13-02-2016

1mei-speech in 2000, Nadine Rosa-Rosso: Bezorgdheid om behoud revolutionair karakter PVDA, maar toch de (naar reformisme leidende) Resolutie van 1999 toepassen.

In de artikels in het kader "1999, ideologische aanval op revolutionair karakter van PVDA door verburgerlijjkte kaders, geholpen door "dogmatische verblinding" bij veel leden." op pagina "2004: Revionistische "coup" in PVDA" analyseer ik het ontstaan van de “Resolutie van 1999”  die bij toepassing de PVDA doet evolueren naar een klassieke “sociaal-democratische partij”. De opstellers weten door het hanteren van een dogmatische marxistisch-klinkende fraseologie de meerderheid van de partijleden te misleiden. Dit is mogelijk omdat een dogmatische afwijking nogal heerst bij veel leden. Zij worden “gerustgesteld” door enkele naar het revolutionair karakter onder de aandacht brengende passages. De brochure “Omkeren -een dwarse kijk op paarsgroen” lijkt op het eerste gezicht dan ook het behoud van het revolutionair karakter van de PVDA te bevestigen. Temeer daar dit de politiek tekst gaat zijn waarmee gewerkt wordt in de komende (gemeenteraads-)verkiezingen.

Eén en ander lijkt ook bevestigd te worden door de 1 mei-speech die toenmalig Algemeen Secretaris van de PVDA, Nadine Rosa-Rosso.
Hierin wordt aan de ene kant een lans gebroken voor het revolutionair karakter van de PVDA, het gebruik van de brochure in de komende verkiezingscampagne, maar ook voor de toepassing van de Resolutie van 1999. Die 1mei-speech van Nadine Rosa-Rosso is te lezen in Solidair no 18, 3 mei 2000 
In haar 1mei-speech toont ze aan dat de socialisten NIET (ook niet “te gematigd”) “links” zijn, maar gewoon het “neoliberalisme” van de liberalen juist iets anders verwoorden. Ook de Groenen zijn gewoon beschermers van het bestaande kapitalisme. De PVDA moet trouw blijven aan een revolutionaire strategie en duidelijk stelling nemen tegen het reformisme.
“(Een)... passage uit de regeringsverklaring: “Een decennium geleden vernietigde men de Berlijnse Muur, de schande van Europa. De Muur sleepte in zijn val de oude tegenstellingen mee tussen Oost en West. Het failliet van het communisme met zijn aanslagen op mens, maatschappij en milieu kwam pijnlijk naar boven. Ook in het Westen kon men op ideologisch vlak vrijer ademen, er was eindelijk meer ruimte voor politieke reflexie en voor zelfkritiek.”1 (...)
(O)nze liberale eerste minister Guy Verhofstadt, die al heel zijn leven een harde voorstander is van de vrije markt. Na twee mislukte pogingen om een regering te vormen, was een face-lift dringend nodig.
Gedaan met de arrogantie, gedaan met de slogans over Reagan en Thatcher. En Guy nieuwe-stijl zegt nu: “Tien jaar na de val van de Muur is het moeilijk er zich geen rekenschap van te geven dat in Europa een zoektocht bezig is naar een nieuw model. (...) Wij moeten allemaal samen meewerken aan deze enorme stroming die een zoektocht is naar een nieuwe maatschappij.”2 Allemaal samen, allemaal samen... Tous ensemble, tous ensemble... Heeft Verhofstadt de slogan in het achterhoofd van de arbeiders van Clabecq en Renault die op zoek zijn naar een nieuwe maatschappij waar de rijkdom toebehoort aan wie ze geproduceerd heeft?
Toch niet. Onze Guy-nieuwe-stijl is op zoek naar realistische partners die het kapitalisme willen verdedigen onder een sociaal kleurtje. (...)
Verhofstadt zegt: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat een groot aantal mensen van de sociaal-democratie al erg ver stond, dat zij al ideeën hadden die je bij Blair ook vindt. Tijdens de regeringsonderhandelingen hebben wij dat erg snel gezien. Het thema van de actieve welvaartsstaat is op tafel gegooid door Frank Vandenbroucke.”3
(...)(D)e zelfkritiek van de socialisten. Tony Blair heeft die trend gelanceerd. Maar je moet toegeven dat Maggy het terrein al had voorbereid met de vernietiging van de vakbonden, de sluiting van de mijnen, de privatiseringen. Nu was het de beurt van de socialisten, al was het maar om sociale revoltes te vermijden. “Laten we een streep trekken onder het verleden. Werkgevers en werknemers zitten in dezelfde schuit. Onze ploeg heet Groot-Brittannië!” zei Tony Blair.4 Waarna de autokritiek van de socialisten volgt: “Wij hebben in het verleden teveel gewezen op de zwakheden van de markt en de sterke punten ervan onderschat,” biecht Tony op. Frank Vandenbroucke, die een paar jaar naar Oxford trok om daar te vergeten dat hij opdracht gaf het zwart geld van de SP te verbranden, heeft goed geluisterd. En bij zijn terugkeer in België ziet hij dat de Belgische socialistische leiders dat ook gedaan hebben en net als Blair bereid zijn tot zelfkritiek. Busquin en Di Rupo willen de trein van de ‘derde weg’ niet missen.
En ze roepen in koor: “Laat ons voor eens en voor altijd ophouden investeerders en bedrijfsleiders als vijanden te beschouwen. Zij zorgen voor de welvaart.”5 Langzaam aan wordt duidelijk wat de zin betekent: “Sinds de val van de Muur kunnen we in het Westen vrijer ademen.”6 (...)
Je kan vrijer ademen als men openlijk kan zeggen: “Allemaal samen voor het welzijn van ONS land.” Dat klinkt allemaal zo in het Engels met Blair, in het Duits met Schröder, in het Nederlands met Vandenbroucke en Kok, in het Frans met Di Rupo en Jospin.
Maar wat met de leiders van de Groenen? Welke zelfkritiek hebben zij moeten maken om in de regering te kunnen komen?
Voor de leiding van Agalev en Ecolo was het niet zo erg. Zij waren altijd al voorstander van de vrije markt. Ze moesten alleen zeggen dat het tijd was hun verantwoordelijkheid te nemen en in de regering te treden. (...)
Laat ons eens kijken in de geschiedenis of er werkelijk iets nieuws is aan de hele zaak.
Precies 101 jaar geleden ontdekte de Duitse socialist Bernstein al de deugden van de zelfkritiek. Edouard Bernstein is de eerste socialist die een systematische kritiek formuleerde op de leer van Marx. Hij was geschokt door de eerste crisissen van het kapitalisme en bezorgd voor de komende eeuw, de eeuw die we nu achter ons laten. Hij schreef: “De klassendictatuur is een idee uit een verouderde cultuur. Het gebruik van het concept ‘bourgeoisie’ is een absurditeit.
We kunnen niet met genoeg nadruk zeggen dat we maat moeten houden in onze scheldpartij tegen het liberalisme. (...) We moeten het socialisme eigenlijk ‘organiserend liberalisme’ noemen.”7
Al meer dan honderd jaar lopen de socialisten achter de liberalen aan. Ze zijn bereid tot eender welke zelfkritiek om deel te kunnen uitmaken van de regeringen van
het kapitaal. (...)
Bernstein in 1899: “Ervoor opkomen dat de staat gewoon iedereen onderhoudt die geen loon trekt, komt erop neer dat de staat iedereen onderhoudt die geen werk vindt maar ook iedereen die niet werken wil. Je moet echt geen anarchist zijn om te constateren dat de oproep voor een eeuwige staatshulp overdreven is. Wij blijven uit principe stellen dat de moderne proletariër een arme is, geen bedelaar. Dat onderscheid slaat op de aard zelf van onze strijd. Het heeft te maken met de hoop op de overwinning.”8
(...)(A)lle principes van de actieve welvaartsstaat zitten al in die tekst: zodra de proletariër werkt, zelfs als hij daarmee toch arm blijft, hebben wij de overwinning behaald. Dat is precies wat de paarsgroene regering voor ons in petto heeft. De actieve welvaartsstaat wil breken met “de huidige benadering van werkloosheidsuitkering en OCMW”.9 Werklozen en mensen met een bestaansminimum moeten ‘geactiveerd’ worden. (...)
De socialisten liegen de arbeiders al honderd jaar voor: het liberalisme is geen vijand maar een bondgenoot; de patroon is geen vijand, je moet die kunnen lijmen; de bourgeoisie, dat is een voorbijgestreefde benaming; de concurrentie is nog zo slecht niet, er zijn nog sectoren zonder monopolie,...
En wat constateren we na honderd jaar? De wereld wordt vandaag gecontroleerd door tweehonderd multinationals. In 1997 hadden ze een omzetcijfer van 5.000 miljard dollar (200.000 miljard frank). Dat is meer dan het gezamenlijke Bruto Binnenlandse Product van alle derdewereldlanden op uitzondering van oostelijk Azië.10 (...)
En iedere seconde sterven er op aarde vier kinderen van de honger of van een ziekte die eenvoudig te genezen is.11 Héél, héél, héél ver van onze ministers en in alle stilte.(...)
“De oude, achterhaalde tegenstellingen tussen Oost en West zijn eindelijk gevallen,” zegt de regeringsverklaring. “Wij hebben eindelijk onze blik ongedwongen en zonder schroom op de toekomst kunnen richten.”12 Dit is tegelijk een bekentenis van onze liberale, socialistische en groene ministers dat het socialisme in het Oosten hen tot een zekere schroom dwong. (...)
In 1990 wezen wij er al op dat alle afgevaardigden in het parlement, zonder enige uitzondering, unaniem, de motie ondersteunden van het Vlaams Blok die de socialistische regimes in het Oosten veroordeelde. En wat zien wij vandaag, nu mensen uit diezelfde landen de miserie van het kapitalisme ontvluchten en aan onze deur kloppen? Dezelfde unanimiteit om deze mensen weg te sturen! In de gemeenteraad van Antwerpen, in het jaar 2000, ondertekenden alle partijen, met inbegrip van het Vlaams Blok, een motie van SP en Agalev tegen een vluchtelingencentrum in het noorden van Antwerpen! (...)
Agalev en Ecolo hebben zich bij jongeren en syndicalisten laten kennen als ferme pacifisten. Wat doen ze vandaag in de regering?
Ze gaan akkoord met een indexering van de begroting voor Landsverdediging, de eerste sinds zes jaar. De zogeheten ‘linkervleugel’ van de regering, de Groenen, pleiten voor transportvliegtuigen in plaats van jachtvliegtuigen! Dat zijn dus de gevolgen van een ‘pacifistische’ politiek van steun aan het Europese leger. Pierre Galand, de voorzitter van CNCD, de Franstalige tegenhanger van het NCOS, is daarover zeer verontwaardigd en zegt: “De niet-gouvernementele organisaties herinneren eraan dat de enige manier om menselijke catastrofes te vermijden, de duurzame ontwikkeling is.”. (....)
Naar verluidt is de Partij van de Arbeid van België tegen de vrijheid. Ecolovoorman Jacques Bauduin bracht op de televisie een ongelukkig debat op gang over de PVDA. In zijn bijdrage tot dat debat legde Philippe Defeyt, de nationale secretaris van Ecolo, in de krant Le Matin uit wat een vrijheidsberovende partij is: “Tot het bewijs van het tegendeel, zei hij, is de PVDA voor de instelling van een eenheidspartij. Dat gaat in tegen de democratische en burgervrijheden.”13
U mag lang zoeken, maar u zal nergens een tekst vinden waarin staat dat de Partij van de Arbeid van België voor het regime is van een eenheidspartij. In het programma dat wij aannamen bij de stichting van onze partij in 1979 staat onze politieke definitie van het socialisme. Er staat: “De partij van de arbeidersklasse vormt het eenheidsfront met alle revolutionaire organisaties en partijen die verenigd kunnen worden om de klassenvijanden te verslaan en het socialisme op te bouwen.”14
(....)
Het is niet de fout van de PVDA dat wij de enige partij zijn die niet plat op zijn buik gaat voor het kapitalisme. Dat wij de enige partij zijn die nog durft praten over het gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen, over een planeconomie in dienst van het volk, over een staat in handen van de werkers. Want dat is, zo blijkt, onze tweede misdaad. Het systeem waar wij voorstander van zijn, is de geschiedenis ingegaan onder de naam ‘dictatuur van het proletariaat’. (...)
(W)ij (hebben) een (...) taak: de verdediging van het socialisme, het socialisme dat de voorbije eeuw bestaan heeft en dat nu nog bestaat in China, Cuba, Vietnam, Laos, Korea.(...)
(L)essen te trekken uit de verdwijning van het socialisme in Europa.
Wij denken het volgende: de werkers hebben hun interesse voor staatszaken en voor de communistische partij verloren toen hun leiders begonnen te zeggen dat de strijd tegen het kapitaal afgelopen was, dat de werkers geen vijanden meer hadden, dat het onmogelijk was de uitbuiting opnieuw in te voeren.”

Maar de basislijn van de Resolutie van 1999 blijft behouden en doorgevoerd... er MOET een verhoging komen van het aantal stemmen hetgeen zal MOETEN leiden tot verkozenen. Maar de opdracht die Nadine Rosa-Rosso geeft aan alle leden: in de verkiezingen wordt, weliswaar op aangepaste wijze, de fundamenteel revolutionaire strategie gepropageerd: het kapitalisme heeft geen uitkomst, op revolutionaire wijze moeten de kapitalisten onteigend worden en het socialisme ingevoerd. En er wordt met hand en tand en zo concreet mogelijk aangetoond dat het socialisme SUPERIEUR is aan het kapitalisme.

“Betekent dit dat er niets moet veranderen aan de Partij van de Arbeid van België? Om onze fouten op een juiste manier recht te trekken en onze zwakheden weg te werken, moeten we er op de eerste plaats van overtuigd zijn dat wij gelijk hebben en dat het mogelijk is een einde te maken aan de dictatuur van die tweehonderd multinationals. (...)
(N)iet (...) terugschrikken voor zware inspanningen en opofferingen als het gaat om vrede, gerechtigheid en democratie voor het volk.
In dezelfde geest hebben wij beslist ons op kordatere wijze aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en meer rekening te houden met de kritieken op ons werk. Dat hebben wij willen doen door terug aan te knopen met een goede traditie van onze partij: de regeringspolitiek ernstig en diepgaand bestuderen om waardevolle argumenten te geven aan hen die weerstand willen bieden aan het systeem.
Een grote ploeg heeft zes maanden lang gewerkt aan een brochure daarover. Wij ontwikkelen daarin thema’s die we in het verleden ten onrechte niet aanpakten zoals de kwaliteit van de voeding, het afvalprobleem, de huisvesting, het feit dat honderdduizenden burgers en werkers twee keer per dag in de file moeten staan...
In de brochure behandelen wij natuurlijk ook onze traditioneel sterke thema’s zoals de tewerkstelling, de belastingen, het gerecht, de vakbondsrechten, de vluchtelingen... (...)

Binnen zes maanden zal de Partij van de Arbeid van België opkomen bij de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen.
Wij zijn vast besloten onze score te verbeteren. De verkiezingen van 13 juni vorig jaar hebben de zeer grote capaciteit getoond van het systeem om nieuwe coalities aan de macht te brengen als de mensen hun buik vol hebben van de oude coalities.
De nieuwe regering is een meester in de kunst van de communicatie. Als wij ons verkiezingsresultaat willen verbeteren, dan moeten wij iedere dag een gevecht leveren tegen de regeringspartijen en tegen de enige parlementaire oppositie die nog bestaat, die van de fascisten. Werken met deze brochure, hem zelf studeren, hem verkopen, collectieve studie en debatten organiseren, zal onze eerste taak zijn en dat zolang deze regering aan de macht is.
Wij zijn een politieke partij en wij zijn een revolutionaire partij.
Wij weten hoe zwaar de feitelijke dictatuur van het geld doorweegt bij verkiezingen. Maar wij hebben de plicht met de werkers deel te nemen aan de verkiezingsstrijd.
Wij moeten erkennen dat een vermindering of een vermeerdering van ons stemmenaantal een oordeel inhoudt over de kwaliteit en de hoeveelheid van ons werk.
Wij willen in enkele gemeenten een verkozene behalen. Vooreerst omdat de werkers in dit land recht hebben op enkele communistische verkozenen. Vervolgens omdat wij ons willen verplichten pilootervaringen op te doen om zo onze capaciteit te meten om de mensen te overtuigen, hen te organiseren rond ons en in onze partij, debatten te voeren, fronten te sluiten. Als wij deze strijd met overtuiging, doorzettingsvermogen en creativiteit voeren, zullen wij er heel nuttige lessen kunnen uit trekken om ons werk verder te verbeteren, ongeacht ons verkiezingsresultaat. (...)
Wij zullen de 20ste eeuw terug de echte rol geven die zij in de geschiedenis speelt:die van de algemene repetitie van de mensheid voor eenwereld zonder uitbuiting, zonder honger en oorlog, ...een socialistische wereld!”

De zin “Wij moeten erkennen dat een vermindering of een vermeerdering van ons stemmenaantal een oordeel inhoudt over de kwaliteit en de hoeveelheid van ons werk.” betekent in feite een capitulatie aan het revisionisme dat bepaalde kaders bewust IN de partij wilden binnenbrengen. (hetgeen hen na 2004 uiteindelijk is gelukt)....waarbij Nadine Rosa-Rosso uiteindelijjk UIT de PVDA is gezet door de “zichzelf benoemde nieuwe leiding” (olv Boudewijn Deckers ...en Peter Mertens.)

1 Regeringsverklaring, blz. 17
2. Brochure Omkeren, blz.19
3 Regeringsverklaring, blz. 17
4 Idem, blz. 16
5Idem, blz. 17
6 Idem
7. Bernstein, Les présupposés du socialisme, blz. 178-183
8. Idem, blz. 195
9. Brochure Omkeren, blz. 66
10 Omkeren, blz. 24
11. Idem, blz. 25
12. Regeringsverklaring, blz. 17
13. Le Matin, 23 maart 2000

14. Programma van de Partij van de Arbeid van België, Stichtingscongres 1979, blz. 140