10-10-2024

Het opportunisme zwijgt over klassenstrijd onder het socialisme en over het concreet karakter van de dictatuur van het proletariaat. Het revisionisme “gebruikt” dit opportunisme om het proletariaat hiermee de macht uit handen te nemen

Er zijn kameraden die wel het eindstadium van een revisionistische ontwikkeling herkennen en bevestigen (zoals dat in de USSR na het 20e congres …), maar niet in staat zijnde kiemen van het opportunisme te detecteren. Het is zelfs zo, dat die kameraden hun opvattingen over revolutie en opbouw van het socialisme nog op bepaalde opportunistische opvattingen baseren zoals die terug te vinden zijn in “Dialectisch en Historisch Materialisme” en in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR”, twee werkjes die allebei toegeschreven zijn aan Stalin.
De citaten en parafrases uit werken van Marx Engels in deze twee werkjes worden door deze kameraden beschouwd als verworven kennis van de gehele werken van Marx en Engels, waaruit geciteerd wordt of die geparafraseerd worden.
Uit kleinburgerlijke intellectuele “luiheid” studeren zij zelf niet die werken van Marx en Engels (waaruit de citaten en parafrases komen om te gebruiken als argument voor of bewijs van een bepaalde stelling).
Door zelf in hun eigen analyses en/of in hun eigen formuleren van standpunten dit dogmatisme te “herhalen”, vervallen ze in hetzelfde opportunisme dat Stalin in deze werkjes ontwikkelde. 


Over “Economische Problemen van het Socialisme”, toegeschreven aan Stalin (volgens de KKE is dit boekje geschreven door verschillende kaders van de CPSU en dus niet alleen door Stalin)
De analyse die ik hier wil maken, beschouw ik niet als volledig. De reden waarom ik nu reeds een (nog onvolledige) analyse publiceer is omdat er nu discussies zijn (waar ik persoonlijk bij betrokken ben) over wat “het toepassen van het marxisme(-leninisme of het wetenschappelijk socialisme” inhoudt, en wanneer er sprake is van opportunisme en wanneer van revisionisme.
Mijn standpunt/waarneming/conclusie is, dat het revisionisme zich ontwikkelt in de communistische partij op basis van een niet waargenomen, niet als zodanig onderkend en dus niet bestreden opportunisme in de partij. Zo’n opportunisme kan zich ontwikkelen door een gebrekkige kennis van het toepassen van het marxisme, ofwel door het niet bewust vertrekken vanuit een proletarisch klassen-standpunt (inzake haar historisch revolutionaire rol). Dit doordat men bijvoorbeeld capituleert voor een kleinburgerlijke « luiheid » om grondig en concreet te studeren en te analyseren.
Daar waar Stalin altijd het voortduren van de klassenstrijd onder het socialisme heeft verdedigd ( en dus het – nog – voortbestaan van de klassen onder het socialisme … dus ook nog van de burgerij), evenals het erkennen van het socialisme als « overgang » van het kapitalisme naar communisme en dus de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat, leidt de formulering van wat historisch materialisme zou zijn tot vaagheid in die kwesties in “Dialectisch en Historisch Materialisme” van Stalin.
Mijn standpunt (dat ik hier wil argumenteren) is, dat die “vaagheid” en/of “slordigheid” (waar ik dus de term “opportunisme” voor gebruik) in Stalin’s “Dialectisch en Historisch Materialisme” de basis vormt voor de ronduit opportunistische lijn in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR”, dat ook toegeschreven wordt aan Stalin.
Ik verwijs naar mijn analyse van “Dialectisch en Historisch Materialisme” van Stalin,  maar ik wil hieruit nu de volgende passage aanhalen, waar Stalin het in het algemeen heeft over “de wetten van de ontwikkeling van de maatschappij,” :

Stalin: Over het belang van het historisch materialisme op de werkzaamheid van de “partij van het proletariaat”:

Het is gemakkelijk te begrijpen, welk een ontzaglijk grote betekenis de verbreiding van de stellingen van het filosofische materialisme op de studie van het maatschappelijk leven, de studie van de geschiedenis der maatschappij heeft — welk een ontzaglijk grote betekenis de toepassing van deze stellingen op de geschiedenis van de maatschappij, op de praktische werkzaamheid van de partij van het proletariaat heeft. Als de samenhang van de natuurverschijnselen en hun wederzijdse afhankelijkheid een wetmatigheid van de ontwikkeling der natuur zijn, dan vloeit hieruit voort dat de samenhang en de wederzijdse afhankelijkheid van de verschijnselen van het maatschappelijk leven eveneens geen toevalligheid, maar een wetmatigheid van de ontwikkeling der maatschappij zijn. Het maatschappelijk leven, de geschiedenis van de maatschappij is dus niet meer een opeenhoping van “toevalligheden”, want de geschiedenis van de maatschappij wordt tot een wetmatige ontwikkeling van de maatschappij en het onderzoek van de geschiedenis der maatschappij wordt tot een wetenschap. De praktische werkzaamheid van de partij van het proletariaat moet dus berusten niet op de vrome wensen van “uitblinkende persoonlijkheden”, niet op de eisen van “het verstand”, de “algemene moraal” etc., maar op de wetmatigheden van de ontwikkeling der maatschappij, op het bestuderen van deze wetmatigheden. Verder, als wij de wereld kunnen kennen en onze kennis van de wetten der ontwikkeling van de natuur betrouwbare kennis is, die de betekenis van objectieve waarheid heeft, dan volgt hieruit, dat het maatschappelijke leven, de ontwikkeling van de maatschappij, eveneens kunnen worden gekend en dat de gegevens van de wetenschap over de wetten van de ontwikkeling van de maatschappij betrouwbare gegevens zijn, die de betekenis van objectieve waarheid hebben.
De wetenschap van de geschiedenis van de maatschappij kan dus, ondanks heel de ingewikkeldheid van de verschijnselen van het maatschappelijk leven, eenzelfde exacte wetenschap worden als, laat ons zeggen, de biologie, een wetenschap, die in staat is om de wetten van de ontwikkeling der maatschappij voor praktische toepassing te gebruiken. De partij van het proletariaat moet zich in haar praktische werkzaamheid dus niet door deze of gene toevallige beweegredenen laten leiden, maar door de wetten van de ontwikkeling van de maatschappij, door de praktische gevolgtrekkingen uit deze wetten. Het socialisme wordt dus van een droom over een betere toekomst van de mensheid tot een wetenschap. De verbinding van de wetenschap en de praktische werkzaamheid, de verbinding van de theorie en de praktijk en hun eenheid moeten dus de leidster van de partij van het proletariaat worden.

Ik zeg hierover dan het volgende:

Je kunt natuurlijk schijnbaar “objectief” en dus “wetenschappelijk” blijven met de “beschrijving”: “… als wij de wereld kunnen kennen en onze kennis van de wetten der ontwikkeling van de natuur betrouwbare kennis is, die de betekenis van objectieve waarheid heeft, dan volgt hieruit, dat het maatschappelijke leven, de ontwikkeling van de maatschappij, eveneens kunnen worden gekend en dat de gegevens van de wetenschap over de wetten van de ontwikkeling van de maatschappij betrouwbare gegevens zijn, die de betekenis van objectieve waarheid hebben…”, om dan, zoals Stalin doet stellig te beweren wat “….een ontzaglijk grote betekenis de toepassing van deze stellingen op de geschiedenis van de maatschappij, op de praktische werkzaamheid van de partij van het proletariaat heeft”.

Engels beklemtoont in “Ontwikkeling van het socialisme, van utopie tot wetenschap” vooral dat het gaat over hoe de arbeidersklasse inzicht krijgt in haar historisch revolutionaire rol.
Voor Engels in “Ontwikkeling van het socialisme, van utopie tot wetenschap” is historisch materialisme niet alleen “objectief” wetenschappelijk, maar is het ook “subjectief” gesteld vanuit het klassenstandpunt van het proletariaat. En zo heeft Stalin heeft wel over de taak van “de partij van het proletariaat” maar zegt niets over haar voorhoedekarakter (waar in het Communistische Manifest dàt juist als verschil wordt gesteld tussen de communistische partij en “andere arbeiderspartijen”….)

Het is deze opportunistische uitdrukking van « toepassen van het marxisme » dat leidde tot het opportunisme in de analyse in « Economische Problemen van socialisme in de USSR »
Een eerste algemene kritiek is dat in de analyse in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR” geen dialectisch materialisme wordt toegepast maar metafysica en idealisme.
Het is Metafysica om “Economie” los te zien van “Politiek”, namelijk het aanpakken van “Economische problemen van socialisme” LOS van het (nog steeds) bestaan van klassen, en dus van klassenstrijd onder het socialisme, hetgeen concreet wordt gemaakt in de noodzaak en het bestaan van de dictatuur van het proletariaat.
Het idealisme komt tot uiting dat een “idee” wordt voorgesteld als bestaande realiteit. Om het bestaan in de realiteit van dat idee “te bewijzen” worden uitgezochte citaten uit of parafrases van teksten van Engels, Marx en Lenin gegeven.

We zullen nu zien dat het revisionisme dat zich ontwikkelde na de dood van Stalin (en leidend uiteindelijk tot standpunten die zich keren TEGEN de juiste en revolutionaire en proletarische opstelling van Stalin) juist gebruik maakte van de opportunistische fouten van Stalin.
Het revisionisme was/is de bewuste ontwikkeling van een burgerlijke lijn geformuleerd in marxistisch klinkende frasen. Hierbij werden/worden de door het opportunisme geproduceerde “analyses” op basis van uit hun context gehaalde citaten uit en parafrases van teksten van Marx, Engels en Lenin, gebruikt.
Het revisionisme zorgt voor een ideologische uitholling en ontkrachten van de dictatuur van het proletariaat en tot een herstel van de burgerlijke dictatuur en het kapitalisme. (Dit gebeurde zowel in de Sovjet-Unie als in de Chinese Volksrepubliek)

Over de OORSPRONG van het opportunisme dat aan de basis ligt van de opvattingen die geformuleerd worden in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR”
Aan de fouten van opportunisme die volgens mij – en die ik wil aantonen – in dit werkje van Stalin bestaan, liggen enkele oorzaken aan ten grondslag waarvan ik er twee noem :
- de noties van dialectisch en historisch materialisme gebruikt in de analyses in dit boekje zijn gebaseerd op de opvattingen hierover in het voorgaande werkje van Stalin « Over dialectisch en historisch materialisme » (hierover heb ik het in een andere analyse )
- in de opbouw van het socialisme hadden de communisten (en de dictatuur van het proletariaat) niet alleen af te rekenen met « erfenissen” van de (vorige) burgerlijke maatschappij, maar ook met « erfenissen » van de feodaliteit (als « vorige » maatschappij). De ontwikkeling van de burgerlijke maatschappij had nog niet volledig afgerekend met de « feodale maatschappij ». Die « feodale maatschappij » (het tsarisme) eindigde met de februari-revolutie, dus maar 8 maanden voor de Oktoberrevolutie …..
De kennis van het historisch materialisme was ook nog zeer gebrekkig bij veel leden, zodat opportunistische opvattingen zich konden ontwikkelen.

Over de ontwikkeling van het opportunisme zelf
De opportunistische opvattingen zoals die aan het begin worden geformuleerd:

1. Over het karakter van de economische wetten onder het socialisme
Sommige kameraden ontkennen het objectieve karakter van de wetten van de wetenschap, met name die van de wetten van de politieke economie onder het socialisme. Zij ontkennen dat de wetten van de politieke economie de regelmaat weerspiegelen van processen die onafhankelijk van de menselijke wil plaatsvinden.
Zij geloven dat, gezien de speciale rol die de geschiedenis voor de Sovjetstaat heeft weggelegd, deze staat en zijn leiders de bestaande wetten van de politieke economie kunnen afschaffen en nieuwe wetten kunnen ‘vormen’ en ‘creëren’.
Deze kameraden vergissen zich ernstig. Ze verwarren zichtbaar de wetten van de wetenschap die objectieve processen in de natuur of in de samenleving weerspiegelen, die onafhankelijk van de menselijke wil werken, met de wetten die zijn uitgevaardigd door regeringen, gecreëerd door de wil van mensen en die alleen juridische kracht hebben. Maar het is niet toegestaan ​​om ze te verwarren.
Het marxisme beschouwt de wetten van de wetenschap – of het nu de natuurwetten of de wetten van de politieke economie zijn – op als de weerspiegeling van objectieve processen die onafhankelijk van de menselijke wil functioneren. We kunnen deze wetten ontdekken, kennen, bestuderen, er rekening mee houden in ons handelen, ze exploiteren in het belang van de samenleving, maar we kunnen ze niet wijzigen of afschaffen.
Sterker nog, we kunnen geen nieuwe wetten van de wetenschap vormen of creëren. (...)
Hetzelfde moet gezegd worden van de wetten van de economische ontwikkeling, van de wetten van de politieke economie – of het nu de periode van het kapitalisme is of de periode van het socialisme. Ook hier zijn, net als in de natuurwetenschappen, de wetten van de economische ontwikkeling objectieve wetten die de processen van economische ontwikkeling weerspiegelen die onafhankelijk van de wil van de mens plaatsvinden.
We kunnen deze wetten ontdekken, kennen en, erop vertrouwend, ze exploiteren in het belang van de samenleving, een andere richting geven aan de destructieve werking van bepaalde wetten, de reikwijdte van hun werking beperken, het terrein vrijlaten voor andere wetten die op hun manier, maar we kunnen ze niet vernietigen of nieuwe economische wetten creëren.
Een van de bijzondere kenmerken van de politieke economie is dat haar wetten, in tegenstelling tot de natuurwetten, niet duurzaam zijn; dat ze, althans de meeste van hen, gedurende een bepaalde historische periode handelen, waarna ze plaats maken voor andere wetten.
Ze worden niet vernietigd, maar verliezen hun kracht als gevolg van nieuwe economische omstandigheden en verlaten het toneel om plaats te maken voor nieuwe wetten die niet door de wil van mensen zijn geschapen, maar ontstaan ​​op basis van nieuwe economische omstandigheden.
We verwijzen naar de Anti-Dühring van Engels, naar zijn formule volgens welke de afschaffing van het kapitalisme en de socialisatie van de productiemiddelen de mensen in staat zullen stellen hun macht over de productiemiddelen uit te oefenen, zich te bevrijden van het juk van economische en sociale problemen. relaties, om de ‘meesters’ van hun sociale leven te worden. Engels noemt deze vrijheid ‘begrepen noodzaak’.
En wat kan ‘de noodzaak begrepen’ betekenen? Dit betekent dat mensen, nadat ze de objectieve wetten (“noodzaak”) hebben begrepen, deze met alle geweten zullen toepassen, in het belang van de samenleving. Dit is de reden waarom Engels zegt:
De wetten van hun eigen sociale praktijk, die tot nu toe voor hen stonden als natuurlijke, vreemde en dominerende wetten, worden voortaan toegepast door mensen met volledige kennis van de feiten en worden daardoor gedomineerd. (Anti-Dühring, Social Editions, Parijs, 1950, p. 322.)
Zoals we zien spreekt de formule van Engels op geen enkele manier ten gunste van degenen die denken dat we onder het socialisme de bestaande economische wetten kunnen afschaffen en nieuwe kunnen creëren. Integendeel, het vraagt ​​niet om de afschaffing ervan, maar om kennis van de economische wetten en de oordeelkundige toepassing ervan.

Wetten van de politieke economie onder het socialisme….de wetten van de politieke economie weerspiegelen de regelmaat van processen die onafhankelijk van de menselijke wil plaatsvinden. ….

Het marxisme beschouwt de wetten van de wetenschap – of het nu de natuurwetten zijn of de wetten van de politieke economie – als de weerspiegeling van objectieve processen die onafhankelijk van de menselijke wil functioneren. We kunnen deze wetten ontdekken, kennen, bestuderen, er rekening mee houden in ons handelen, ze exploiteren in het belang van de samenleving, maar we kunnen ze niet wijzigen of afschaffen.”

Uit het niets worden hier “politieke economische wetten van het socialisme” geschapen. Er wordt geen rol erkent van de klassenstrijd onder het socialisme. Nergens wordt gesteld dat onder het socialisme de burgerij nog als klasse bestaat, en dit vooral inzake ideologie en vanwege de banden die zij heeft met de burgerij van die landen waar er nog geen revolutie en uitbouw van het socialisme is.
Hoewel formeel het begrip “dictatuur van het proletariaat” soms nog wordt geformuleerd, wordt er niets uitgewerkt over de rol van de dictatuur van het proletariaat om de “erfenissen van de vorige maatschappij” op te ruimen.
Er wordt gesteld dat er (politiek-economische) wetten van het socialisme bestaan, onafhankelijk van de menselijke wil, dus zouden die wetten die BOVEN de dictatuur van het proletariaat staan !? ….
Het zijn degenen ( “de economische organen”) die “die wetten kennen”, die ze kunnen “regelen of sturen”, los van het feit of die “economische experts” dan een proletarisch en/of revolutionair bewustzijn hebben.
Het gaat dan niet de werkende klasse zijn die onder het socialisme de macht heeft, en die hun maatschappij en/of economie collectief regelen, maar “degenen” of die “organen” die “de wetten kennen en ze kunnen toepassen” … En wie zal bepalen wie dat zullen zijn?
We zullen zien dat dit niets te maken heeft met het toepassen van het historisch materialisme maar wel van het dogmatisme.
Deze ontwikkeling van dogmatisme, wordt niet opgemerkt, en wordt dus overgenomen als “toepassing van het marxisme”, juist door diegenen die zelf een gebrekkige of oppervlakkige kennis hebben van de werken van Marx, Engels en Lenin.
Dit gebrek aan bewuste kennis bij veel werkers en ook BINNEN de communistische partij, leidt zo tot “kwetsbaarheid” van de dictatuur van het proletariaat.

Er wordt in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR” gerefereerd naar de Anti-Dühring. Hierbij wordt geprofiteerd van het feit dat wellicht de Anti-Dühring door veel kameraden NIET gekend of bestudeerd is en du ook niet van Het Utopisch en Wetenschappelijk Socialisme dat uit een aantal belangrijke hoofdstukken gevormd is van de Anti-Dühring.
In de Anti-Dühring (en dat geldt dus voor Het Utopisch en Wetenschappelijk Socialisme wordt niet over “ de opbouw van het socialisme” gesproken!
Het gaat in de Anti-Dühring over het socialisme als theorie of als wetenschappelijke methode van kennisverwerving, maar nergens over socialisme als “overgangsperiode” tussen kapitalisme en communisme. Als de term “socialisme” wordt gebruikt om een “toestand” aan te duiden, gaat het over de “Utopie” zoals die in de hoofden van Fourier, Saint-Simon en Owen bestaan.
In feit heeft Engels het over de ontwikkeling van maatschappijvormen en de basis waarop in die respectievelijke maatschappijvormen, de productie en de verdeling gebeurt van die producten die die respectievelijke maatschappijen als essentieel beschouwen.
En tenslotte is het socialisme geen aparte maatschappijvorm, gebaseerd op een bepaalde productiewijze: zij is de overgang van het kapitalisme en de burgerlijke maatschappij (Engels en Marx hebben het vaak over de “moderne”maatschappij} naar het communisme.
De “wetten die werken, onafhankelijk van de menselijke wil” waar de Anti-Dühring (en dus ook Het Utopisch en Wetenschappelijk Socialisme) het over heeft, zijn de wetten van …… de wareneconomie.
En om specifieke redenen (voor de burgerlijke maatschappij is dat “het privé bezit van de productiemiddelen” en de met warenproductie samenhangende “anarchie in de productie”, lees hierover meer in Het Socialisme van Utopie tot Wetenschap) zijn dat wetten die bestaan onafhankelijk van de menselijke wil. Een mooi voorbeeld van hoe die wetten tot uiting komen is de onafwendbaarheid van het optreden van crisissen.
Daarom wordt in de Anti-Dühring niets gezegd over het bestaan en de noodzaak van de diktatuur van het proletariaat in de periode van het socialisme.
In feite wordt in “Economische Problemen van Socialisme in de USSR” dus gesteld, dat de georganiseerde macht van de werkende klasse zich moet ( en niet anders kan dan) onderwerpen aan de “maatschappelijke ontwikkelingswetten van het socialisme”???

De georganiseerde macht van de werkende klasse (dictatuur van het proletariaat) is een politiek macht van àl die werkers die gevormd zijn in het toepassen van het marxisme en op de positie staan van de belangen van het proletariaat en waarvan de voorhoede de communistische partij uitmaakt (en waarbij de belangen van het proletariaat uiteindelijk overeenkomen met de belangen van héél het volk). Ook is de dictatuur van het proletariaat de uiting van het feit dat er onder het socialisme de klassen (dus ook de burgerij) nog bestaan en dat er de ontwikkeling van de klassenstrijd onder het socialisme bestaat.
Is er dan een macht boven en hoger dan de dictatuur van het proletariaat die “toeziet” op de wetmatigheden of die ze ¨registreert” of die de kennis en expertise heeft om ze de “sturen”?
In “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR” wordt alleen gesproken over “economische organen” of “plannings-organen” ….

Engels spreekt in de Anti-Dühring (en dus in Het Socialisme van Utopie tot Wetenschap) in feite van het communisme, als nieuwe maatschappij. NERGENS in de Antidüḧring heeft Engels het over het socialisme (als overgangsperiode onder dictatuur van het proletariaat) van kapitalisme naar communisme:

“… Doordat de kapitalistische productiewijze de grote meerderheid van de bevolking meer en meer in proletariërs verandert, schept zij de macht die gedwongen is deze omwenteling, op straffe van ondergang, te voltrekken. Door steeds meer aandrang uit te oefenen in de richting van het veranderen van de grote vermaatschappelijkte productiemiddelen in staatseigendom, wijst zij zelf de weg naar de voltrekking van die omwenteling. Het proletariaat maakt zich meester van de staatsmacht en maakt de productiemiddelen allereerst tot staatseigendom. Maar daarmee heft het zichzelf als proletariaat op, en ook alle klassenverschillen en klassentegenstellingen, en daarmee ook de staat als staat...”

Dit is ook logisch want het socialisme is op zich geen nieuwe maatschappijvorm, gebaseerd op een nieuwe productie- en distributie-systeem. Dat zal maar ontstaan aan het EIND van het socialisme als alle « erfenissen » van de vorige maatschappij (zoals de burgerij als klasse – vooral nog in de vorm van burgerlijke ideologie } is opgeruimd. Met het verdwijnen van de burgerij als klasse verdwijnt ook het proletariaat als klasse en « sterft de dictatuur van het proletariaat af ».

OPM: de idee dat er een verschil van opvattingen zou bestaan tussen Engels en Marx hierover wordt door Lenin in “Staat en Revolutie” weerlegd.


Stalin verder in “Economische Problemen van Socialisme in de USSR”:


Er wordt gezegd dat economische wetten een spontaan karakter hebben; dat de werking van deze wetten onvermijdelijk is; dat de samenleving machteloos tegenover hen staat. Dit is niet waar.
Het is de wetten fetisjeren, jezelf tot slaaf van deze wetten maken. Het is bewezen dat de samenleving niet machteloos staat tegenover de wetten; dat het, door de economische wetten te kennen en erop te vertrouwen, de reikwijdte van hun actie kan beperken, deze kan uitbuiten in het belang van de samenleving en ze kan ‘temmen’, zoals dit gebeurt met betrekking tot de krachten van de natuur en hun wetten, zoals blijkt uit het hierboven aangehaalde voorbeeld over het overstromen van grote rivieren.
We verwijzen naar de speciale rol die de Sovjetmacht speelt in de opbouw van het socialisme, waardoor het de bestaande wetten van economische ontwikkeling zou kunnen vernietigen en nieuwe zou kunnen ‘vormen’. Dit is ook onjuist.
De bijzondere rol van de Sovjetmacht kan verklaard worden door twee feiten; ten eerste zou de Sovjetmacht niet de ene vorm van uitbuiting door een andere moeten vervangen, zoals het geval was tijdens de oude revoluties, maar alle uitbuiting moeten liquideren; ten tweede moest het, gezien de afwezigheid in het land van kant-en-klare zaden van de socialistische economie, om zo te zeggen op een “woeste grond” nieuwe, socialistische vormen van de economie creëren.
Er wordt hier niets gezegd over het bestaan en de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat.
Hier komt het resultaat van de dogmatische referentie naar de Anti-Dühring naar voren : de Anti-hring zelf heeft het niet over het socialisme als overgangs-PERIODE waarin de dictatuur van het proletariaat bestaat. (ik legde hierboven uit waarom).
Zo wordt het mogelijk voor het opportunisme om het wel ALLEEN het te hebben over socialisme (als “nieuwe” maatschappij en tegelijkertijd vaag en formeel of in het geheel niet over het communisme als “nieuwe”maatschappij), maar het TEGELIJK niet te moeten hebben over de dictatuur van het proletariaat, als « staatsvorm » onder het socialisme.
Zo wordt, wellicht niet openlijke en duidelijk, maar toch indirect GESUGGEREERD dat de klassen (onder het socialisme) worden afgeschaft. Door deze “onduidelijkheid” en “vaagheid” terzake, kan later binnen de ontwikkeling van revisionisme gesteld worden dat onder het socialisme “ de klassen afgeschaft zijn”.

Stalin in “Economische Problemen van Socialisme in de USSR”:


Zeker een moeilijke en complexe taak, die geen precedent kent. Niettemin vervulde de Sovjetmacht deze plicht met eer. Niet omdat hij zogenaamd de bestaande economische wetten had afgeschaft en nieuwe ‘vormde’, maar alleen omdat hij vertrouwde op de economische wet van de noodzakelijke overeenstemming tussen de productieverhoudingen en het karakter van de productieve krachten. De productieve krachten van ons land, vooral in de industrie, hadden een sociaal karakter; de vorm van eigendom was particulier, kapitalistisch.
Gesterkt door de economische wet van de noodzakelijke overeenstemming tussen de productieverhoudingen en het karakter van de productiekrachten, socialiseerde de macht van de Sovjets de productiemiddelen, maakte ze eigendom van het hele volk, schafte daarmee het systeem van uitbuiting af en creëerde socialistische vormen van economie. Zonder deze wet en zonder erop te vertrouwen zou de Sovjetmacht haar taak niet hebben kunnen vervullen.
“… de macht van de Sovjets socialiseerde de productiemiddelen, maakte ze eigendom van het hele volk, schafte daarmee het systeem van uitbuiting af en creëerde socialistische vormen van economie.”

Geen sprake van dictatuur van het proletariaat die als « staat » de ”zich- toe-eigenaars van de productiemiddelen die bestonden in de burgerlijke maatschappij” onteigenen en zich de productiemiddelen in de eerste plaats toeëigend .
Daarbij is het pas NA het verdwijnen van de klassen, dat de productie- en distributiemiddelen beheerd worden “door het hele volk »
Onder het communisme nog spreken van « bezit » van productiemiddelen zal dan een « archaïsche »opvatting zijn.

Een macht BOVEN die van de dictatuur van het proletariaat?

Stalin in “Economische Problemen van Socialisme in de USSR”:


De wet van de harmonieuze ontwikkeling van de nationale economie ontstond als tegenwicht voor de wet van concurrentie en anarchie van de productie onder het kapitalisme. Het ontstond op basis van de socialisatie van de productiemiddelen, nadat de wet van de concurrentie en de anarchie van de productie zijn kracht had verloren. Het werd van kracht omdat de socialistische economie van een land alleen gerealiseerd kan worden op basis van de wet van harmonieuze ontwikkeling van de nationale economie.
Dit betekent dat de wet van de harmonieuze ontwikkeling van de nationale economie onze planningsorganen de mogelijkheid biedt om de sociale productie correct te plannen.
Door de politiek los te koppelen van de economie ( en daarbij niet meer te spreken van de rol van de dictatuur van het proletariaat en van de klassenstrijd onder het socialisme), en vervolgens de uitbouw van de socialistische planeconomie in handen te leggen van “planningsorganen¨, stelt hij de macht van de “experts” in “de planningsorganen” BOVEN die van de dictatuur van het proletariaat.

« Economische wetten van het socialisme die als natuurwetten bestaan onafhankelijk van de menselijke wil » is idealisme (dus GEEN historisch materialisme) en metafysica (economie los van de politiek)
Er staan geen economische wetten van het socialisme die de “wet van de concurrentie en de anarchie van de productie onder het kapitalisme” zullen vervangen en die dan werkzaam zouden zijn (“als natuurwetten”) boven de mensen en “onafhankelijk van hun wil” … en waarvan de “controle” en de “bijsturing”) in de handen zouden liggen van hen (Stalin: “de planningsorganen”) die die wetten “kennen”.
In de collectiviteit (die uiteindelijk vorm krijgt door de dictatuur van het proletariaat waarna ze vervolgens zal “afsterven”) zullen de mensen zelf alle nodige “wetmatigheden” in functie van die collectiviteit scheppen.
Zoals Engels in Socialisme van Utopie tot Wetenschap:

De objectieve, vreemde machten, die tot dusverre de geschiedenis beheersten, komen onder de controle van de mensen zelf. Eerst van dan af zullen de mensen hun geschiedenis in volle bewustheid zelf maken, eerst van dan af zullen de door hen in beweging gebrachte maatschappelijke oorzaken overwegend en in steeds toenemende mate ook de door hen gewilde uitwerkingen hebben, het is de sprong van de mensheid uit het rijk van de noodzakelijkheid naar het rijk van de vrijheid…”
Dus wat “economische wetten van het socialisme die werken onafhankelijk van de menselijk wil” wordt genoemd …. zijn in feite de wetten van de wareneconomie. Dat is omdat zeker in het begin (“erfenis van de vorige maatschappij¨) de socialistische planeconomie – die nog uitgebouwd wordt - nog sterk beheerst wordt door de wareneconomie.
En zolang de wareneconomie (“een erfenis van de vorige maatschappij”) nog bestaat, zal de dictatuur van het proletariaat door uitbreiding van de socialistische planeconomie, steeds verder de “wareneconomie” doen uitdoven, en daarmee alle samenhangende wetmatigheden. Het is trouwens voor de burgerij (en de kapitalisten) dat die wetmatigheden bestonden en werkten onafhankelijk van hun wil.
Het is door het privé-bezit van de productiemiddelen, de warenproductie en de daarmee hangend voortdurende concurrentiestrijd die de basis van de anarchie in de productie is die de aanleiding is van wetmatigheden in de wareneconomie, waar de burgerij geen vat op heeft. Zo heeft de burgerij geen vat op de onafwendbare uitbraak van crisissen.
Door het privébezit van de productie op te heffen is er geen onafwendbare concurrentiestrijd meer, de warenproductie wordt “omgebouwd”naar geplande productie in functie van collectieve behoeftes, die daardoor de “ruil” vervangt wat betreft verdeling van productie en zo de “wareneconomie” doet uitdoven. De producten geproduceerd naargelang de behoeften, zullen beschikbaar zijn voor iedereen, omdat ieder bijgedragen heeft ergens in de productie van bepaalde producten of diensten waaraan behoefte is. De verdeling zal niet meer gebeuren door ruil.
Door objectieve wetten van het socialisme “uit te vinden” die “onafhankelijk van de menselijke wil bestaan” scheppen de revisionisten een macht die zich boven de dictatuur van het proletariaat (die democratie voor de werkers inhoudt ) stelt, namelijk in de vorm van het “objectieve-economische-wetten-van-het-socialisme-controlerend-en-plannend orgaan”.

Niet alleen het citeren uit hun context maar daarbij ook nog het « subjectief » parafraseren is een opportunistische praktijk. Voor iemand die (op opportunistische dogmatisch/eclectische manier de tekst van Stalin slechts fragmentarisch (hier en daar slechts bepaalde passages) leest, en niet in zijn geheel, zal het niet opvallen in hoeverre door parafrasering van Engels, Stalin, Engels dingen in de mond legt die hij (Engels dus) NIET gezegd heeft.
Zo zegt Stalin In de eerste zin, van het eerste hoofdstuk in « Economische Problemen van het Socialisme in de USSR »:

Sommige kameraden ontkennen het objectieve karakter van de wetten van de wetenschap, met name die van de wetten van de politieke economie onder het socialisme. Zij ontkennen dat de wetten van de politieke economie de regelmaat weerspiegelen van processen die onafhankelijk van de menselijke wil plaatsvinden.
Verderop schrijft Stalin  dan:

We verwijzen naar de Anti-Dühring van Engels, naar zijn formule volgens welke de afschaffing van het kapitalisme en de socialisatie van de productiemiddelen de mensen in staat zullen stellen hun macht over de productiemiddelen uit te oefenen, zich te bevrijden van het juk van economische en sociale verhoudingen, om de ‘meesters’ van hun sociale leven te worden. Engels noemt deze vrijheid ‘begrepen noodzaak’.
En wat kan ‘de begrepen noodzaak’ betekenen? Dit betekent dat mensen, nadat ze de objectieve wetten (“noodzaak”) hebben begrepen, deze met alle geweten zullen toepassen, in het belang van de samenleving. Dit is de reden waarom Engels zegt:
De wetten van hun eigen sociale praktijk, die tot nu toe voor hen stonden als natuurlijke, buitenlandse en dominerende wetten, worden voortaan toegepast door mensen met volledige kennis van de feiten en worden daardoor gedomineerd. (Anti-Dühring, Èditions Sociales, Parijs, 1950, p. 322.)
Zoals we zien spreekt de formule van Engels op geen enkele manier ten gunste van degenen die denken dat we onder het socialisme de bestaande economische wetten kunnen afschaffen en nieuwe kunnen creëren. Integendeel, het vraagt ​​niet om de afschaffing ervan, maar om kennis van de economische wetten en de oordeelkundige toepassing ervan.
Engels zegt in de AntiDühring dat de wetten van de waren-economie en de warenproductie die zich VOORDIEN (dus VOOR het communisme – Engels spreekt NIET over de overgangsperiode van het socialisme) zich tegenover de mensen manifesteerden als over hen heersende NATUURWETTEN, onder het communisme niet meer bestaan, want de warenproductie en de wareneconomie bestaan niet (meer) onder het communisme. De mensheid zal haar bestaan (waaronder productie en verdeling) ZELF in handen hebben.
Dus als Stalin zegt dat ( « Engels bewijst dit in de Anti-Dühring ») er onder het socialisme ( dus de overgangsperiode !!) er economische wetten zijn die “bestaan als natuurwetten onafhankelijk van de menselijke wil” ( en onafhankelijk van de dictatuur van het proletariaat?) … maar bijgestuurd en gecontroleerd door ¨planningsorganen » dan laat hij Engels dingen zeggen die hij (Engels dus) niet gezegd heeft.
Uiteindelijk geeft het opportunisme in de tekst van Stalin de bewuste revisionisten de pap in de mond, daar waar in “economische problemen van het socialisme in de USSR” staat:

. de socialistische economie van een land kan alleen worden gerealiseerd op basis van de wet van de harmonieuze ontwikkeling van de nationale economie. Dit betekent dat de wet van de harmonieuze ontwikkeling van de nationale economie onze planningsorganen de mogelijkheid biedt om de sociale productie correct te plannen. (...)
Wat de arbeidsverdeling betreft, deze zal tussen de productietakken niet worden geregeld door de waardewet, die rond deze tijd zijn kracht zal hebben verloren, maar door de toename van de maatschappelijke behoefte aan producten. Het zal een samenleving zijn waarin de productie wordt gereguleerd door de behoeften van de samenleving, en het identificeren van de behoeften van de samenleving zal van primair belang worden voor planningsorganisaties. (…)
De problemen van de rationele organisatie van de productiekrachten, van de planning van de nationale economie, enz., zijn niet het onderwerp van de politieke economie, maar van het economisch beleid van de bestuursorganen (...)
. rationele organisatie van de productiekrachten, planning van de nationale economie, oprichting van sociale fondsen, enz. – kijkt niet naar de politieke economie van het socialisme, maar naar het economisch beleid van organismen
Want DAT hebben de revisionisten goed begrepen! Door de wareneconomie te ontwikkelen en er aan vast te houden ten koste van de volle ontwikkeling van de socialistische planeconomie …, scheppen zij de omstandigheden dat die economie het beste functioneert …. onder kapitalistische productieverhoudingen.
De voor de burgerij dwingende wetten (verbonden met die waren-economie) die blijven bestaan juist omdat er weer meer en meer kapitalistische productieverhoudingen ontwikkeld worden en de ruil de belangrijkste factor in de verdeling, noemen zij dan “de dwingende wetten van het socialisme”.
Degenen die de wetten het best kennen en het best kunnen “controleren en coördineren” zijn de economische experts in “de communistische partij” die haar karakter VERLIEST als organisator van de voorhoede van de arbeidersklasse en de mobilisator van de hele werkende klasse om haar lot in eigen handen te nemen en zo tot een maatschappij te komen die collectief beheerd wordt en functioneert in functie van de belangen en noden van die collectiviteit. …. Zo’n communistische partij wordt zo de “broedplaats van de burgerij”.

Zo zullen de communisten niet alleen het ‘reformisme’ bestrijden, maar alle ideologieën die spreken over revolutionaire verandering, maar deze op de een of andere manier vertragen of als een soort ‘utopie’, ‘verlangen’ of ‘sociale’ verandering voorstellen, terwijl ze een ‘wareneconomie’ in stand houden. zonder ‘onteigening van de onteigenaars’ of op een andere manier, om de macht van de burgerlijk/kapitalistische productieverhoudingen te kunnen behouden.
Dit opportunisme bij Stalin in « Economische problemen van het socialisme in de USSR » is de basis waarop de revisionisten in de partij zich baseren om de macht van de dictatuur van het proletariaat ideologisch krachteloos te maken en om kapitalistische productieverhoudingen te herstellen en zo de warenproductie en de wareneconomie opnieuw te ontwikkelen.

Wat betreft de USSR … In Pricing in the national economy of the USSR Maisenberg L. State publishing house of political literature. Moscow. 1953 wordt gesteld ( en gaat daarom een stap verder dan het opportunistisch erover zwijgen zoals in “Economische Problemen van het Socialisme in de USSR”) dat de economie, net zoals de productie en de verdeling niet meer worden beheerd door de dictatuur van het proletariaat (omdat die niet meer bestaat...), maar door de “planningsinstanties”:

Wat de verdeling van arbeid betreft, zal de verdeling ervan over de productietakken niet worden gereguleerd door de wet van de waarde, die tegen die tijd niet meer zal functioneren, maar door de groei van de vraag van de maatschappij naar goederen. Het zal een maatschappij zijn waarin de productie wordt gereguleerd door de behoeften van de maatschappij, en de berekening van de behoeften van de maatschappij van het allergrootste belang zal worden voor de planningsorganen (...)
Aangezien er in de USSR geen uitbuitende klassen zijn …(...)
In een socialistische maatschappij, waar er geen uitbuitende klassen zijn en de resultaten van de sociale arbeid aan alle werkende mensen toebehoren, betekent de voortdurende groei en verbetering van de socialistische productie tegelijkertijd een voortdurende groei in de consumptie van de mensen. Tegelijkertijd, aangezien de distributie in een socialistische maatschappij wordt bemiddeld door waren-geldrelaties, veronderstelt een toename van de consumptie een uitbreiding van de effectieve vraag van de bevolking op basis van lagere prijzen.
Het ontkennen van het “nog”bestaan van klassen onder het socialisme. ..... Dus het ontkennen van de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat en het voortbestaan van klassenstrijd onder het socialisme.
Refereert men op dit punt niet meer naar Stalin?
Want Stalin erkende nog het bestaan van de klassenstrijd onder het socialisme. Hier gaan de revisionisten verder op het bestaand opportunisme in “Economische problemen van het socialisme in de URSS¨, waar gewoon niet meer gesproken wordt van klassen en klassenstrijd onder het socialisme.
Want als de burgerij niet meer bestaat als klasse, bestaat de werkende klasse ook niet meer en heeft “dictatuur van het proletariaat” geen betekenis meer …..
De oplettende lezer ziet dat het héél subtiel wordt gedaan door te zeggen “er bestaan in de USSR geen uitbuitende klassen meer”. Inderdaad zal de UITBUITING niet meer bestaan, maar de klassen bestaan nog wel onder het socialisme!

Dit leidt uite
indelijk na de dood van Stalin tot het revisionisme van Chroestsjov op het 20e congres van de Sovjet-Unie in 1956.
Tegen dit revisionisme en in de ontmaskering van dit revisionisme schreef de CCP verschillende teksten. In die teksten heeft de CCP het over “bepaalde opportunistische opvattingen bij Stalin”, maar beschouwen ze Stalin verder als revolutionair en marxist-leninist die de klassenstrijd onder het socialisme voerde en de uitbouw vqn de socialistische planeconomie leidde. Zo wilden zij juist het verschil aantonen met het revisionisme van Chroestsjov die het bestaan van klassen (en dus de klassenstrijd) onder het socialisme ontkende.
De CCP maakte niet de band met het opportunisme bij Stalin en het niet erkennen en het niet bestrijden ervan en de ontwikkeling van revisionisme op basis van dit opportunisme.

OPM. Die kameraden die wel het (eindstadium) van het revisionisme (h)erkennen; maar niet de voedingsbodem van een niet bestreden opportunisme “zien” dus diezelfde band niet.

Het is loskoppelen van « economie » van « politiek » in « Economische Problemen van het Socialisme in de USSR”, het niet duidelijk een onderscheid maken tussen de eerste fase van het communisme ; als overgang van burgerlijke maatschappij naar communistische maatschappij en het uiteindelijke communisme, waardoor er in « Economische problemen van socialisme in de USSRin feite GEZWEGEN wordt over het nog voortbestaan van de klassen en dus de klassenstrijd onder het socialisme en de rol en de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat.
Het revisionisme gaat – hierop steunend – een stap verder : de klassen zijn « opgeheven », dus tegenstellingen onder het socialisme hebben niets meer met klassenstrijd te maken, er is geen dictatuur van het proletariaat maar «  een dictatuur van het volk » en de communistische partij organiseert niet meer de voorhoede van het proletariaat maar is « een partij van het hele volk ».

Uit de weerlegging van dit revisionisme in de CPSU op het 20e congres door de CCP in “Het pseudo-communisme van Chroesjtsjov en de historische lessen voor de wereld” - Negende commentaar op de Open Brief van het CC van de CPSU (14 juli 1964) enkele uitgebreide stukken

Socialistische maatschappij en dictatuur van het proletariaat.
Wat wordt er juist verstaan onder socialistische maatschappij? De klassen en de klassenstrijd blijven die ja of neen bestaan gedurende heel de socialistische periode? Moet de dictatuur van het proletariaat behouden blijven om de socialistische revolutie tot een goed einde te brengen of 1 moet ze worden afgeschaft om de weg vrij te maken voor de restauratie van het kapitalisme? Op deze vragen moet een correct antwoord worden gegeven, gebaseerd op de fundamentele principes van het marxisme-leninisme en op de historische ervaring van de dictatuur van het proletariaat.
De vervanging van de kapitalistische door de socialistische maatschappij is een grote sprong in de ontwikkeling van de maatschappij der mensen. De socialistische maatschappij is een belangrijke historische periode van de overgang van de klassenmaatschappij naar de klassenlo
se maatschappij. Ze zal de mensheid naar de communistische maatschappij voeren.
Het socialistische systeem heeft een onvergelijkbaar overwicht op het kapitalistische. In de socialistische maatschappij vervangt de dictatuur van het proletariaat de dictatuur van de bourgeoisie en het openbaar bezit der productiemiddelen het privébezit der productiemiddelen. Van verdrukte en uitgebuite klasse wordt het proletariaat de heersende klasse en een radicale verandering treedt op in de sociale toestand van het werkende volk. De staat van de dictatuur van het proletariaat past voor de grote massa's Ivan het werkende volk de breedste democratie toe, die in de kapitalistische maatschappij niet verwezenlijkbaar is, en hij oefent de dictatuur enkel uit op een minderheid van uitbuiters. De nationalisatie van de nijverheid en de collectivisatie van de landbouw openen brede perspectieven voor een belangrijke ontwikkeling van de sociale productieve krachten, door hen een onvergelijkbaar sneller ontwikkelingsritme te geven dan in gelijk welke oude maatschappij.
Er mag nochtans niet uit het oog worden verloren dat de socialistische maatschappij voortgekomen is uit de kapitalistische, dat ze de eerste fase is van de communistische maatschappij. Ze is nog de communistische maatschappij niet, die tot volle rijpheid is gekomen op economisch en ander plan.
Ze draagt onvermijdelijk nog de merktekens van de kapitalistische maatschappij. Over de socialistische maatschappij zegt Marx: « We hebben hier te doen met een communistische maatschappij, niet zoals ze zich heeft ontwikkeld op de grondslagen die haar eigen zijn maar integendeel zoals ze net is voortgekomen uit de kapitalistische maatschappij; een maatschappij dus die onder elk oogpunt, economisch, moreel, intellectueel, nog de merktekens draagt van de oude maatschappij waaruit ze geboren is”1. Lenin van zijn kant heeft laten opmerken dat in de socialistische maatschappij, eerste stadium van het communisme, “het communisme op economisch plan nog niet helemaal gerijpt kan zijn, nog niet helemaal bevrijd kan zijn van de tradities of overblijfselen van het kapitalisme»2. (…)

Na de Oktoberrevolutie heeft Lenin herhaaldelijk verklaard dat :
a) de omvergeworpen uitbuiters altijd en met alle middelen proberen hun verloren paradijs terug te winnen;
b) de kleinburgerlijke ambiance elke dag, elk uur, nieuwe burgerlijke elementen voortbrengt;
c) in de rangen van de arbeidersklasse en onder de staatsfunctionarissen er eveneens gedegenereerde elementen kunnen verschijnen en nieuwe burgerlijke elementen, door de invloed van de burgerij, door de kleinburgerlijke omgeving en door de corruptie door deze uitgeoefend; d) de uitwendige voorwaarden die de voortzetting van de klassenstrijd in de socialistische landen bepalen zijn: de omsingeling door het internationale kapitalisme, de dreiging met een militaire interventie en de maneuvers voor een vreedzame ontbinding waartoe de imperialisten overgaan.
Deze thesis van Lenin werd bevestigd door de levenswerkelijkheid.
De bourgeoisie en de andere reactionaire klassen behouden, alhoewel ze omvergeworpen zijn, nog betrekkelijk lang hun krachten in een socialistische maatschappij en ze zijn zelfs relatief machtig op zekere gebieden. Door duizend banden zijn ze verbonden met de internationale bourgeoisie. Ze leggen zich niet neer bij hun nederlaag en zoeken hardnekkig de machtsproef met het proletariaat. Ze leveren op alle gebied verdoken of openlijk strijd tegen het proletariaat. Dikwijls, terwijl ze zich voorstander tonen van het socialisme, van de sovjets, van de C.P. en van het marxisme-leninisme, saboteren ze het socialisme en bereiden de restauratie voor van het kapitalisme. Ze blijven lang voortbestaan op het politiek plan, als macht tegengesteld aan het proletariaat, en ze zijn op elk ogenblik gereed om de dictatuur van het proletariaat omver te werpen. Ze proberen zich in te werken in de staatsorganen, in de massa-organisaties, in de economische sectoren, de culturele- en de onderwijsinstellingen, om de leiding ervan die in handen is van het proletariaat tegen te werken of aan zich te trekken. Op het economisch plan gebruiken ze alle middelen om het socialistische bezit van het hele volk en het socialistische collectieve bezit te saboteren en om de kapitalistische krachten te versterken. Op het ideologische, culturele en opvoedkundige vlak stellen ze de burgerlijke wereldbeschouwing tegenover de proletarische en ze proberen het proletariaat en de andere werkers te bederven met behulp van de burgerlijke ideologie.
De collectivisatie van de landbouw maakt van de individuele boeren collectieve boeren en geeft gunstige voor- waarden voor de volledige heropvoeding van de boeren. Maar voordat het gemeenschappelijk bezit het bezit wordt van het hele volk en de overblijfselen van de privé economie helemaal verdwijnen behouden de boeren onvermijdelijk zekere trekken die typisch zijn voor de kleine voortbrengers. In die omstandigheden blijft de tendens naar het kapitalisme spontaan en onvermijdelijk verder bestaan, de verschillen tussen de boeren blijven nog steeds tot uiting komen en er blijft een gunstig terrein voortbestaan voor het verschijnen van nieuwe rijke boeren.
De zo-even opgenoemde bedrijvigheden van de bourgeoisie, hun bedervend effect op de domeinen van de politiek, de economie, de ideologie, de cultuur en de opvoeding, het bestaan van de spontane tendens naar het kapitalisme bij de kleine voortbrengers van stad en land, het feit dat het burgerlijk recht nog niet helemaal is afgeschaft en de invloed der gewoontes van de oude maatschappij, dat alles brengt voortdurend gedegenereerde elementen voort in de schoot der arbeidersklasse, de partijorganismen en de staatsadministratie, brengt voortdurend nieuwe burgerlijke afbrekende elementen voort in de staatsbedrijven, bezit van het hele volk, en nieuwe burgerlijke intellectuelen in de culturele- en opvoedingsinrichtingen evenals in de andere intellectuele milieus. Om het socialisme aan te vallen spannen deze nieuwe burgerlijke elementen en de gedegenereerde elementen samen met de elementen van de oude bourgeoisie en van de andere klassen van uitbuiters die, alhoewel omvergeworpen, nog niet helemaal opgedoekt zijn. Bizonder schadelijk zijn de gedegenereerde elementen die zich verschanst hebben in de leidende organismen omdat ze de burgerlijke elementen in stand houden en steunen in de organismen van de lagere trappen.
Zolang het imperialisme nog bestaat moet het proletariaat der socialistische landen het op zich nemen de strijd verder te zetten tegelijk tegen de eigen bourgeoisie en tegen het internationale imperialisme. Het imperialisme zoekt elke gelegenheid op om met de wapens tussen te komen tegen de socialistische landen of om er vreedzaam de ontbin- ding van te bewerkstelligen. Het doet alles om de socialistische landen te vernietigen of ze tot kapitalistische landen te doen ontaarden. Het is dan ook zo dat de op internationaal plan gevoerde klassenstrijd onvermijdelijk zijn weerslag doet gelden in de schoot van de socialistische landen.
Lenin zegt: “De overgang van kapitalisme naar communisme is een hele historische periode. Zolang ze niet is beëindigd behouden de uitbuiters onvermijdelijk de hoop op een restauratie, hoop die wordt tot pogingen tot die restauratie.¨3. Hij zegt nog: “De afschaffing van de klassen is het resultaat van een lange, moeilijke en verbeten klassenstrijd, die, na het omverwerpen van de macht van het kapitaal, na de vernietiging van de burgerlijke staat, na de instelling van de dictatuur van het proletariaat, niet verdwijnt (zoals zich dat de vulgaire vertegenwoordigers van het oude socialisme en van de oude sociaal-democratie inbeelden), maar enkel van vorm verandert om zelfs op veel punten scherper te worden.”4.
De klassenstrijd tussen het proletariaat en de bourgeoisie op het domein van de politiek, van de economie, van de ideologie, van de cultuur en de opvoeding, kan geen einde nemen gedurende de periode van het socialisme. Het is een strijd van lange duur, steeds weer opgenomen, kronkelig en complex. Zoals de zee eb en vloed kent heeft hij hoogten en laagten, soms wordt hij kalmer, soms heviger. Van deze strijd hangt het lot af van de socialistische maatschappij en de opmars naar het communisme, of de terugkeer tot het kapitalisme.
De klassenstrijd in de socialistische maatschappij vindt onvermijdelijk zijn weerslag in de communistische partijen. De bourgeoisie en het internationale kapitalisme weten dat om een socialistisch land te doen verworden tot een kapitalistisch land men er eerst en vooral zijn communistische partij toe brengen moet tot revisionistische partij te degenereren. De oude en die nieuwe burgerlijke elementen, de oude en de nieuwe rijke boeren, evenals de gedegenereerde elementen van alle aard vormen de sociale basis van het revisionisme. Door duizend middelen rekruteren ze agenten in de schoot der communistische partijen. De burgerlijke invloed is de inwendige oorzaak van het revisionisme. De capitulatie voor de druk van het imperialisme is er de uitwendige oorzaak van. De strijd tussen het marxisme-leninisme en het opportunisme van alle aard, vooral het revisionisme, is een onafwendbaar feit in de schoot der communistische partijen der socialistische landen gedurende de socialistische periode. De karakteristiek van het revisionisme is dat het de standpunten van de bourgeoisie inneemt om het proletariaat aan te vallen door het bestaan van klassen en klassenstrijd te ontkennen en dat het de dictatuur van het proletariaat omvormt tot een dictatuur van de bourgeoisie. (..)

Antagonistische klassen en klassenstrijd in de Sovjet-Unie.
De voornaamste reden waarom de revisionistische kliek van Chroesjtsjov de opheffing van de dictatuur van het proletariaat heeft afgekondigd is, volgens haar, dat de antagonistische klassen er verdwenen zijn en dat de klassenstrijd er niet meer bestaat.
Maar hoe is de werkelijke toestand in de USSR? Zijn er werkelijk geen antagonistische klassen meer en geen klassenstrijd?
Na de grote zegevierende Oktoberrevolutie werd de dictatuur van het proletariaat ingesteld ze schafte het kapitalistische privé bezit af en richtte het socialistische bezit op van het hele volk en het socialistische collectieve bezit door de nationalisatie van de industrie en de collectivisatie van de landbouw en in enkele tientallen jaren bereikte ze merkwaardige resultaten in de socialistische opbouw. Dat zijn onuitwisbare overwinningen geweest, overwinningen van grote historische draagkracht, behaald door de Communistische Partij van de Sovjet-Unie en het sovjet-volk onder de leiding van Lenin en Stalin.
Nochtans bleven de oude bourgeoisie en de andere uitbuitersklassen die, alhoewel omvergeworpen, toch niet helemaal vernietigd waren, voortbestaan na de nationalisatie van de nijverheid en de collectivisatie van de landbouw. De politieke en ideologische invloed van de bourgeoisie bestond nog altijd. De spontane kapitalistische krachten bestonden nog in de stad en op het land. Nieuwe bourgeois- en koelak-elementen doken voortdurend op. En gedurende al de tijd die sindsdien is verlopen hebben de klassenstrijd tussen proletariaat en bourgeoisie en de strijd tussen de socialistische en de kapitalistische weg voortdurend voortbestaan op het domein van de politiek, de economie en de ideologie.
Door het feit dat de Sovjet-Unie het eerste land was, en in die tijd het enige, dat het socialisme opbouwde, en dat ze over geen enkele ervaring buiten eigen land beschikken kon als vergelijkingspunt, door het feit ook dat Stalin zich verwijderd had van de dialectiek van het marxisme-leninisme door zijn interpretatie van de wetten van de klassenstrijd in de socialistische maatschappij verklaarde hij voorbarig na de essentiële verwezenlijking van de collectivisatie van de landbouw dat er in de SU “geen antagonistische klassen meer bestonden” en dat de sovjet-maatschappij « bevrijd is van de klassenbotsingen”. Alleen de nadruk leggend op de eenheid van de socialistische maatschappij, verwaarloosde hij de tegenstellingen in haar schoot en steunde hij niet op de arbeidersklasse en de grote massa's in zijn strijd tegen de kapitalistische krachten en zag hij alleen in de gewapende aanval vanwege het internationale imperialisme een mogelijkheid tot herstel van het kapitalisme.
Dit is onjuist, zowel theoretisch als praktisch. Nochtans blijft Stalin een groot marxist-leninist. Toen hij de sovjet staat en de partij leidde behield hij vastberaden de dictatuur van het proletariaat en de socialistische organisatie, hij volgde een marxistisch-leninistische lijn en hij verzekerde de zegerijke mars van de SU op de weg van het socialisme. (…)

De geprivilegieerde klasse in de SU en de revisionistische kliek van Chroesjtsjov.
In de tegenwoordige sovietmaatschappij is de bevoorrechte laag samengesteld uit de gedegenereerde elementen van de leidende kaders van partij en regering, van de bedrijven en de kolchozen en de burgerlijke intellectuelen. Deze klasse staat vijandig tegenover de werklieden, de boeren en de grote meerderheid der intellectuelen en van de kaders.
Direct na de Oktoberrevolutie liet Lenin opmerken dat de burgerlijke en kleinburgerlijke ideologie en gewoonten van overal het proletariaat omsingelden en ondermijnden en zekere lagen erdoor besmet werden. Deze staat van zaken heeft tussen de ambtenaars niet enkel bureaucraten voortgebracht die afgesneden zijn van de massa, maar eveneens nieuwe burgerlijke elementen. Lenin toonde daarenboven nog aan dat de hoge salarissen, alhoewel noodzakelijk voor de gespecialiseerde techniekers, bourgeois die hun post niet ver- laten hadden onder het sovjetbewind, een bedervende invloed uitoefenden op het Sovjetregime.
Daarom legde hij speciaal de nadruk op de strijd die zonder ophouden moet worden gevoerd tegen de burgerlijke en kleinburgerlijke ideologieën, op de mobilisatie van de massa's opdat ze zouden deelnemen aan de leiding van de staat, op het voortdurende aanklagen van de bureaucraten en de nieuwe burgerlijke elementen en op hun eliminatie uit de rangen van de sovjetorganismen, en op het scheppen der voorwaarden die het bestaan en weer verschijnen van de bourgeoisie zouden verhinderen. Treffend wees hij er op dat “zonder een systematische en hardnekkige strijd ter verbetering van het apparaat wij zouden verloren zijn alvorens de basis van het socialisme te hebben gelegd.”5.
Tezelfdertijd drukte hij speciaal op de noodzaak het principe vin de Commune van Parijs te bewaren op het gebied van de loonpolitiek, namelijk dat alle ambtenaren lonen moeten ontvangen die overeenkomen met die der arbeiders; de bourgeois specialisten alleen mochten hoge lonen ontvangen. Deze aanwijzingen van Lenin werden gevolgd vanaf de Oktoberrevolutie tot de periode van herstel van de nationale economie. De verantwoordelijken van de bedrijven en de communistische specialisten in de bedrijven hadden een salaris dat grosso modo overeenkwam met dat der werklieden.
In die tijd namen de communistische partij en de sovjet regering een reeks maatregelen zowel op het ideologische en het politiek vlak als op dat van het verdelingssysteem om elk machtsmisbruik tegen te gaan vanwege de leidende kaders der verschillende sectoren en om te verhinderen dat. ze moreel en politiek zouden degenereren.
Met Stalin hield de CPSU zich aan de dictatuur van het proletariaat en de weg van het socialisme en bestreed vastberaden de kapitalistische krachten. De strijd van Stalin tegen de trotskisten, de zinovjevisten en de boecharinisten was uiteraard de weergave in de schoot der partij van de klassenstrijd tussen de bourgeoisie en het proletariaat, van de strijd tussen de socialistische en de kapitalistische weg. De zegevierende afloop van deze strijd maakte het mogelijk het loze restauratie-complot voor het kapitalisme in de SU, dat de bourgeoisie had gesmeed, te verpletteren.
Het is onweerlegbaar dat vóór de dood van Stalin een zeker aantal mensen hoge lonen trokken en dat kaders gedegenereerd waren tot burgerlijke elementen. Op het 19 congres van de CPSU, oktober 1952, stipte het CC van de CPSU aan in zijn activiteitenverslag dat verval- en ontaardings-verschijnselen waren voorgekomen in partijorganisaties. De leiders van zekere partijorganisaties hadden er kleine gemeenschappen van gemaakt enkel samengesteld uit hun mensen en hun groepsbelangen stellend boven die van partij en staat. De leiders van zekere industriebedrijven vergeten dat de bedrijven die men hen heeft toevertrouwd aan de staat behoren, en proberen ze om te vormen tot hun leengoed. Zekere ambtenaren van de partijorganisaties, van de sovjets en van de landbouworganismen hebben zich erop toegelegd de goederen der kolchozen te stelen in plaats van te waken over de belangen van de publieke economie der kolchozen». Op het culturele, artistieke en wetenschappelijke vlak waren werken verschenen die het socialistische systeem aanvielen en bekladden, en tussen de groepen wetenschapsmensen was er een academisch-monopoliumfenomeen à la arachtsjeëv verschenen. (…)

Over de « staat van het hele volk”.
Op het 22 congres der CPSU heeft Chroesjtsjov openlijk de vlag gehesen van de oppositie tegen de dictatuur van het proletariaat, door de vervanging af te kondigen van de staat met dictatuur van het proletariaat door “een staat van het hele volk”. In het programma der CPSU wordt gezegd dat “... gezien de dictatuur van het proletariaat heeft opgehouden een noodzaak te zijn in de SU, de staat die was geboren als staat met dictatuur van het proletariaat, in het huidige stadium een staat van het hele volk geworden is”.
Iedereen die een paar noties bezit over marxisme-leninisme weet dat de staat een klassenconcept is. Lenin heeft gezegd: “Zo is het kenmerk van een staat het bestaan van een bijzondere klasse individuen die de macht bezitten.”6. De staat is een wapen in de klassenstrijd, een machine door dewelke een klasse een andere verdrukt. Elke staat is een staat van dictatuur van een bepaalde klasse. Zolang hij bestaat is het onmogelijk voor een staat om boven de klassen te staan of om van het hele volk te zijn.
Het proletariaat en zijn partij hebben nooit hun stand- punten verborgen. Ze verklaren duidelijk en precies dat de socialistische proletarische revolutie tot doel heeft de burgerlijke heerschappij omver te werpen en de dictatuur van het proletariaat in te stellen, en dat na de overwinning van de socialistische revolutie het proletariaat en zijn partij zonder opgeven moeten ijveren voor de verwezenlijking der historische taken der dictatuur van het proletariaat, alle klassen moeten uitschakelen en alle klassenonderscheid, om de staat toe te laten af te sterven. Alleen de bourgeoisie en haar partijen proberen door alle middelen de klassennatuur van het gezag te verbergen en ze leggen er zich op toe het staatsapparaat dat zij controleren voor te stellen als toebehorend aan het hele volk en als zijnde boven de klassen » - en zo de massa's te bedriegen.
Het feit dat Chroesjtsjov de afschaffing in de SU der dictatuur van het proletariaat heeft aangekondigd en dat hij de staat van het hele volk heeft uitgeroepen toont aan dat hij de marxistisch-leninistische doctrine van de staat vervangt door bourgeois leugens.
Toen marxist leninisten haar dwaasheden hadden bekritiseerd haastte Chroesjtsjov kliek zich met een rechtvaardiging voor de dag te komen en spande ze zich in om theoretische funderingen te fabriceren voor de staat van het hele volk. Ze beweren nu dat de historische periode van de dictatuur van het proletariaat waarover Marx en Lenin het hebben alleen slaat op de overgangstijd van het kapitalisme naar het eerste stadium van het communisme en niet naar het hoger stadium van het communisme. Ze beweren daarenboven dat “de dictatuur van het proletariaat haar bestaansreden verliest vóórdat de staat verdwijnt”7, en dat na de dictatuur van het proletariaat er nog een stadium bestaat, nl. “de staat van het hele volk ».
Dat is heel eenvoudig sofisme of boerenbedrog. (…)

Over de “partij van heel het volk ».
Op het 22 congres der CPSU heeft Chroesjtsjov openlijk nog een andere vlag gehesen: de verandering van het proletarische karakter van de CPSU. Hij verkondigde dat de partij van het hele volk in de plaats komt van de partij van het proletariaat. Het programma der CPSU zegt hierover Ten gevolge van de overwinning van het socialisme in de USSR en van de versterking der eenheid der sovjetmaatschappij is de CP van de arbeidersklasse de voorhoede geworden van het volk van de Sovjet-Unie, de partij van heel het volk. De open brief van het CC. van de CPSU beweert dat de partij een politieke organisatie is geworden van heel het volk.
Het abc van het marxisme-leninisme leert ons dat, evenals de staat, de politieke partij een instrument is in de klassenstrijd. Alle politieke partijen hebben een klassenkarakter. De partijgeest is de geconcentreerde uitdrukking van het klassenkarakter. Er zijn geen en er zijn nooit partijen buiten de klassen of boven de klassen en er bestaat geen partij van het hele volk die niet de belangen zou vertegenwoordigen van een bepaalde klasse.
Een proletarische partij is gebouwd volgens de revolutionaire theorie en volgens de revolutionaire stijl van het marxisme-leninisme. Zij bestaat uit de voorhoede-elementen wier trouw aan de historische zending van het proletariaat tegen alles bestand is zij is de georganiseerde en vooruit- geschoven stoottroep van het proletariaat en de hoogste organisatievorm ervan. De partij van het proletariaat vertegenwoordigt de belangen van het proletariaat en is de ver- dichte uitdrukking van de wil van het proletariaat.
De partij van het proletariaat is eveneens de enige partij die de belangen kan vertegenwoordigen van meer dan 90 % van de bevolking. Dit omdat de belangen van het proletariaat identiek zijn met die van de brede lagen der werkers, omdat ze in staat is de problemen te zien in functie van de plaats die het proletariaat inneemt in de geschiedenis, in functie van de tegenwoordige en toekomstige belangen van het proletariaat en van de werkende massa's, en omdat ze in staat is de problemen te zien in functie van de voornaamste belangen van de overweldigende meerderheid van het volk, en nog omdat ze in staat is een juiste leiding te geven in overeenstemming met het marxisme-leninisme.
Buiten de militanten van proletarische oorsprong omvat de proletarische partij nog militanten die uit andere klassen voortkomen; maar het is niet als vertegenwoordigers van andere klassen dat degenen die van niet proletarische oorsprong zijn bij de partij aansluiten. Vanaf de dag van hun intrede moeten ze afzien van de standpunten van hun oorsprongsklasse en zich plaatsen op de standpunten van het proletariaat. Marx en Engels hebben gezegd: “Indien mensen die komen uit andere klassen tot de proletarische beweging toetreden, dan is de eerste voorwaarde dat ze geen enkel overblijfsel met zich brengen van de burgerlijke of kleinburgerlijke vooroordelen, enz., maar uit ganser harte de proletarische wereldbeschouwing aanvaarden.”8

Deze standpunten van de CCP tegenover het revisionisme in 1964 worden NA 1978 (dus 2 jaar na de dood van Mao Zedong) gelogenstraft en verdwijnen uit het collectief geheugen van de leden van de CCP. Dit maakte het herstel mogelijk van de dictatuur van de burgerij en van het kapitalisme. Dit was mogelijk doordat de revisionisten in de CCP de dictatuur van het proletariaat ideologisch kon uithollen en de CCP een burgerlijke lijn kon opleggen.
In het document China’s socialist economy9 opgesteld in 1981 door kaders van de CCP is die revisionistische lijn concreet uitgewerkt.
In “Conclusie” (het laatste hoofdstuk) van het boek “China’s socialist economy10 wordt dit revisionisme CONCREET, SAMENGEVAT en overzichtelijk geformuleerd:
In zijn "Voorwoord bij de eerste Duitse uitgave" van het eerste deel van Het Kapitaal, schreef Marx: "Het is het uiteindelijke doel van dit werk om de economische bewegingswet van de moderne samenleving bloot te leggen."11 Marx wijdde zijn hele leven aan de studie van de kapitalistische economie, die toen twee- of driehonderd jaar had geduurd, en ontdekte de objectieve wetten die de ontwikkeling ervan beheersen. Maar hij leefde in tijden van vrije kapitalistische concurrentie, en aangezien het monopoliekapitalisme op het moment van zijn dood pas in de ontluikende fase was, kon hij geen systematisch begrip krijgen van de wetten van zijn ontwikkeling. In Imperialisme, het hoogste stadium van het kapitalisme, analyseerde Lenin de nieuwe situatie in de periode van het monopoliekapitalisme en ontwikkelde hij het marxisme door de wetten van de kapitalistische economische groei in dit nieuwe tijdperk toe te lichten. Er zijn meer dan zestig jaar verstreken sinds Lenin zijn boek schreef. De kapitalistische wereld heeft nieuwe vorderingen gemaakt en er zijn veel nieuwe situaties en problemen ontstaan, die we moeten bestuderen en oplossen om de noodzakelijke aanvullingen op de marxistische theorie te kunnen maken. Aangezien de kapitalistische samenleving nog niet haar loop heeft gehad, kunnen we niet zeggen dat we de wetten van de kapitalistische economische groei volledig hebben begrepen.
Socialisme is een nieuw sociaal systeem met een korte geschiedenis. Het is pas dertig jaar geleden dat de socialistische revolutie in China begon en we hebben niet voldoende ervaring opgedaan in onze sociale praktijk. Aangezien we om te beginnen
een extreem achterlijke economie hadden en onze huidige socialistische productieverhoudingen verre van volwassen zijn, hebben we veel moeilijkheden bij het bestuderen van de wetten van de socialistische economische ontwikkeling. Over het geheel genomen blijft de opbouw van het socialisme voor ons een onbekend "rijk van de noodzaak". om de woorden van Engels te gebruiken. Wat we ook weten over dit 'rijk van de noodzaak' is verre van compleet of diepgaand. We hebben nog een lange weg te gaan voordat we de wetten leren kennen die de socialistische economische ontwikkeling beheersen.
Maar kennis van de wetten van socialistische economische ontwikkeling zal noch een geschenk uit de hemel zijn, noch een openbaring van een 'genie' of 'profeet'. We kunnen de intrinsieke wetten van een dergelijke ontwikkeling alleen ontdekken door systematisch en zorgvuldig onderzoek naar sociaal-economische omstandigheden en de praktische ervaring van miljoenen mensen in de opbouw van het socialisme, en een verhoging van perceptuele kennis tot het niveau van rationele kennis, d.w.z. tot theorie. We kunnen ons begrip van objectieve wetten niet door één enkele beweging voltooien. om te zien of onze kennis, zoals die zich manifesteert in onze lijn, principes, beleid en plannen, verwachte resultaten oplevert, nauwkeurig is en overeenkomt met de objectieve realiteit. Oefening, kennis, opnieuw oefenen en opnieuw kennis - dit is het onvermijdelijke proces waardoor we komen objectieve wetten kennen. Naarmate de geschiedenis vordert, kan onze kennis van de objectieve dingen achterblijven bij hun evolutie en zal deze moeten worden aangepast in het licht van nieuwe omstandigheden.
De geschiedenis van socialistische ontwikkeling is verre van voltooid. We kunnen natuurlijk niet nalaten de wetten van de socialistische ontwikkeling te onderzoeken tot na de voltooiing ervan. We moeten onze ervaring in de loop van de praktijk herzien, zodat onze kennis groeit met de voortgang van de geschiedenis.
Hier wordt niet (meer) verondersteld dat het kapitalisme/de burgerlijke samenleving een klassenmaatschappij is en dus een ​​dictatuur van de bourgeoisie... en dan wordt er gezegen zwijgen of alleen wat formalisme over... "dictatuur van het proletariaat".
De ontwikkeling van het socialisme en de geplande socialistische economie, de vernietiging van alle overblijfselen/erfenis van de vorige (burgerlijke) samenleving, de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat worden gereduceerd tot
vaag geformuleerde formele kwesties die aldus ondergeschikt zijn aan ‘controle en het leren van de wetten van het socialisme.
Het beheer van de samenleving en de economie zal worden verzekerd door economische experts (binnen de communistische partij) die toezicht houden op de werking van deze wetten...
Op deze manier wordt de basis gelegd voor een ontwikkeling van de bourgeoisie (uiteindelijk richting de heersende klasse), een ontwikkeling die BINNEN de CCP zelf begint.
Het bestaan ​​van de ‘
wetten van het socialisme’ wordt ‘bewezen’ door een dogmatische lezing van een stuk uit de Inleiding tot de bijdrage aan de Kritiek op de Politieke Economie van Marx namelijk hetzelfde stuk waarmee Stalin zijn tekst Over Dialectisch en Historisch Materialisme beëindigde. …
Bovendien worden verschillende werken van Lenin en Marx (subjectief selectief) geciteerd of "geparafraseerd", waardoor
men Lenin en Marx dingen laat zeggen die ze niet hebben gezegd, of die zijn gezegd in een context die niet wordt vermeld.
Het leiderschap van het socialisme en de geplande socialistische economie zou in handen moeten zijn van degenen die in staat zijn “
deze wetten te bestuderen en hun effecten op de (socialistische) samenleving te monitoren.
Het gaat niet langer om de macht van de arbeidersklasse, maar om het planten
de kiem van een nieuwe bourgeoisie. En dat binnen de Communistische Partij!
De
analyse van de ontwikkelingen in de USSR na de dood van Stalin en in China twee jaar na de dood van Mao zal dit bevestigen.

OPM :
Ik zelf schreef 5 opeenvolgende artikels waarbij in “deel 4”  ik specifiek op dit citaat uit ¨China’s socialist economy12 in ging.
Ik toonde aan dat zij zich op dogmatische wijze baseerde op «
 Economische Problemen van Socialisme in de USSR » van Stalin.
Ik analyseerde hier nog niet dit boekje zelf,
wat ik dan nu doe in het artikel hier
In deel 5  analyseer ik hoe de CCP zich op dogmatische wijze baseert op de Inleiding van de Bijdrage tot Kritiek op de Politieke Economie

Hoe bestaand, « spontaan » (slordigheid, intellectuele « luiheid » gebrek aan correct historisch materialistische studie/analyse) opportunisme « gebruikt » wordt om (bewust) een burgerlijke lijn geformuleerd in marxistische frasen (revisionisme) te ontwikkelen

Vervolgens leidt de BEWUST door dogmatisme gevoede redenering in CONCLUSIE
in China’s socialist economy13 tot het volgende:
De overwinning van de Socialistische Oktoberrevolutie vertaalde het socialisme van een ideaal in een realiteit.(….)
De scherpe daling van de landbouwproductie, voornamelijk veroorzaakt door oorlog, had ook te maken met enkele aspecten van het economisch beleid die in strijd waren met de objectieve wetten van economische ontwikkeling. Omdat hij goed was in het trekken van lessen en het rechtzetten van fouten, schakelde Lenin direct na de overwinning in de oorlog over op de Nieuwe Economische Politiek, wat betekende dat de boeren de vrijheid kregen om hun overtollige graan op de markt te verkopen na betaling van de belasting in natura en het teruggeven van het warengeld relatie. (...)
Lenin achtte het noodzakelijk om de goederen-geldverhouding voor een vrij lange tijd in stand te houden na de proletarische machtsovername om de economische banden tussen de socialistische staatseconomie en de kleine producenten in stand te houden. Dit was een nieuwe bijdrage aan het marxisme. (….)
Hier wordt een onbewezen stelling geponeerd was dat er in de USSR een “fout” was: “een economisch beleid die in strijd was met de objectieve wetten van economische ontwikkeling”.
Deze fout zou dan “rechtgezet” zijn door Lenin met de Nieuw Economische Politiek (NEP) die dan in essentie zou zijn, volgens de revisionisten: “een TERUGKEER naar de wareneconomie en dat nog ‘een lange tijd aanhouden’ ”.
En dit zou volgens de revisionisten dan een “nieuw bijdrage aan het marxisme” zijn.
Dus wat in de Soviet-unie werd doorgevoerd als antwoord op specifiek en concrete problemen (en dan doorgevoerd in de landbouw waar er nog geen sprake was van collectivisatie, geen ontwikkeling van cooperatieven van laag niveau naar hoger niveau en geen uitbouw van communes), zou dan een algemene politiek zijn die algemeen geldend zou zijn bij ALLE socialistische opbouw. (“objectieve wetten van economische ontwikkeling in het socialisme”)….
Zij parafraseren dan Stalin als een “bewijsvoering”, in CONCLUSIE:
Om de opdrachten van Lenin te vervullen, leidde Stalin het Sovjet-volk bij het bewerkstelligen van landbouwcollectivisatie en nationale industrialisatie en bij het opzetten van een socialistisch economisch systeem. In Economic Problems of Socialism in the USSR, dat hij ongeveer een jaar voor zijn dood schreef, legde hij de nadruk op de kwestie van de wetten van de economische ontwikkeling onder het socialisme, vooral de wet dat de productieverhoudingen zich moeten aanpassen aan het karakter van de productiekrachten, de fundamentele economische wet van het socialisme, de wet van evenwichtige, evenredige ontwikkeling van de nationale economie en de wet van waarde. Hij observeerde de twee soorten socialistisch openbaar eigendom die naast elkaar bestaan ​​in de Sovjet-Unie en lichtte veel belangrijke vragen toe met betrekking tot het gebruik van objectieve economische wetten in het belang van het socialisme. Dit was Stalins nieuwe bijdrage aan het marxisme-leninisme. Achteraf lijken sommige van zijn argumenten zwak. Maar dit was onvermijdelijk en vergeleken met eerdere verworvenheden markeerden ze een grote vooruitgang in de kennis van de mens over de socialistische economische ontwikkeling.
Hier wordt dus gesteld dat de collectivisatie en de uitbouw van coöperatieven er kwam NA de invoering van de NEP in de Soviet-unie. Maar de politiek van “Hervorming en Opening” houdt juist in dat de BESTAANDE collectivisatie (waarvan wordt gesteld dat die “te ver ging”) wordt TERUGGEDRAAID tot het individueel (of van het “huishouden”, dus gezin) kleinbedrijf.
Het (nog) BESTAAN van het kleinbedrijf was juist één van die zaken waarom Lenin de NEP invoerde!
De parafrasering van Stalin gaat nog verder:
In zijn Economic Problems of Socialism in the USSR benadrukte Stalin het objectieve karakter van economische wetten onder het socialisme en wees erop dat mensen, inclusief de Sovjetstaat en zijn leiders, deze wetten niet konden afschaffen, creëren of veranderen, maar ze zouden kunnen ontdekken en begrijpen, en ze gebruiken in het belang van socialistische opbouw. Dit betekende natuurlijk niet dat ze er een volledig begrip van hadden gekregen. deze wetten of handelden in volledige overeenstemming daarmee. De Sovjetstaat handelde in overeenstemming met objectieve wetten en behaalde enorme successen in de socialistische opbouw. Maar het werd ook vele malen gestraft voor het tegen deze wetten ingaan. Door in zijn laatste jaren de kwestie van de economische wetten onder het socialisme en hun objectieve aard aan de orde te stellen, trok Stalin een belangrijke les uit meer dan dertig jaar ervaring in de nationale opbouw in de USSR, door mensen te leren objectieve wetten gewetensvol te bestuderen en toe te passen, fouten te corrigeren in theorie en praktisch werk, blindheid vermijden waar mogelijk, hun vooruitziende blik verscherpen en de zaak van het socialisme naar voren schuiven.
China is een groot land met een miljard inwoners. We begonnen het socialisme te bouwen op de ruïnes van het semi-kolonialisme en het semi-feodalisme en niet op die van het ontwikkelde kapitalisme; we streven ernaar om de vier moderniseringen van het land te realiseren ondanks een enorme bevolking en een slechte basis. Dit is een kolossale taak die onze voorouders nooit hebben geprobeerd. We moeten dus een goed antwoord geven op de vraag welke methode moet worden gevolgd en welke koers hij heeft gevolgd bij de opbouw van het land. We zullen natuurlijk het marxisme-leninisme als leidraad voor ons denken beschouwen. Maar dit betekent niet dat we mechanisch de formule over de eerste fase van het communisme moeten kopiëren die Marx naar voren heeft gebracht in de Kritiek van het Gotha-programma of door Lenin in Staat en Revolutie. We moeten leren van de ervaring met de opbouw van het socialisme in de Sovjet-Unie onder Lenin en Stalin en van alles wat goed is in andere landen.
Toen we begin jaren vijftig begonnen met socialistische opbouw, hebben we veel profijt gehad van onze studie van Stalins Economische problemen van het socialisme in de Sovjet-Unie en de ervaring in de Sovjet-Unie. Maar daar mag ons begrip niet ophouden. Het kopiëren van de ervaring van anderen lost ons probleem niet op. We moeten ons baseren op de praktijk, proberen China's eigen manier te vinden om het socialisme op te bouwen en een hele reeks methoden uitwerken om een socialistische samenleving op te bouwen die past bij het huidige niveau van productiekrachten en andere omstandigheden in China.
Ze baseren zich hier op het opportunisme in de analyse van Stalin om te stellen dat de politieke activiteit van een communistische partij bij de opbouw van het socialisme er uit bestaat, “wetten van economische ontwikkeling onder het socialisme” te ontdekken, ze te bestuderen en te respecteren en dat ertegen ingaan “een fout is” .
Dan leggen ze hun revisionistische opstelling er bovenop waarbij ze suggereren dat het de woorden van Stalin zijn en hen dingen in de mond leggen, die hij helemaal niet gezegd heeft.
Ze laten Stalin zogenaamd tot de conclusie komen dat de productieverhoudingen moeten overeenkomen met het huidig “laag” niveau van productiekrachten: waarbij IN FEITE gesteld wordt (door de revisionisten, NIET door Stalin) dat KAPITALISTISCHE productieverhoudingen moeten “overeenkomen” met het “lage” niveau van werkers die (nog) geen “socialistische productieverhoudingen” aan kunnen.
Over “productieverhoudingen en productiekrachten” zegt Stalin in “Economische problemen van het Socialisme in de USSR14:
Er wordt gezegd dat economische wetten een elementair karakter hebben, dat hun actie onomkeerbaar is en dat de samenleving machteloos tegen hen is. Dat is niet waar. Het is een fetisj van wetten maken en jezelf tot slaaf van wetten maken. Het is aangetoond dat de samenleving niet machteloos staat tegenover wetten, dat de samenleving, nadat ze de economische wetten heeft leren kennen en erop vertrouwt, haar werkterrein kan inperken, ze kan gebruiken in het belang van de samenleving en ze kan 'benutten', net als in de het geval van de natuurkrachten en hun wetten, net als in het geval van de overstroming van grote rivieren die in de bovenstaande illustratie wordt aangehaald.
De specifieke rol van de Sovjetregering was te wijten aan twee omstandigheden: ten eerste moest de Sovjetregering niet de ene vorm van uitbuiting door een andere vervangen, zoals het geval was in eerdere revoluties, maar de uitbuiting helemaal afschaffen; ten tweede, gezien de afwezigheid in het land van kant-en-klare beginselen van een socialistische economie, moest het nieuwe, socialistische vormen van economie creëren, om zo te zeggen 'van nul beginnen'. Dat was ongetwijfeld een moeilijke, complexe en ongekende taak. Niettemin volbracht de Sovjetregering deze taak met krediet. Maar het volbracht het niet omdat het de bestaande economische wetten zou vernietigen en nieuwe "vormden", maar alleen omdat het vertrouwde op de economische wet dat de productieverhoudingen noodzakelijkerwijs in overeenstemming moeten zijn met het karakter van de productiekrachten. De productiekrachten van ons land, vooral in de industrie, waren sociaal van aard, de eigendomsvorm daarentegen was privaat, kapitalistisch. Vertrouwend op de economische wet dat de productieverhoudingen noodzakelijkerwijs in overeenstemming moesten zijn met het karakter van de productiekrachten, socialiseerde de Sovjetregering de productiemiddelen, maakte ze eigendom van het hele volk en schafte daardoor het uitbuitingssysteem af en creëerde socialistische vormen van economie. Als deze wet er niet was geweest en de Sovjetregering er niet op had vertrouwd, had ze haar missie niet kunnen volbrengen.
De economische wet dat de productieverhoudingen noodzakelijkerwijs in overeenstemming moeten zijn met het karakter van de productiekrachten, dringt al lang op de voorgrond in de kapitalistische landen. Als het tot dusver is gefaald om zijn weg naar buiten te forceren, komt dat omdat het op krachtige weerstand stuit van de kant van verouderde krachten van de samenleving. Hier hebben we nog een onderscheidend kenmerk van economische wetten. In tegenstelling tot de wetten van de natuurwetenschap, waar de ontdekking en toepassing van een nieuwe wet min of meer soepel verloopt, stuit de ontdekking en toepassing van een nieuwe wet op economisch gebied, die de belangen van verouderde krachten van de samenleving raakt, op de krachtigste verzet van hun kant. Een kracht, een sociale kracht, die deze weerstand kan overwinnen, is daarom noodzakelijk. In ons land was zo'n kracht de alliantie van de arbeidersklasse en de boeren, die de overgrote meerderheid van de samenleving vertegenwoordigden. In andere, kapitalistische landen is een dergelijke kracht nog niet aanwezig. Dit verklaart het geheim waarom de Sovjetregering in staat was om de oude krachten van de samenleving te vernietigen, en waarom in ons land de economische wet dat de productieverhoudingen noodzakelijkerwijs in overeenstemming moeten zijn met het karakter van de productiekrachten volledige reikwijdte kreeg.
Stalin zegt dus dat “de alliantie van de boeren met de arbeiders” “de sociale productiekrachten” vormen die de kracht ontwikkelen om “de productieverhoudingen in overeenstemming te brengen met hun karakter”. Dit komt dat overeen met de lijn van de CCP VOOR 1978 door de collectivisatie, de uitbouw van coöperatieven en hun ontwikkeling naar een hoger niveau en de uitbouw van de communes. De revisionisten spreken “socialistische” productieverhoudingen die binnen een socialistische maatschappij “overeenkomen met het bestaande niveau van de productiekrachten” (waaronder zij dan verstaan het “niveau van technologie en wetenschap”..)

Over het toepassen van het marxisme, over waakzaamheid voor opportunisme en revisionisme ...
De kameraden of/en die communistische partijen die zelf in hun analyses en uitwerking van hun politieke teksten dit doen op basis van een opportunistische opvatting inzake toepassing van het marxisme (vanuit een enceclopedische kennis van werken van Marx en Engels op basis van een fragmentarische lezing van bepaalde werken die stukken tekst opzoeken die door ze te citeren of zee te parafraseren de argumenten “vinden” om hun analyses en/of standpunten te “staven” zullen “overrompeld” worden en geen weerstand kunnen bieden aan revisionisme (bewuste ontwikkeling van burgerlijke lijnen geformuleerd in marxistisch klinkende frasen.
Een communist maakt een analyse of ontwikkelt een standpunt vanuit een
een bewust gekozen proletarische wereldopvatting: de persoonlijke belangen doen samenvallen met de objectieve belangen van de arbeidersklasse, maar doet dit wel op een objectief wetenschappelijke manier. Hij of zij doet dit op basis van een studie van teksten van Marx, Engels en Lenin ( in hun geheel en vanuit de kennis van hun context waarin die geschreven zijn.
Het is zo dat men onderscheid kan maken tussen verworven kennis van algemeen geldende objectieve waarheden en kennis van relatieve waarheden, zij die gelden (golden) in specifiek historische omstandigheden.

Zelf inzicht verwerven, zelf verantwoordelijkheid
nemen voor het ontwikkelen van een correcte politieke lijn, betekent zelf volledige teksten/boeken van Marx,Engels en Lenin lezen. Vanaf het voorwoord of inleiding, omdat die de context aangeeft, waarin die betreffende tekst/boek geschreven is.
Om een waakzaamheid te ontwikkelen voor opportunisme en revisionisme is het goed v
ooral ook die teksten (volledig) te lezen (MET hun voorwoord), waaruit “klassiek” vaak geciteerd en geparafraseerd wordt. ….
Het zoeken naar inzichten vertrekt vanuit e
en bewuste keuze voor een proletarische wereldopvatting: de persoonlijke belangen doen samenvallen met de objectieve belangen van de arbeidersklasse.

Om inzicht te verwerven over een proletarische wereldopvatting zijn bijvoorbeeld te lezen
: Communistische Manifest, Staat en Revolutie (Lenin), De Renegaat Kautsky en de proletarische revolutie (Lenin). Van het Communistisch Manifest best de editie die Engels uitgaf na de dood van Marx en met dus de inleiding die hij schreef (en de voetnoten die hij toevoegde).
Om inzicht te verwerven over het h
istorisch materialisme zijn goed om te lezen: het Communistisch Manifest, maar zeker Van Utopisch tot Wetenschappelijk Socialisme (Engels). Hier zeker ook de inleiding lezen over hoe de burgerlijke maatschappij zich CONCREET heeft ontwikkeld (in drie fasen en in drie landen Duitsland, Engeland en Frankrijk.
Over
Communisme en Revolutie en de overgang kapitalisme naar communisme(hetgeen socialisme wordt genoemd): Kritiek op het programma van Gotha (Marx) , Staat en Revolutie (Lenin).

Veel geciteerde werken
en vaak dan op dogmatische wijze …. en daarom goed geheel te lezen (MET hun “inleidingen”: De Linkse Stroming, Kinderziekte van het Communisme (Lenin), Kritiek op het programma van Gotha (Marx) en ook van Marx, Inleiding van Bijdrage in de Kritiek op de Politieke Economie (in zijn geheel te lezen om de context van het vaak gekozen citaat hieruit te vatten),
Nu hoort een lezing van die “
Inleiding ….” deel uit te maken van een lezing van het betreffende werk “Bijdrage tot Kritiek op de Politieke Economie” Daar dit werk eigenlijk een “voorstudie” was van Het Kapitaal, is het wellicht beter om Het Kapitaal te lezen en dan bedoel ik vooral Deel 1)
Maar als een lezing/studie van
Het Kapitaal Deel 1 (nog) teveel is, dan is een lezing/studie van Loonarbeid en Kapitaal (Marx) ook goed. Maar dan wel de editie van na dood Marx met voorwoord van Engels waarin o.a. een uitleg over de essentie van de meerwaardetheorie.
Ook als men
Het Kapitaal Deel 1 (nog) niet geheel gelezen zou hebben is het goed ( ivm het verwerven proletarische wereldopvatting) toch in ieder geval UIT dit boek, hoofdstuk 24 “De zogenaamde oorspronkelijke accumulatie” te lezen …..
Al deze boven vermelde teksten kan men “downloaden” van “marxists.org”

1 Kritiek op het Gotha-programma

2 De Staat en de Revolutie, werk, vol. 25.

3 De proletarische revolutie en de renegaat Kautsky, werk, vol. 28.

4 Groet aan de Hongaarse arbeiders, werk, vol. 29.

5 Plan van de brochure: De belasting in natura», werk, vol. 32.

6 De economische inhoud van het popularisme», werk, vol. 1.

7 Het programma voor de opbouw van het communisme, redactie-artikel van de Pravda, 18 augustus 1961.

8 Omzendbrief van Marx en Engels aan A. Bebel, W. Liebknecht, W. Bracke, e. a., 17-18 september 1879.

9Conclusion - OBJECTIVE LAWS OF SOCIALIST ECONOMIC DEVELOPMENT” , out of“China's socialist economy”. First Edition 1981 Revised Edition 1986 ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China. Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong. Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China

10Conclusion - OBJECTIVE LAWS OF SOCIALIST ECONOMIC DEVELOPMENT” , out of“China's socialist economy”. First Edition 1981 Revised Edition 1986 ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China. Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong. Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China

11 Karl Marx. Capital. FLPH. Moscow. 1958, Vol. I, p. 10.

12Conclusion - OBJECTIVE LAWS OF SOCIALIST ECONOMIC DEVELOPMENT” , out of“China's socialist economy”. First Edition 1981 Revised Edition 1986 ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China. Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong. Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China

13Conclusion - OBJECTIVE LAWS OF SOCIALIST ECONOMIC DEVELOPMENT” , out of“China's socialist economy”. First Edition 1981 Revised Edition 1986 ISBN-083SI-1592.5 (Hard Cover) ISBN-098351.1703.0 (Paperback) Copyright 1986 by Foreign Languages Press Published by the Foreign Languages Press, 24 Baiwanzhuang Road, Bering, China. Printed by the L. Rex Offset Printing Co. Ltd. Man Hing Industrial Godown Bldg., 14/F. No.4, Yip Fat St., Wong Chuk Hang, Hong Kong. Distributed by China International Book Trading Corporation (Guoji Shudian), P. 0. Box 399. Beijing, China

14https://www.marxists.org/reference/archive/stalin/works/1951/economic-problems/ch02.htm, Joseph Stalin in "Economic Problems of the USSR", 1951,  Foreign Languages Press, Peking: 1972 (First Edition), Online Version: Joseph Stalin. Reference Archive, July 2005. Transcription: Hari Kumar for Alliance-ML, HTML: Mike B. for MIA, 2005, Public Domain: Marxists Internet Archive (2005).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten