 500 miljard die we hebben laten vallen
om ze door niets te vervangen.
107.
"Wij hebben niets over de tewerkstelling ". Maar we
hebben een Handvest voorwerk gemaakt. De oplossingen zijn te vinden
in de tegenstelling tussen de opstapeling van enorme rijkdommen aan
de ene kant en de toename van miserie en werkloosheid aan de andere
kant. De werkloosheid is eerst en vooral terug te voeren tot de
fundamentele tegenstellingen van het kapitalisme. De werkloosheid
bewijst, net als de oorlogen in de wereld, dat dit systeem niet te
verenigen is met de overleving van de mensheid. (...)
110.
Onze concrete eisen moeten de mensen leiden naar het in vraag
stellen van het systeem. De 'concrete eisen' moeten geen
reformistische litanie worden. Voor de belastingen, de veiligheid,
tewerkstelling, vervoer, gezondheid, moeten wij duidelijke
ordewoorden hebben . (...)
112.
We moeten voortdurend zoeken om ons profiel te verbeteren. Dit wil
zeggen, nieuwe ideeën, standpunten en eisen vinden die
overeenstemmen met de verandering van de situatie. Dat moet gebeuren
in de krant en in het discussie- en enquetewerk aan de basis, dat
vervolgens in de krant moet weerspiegeld worden. Alles condenseren in
politieke resoluties van het PB of het CC. Steeds in
verkiezingscampagne zijn, dwz het politiek gevecht voeren tegen onze
tegenstanders.
113.
De krant moet elke week een voorbeeld zijn van politiek en tactiek
, van de inhoud van het partijprofiel overeenkomstig de besluiten die
uit de verkiezingen komen. Elke week moeten onze leden en
sympathisanten kritisch oordelen wat wel en niet overkomt, wat een
efficiënte argumentatie is en wat intellectualistisch is. Onze
campagne was vanuit politiek en tactisch standpunt even goed of
slecht als de krant. (...)
116.
"Het is de vijand die ons imago maakt." De vijand voert
een onophoudelijke lastercampagne: geweldenaars, terroristen,
aanstekers van migrantenrellen, voorstanders van alle dictaturen.
Maar wij onderschatten de fascisering van de publieke opinie en lenen
ons te vaak aan dergelijke aanvallen door tactische fouten. Wij zijn
te sterk ingesloten in onze toren waar ons eigen gelijk niet wordt
betwijfeld, maar onderschatten de ideologische en politieke
veranderingen die de burgerij rondom ons teweegbrengt. (...)
118.
Een deel van ons negatief imago is onvermijdelijk orndat het een
uiting is van de antagonistische klassentegenstellingen tussen het
proletariaat en de burgerij. "Wat er in Rusland is gebeurt,
heeft een grote invioed op de arbeiders ." Het is de invloed,
niet van wat er is gebeurd, maar van de leugens die de burgerij over
het communisme verspreidt. We moeten erop antwoorden, maar meer
nadenken over de tactiek, welke gevechten zijn voordelig om te
voeren, op weike punten kunnen wij scoren, welke formuleringen zijn
aanvaardbaar voor de progressieven.
119.
Het anticommunisme is de gemeenschappelijke ideologie
geworden van alle burgerlijke en kleinburgerlijke partijen, van de
fascisten tot Ecolo en de trotskisten. De burgerij vindt misdaden uit
die zogenaamd door de communisten zijn gepleegd, om de aandacht af te
leiden van de reele misdaden van het kapitalisme. We moeten vooralles
antwoorden door het antikapitalisme te ontwikkelen als basis van een
alternatieve ideologie. Aantonen, op basis van voorbeelden wat de
werkers hebben meegemaakt of vastgesteld, dat het kapitalistisch
systeem inefficiënt, onmenselijk, wreed, moorddadig is, dat het
vernieling en oorlog in zich draagt.
120.
De grote lastercampagnes (Tien An Men, de rood-bruine Alliantie,
terroristisch, niet democratisch, enz.) via dewelke de burgerij ons
imago kneedt, moeten pertinente politieke antwoorden krijgen die
permanent gebruikt worden. Niet : één enkele artikel en
gedaan.
Onze
tegenstanders hameren hun leugens erin, herhalen ze tot ze een
algemeen erkende waarheid worden. Wij komen altijd mensen tegen die
er door beïnvloed zijn.
121.
Het weerleggen van anticommunistische lastercampagnes moet ook
vertaald worden in de agitatie: objectieve feiten die het mogelijk
maken onze ideeën over te brengen. De thema's vastleggen die in
de huidige anticommunistische hysterie kunnen overkomen .
Wij
moeten propageren wat klaarblijkelijk beter ging in de tijd dat het
communisme bestond, feiten die zelfs de massa's die door het
anticommunisme zijn beïnvloed, moeten erkennen. Enkele mogelijke
antwoorden : objectieve feiten over de verwezenlijkingen van de USSR
onder Stalin ; cijfers over de hallucinante catastrofe van vandaag ;
de boom van kinderprostitutie die in het socialisme niet bestaat; het
anticommunisme van Hitler als bron van heel het anticommunisme ;
"Het was vroeger toch beter " ; waarom zeggen zij zoveel
kwaad over Stalin die een land heeft opgebouwd en die het fascisme
heeft overwonnen, en waarom zoveel goeds over Jeltsin die zijn land
heeft verwoest en de hergeboorte van het fascisme heeft mogelijk
gemaakt ? ; de USSR verhinderde de oorlog, nu lanceert het Westen
zich met gebogen hoofd in de oorlog.
122.
"Wij zeggen niet concreet wat ons alternatief is. Men moet
aantonen dat de werkers in staat zijn om de maatschappij beter te
besturen dan de bourgeois." Men moet niet in het utopisme
vervallen, dat komt niet over. Wij moeten voor alles de grote
problemen aantonen die het kapitalisme veroordelen: de
private eigendom van de productiemiddelen, een repressieve
antipopulaire staat om door middel van wettelijk geweld de
uitbuitende klasse te beschermen die het leven voor de grote
meerderheid onhoudbaar maakt. Er moet een andere eigendom komen, een
andere logica in de productie, een andere staat die dat mogelijk
maakt. De middelen bestaan om alle mensen een waardig leven te geven.
123.
Betekenisvolle voorbeelden propageren van een andere manier om de
socialistische maatschappij te besturen, op dit ogenblik in Cuba, in
het verleden in Oost-Duitsland en in Tsjechoslovakije, twee
geavanceerde landen die de vergelijking tussen socialisme en
kapitalisme concreter maken.
124.
Het profiel van de partij hangt ook af van de voorbeeldige relaties
die onze leden met zoveel mensen hebben. Het gebrek aan profiel en
het negatieve imago van de partij hangen ook af van het feit dat wij
te veel bezig zijn met onze interne discussies. Men moet meer tijd
nemen om onder de mensen te zijn, onze inplanting verbeteren en onze
banden met de massa's. Onze leden verlammen in hun relaties met de
massa's door te veel interne discussies, en van daar de schrik om 'de
juiste lijn' niet te verdedigen, dat draagt bij tot ons negatief
imago.
125.
"Uw imago kan niet goed zijn indien de mensen u niet kennen,
niet weten dat jullie bestaan." De verworvenheden van het
militantisme in de campagne moeten permanent worden: "wij
moeten permanent in 'verkiezingscampagne' zijn als wij ons willen
opleggen tegenover onze tegenstanders." (...)
128.
"Het profiel van een partij wordt ook gemaakt door het
permanente werk van de leiders van de partij met de massa's. Men moet
figuren opleiden als Julien Lahaut die een grote weerklank hebben ."
129.
De "herkenbare gezichten" van de partij verzorgen.
Kameraden promoten die nationale en provinciale boegbeelden kunnen
worden. Vechten op een goed gekozen punt en een kameraad toelaten
zich een naam te maken. Lieve Seuntjens over het embargo, Jan VB over
de dioxine, Michel Collon over Joegoslavië en de oorlog.
130.
Nagaan welke kameraden capaciteiten hebben politieke leider,
boegbeeld te worden. ledereen heeft niet dezelfde capaciteiten. Wij
moeten ook systematisch de kameraden zoeken met dat talent. Het is
een specifieke kunst. Hen een speciale vorming geven en de tijd en de
gelegenheid om bekend te worden, om de journalisten te leren kennen.
Het voorbeeld bestuderen van GVM die "populair" wordt op
basis van het werk van Geneeskunde voor het Volk dat wij doen! Geen
valse bescheidenheid maar durven vechten op zich op te dringen, omdat
het gedeeltelijk op basis van de boegbeelden is dat de mensen zich
met een partij identificeren.
131.
Een klein boekje over hen maken zoals "Sta op" . Het
boek over Geneeskunde voor het Volk dat al 15 jaar wordt
gevraagd, moet gemaakt worden voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Ook een video. Thema: wat is een echte communist ? Een boek over
Tiny, over Pere Philippe, bij voorkeur in dialoog met iemand van de
partij die zich op hetzelfde terrein kan bekend maken.
De
'goede ervaringen' die verzameld moeten worden hebben allemaal
betrekking op “imago -” of “profiel versterken” en de mate
waarin dit gelukt is.
In
het algemeen:bezorgdheid om “profiel” en “imago” bepaald dat
de oriëntatie van de partijwerking op verkiezingen is gericht en
niet meer inplanting in arbeidersklasse deelnemen aan klassenstrijd
en zo strategisch bewustzijn verhogen én communisten
recruteren.
132.
Politiek en tactiek
133.
De wereld evolueert snel en er zijn catastrofes op kornst waarvan
de massa's zich zeifs nog niet bewust zijn: ernstige economische
crisissen (zie Rusland en Zuid-Oost Azie), fascisme (zie Algerije,
Turkije) en oorlogen (zie Irak, Joegoslavië, Tchetchenië).
134.
Het studie- en vormingswerk moet dus intenser worden en we moeten
en authentiek marxistisch-leninistische strategische lijn uitwerken.
135.
De massa's ondergaan een steeds afstompender propaganda, die in
staat is ze te winnen voor eender weike misdaad. De propaganda slaagt
erin D'Orazio voor te stellen als een gewelddadige maffioso, de PVDA
als een terroristische organisatie en Joegoslavië als een
genocidaire ethnicistische staat.
136.
0ns agitatiewerk moet radicaal gereoriënteerd worden in de zin
die Roberto aangeeft.
137.
We moeten een dubbele benadering hebben.
138.
Vaak ontbreekt het ons aan een diepe overtuiging, maar we hebben
ook te weinig tactische capaciteiten om, op het gepaste moment, onze
overtuiging stap voor stap door de massa's te laten begrijpen. Er er
is een band tussen de twee.
139.
Enerzijds moeten wij de diepgaande, doorleefde, overtuiging hebben
dat alleen de communistische partij de massa's naar hun bevrijding
kan leiden en dat enkel de socialistische revolutie een oplossing
biedt aan de problemen van het kapitalisme.
140.
Anderzijds moeten wij objectief luisteren naar de huidige
overtuiging van de massa's, enqueteren wat hun reele standpunten
zijn, wat hen raakt en dan standpunten en voorstellen bepalen die het
ons mogelijk maken hun vertrouwen te winnen die hen in staat stellen
een stap in onze richting te zetten.
141.
Er ontbreekt ons een essentieel element van de dialectiek.
142.
We moeten tegelijkertijd juister, strikter, meer
marxistisch-leninistisch zijn binnen de partij en tactischer en
soepeler naar buiten toe. (....)
145.
Als marxist-leninisten hebben wij onze eigen fundamentele principes
en standpunten, een eigen logica gebaseerd op gezamenlijk aanvaarde
wetenschappelijke premisses.
146.
Eerst moeten we correcte marxistisch-leninistische standpunten en
analyses uitwerken.
Wij
zijn te vaak intellectualistisch, in de zin dat wij te veel en te
oppervlakkig schrijven, zonder grondig te werk te gaan, zonder alle
aspecten van een probleem te bekijken. Het intellectualisme komt ook
tot uiting in het gebrek aan bekommernis om de ontwikkelde
standpunten te doen bespreken en te verbeteren, om ze correcter te
maken.
147.
Voor de politieke uitwerking moet men vertrekken van de strikte
klassenanalyse van het fundamentele materiaal. Dat is het essentiële
aspect. De werkwijze voor de uitwerking van de tactiek staat daar
tegenover.
148.
Maar, wanneer je de fundamentele politiek uitwerkt, is het nuttig
ook de thema's die de massa's vandaag het meest beïnvloeden in
je achterhoofd te houden. Onze analyses moeten diepgaander, meer
marxistisch-leninistisch zijn, maar zij moeten ook gemaakt worden om
uit te monden in een praktijk om de massa's te veroveren. Zij moeten
uitmonden op eenvoudige ideeën die we in het hoofd van de mensen
kunnen hameren.
149.
De fout is dus dubbel. Enerzijds zijn onze analyses niet grondig
genoeg om uit te komen bij een juiste politieke oriëntatie. En
je mag het analysewerk in geen geval minachten onder het mom dat het
"in ieder geval intellectualistisch is, en buiten de
klassenstrijd en de praktijk staat...".
150.
Anderzijds zijn wij niet genoeg gericht op de gewone praktijk onder
de massa's.
Aangezien
iedereen niet alle kwaliteiten kan hebben, moeten de kaders die meer
met de tactiek op het terrein geconfronteerd zijn, degenen die de
lijn uitwerken verplichten om concreet antwoord te geven op hun
bekommernissen. Voor de tactische uitwerking moet je eerst vertrekken
van de opvatting die de massa's over de gebeurtenissen hebben.
151.
De uitwerking van onze tactiek vertrekt niet van een
wetenschappelijke analyse, een klassenanalyse van een gebeurtenis,
maar van een analyse van wat de massa's werkelijk denken over deze
gebeurtenis. Wij moeten antwoorden op enkele essentiële vragen,
een voordelige strijd voeren, dwz: ideeen en feiten verspreiden die
inslaan, waar de massa's kunnen achterstaan. We moeten niet meer
spreken tot de massa's, om hen heel onze waarheid te zeggen, maar we
moeten vertrekken van onze politieke lijn om een of twee waarheden te
schrijven die de massa's kunnen begrijpen en ze positief naar ons toe
kunnen laten evolueren.
152.
We moeten weten op welke ideeën die leven onder de massa's we
ons moeten baseren, op welke ideeën we onze aanvallen moeten
richten en rond dewelke we de frontale aanval moeten vermijden.
153.
We "gieten" te vaak onze stellingen en standpunten uit
over de massa's, zonder erbij stil te staan wat zij ervan
overhouden. De mensen besluiten daaruit dat wij nog altijd
extremistisch zijn, te radicaal, met een zwart-wit visie.
154.
De uitwerking van de tactiek vereist een correcte toepassing van
het democratisch centralisme binnen de partij en van de massalijn
buiten de partij, het vereist dat je de wil hebt om objectief alle
standpunten te beluisteren.
155.
Er zijn nog veel kleinburgerlijke tendenzen in de partij.
156.
Nogal wat kameraden zijn niet fier over ons werk, over onze
overtuiging, over ons programma; theoretisch zijn zij overtuigd van
de juistheid van onze standpunten, maar zij geloven niet in wat zij
doen, zij geloven niet dat het ooit gerealiseerd zal kunnen worden.
Het
idee dat we vaak horen bij de massa's, komt onder een andere vorm
voor in de partij zeif: wat de PVDA zegt is toch niet realiseerbaar.
157.
Dat komt tot uiting in een sectaire discours, vol clichés en
standpunten die voor de mensen buiten de partij onbegrijpelijk zijn.
Het interne gelijk wordt het eerste criterium. "ledereen heeft
te veel schrik om afte wijken, men wordt snel bestempeld als een
links' of rechts-opportunist. Dat verlamt de partij." Wat wij in
een pamflet zetten, is dat conform aan onze interne waarheid? Dat is
een voorbeeld van sectair te werk gaan. Het eerste criterium moet
zijn: zijn wij erin geslaagd een deel van onze boodschap over te
brengen bij de massa's?
158.
Lenin zegt dat de kleinburgerij de gewoonte heeft zich te laten
doen en te klagen. Aangezien hetgeen wij aan de massa's zeggen vaak
boven hun hoofd gaat, zijn wij niet zeker dat wat wij zeggen echt
waar is en hebben wij er geen vertrouwen in dat de massa's ons gaan
volgen. Het gevolg is dat wij ons vaak laten afmaken. Er is in de
partij ook helemaal geen reflex om, van top naar basis, voordelig te
antwoorden op eike aanval en op elke leugen.
159.
Tijdens deze verkiezingen vinden wij het "normaal" dat
bijzitters die sympathisanten die voor de partij willen stemmen
moeten "helpen" zeggen: "Maar dat zijn communisten,
wil je echt voor hen stemmen?" "Je kunt voor het FN
stemmen, dat is hetzelfde". Het is niet normaal dat wij niet
meer verontwaardigd zijn over dergelijke feiten, die ons niet
onmiddellijk worden meegedeeld, waarop wij niet onmiddellijk
reageren.
160.
Het is allleen in woorden dat wij "ons niet meer laten doen".
"Wij moeten ons niet laten marginaliseren. Wij moeten vechten
voor onze plaats. Wij moeten vechten om onze plaats te krijgen in de
media. Het persoonlijke contact met journalisten is belangrijk. Het
is sectair te geloven dat zij allemaal ideologen van de
burgerij zijn. Er zijn vele tegenstellingen onder de
journalisten. Wij slagen er niet in daar voordeel uit te halen, door
ons sectarisme en onze politieke passiviteit."
Door
de oproep of de intentie “Vechten voor...” in functie te
stellen van (louter) verkiezingen, krijgt dit geheel een
kleinburgerlijk opportunistisch tintje.
161.
Massalijn
162.
Objectief evalueren wat er gebeurt onder de massa's, wanneer men
vecht om een doel te bereiken. "Het is erg voor een
voorhoedepartij dat zij de reele politieke stromingen onder de
massa's niet heeft voelen aankomen. In Brussel hebben wij de
terugval, in plaats van de vermenigvuldiging van ons stemmenaantal
met drie, niet voelen aankomen."
"Er
waren al duidelijke en cijfermatige voortekenen: op I mei verwachtten
wij 1000 deelnemers meer, er waren er 200 minder. Dat bewees dat onze
organisatiecapaciteit niet vergroot was." "In Luik hebben
wij niet objectief gesystematiseerd wat er onder de massa's leefde.
lk had standpunten gehoord van mensen die me zegden dat ze toch Ecolo
zouden stemmen. lk vond dat niet belangrijk om te centraliseren
orndat het niet positief was." "Vele leden en kaders waren
voldoende onder de massa's aanwezig om hun geestesgesteldheid te
kennen. Maar dat is niet gecentraliseerd."
163.
Daaruit volgend twee tactische fouten. Wij hebben nagelaten op een
verantwoordelijke manier te waarschuwen tegen een overmatig
optimisme. Wij waren niet voorbereid op alle mogelijkheden, ook die
van een nederlaag. Nochtans hebben we al ervaring met dit soort
toestanden. We moesten ons voorbereiden op het moreel van de troepen
hoog te houden, ook in geval van een nederlaag.
Doordat
het hier gaat over verkiezingen en een slechte verkiezingsuitslag
als “nederlaag” kleurt de analyse nogal kleinburgerlijk.
164.
Wij vertrekken te veel van onszelf, van onze eigen revolutionaire
ideeen. "Hoe de massa's denken, dat interesseert ons niet echt.
Wij zijn opgesloten in onze kleine kring en bestuderen niet hoe
voorhoede-elementen ofde massa's erin slagen te komen totjuiste
standpunten." Wij willen geen rekening houden met de remmen die
reeel aanwezig zijn onder het volk, met het niveau waar de massa zich
echt bevindt. Wij hebben gezegd dat er zich rond Clabecq een
revolutionaire stroming bestond, amar wij willen het reele niveau van
deze stroming niet bestuderen. Wij projecteren er onze ideeen in en
besluiten dat we het thema "de revolutie is de enige oplossing"
kunnen populariseren. Maar daarmee breken wij onze nek op het niveau
van de massa's.
165.
De afwezigheid van massalijn komt ook tot uiting in het sectarisme,
een weigering om te steunen op de mensen, ze te organiseren.
"Ontslagen bij Monsanto. Wij delen een pamflet uit dat in zekere
zin de delegees aanvalt. Wij hebben met de hoofddelegee geen
discussie gehad, hij is nochtans een sympathisant!"
166.
0m zich met de massa's te verbinden moet men durven strijden
en durven overwinnen. Als we geen hoge objectieven hadden vastgelegd
tijdens de campagne, dan was onze impact op de massa's veel minder
geweest. De mensen organiseren zich niet zoals de intellectuelen, om
na te denken en te praten. Zij organiseren zich om te vechten en
duidelijke eisen te bekomen. Voor de werklozen zijn dat punten zoals
de vernietiging van artikel 80 ofhuiszoekingen bij de werklozen. In
de fabrieken profileren wij ons niet meer rond eisen die wij
effectief helpen afdwingen. In de chemie is er geen enkele eis meer
die wij goed in handen hebben genomen: veiligheid, CAO of ontslagen.
Klinkt
goed, maar uiteindelijk gaat het rond “imago” en “profiel”
en dus staat de werking in de klassenstrijd zelfs in functie van
verkiezingen en NIET (meer) in functie van het doen vooruitgaan
in bewustzijn, en inzake van organisatie van de massa in strijd en in
functie van voorhoede-recrutering
167.
Gedurende lange perioden vechten voor bepaalde zaken en eisen die
de mensen nauw aan het hard liggen. Een ding ten gronde realiseren,
politiek en organisatorisch consolideren. Tegen het spontaneisme,
tegen het "strovuurtje". Aan de Antwerpse haven, hebben wij
in vijf jaar tijd niets gerealiseerd. Nu hebben we, samen met 100
dokwerkers het initiatief genomen voor een proces. We hebben een
actie gevoerd met mensen die voor het Vlaams Blok sternden. Ook
nationaal moeten er campagnes komen van lange duur, en in detail
uitgewerkt op het niveau van de massa's.
168.
We moeten concreet vechten voor de eisen van de massa's en
terzelfdertijd hun bewustzijn ontwikkelen. Maar dikwijis voeren wij
een economistische praktijk en ontwikkelen wij een dogmatische
propaganda, onze zuivere waarheid. De communisten moeten vechten voor
eisen die de massa's voorstellen en tegelijkertijd een of twee ideeen
naar voor schuiven die deel uitmaken van hun politiek profiel.
Hetzelfde principe geldt voor ons frontwerk.
“Onze
zuivere waarheid” is dus “dogmatische propaganda”???
171.
Een fundamentele rectificntie betreffende ons imago, tactiek en
benadering van de massa's
172.
Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De
partij moet verenigd zijn rond een strikt marxistisch-leninistisch
programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in
haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan
de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap
"overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar
een of twee essentiële punten scoren in een gegeven situatie"
173.
Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne)
bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote
nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de
grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige,
opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen,
bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50%
van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan
voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding
en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd
om de massa's te overtuigen, de massa's aan de partij te verbinden,
in vraag durven stellen.
174.
"Er zijn fundamentele kritieken te maken op heel onze
werkstijl en niet enkel op de campagne. Er is een fundamenteel
probleem met de massalijn. Wij komen er niet toe de gedachten, de
gevoelens, de ervaringen van de syndicalisten te centraliseren. De
ideeen van rechts en extreem-rechts winnen veld onder de massa's. Wij
hebben schatten aan menselijke contacten, maar zijn niet in staat te
centraliseren, wij onderschatten de mensen. Wij disclissieren te veel
"onder ons", wij moeten werken met de mensen, dag na dag,
jarenlang".
175.
Er zijn standpunten die weigeren te erkennen dat wij ernstige
problemen hebben met de massalijn. "Men moet de massa's hun
ervaring laten opdoen. In afwachting moeten wij blijven wie we zijn,
zoals het ons vele sympathisanten vragen."
176.
Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij
"blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die
lijn over te brengen naar de massa's, moeten wij onze tactiek
radicaal veranderen.
177.
Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele
politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de
omverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van
het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige
omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht
en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft:
"lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak,
Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke
lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de
verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van
tactiek.
“ We
moeten fier zijn over onze strategische politieke lijn” is “fier
zijn over de kleren van de keizer”, want er IS geen strategische
politieke lijn. Het is al gesteld sinds 1987 dat ons programma moet
herzien worden. En in deze Resolutie wordt de commissie die dat zou
voorbereiden (“voorlopig” maar uiteindelijk definitief) stop
gezet.
“Wij
hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het
revolutionaire geweld, de omverwerping van de dictatuur van de
bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet
aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de
massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek
brengt.” Daar die “fundamentele politiek” er NIET is,
alleen maar in de vorm van algemene, niet concrete, frasen, is het
spreken van “tactiek wat, in de huidige omstandigheden,
op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij
dichter bij onze politiek brengt.”,zeggen “omdat het voor
onszelf al niet concreet duidelijk is, spreek er dan met de massa ook
maar niet over”. We moeten aangepaste “ordewoorden” hebben dat
direct antwoord geeft op wat “de massa” bezighoudt.
178.
De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki,
Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een
fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het
niveau van de massa's ontkennen en om voor eike actie, in een klimaat
van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen
overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt,
moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik,
op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter
bij onze politieke lijn brengt.
179.
Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de
kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben
verdedigd tov de massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde
gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de
verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het
tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om
onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug
tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al
bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet
naar voor brengen. Dat men ons vertelt weike tactische fouten wij
hebben begaan!" "Omwille van onze rol in de affaire Charki,
hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het
is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij.
Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij".
180.
Dat wij altijd gediaboliseerd zullen worden rechtvaardigt nog niet
de gauchistische fouten op het vlak van de tactiek. D'Orazio wordt
ook gediaboliseerd, maar op het vlak van de tactiek, van de
capaciteit om de massa's zoals zij vandaag zijn, begrepen te worden,
staat hij ver voor ons.
181.
Spreken over de massalijn en over leren van D'Orazio, zijn holle
woorden als wij niet onmiddellijk veranderen, als wij weigeren in
alle objectiviteit na te denken over sommige kritieken van Roberto.
Hij heeft niet in alles gelijk, maar wanneer hij na rijp beraad
spreekt, hebben wij er belang bij dat ernstig te onderzoeken.
182.
Over de affaire Charki, heeft Roberto gezegd : De burgerij wacht
jullie op op dit terrein. Het zijn provocaties. En jullie hebben niet
de krachtsverhouding, jullie moeten onvermijdelijk in de provocatie
trappen. Soms moet men een laag profiel aannemen, enquetes doen,
niets zeggen. Jullie bekomen een oppervlakkige en erg relatieve
sympathie van de migranten, maar laten jullie afmaken door de
Belgische werkers. Jullie zijn tevreden wanneer jullie je met de
juiste lijn hebt laten zien, maar jullie bekommeren je niet om de
manier waarop zij bij de massa's overkomt. In Anderlecht lieten
jullie je opmerken, jullie zeggen dat de jongeren sympathie hadden.
Maar toen ik een meeting hield heb ik gezien dat daar niets van aan
was, dat erg weinig mensen uit de wijken aanwezig waren. De flikken
werken in het milieu van de jonge migranten. Jullie moeten eerder
achter de schermen werken. En wanneer jullie een met succes een grote
actie hebben gevoerd, zoals Objektief, dan geef je die op een gouden
schaaltje door aan de reformisten, in plaats van ze zelf tot op het
bot en permanent uit te buiten.
183.
In alle moeilijke problemen moeten wij twee dingen doen: bepalen
wat de voordelige benadering is, waar wij punten kunnen scoren;
volhardend zjin, een affaire verderzetten tot het einde toe in plaats
van ergens voorbij te komen als een strovuurtje, er alle politieke en
organisatorische vruchten van plukken.
Dit
is op een opportunistische manier parafraseren wat D'Orazio
zegt (of zou hebben gezegd...)
- “jullie zijn tevreden wanneer jullie je met de juiste lijn hebt laten zien”. Zoals gezegd die “juiste lijn” was er niet! De werking in de diepte onder de jonge werkers vanuit de migratie-oorsprong voozover we die niet bereiken (omdat ze geen werk hebben) als collega-werkers op de werkvloer, was er niet.
- Maar de affaire Said Charki was er wel ineens. En dan was het de zaak wat doen we als partij. (de twee lijnen vanuit 5e congres.....) en doordat er onvoorbereid erin gesprongen was, werden er fouten gemaakt (zoals D'Orazio aangeeft), fouten die voortkomen uit punt 1.
- Objectief was vooral een bewustmakings-actie naar de meerderheid van de bevolking toe, op zich een “hervorming” en dus “reformistisch”. Het resultaat alleen maar afgeven (als petitie) aan de regering en er verder niets meer mee doen staat in feite los van de beslissing om bij de politiemoord op Said Charki “de kant van de jongeren te kiezen”.
En
zo moet punt 183 in twee gedeeld worden. Wat “Objectief” betreft
moesten we “volhardend zijn, een affaire verderzetten tot het
einde toe in plaats van ergens voorbij te komen als een strovuurtje,
er alle politieke en organisatorische vruchten van plukken.”
Maar
ingeval van “het optreden in de zaak Charki” zeggen “ In
alle moeilijke problemen bepalen wat de voordelige benadering is,
waar wij punten kunnen scoren”, wil zeggen “ons niet
teveel profileren in die zaak omdat het ons punten (=stemmen)
kan kosten”.
184.
Voor Irak hebben wij drie sterke punten : 1. Het humanitaire, de
vreselijke misdaden van het embargo die volledig worden verborgen
door de burgerlijke media; 2. De liquidatie van het internationaal
recht door de Verenigde Staten; 3. Een oorlog en interventies voor
de olie. Onze hoofdfout hier was dat we geen standpunt hebben
ingenomen op lange termijn, door deze campagne gedurende vele jaren
te voeren. We hebben gesproken over een honderdjarige oorlog zonder
dit ordewoord au serieux te nemen.
185.
Mimoun was een gevecht waar alle voordeel aan onze kant lag. Wij
hadden deze zaak ten gronde moeten uitwerken, ze lange tijd gebruiken
in de scholen en wijken, bepaalde ideeen binnenbrengen, mobiliseren
tot het einde.
186.
De oorlog van Joegoslavie heeft ons vele stemmen gekost. De partij
moet een fundamentele, marxistisch-leninistische resolutie opstellen
in dergelijke kwestie, maar ook een tactische lijn voor het werk
onder de massa's die rekening houdt met het burgerlijk ideologisch
offensief. Het was : Neen aan de oorlog, deze oorlog bereidt er
andere voor tegen Rusland, Europa installeert zich in de oorlog, hij
kan bij ons komen. de oorlog brengt grote winsten mee voor de
monopolies, betekent altijd een 'uitweg' voor diepgaande
crisissen. De voornaamste aanvallen van de burgerij tactisch in
twijfel trekken. Twijfel zaaien, dat kan wel overkomen; zeggen dat
Milosevic geen ethnische zuiveringen doet sluit voor ons alle deuren.
Op de moeilijkste punten, vaak terugkomen op de argumenten en de
feiten die het doen ".
187.
"Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme
en het communisme maken bang." "Wij worden altijd
geïdentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier
is er een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan
beïnvloeden en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme
duwen. Maar deze opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten,
in de zin dat onze tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te
worden begrepen. Wij brengen vaak op het niveau van de massa's naar
voor watjuist en essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de
punten zijn waarop de burgerij het meest doorhamert, komt het niet
over. Daar waar de burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons
gelijk " propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken
waar wij positief punten kunnen scoren.
188.
Men moet de problemen aanpakken die de massa's het meest beroeren
(en er niet vor vluchten omdat dat delicaat is...) door standpunten
te formuleren die zij kunnen begrijpen. Als de mensen volledig op het
probleem van de veiligheid zijn gericht, moeten wij er alles op
zetten om alle antwoorden te vinden die werken . Dat punt werd
besproken op de vergadering van maart. De betrokkenheid van
rijkswachters en politie bij alle grote misdaden. De grootste
criminaliteit is die die in de hoogste milieus voorkomt. Werk en
waardigheid voor alle jongeren. Populaire initiatieven om de drugs
en de kleine criminaliteit te stoppen.
Het
LIJKT wel (ivm Irak, Minmoun en Joegoslavië) allemaal héél
correct....maar uiteindelijk blijft het optreden in de zaak Charki
gewoon als “gauchistisch” bestempeld. Er wordt niet over
een bilan gesproken in die zaak ....De partij(-leiding) in zijn
geheel blijft hier in gebreken..;; maar in 2004 wordt die wel aan
Nadine RosaRosso persoonlijk aangerekend!
Ik
zette ooit Deel 2 van mijn analyse “Over het
revisionisme in de Europese Communistische Beweging” op het
internet. Ik moest toen deze tekst zelf weer in twee delen voor ik ze
kon uploaden. Op wetenschappeliijksocialisme.blogspot.com kun je
deel 1 (....van het genoemde Deel 2 van “Over
het revisionisme ....” dus aanklikken op "Overrevisionisme in Eur. Com. Bew. deel 1(ahv voorbeeld PVDA)
Hierin
val te lezen:
In
de Resolutie van 1999 wordt verder verwezen naar “het
bilan van de zaak “Charki”, alsof iedereen dat bilan kent en weet
waar het over gaat.
In
de Resolutie van 5 april 20041
wordt gesteld dat "foute individuele opvattingen" of dat
"een min of meer eenzijdige opvatting" het zelfde is als
"een consequent uitgewerkte revisionistische lijn verdedigen".
Alle
partijleden en –kaders zullen INDIVIDUEEL wel eens opvattingen
verkondigen die beoordeeld zouden kunnen worden door de eenheid waar
men zit als “gauchistisch”, “kleinburgerlijk” of weet ik wat.
De
resolutie van 5 april 2004 zegt in navolging van de resolutie van
1999 en “een juiste interpretatie” van Partij van de revolutie
(vijfde congrestekst): “De partij heeft
een probleem met te bepalen van die werking van die
organisatieprincipes, die tactiek, dat verkiezingsprogramma dat kan
leiden naar electorale successen.”
IN
FEITE wordt gesteld:
Het
openlijk optreden van de partij aan de kant van die “Belgen” die
omwille van hun culturele arabisch-islamitische afkomst
gediscrimineerd worden en waarop de repressie op de hele werkende
bevolking “geoefend”wordt, moet altijd zo zijn dat zij kan leiden
naar stemmenwinst OOK BIJ werkers van NIET-islamitische culturele
afkomst. Principiële standpunten met als doel het bewustzijn van
andere lagen van de bevolking op te trekken tot een niveau die ze ,
in de verkiezingsperiode waar het gaat om stemmenwinst, overwegend
nog NIET hebben, moeten vermeden worden.
Principiële
JUISTE standpunten verdedigen op een moment dat een groot deel van de
werkers tijdens de verkiezingen daar juist een zwaar probleem mee
hebben is “gauchisme en sectarisme”.
Zo
verdedigde Kautsky ook als houding van sociaal-democratische
parlementairen tegenover "het stemmen voor de oorlogskredieten"
en "deelname aan de oorlog": Principiële
standpunten verdedigen over het IMPERIALISTISCH karakter van de
oorlog en dus het afwijzen van DEELNAME aan de oorlog is gauchisme en
gaat in tegen de massalijn, op een moment dat bij de massa's om
allerlei redenen, bijvoorbeeld omwille van vaderlandslievende
gevoelens bij een groot deel van de werkers er een standpunt
overheerst van DEELNAME aan de oorlog.
Eerst
wordt …geroddeld dat NRR verschillende niet nader gespecifieerde en
niet gedocumenteerde opvattingen had, die gewoon gecatalogeerd worden
onder “gauchistisch” en “sectair”. Via een resolutie in maart
1999 tegen – zo bleek in 2004, maar was door mij in 1999 niet
geweten – “het gauchisme” van de toenmalige secretaris
generaal, wordt er een resolutie opgesteld na “de
verkiezingsnederlaag “ van 1999 waarin “de
grote bilanpunten”blijken neer te komen op
"bureaucratisme, sectarisme en
gauchisme". Er wordt gesuggereerd dat het
demokratisch centralisme nauwgezet gevolgd werd want de resolutie van
1999 was “gebaseerd op 130
bilanrapporten”.
In
de resolutie van 1999 wordt ingegaan op “de
zaak Charki” en het gebruik ervan in de
verkiezingscampagne in 1999. Hierbij wordt gesteld dat dit ”gauchisme
en sectarisme” is. Vervolgens wordt (in 2004 dan)
geïnsinueerd dat NRR daarvan de hoofdschuld draagt omdat “op
het CC van 1999 verzette NRR zich onderandere tegen het bilan van de
zaak 'Charki' ".
Er
wordt gesuggereerd dat iedereen binnen de partij nog weet waarover
het gaat. Dus een eerder onwetende (zoals ik in 1999) of een relatief
nieuw partijlid (bv in 2004) zal denken: ‘Het
is zeker dom om te vragen waar het in feite over gaat met “de zaak
Charki”, en het zal allemaal wel kloppen want het klinkt logisch”
In
een Solidair waar “de zaak Charki” gebruikt wordt in de
propaganda voor de verkiezingen, de
Solidairnr. 42 van 4 november 1998 staat onder meer:
Interview
met Abdel Koutoubi, een jaar na de opstand in Kuregem
“Aan
ons lot overgelaten, ons economisch lot”, zo vat Abdel Koutoubi de
situatie van de Brusselse wijk Kuregem samen. Hij is 24 en studeert
nog.
Een
jaar na de opstand die volgde op de moord op Saïd Charki door
een rijkswachter, vertelt hij ons over deze volkswijk en de
geschiedenis ervan.
DAVID
PESTIEAU
De
regering en de media praten graag over het geweld van de jongeren
maar hier zie je vooral het geweld van het systeem waar die jongeren
in leven. Met name in het onderwijs, waar de sociale selectie enorm
is. Hoe komt dat?
Abdel
Koutoubi. Bijna de helft van de inwoners van Kuregem
geraakte niet verder dan lager middelbaar, schreef Le Soir van 10
november vorig jaar. Onder de migranten hier (13.000 op 20.000
inwoners) zijn er slechts 25 met een universitair diploma! Dat lijkt
ongelooflijk maar toch is het zo.
Wat
ik heb doorgemaakt, geldt voor alle jongeren hier, wij zouden elkaars
foto kunnen zijn. Op de lagere school gaat het gewoonlijk nog wel,
alle ouders dromen dat hun kind het wel tot dokter zal schoppen. Ze
sturen je naar Bracops of Théo Lambert, de goeie scholen in
Anderlecht. Maar daar hou je het niet lang uit, de leraars willen je
niet helpen en jij bent natuurlijk ook geen doetje, je begaat
jeugdzonden. Mijn vader kon mij niet helpen, hij werkte in ploegen,
bij de Forges de Clabecq. Als hij met de nacht stond, sliep hij
overdag; stond hij met de late dan kregen we hem helemaal niet te
zien. Hij heeft me wel opgevoed maar met zo’n uren kon hij me niet
helpen bij mijn schoolwerk. Kortom, na je eerste of tweede middelbaar
vlieg je buiten. Mijn moeder kon alleen de brokken lijmen. Ze
stuurden me dan naar Providence, daar wilden ze me in de
beroepsafdeling steken. Dat wilde ik niet en uiteindelijk kwam ik in
de Arts et Métiers terecht. Als je daar slaagt, heb je ‘het
recht’ je weer in te schrijven in het algemeen secundair. Ik vond
een katholieke school, vol racisten. Een leraar zei me ooit: ‘Bekijk
me zo niet, ik heb familie bij de rijkswacht’! Ik ging naar een
andere school, die meer open stond, en waar ik mijn lager middelbaar
uitdeed. Dan weer een nieuwe school, weer nieuwe moeilijkheden. Ik
trapte het af maar dank zij zelfstudie kon ik toch meedoen met de
ingangsexamens in een sociale school en ik slaagde. Maar je ziet
welke obstakels er zijn. Er zijn jongeren hier in de wijk die
alternerend leren (deeltijds werken, deeltijds leren). Maar ze vinden
geen stageplaats en hun opleiding wordt geannuleerd!
(...)
Hoe
kijk jij vandaag tegen die opstand van vorig jaar aan? Was het nodig
dat de jongeren in opstand kwamen?
Abdel
Koutoubi. Ik ben een realist. Ik denk: gelukkig maar dat
er nog ergens een opstand losbreekt want anders blijven ze ons
neerschieten als konijnen. Nu denken die agenten misschien twee keer
na voor ze hun revolver trekken, dat hoop ik tenminste.
Maar
de jongeren hebben meestal geen andere middelen. Het comité P
(dat geacht wordt de verschillende politiediensten te controleren,
nvdr.) heeft net cijfers van de klachten uitgebracht: in Brussel zijn
er dat bijzonder veel. In Kuregem ken ik veel mensen die klacht
hebben neergelegd maar daar is niks van gekomen. Wat moeten ze dan
doen?
Wat
denk je over de strijd van Clabecq?
Abdel
Koutoubi. Ik ben de zoon van een arbeider van Clabecq. Als
ik die dimensie van mijn identiteit weglaat, blijft er niet veel
over. Het zijn gevechten zoals die van Clabecq waar wij onze rechten
aan te danken hebben. Mannen zoals D’Orazio, die een beweging
loswerken, die hebben wij nodig. Want het systeem is heel gewelddadig
tegen ons.
En
wat vind je van de PVDA?
Abdel
Koutoubi. Ik ben absoluut geen lid van de PVDA maar ik
moet toegeven dat die partij een van de enige was die de problemen
van de jongeren van Kuregem naar buiten bracht en op het voorplan
zette.
Geen
straffeloosheid, vrijspraak voor de opstand!
De
rijkswachter die Saïd Charki neerschoot op 7 november 1997 zou
zijn dienst hervat hebben in Kuregem: een ware provocatie voor de
jongeren van de wijk. Hetzelfde gebeurde in Kuringen (Hasselt): de
agent die in januari op de jonge Morad schoot, bleef gewoon in
dienst. Rijkswacht en politie zetten hun beleid van terreur en
repressie gewoon verder. (...)
Gérard
Mugemangango zit in de leiding van Rode Jeugd Brussel:
“Rode
Jeugd mag fier zijn dat we na de dood van Saïd Charki het
protest van de jongeren organiseerden. Een jaar later zetten we het
gevecht verder, tegen de sfeer van berusting die men de jongeren wil
opdringen. (...)
Is
dit nu een voorbeeld van “het gauchisme” waar de resolutie van
1999, Partij van de revolutie, en de resolutie van 5 april (2004)
tegen NRR het over hebben?
Is
het “gauchisme” als de PVDA in een verkiezingscampagne de
noodzaak van antiracisme, gelijke rechten, het recht van verzet en
opstand tegen het racistisch geweld vanwege het staatsapparaat
beklemtoond? Is het “gauchisme” als zij in een Solidair
waarmee propaganda gemaakt wordt tijdens de verkiezingscampagne
opstandige “migranten”-jongeren (het zijn allemaal wellicht reeds
Belgen…) aan het woord laat, die opkomen voor hun rechten? Is het
“gauchisme” als je het mensen aan het denken zet, maar
waarbij deze mensen wellicht (voorlopig) nog moeite zullen hebben om
voor de PVDA te stemmen? Is het “gauchisme” als je tijdens
de verkiezingscampagne intens propaganda voert en diskuteert over
voorhoedestandpunten – om dat je in verkiezingscampagne, zoals
Lenin zegt, daar juist meer mogelijkheid en kans voor hebt – , maar
hetgeen je wellicht STEMMEN kost bij een kiesgerechtigde massa.
Eén
van de bilanpunten van “de zaak Charki” zou moeten
geweest zijn, dat een communistische partij verplicht is, juist DAT
deel van het proletariaat, afkomstig uit de migratie en daarom
gediscrimineerd en waarop de antiarbeidersrepressie (NU reeds)
geoefend wordt tegen opstanden, te bereiken, en in haar (reeds
aanwezig spontaan) verzet te leiden en de voorhoede-mensen die
aanzien hebben in dat milieu en die erkend leider zijn, te
organiseren of er toch kameraadschappelijke banden mee te hebben, en
dat men ZICH MOET INPLANTEN in die wijken, in dat deel van het jonge
proletariaat afkomstig van de migratie. Een bilan punt zou ook kunnen
zijn: Er zouden partijmilitanten (en kaders) definitief moeten kiezen
om DAAR te gaan wonen en zich in te planten.
Was
NRR wellicht daar voorstander van? Had een bepaald deel van de
partijkaders het hiermee wat moeilijk? Werd daarom ( om de eigen
ideologische weerstanden te overroepen...) echte of vermeende fouten
in de campagne snel aangegrepen voor de “strijd tegen het
gauchisme”? (Het is opvallend dat juist Boudewijn Deckers die
omwille van ideologische problemen in de eind jaren '90 zelf ontslag
nam uit de partij, in 2004 - heropgenomen en als nationaal kader
(her-)benoemd – de “strijd tegen de secretaris-generaal Nadine
Rosa-Rosso LEIDDE!)
In
ieder geval legt de Resolutie van 2004 niet uit wat concreet “het
gauchisme” was van NRR dat zij TOEN al zou hebben (in 1999), en
niet wilde afzweren en hoe zij hetzelfde “gauchisme toepaste in
2003” en daardoor aan de grond lag van “de foute campagne
Resist”…. Fout omdat het leidde tot “een
VERKIEZINGSdebacle”.?!
Verder
Resolutie van 1999....:
189.
Organisatie
190.
Wij moeten sommige van onze opvattingen over de voorhoede-partij
herzien, ze duwen ons, in de huidige omstandigheden, naar sectarisme
en dogmatisme, dwz naar erg zuivere opvattingen, die ons van de
progressieve massa's afsnijden, die potentieel bij ons zouden kunnen
komen. Dat houdt verband met het onevenwicht tussen ons intern werk,
dat "erg juist is vanuit ML-standpunt" en onze beperkte
politieke impact en organisatorische greep op de massa's.
191.
" In de partij zoals die vandaag is opgebouwd en werkt, is er
een groot probleem van bureaucratic, men houdt zich niet bezig met de
mensen, de sympathisanten, de potentiele leden. Men registreert
honderden medewerkers, maar dat heeft geen enkele implicatie op de
praktijk. Wij zijn niet in staat de mensen duurzaam te ornkaderen."
192.
" Wij zijn als een strovuurtje, komen voorbij, verkopen
onze krant, maken medewerkers, en dan niets meer ."
Activisme, in plaats van opbouw van een organisatie met de mensen
zoals ze zijn. Activisme van onze kant die het de mensen niet
mogelijk maakt zich stap voor stap te engageren voor de revolutie.
193.
"De secte-opvatting is diep verankerd, een houding van geen
vertrouwen hebben in de massa's" . Men behoudt het imago van een
partij voor 'supermensen' : nieuwe kameraden mogen niet alleen van
deur tot deur gaan. Geen bekommernis om de nieuwe mensen te
ornkaderen om hen zo vlug mogelijk te leren op een 'doenbaar' niveau
te militeren. " En men klaag dat men alles zelf moet doen ! ".
194.
Dat is tegelijkertijd een houding van geen vertrouwen in de partij,
orndat men niet gelooft dat de partij goed kan overkomen bij de
massa's. Dat is de organisatorische implicatie die volgt uit het niet
verstaan van de verhouding tussen politiek en tactiek. Indien onze
tactie juister is, zullen onze leden zich gemakkelijker verbinden met
de progressieven.
195.
Alles zai op papier blijven staan indien wij het bureaucratisme en
het sectarisme, die diep ingeworteld zijn in de partij, niet
diepgaand bekritiseren. "Het werk met de medewerkers is een
routine, de verantwoordelijken interesseren zich niet echt voor de
mensen, wat nochtans de eerste kwaliteit moet zijn van een communist.
Zij kennen de mensen achter de fiches niet, werken niet met hen,
helpen de celleiders niet zich op hen te steunen.
196.
" ln Charleroi hebben we veel medewerkers gehad in 1995,
veel mensen met Nieuwjaar. Wij waren niet in staat dat te
consolideren. Onze inplanting is veel kleiner geworden. Geen AIB
meer, geen antiracistisch werk, geen werk meer onder de jongeren,
weinig propaganda, weinig aanwezigheid in de straat, weinig syndicaal
werk, weinig enquetes. Nochtans zijn de mogelijkheden enorm, zie de
resultaten van Debout."
197.
Er moeten aangepaste scenario's zijn voor de massa medewerkers.
Eenvoudige campagnes, die de mensen interessant en belangrijk vinden,
met de middelen die zij kunnen gebruiken. Met begeleiding, politieke
steun 'van lage intensiteit': eenvoudige teksten, video's.
198.
"Het sectarisme brengt ravages aan, routine, defaitisme en de
geest van de kleine partij. We laten ons als kleine kinderen isoleren
in de fronten. Geen werk op lange termijn om de linkerzijde bij ons
te brengen, het centrum te winnen, de rechterzijde te isoleren. Men
is tevreden met kleine vergaderingen van overtuigden. De wil om
zich systematisch en voor alles afte bakenen ."
199.
"De campagne kende een uitzonderlijk organisatorisch succes,
we hebben het aantal medewerkers verdubbeld, tot 4000 . Maar... als
we dat de komende vier weken niet serieus in handen nemen, zullen we
veel mensen verliezen. Een doorbraak op het niveau van de
medewerkers. Maar de kwaliteit van het werk met de medewerkers is
middelmatig. Er is geen betekenisvolle uitbreiding van de troepen. "
200.
Het dringendste punt is de consolidatie van de medewerkers. Men
moet ze eerst politiek consolideren met een juist standpunt om onze
slechte resultaten te doen veiteren.
201.
Hoe de medewerkers politiek consolideren ? Welke voorstellen voor
de onmiddellijke toekomst ? Vooral: welke voorhoede-voorbeelden van
consolidatie zijn er? Welke praktische taken, waarvan zij het nut
zien, willen de medewerkers opnemen ? Welke vorming van 'lage
intensiteit' kan men ze geven ? Zonder vooruitgang, zeifs met kleine
stappen, blijven de mensen niet.
202.
Te veel militanten zonder basis, die zelfs geen net van 5 personen
hebben. De inplanting op de werkplaatsen, in de wijk leiden, het
politiek werk in de vrienden- en familiekring. Eenvoudige
voorbeelden, die binnen ieders bereik liggen, centraliseren.
203.
De verhouding tussen intern werk en inplantingswerk onder de
massa's echt omgooien.
Dit
zegt niets voor de militanten die (meestal “undercover”)
ingeplant werken in de arbeidersklasse en niets over het fundamentele
partijwerk: via participeren in de klassenstrijd het bewustzijn
verhogen, de massa voor de strijd organiseren en de voorhoede
recruteren in functie van de revolutie.
Daarbij,
“de fouten bij het optreden in de zaak Charki” is NIET een
probleem van sectarisme of een geldige reden tot “een herzien
van voorhoede-karakter.....” Die fouten zijn(waren) wellicht
onafwendbaar juist door een ONVOLDOENDE uitwerking van fundamentele
politieke lijn.
Het
probleem van “bureaucratie” is juist het ONTBREKEN van de
geest van klassenstrijd, dat op moment van “Charki” capituleert
en zijn kop in het zand steekt. (zonder nu de eventuele fouten bij
het optreden toe te dekken)
204.
De krant nog eenvoudiger maken, een objectieve studie maken van wat
onze basisleden en sympathisanten lezen. Eens per maand een krant
die een groter agitatiekarakter heeft, te verkopen aan de
productieprijs: 5 of 10 fr. Mogelijkheid om bijlagen te maken,
substantielere documenten onder de vorm van gecopiëerde
dossiers.
205.
Permanent gebruik van oude documenten en video's die altijd
essentieel zijn om een communistische visie te verwerven. Tegen de
werkoverlast met intern werk die tien keer min of meer dezelfde
teksten maken die tien keer ongebruikt blijven. De efficiëntie
en de rentabiliteit van al wat wij produceren strikt meten. Elke
productie moet in het begin zijn rentabiliseringsplan hebben en op
het einde zijn rentabiliteitsbilan. Bestelbon : op materialistische
wijze de impact van elk pamflet of eike publicatie afmeten.
206.
De sector van de gemeentelijke, de wijkcellen, de
werklozen, de patiënten ontwikkelen.
(...)
212.
Eenheden oprichten voor het werk met de doppers.
213.
Zich inplanten onder de progressieven. De Groene heeft een Poëtisch
Aperitief-feest met 60 mensen. Niemand van EPO of de partij. Onze
sectaire en gauchistische politiek tov het front tegen de oorlog van
de NAVO die progressieve organisaties groepeert.
214.
Tijdens deze campagne de goede ervaringen en de fouten
systematiseren met de eenvoudige basiscellen.
215.
Een laag leden creëren die gewoon een partijkaart kopen om
lid te zijn op het meest elementaire niveau. Een kleine brochure die
uitlegt wat de partij van hen verwacht, wat zij van de partij kunnen
verwachten. Hen een heel rudimentaire opvoeding geven via heel
eenvoudige politieke artikels, video's. Een oftwee lage vormen van
engagement
Zeker
alleen al als dat dit in functie staat van verkiezingen en
verkiezingsuitslag (en daarvoor imago en profiel centraal stellen) is
dit opportunisme van het zuiverste water.
218.
Het rechts-opportunisme vermijden dat alle mensen automatisch op
het laagste niveau klasseert ! Men moet de voorwaarden om
'volwaardig' lid te zijn uitleggen, de brochures geven die er de
basis en de regels van uitleggen. Men legt de gegrondheid, de
noodzaak uit. Een discussie vragen over volwaardig lidmaatschap.
219.
De lidkaart is ook een wapen tegen het liberalisme. Men moet de
mensen in de partij trekken en duwen en niet passiefafwachten.
220.
Snel een lidkaart voorstellen laat ons toe te weten wat de werkers
echt denken. Linkse delegees van het ACV-CSC zijn naar Clabecq
gegaan. Het is pas na de verkiezingen dat wij vaststellen dat ze voor
Agalev hebben gestemd ! (...)
224.
Een organisatiebulletin publiceren met de voorhoede-ervaringen op
het vlak van de recrutering, de organisatie, agitatie, vorming. Het
organisatiebulletin moet de goede ervaringen bundelen van de
verschillende niveaus in de partij : het laagste niveau : leden ;
basiscelleden ; celbureaus van basiscellen ; cellen, enz.
225.
Op elk niveau : Wat vragen we hen ? Wat geven we hen ? Wat stellen
we hen voor ?
Hoe
op elk niveau een aangepaste vorming garanderen: video's, eenvoudige
teksten, krant, uiteenzettingen en discussies. Welke propaganda-
en agitatietaken: krant, pamfletten, video's. Welke
organisatietaken ?
226.
Voor elk niveau: hoe zo snel mogelijk de overgang naar het hogere
niveau garanderen, om te verhinderen dat de mensen te lang op een te
laag niveau blijven waar ze niet het beste van zichzelfkunnen geven ?
227.
Voor elk niveau een of twee kaders voorzien die ook nationale
verantwoordelijkheden opnemen : aan de partij leren na te denken in
functie van veel leden van de laagste niveaus van de partij; alle
campagnes en al het materiaal op hun niveau vertalen (of bepaalde
zaken selecteren en andere laten vallen) ; de beste ervaringen
centraliseren.
Hier
wordt toegedekt dat het in feite de “medewerkers in
verkiezingen” die “een nieuwe laag partijleden”
worden.
228.
Algemene besluiten
0m
de aandacht te vestigen op de belangrijkste punten ait de tekst
vatten we hierna de concrete besluiten samen.
229.
Op basis van de voornaamste besluiten van de verkiezingen, een
planning van 14 maanden opmaken, tot na de gemeenteraadsverkiezingen.
We moeten de partij reorganiseren in functie van de doelstellingen
voor de komende 14 maanden. (...)
234.
De verhouding tussen intern werk en inplantingswerk onder de
massa's werkelijk doorbreken. (...)
237.
Meer krachten op de provincies concentreren, de nationale kaders
verplichten om doorbraken te realiseren in de provincies, op basis
van de reele problemen van de militanten en de massa's, om
realistischer te zijn in onze plannen en meer belang te hechten aan
de verwezenlijking van voorhoede-ervaringen en de centralisatie van
goede ervaringen van onze militanten. 'Een permanente dagelijkse
structuur van STAA-nationaal is niet nodig'.
“Op
de provincies” in plaats van “op de punten waar de
klassenstrijd het best ontwikkeld kan worden, de
arbeidersconcentraties”, betekent strategie ontwikkelen in
functie van verkiezingen. De “provincies” is een
legalistische, louter naar buiten toe ('imago', 'profiel')
gerichte oriëntatie....Héél concreet: Kris
Hertogen werd AFGEZET als kader-STAA-nationaal...om dan aangesteld te
worden als (provinciale kaderniveau) Politiek Secretaris van Luik.
238.
De essentiële taken voor een jaar vastleggen. (....)
239.
E-mail gebruiken om het aantal nationale vergaderingen te beperken.
E-mail moet dringend het communicatiemiddel bij uitstek worden
tussen de verschillende partijleidingen en met name de provinciale
leidingen ! De uitwisseling van ervaringen kan onmiddellijk gebeuren,
men moet niet wachten tot er een PSV doorgaat. Vb : voor de
verkiezingen, voor de grote strijdbewegingen. (...)
243.
Voorstellen voor reorganisatie voorbereiden, met alternatieven, en
vervolgens een conclaaf organiseren met alle betrokkenen over de
taken en de nieuwe verdeling van het personeel. Garanderen dat er een
politieke, ideologische en organisatorische eenheid is over de
reorganisatie. Vermijden dat kameraden binnen een jaar komen zeggen
dat wij geen rekening hebben gehouden met bepaalde omstandigheden om
oplossingen op te leggen die niet konden werken.
244.
Het fundamenteel programma uitstellen naar later, vastleggen welk
voorbereidend werk moet en kan gedaan worden tijdens deze periode. In
de onmiddellijke toekornst is het niet het gebrek aan een
samenhangende visie op het kapitalisme en het imperialisme vandaag of
een revolutionair strijdprogramma voor de komende tien jaar, dat ons
het meest blokkeert. Het is wel degelijk de vertaling van de grote
hoeveelheid ML-analyses waarover wij beschikken in agitatie en
propaganda die op het niveau staan van de arbeiders en workers.
Opportunisme?
Dit is al een revisionistische ontwikkeling!
245.
Twee commissies oprichten, onderverdeeld in subgroepen.
246.
De commissie politieke partijen systematiseert de essentiële
standpunten en besluiten, alsook de propaganda en het
verkiezingsprogramma van onze tegenstanders van de laatste jaren,
met als doel agitatie: 'gewone' werkers overtuigen. In
volgorde van belangrijkheid: Agalev-Ecolo, Vlaams Blok-FN, PS-SP,
PC-KP, Trotskisten POS en Militant, VLD-PRL, CVP-PSC.
247.
De commissie economische analyse van Belgie en Europa.
Doelstellingen : Bewijzen dat de echte beslissingsmacht in de
'democratie' bij de monopolies ligt en niet in het parlement.
Cijfers, feiten en eisen vinden die de werkers tegen hun echte vijand
opzetten. Bewijzen dat het een systeem is dat vanuit economisch
standpunt niet 'werkt', bewijzen dat het noodzakelijkerwijze werkt
tegen de belangen van zij die de rijkdommen creeren, bewijzen dat het
noodzakelijkerwijze naar steeds geweiddadigere crisissen leidt en
naar oorlog ; een antikapitalistisch bewustzijn creeren.
248.
De twee commissies produceren een nieuwe rood-groene brochure van
zodra het regeringsprogramma klaar is. (....)
254.
Permanent ons profiel verbeteren: nieuwe ideeen, standpunten en
eisen vinden die overeenstemmen met de veranderingen in de situatie.
Dit onderzoek centraliseren in de krant. De krant moet eike week in
'verkiezingscampagne' zijn, ons profiel opbouwen en op voordelige
manier onze tegenstanders aanvallen. (...)
257.
We moeten onze kiezers vooral van Agalev, het Vlaams Blok en SP
terugwinnen aan nederlandstalige kant en van Ecolo, PS en PC aan
franstalige kant.
258.
Aan de uniefthesissen maken over de recente geschiedenis van elk
van deze partijen : hun standpunten in alle belangrijke crisissen,
hun voornaamste economische, politieke, militaire standpunten. (...)
262.
Snel het probleem van de medewerkers oplossen. Hoe de medewerkers
politiek consolideren ? Weike voorstellen om ze onmiddellijk aan het
werk te zetten ? Vooral: enkele voorhoede-ervaringen voor
consolidatie. Welke praktische taken, waarvan zij het nut zien,
willen de medewerkers opnemen ? Weike lage drempel' vorming kunnen we
hen geven ? Zonder vooruitgang, hoe klein ook, blijven de mensen met
bij ons.
263.
Een verkiezingscampagne voeren vereist professionele kennis. We
rnoeten op dialectische manier de kennis van de burgerij bestuderen
op het vlak van de marketing, de publiciteit, het management van een
verkiezingscampagne, de voorstelling, enz.
264.
We moeten antennes vastleggen (arbeiders, sympathisanten, kaders),
die verplicht geraadpleegd moeten worden. E-mail gebruken voor
raadplegingen en beoordeling. Via e-mail en internet de kritiek
organiseren op onze voorstellen voor pamfletten en artikels. (...)
269.
X moet een (korte) synthesetekst maken van onze beste
verkiezingservaringen uit het verleden in Antwerpen, vanuit het
standpunt van de planning, de mobilisatie, de agitatie, de
organisatie, het programma, het frontwerk, het werk naar de media,
enz.
270.
De systematisering van de voorbije ervaring en die van de recente
campagne moet resulteren in de gedetailleerde uitwerking van een Plan
voor de verkiezingscampagne.
271.
De sector van de gemeentelijke cellen, de wijkcellen, doppers- en
patientencellen uitbreiden.
272.
Een laag leden vormen die een partijkaart kopen om lid' te zijn op
het meest elementaire niveau.
De
partij wordt “gereorganiseerd” om het vooringenomen
“probleem” op te lossen: “het dalend aantal stemmen
bij verkiezingen moet gekeerd worden”. Aantal stemmen wordt de
maatstaf voor invloed, een maatstaf van “de massa's die
door en rond de partij georganiseerd worden”... Het doel van de
partij “verschuift” van werken aan en voorbereiden van
revolutie naar een stijgend aantal stemmen halen en verkozenen
hebben.
Ik
kom in een volgend artikel nog terug op o.a. Punt 248. De twee
commissies produceren een nieuwe rood-groene brochure van zodra het
regeringsprogramma klaar is., daar waar ik inga op de opmerking
in de titel van DIT artikel: Herstel was nog mogelijk....
1 Resolutie
over de voormalige algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso en de
vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet, - 5 april 2004”,
in Bijdrage
aan de strijd tegen de liquidatielijjn van de
vroegeresecretaris-generaal - discussieteksten, Partij van de Arbeid
van België, juni 2004.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten