VOORAFGAAND:
Revisionisme is voor mij (en voor communisten in het algemeen) de
ontwikkeling van een (kapitalisme beschermende) BURGERLIJKE ideologie
geformuleerd in marxistisch-KLINKENDE frasen, BINNEN een op revolutie
geroriënteerde COMMUNISTISCHE partij. De mogelijkheid om binnen
een communistische partij een revisionistische ideologie of politieke
lijn te doen ontwikkelen wordt “vergemakkelijkt” als de
partijkaders en of -leden sterk onderhevig zijn vormen van
OPPORTUNISTISME zoals bijvoorbeeld bij de PVDA: het dogmatisme.
Het
revisionistisch ondermijningswerk in de PVDA heeft zich versterkt in
de periode 1999-2004 en heeft geleid tot het “algemeen (doen)
aanvaarden” door de meerderheid van kaders en leden van een
sociaal-democratische partijlijn, partijopvatting en
organisatie-principes. De algemene bevestiging is dan gebeurd op
het 8e congres in 2008.
De
revisionistische “coup” in 2004 (zoals ik die noem) is gebeurd op
basis van een “verwerking” van wat men het “verkiezingsdebacle
van Resist” noemde. De hele “coup” kan als gedocumenteerd
worden beschouwd door de brochure “Bijdragen aan de strijd
tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen secretaris -
discussieteksten”1
waarvan ik de belangrijkste artikels op “PVDA-brochure over de“vroegere” alg.secr., 2004 ” heb geplaatst. Ahv de ideologische en politieke “evolutie” van de
standpunten en analyses van Kris Hertogen en Jo
Cottenier ( gebruikt als concreet voorbeeld) krijgt men een
idee hoe dit is kunnen gebeuren bij, van oorsprong klassebewuste,
ideologisch op revolutie gerichte communistische kaders. Ook is goed
te bestuderen hoe een BEWUST BURGERLIJK (geworden of altijd geweest)
kader IN een communistische organisatie zijn revisionisme weet te
doen accepteren.(Hier gebruik ik Boudewijn Deckers als
concreet voorbeeld....)
In 31-07-16 Strategie van burgerlijke elementen IN een CP: 'algemeen heersend dogmatisme gebruiken om antirevolutionaire lijn op te kunnen leggen'
schrijf
ik:
We
zullen zien dat Kris Hertogen en Jo Cottenier allereerst (nog) vanuit
- ideologisch gezien - revolutionair (of noem het
“proletarisch”)standpunt een kritisch bilan maken vooral over de
tot standkoming van Resist en niet zozeer over de
rol van Resist in het VERLIES van stemmen. Ook maken zij in feite
allereerst een ZELFkritiek en wordt NRR (nog) nergens zelf
vernoemd, laat staan overladen met alle zonden van Egypte. Ik zal ook
nog aantonen (in een latere analyse van hun teksten) dat reeds dan al
een zekere dogmatische blindheid hun parten speelt.... (...)
Met
een door mij bij hen vermelde “dogmatische kortzichtigheid“,
koppelen ze de “foute oriëntatie” van Resist aan
de Resolutie van 10 augustus 2002. De nieuw aangestelde leiding
(aangesteld door de “commissie”) die dan ook nog Boudewijn
Deckers aanstelt om het hele zaakje te leiden én hem
aanstelt als “plaatsvervangend” algemeen secretaris, wijt dan ook
de “foute oriëntatie” van Resist én de Resolutie
van 10 augustus 2002 eenzijdig ..... aan Nadine Rosa-Rosso.
NIEMAND
in de partij ziet dat de hele politieke lijn van “één
centrale campagne tegen de oorlog die alle andere campagnes vervangt
(en dan vooral de mobilisatie van de werkers op revolutie moet
“vervangen”) .... het werk is van ....Boudewijn Deckers.
Ik
vermeld dat ik dat wil doen op basis van een analyse van de volgende
teksten:
Strategische
taken, opvatting over het front en de lijst Resist
(Amendement
op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist Kris Hertogen 17-12-03
De
lijst Resist en het werk in de arbeidersklasse
(Amendement
bij de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist) Kris Hertogen
17-12-03
De
Resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front Jo Cottenier
25-02-04
In
"Bijdrage
aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen
secretaris – Discussieteksten". PVDA-uitgaven, juni 2004, M.
Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel” (waarvan
de belangrijkste teksten hier
te lezen zijn.)
De
teksten van Kris Hertogen en Jo Cottenier refereren uiteindelijk naar
de documenten van het 7e PVDA congres in 2002.
Strategische taken,
opvatting over het front en de lijn Resist (Amendement op de
(ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist – 17 december – Kris
Hertogen
Wij
hebben de campagne eenzijdig op het thema van de oorlog gericht. Dit
feit moet verbonden worden met de Resolutie van het CC van 10
augustus 2002. Het platform van Resist bijv. (behalve het artikel 4
dat door onze partners is gewild), is voor wat de inhoud betreft en
trouwe toepassing van deze resolutie. De sociale en democratische
eisen worden ondergeschikt en ook geïntegreerd in het kader van
de strijd tegen de oorlog. Dat is het perspectief dat gegeven wordt
in de Resolutie van 10 augustus 2002. Toentertijd hebben wij trouwens
de idee bekampt van een “campagne tegen de oorlog” naast andere
campagnes. Het ging om een strategische heroriëntatie die op
heel het werk sloeg. In punt 33 van deze resolutie wordt
gespecificeerd: “De verkiezingsstrijd moet bijdragen tot de
oprichting en de ontwikkeling van een revolutionair front tegen de
oorlog, onder leiding van de communisten.” Zo werd Resist
geboren.(...)
(E)r
zijn minstens twee grote tegenstellingen die Europa en de wereld
doorkruisen (zonder de tegenstellingen) tussen de imperialistische
blokken mee te rekenen). We hebben ze tijdens ons Zevende Congres
besproken. Elke discussie leidde tot een luik met strategische taken.
Dat is wat wij op 10 augustus 2002 hebben gedaan. Maar we hebben één
luik geschrapt en beslist de revolutie in Europa uit te stellen tot
na de oorlog(en). Wij hebben de besluiten van ons Zevende Congres dus
niet gerespecteerd, want daarin werden ons twee strategische taken of
veeleer luiken van taken op twee terreinen toevertrouwd.
De
resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front2
– 25 februari 2004 – Jo Cottenier
(...)
Sinds
het Zevende congres hebben we de neiging gehad slechts oog te hebben
voor de tweede taak die het Congres bepaalde, namelijk de strijd
tegen de oorlog. De oorlog tegen Irak, die op uitbreken stond, heeft
zeker in die richting geduwd; We citeren uit het Activiteitenrapport
van het Centraal Comité voorgelegd op de zitting van het
Centraal Comité van 11 december 2002: “het oude Politiek
Bureau heeft beslist zich twee keer terug te trekken in conclaaf
gedurende meerdere dagen in april en mei, op opnieuw alle thesissen
van het Zevende Congres te bestuderen en er alle praktische
conclusies uit te trekken. Tegelijkertijd besliste het Politiek
Bureau om zijn werkzaamheden te revolutionariseren en te
internationaliseren. Daarom besliste het een van zijn leden mee te
sturen naar Irak met de missie van de vredesinspecteurs in april
2002. Het doel bestond erin een strategische oriëntatie voor
te leggen aan het nieuwe Centraal Comité.” (Deze laatste
zin was in de tekst in vetjes gezet.)
Niemand
betwist dat men een grootscheepse campagne moest voeren tegen deze
oorlog en daarbij het imperialistische en fascistische karakter van
de Amerikaanse politiek diende aan te tonen.
Maar
de stellingen van het Zevende Congres zijn vervormd geworden om af te
glijden naar een concept “van één enkele en centrale
campagne tegen de oorlog”, en later naar een “strategisch front
tegen de oorlog”. De Resolutie van 10 augustus 2002 is daar het
eindresultaat van.
Mijn
buitenzetting uit de PVDA was (niet alleen, maar ...) OOK verbonden
met het Zevende Congres
Het
7e Congres (gehouden in 2001 en waarvan de dokumenten in maart 2002
werden uitgegeven) heeft ook een zekere rol gespeeld bij mijn
uitwijzing UIT de PVDA (in 2005)
Van:
SL Leuven (ergens tussen 16 en 23 april 05, NICO)
Betreft:
sanctie tov Nico Oldenhof
Van
oplosbare meningsverschillen naar antagonistische tegenstellingen.
Van kritiek naar openlijk aanvallen.
Schorsing
van N uit de partij op basis van het overtreden va n punten
1-5-33-34-35- 36 uit de statuten (uitgave Mei 2003).
(...)
N schrijft talloze kritiekrapporten sinds 2001. In die rapporten zit
een evolutie. De inhoud van de rapporten evolueert van
ogenschijnlijke bezorgdheid voor de partij naar openlijke kritieken
en aanvallen op de partijlijn en de leiding van de partij. Dit gaat
samen met oproepen 'om zijn verantwoordelijkheid op te nemen'. N
verwijt telkens opnieuw dat er geen antwoorden komen op zijn
rapporten.
In
welke situatie zaten we in die periode? N formuleerde die
kritieken, schreef zijn rapporten toen de partij haar 7e congres
hield. Of m.a.w , terwijl alle partijkaders, tussenkaders en
militanten naast hun gewone praktijk volop de discussies voerden in
het kader van het 7e congres, eist N de aandacht op en eist dat
discussie zou gevoerd worden en antwoord zou komen op ZIJN teksten. N
zelf is op zijn eenheid niet als afgevaardigde weerhouden voor dat 7e
congres.
OPM: het volledige verslag van SL(Streekleiding) geef ik weer in 19-03-16 18 MAART, in 1871 .... de oprichting van de Parijse Commune; in 2005 .... mijn uitsluiting uit de Partij van de Arbeid van België
Op
27 oktober 2003 wordt er een “kritiekrapport” op mij gemaakt. Dat
zou al mijn voorgaande ingediende rapporten bespreken en behandelen
(men refereert naar “76 bladzijden aan rapporten” Het rapport is
opgesteld door een basis-militant War Claes, hierbij “geholpen”
door streekkader Wout Lootens en “geïnspireerd” door
provinciaal kader Nicole Jublou Volgens mij, nu méér
wetend, (en ondanks de verwijzing naar Nadine Rosa-Rosso in het
rapport) is er ideologische en politieke “invloed” merkbaar
van de (blijkbaar al langer bestaande) “fractie Boudewijn Deckers”
– waarin ook reeds Peter Mertens toe behoorde . De N. ben ik, Nico,
natuurlijk!
Een
bespreking van dit “kritiekrapport” deed ik reeds (voor een deel,
eigenlijk voor wat betreft één punt uit het rapport) in
een reeks artikels op pagina “2004: Revionistische “coup” in PVDA”
Hier
een stuk(je) waar duidelijk gereffereerd wordt naar het 7e congres(2002)
...:
Hoe
de rapporten van N analyseren: herwerkte tekst na discussie op
poolleiding L(euven) War 27/10/03 (vervangt ontwerp van 5/10 dat
vooral in pt 2 is aangepast)
(...)
Vooral
na 11/9/01 heeft de partij nochtans niet stilgezeten om de nieuwe
ontwikkelingen in de wereld te analyseren. Zie oa de artikels in
Solidair na 11/9 , de 1 meitoespraak van 2002,
de Stellingen over de globalisering en Marxistische
Studies nrs 59, 60, 62... in MS nr 59 oa analyseert Thomas
Gounet (waar N nog mee samenwerkte....!) de economische basis van de
veranderingen in de wereld: "De uitbuiting van de werkers vormt
de kern van de recessie...zien de loontrekkers hun koopkracht
voorldurend inkrimpen...Dat leidt tot overproductie..."(p 17)
,"De meerderheid van de derdewereldlanden is sedert 1980
verarmd...leven bijna 2,8 mld mensen met minder dan 2 dollar per
dag..."(p.22) "Door de overwinning van de contrarevolutie
(op socialistische kamp) ...versnelt het proces.... er staan
belangrijke omwentelingen voor de deur."(p 34). Maar over deze
nieuwe analyses schrijft N: "...
meen ik zaken waar te nemen die ik niet anders kan katalogeren als
onder 'revisionisme' ...Als ik een titel moet vinden voor een
eventuele campagne tegen wat ik zie als revisionisme... dan kan ik
niets beter vinden als 'De strijd voor Loon' ...Als men binnen de
partij niet echt zich realiseert wat de ontwikkeling en de
samenstelling van het loon is..., geen beeld heeft van de
stelselmatige afbraak van dat loon... Hierin liggen volgens mij
elementen van revisionistische tendenzen... "(25/2/02)
(p11). Op datzelfde ogenblik verklaart Bush in zijn State of the
Union de oorlog aan de volkeren , op datzelfde moment wordt het
proces gemaakt van het strijdsyndikalisme in het proces Clabecq,
staat het faillissement van Sabena voor de deur...Men zou wel denken
dat de rapporten van N van een andere planeet komen! Het is alsof N
die nieuwe veranderingen in de wereld niet wil zien en zich verstopt
achter een 'strijd voor loon*. Bovendien vergeet hij dat na de dood
van Marx het kapitalisme geëvolueerd is naar het stadium van het
imperialisme: dank zij de superwinsten op kap van de 3e wereld kon
het kapitalisme hier de arbeiders inderdaad enkele kruimels
toestoppen, die nu weer afgepakt worden..
In
een rapport van 7/12/02 trekt N uit het feit dat "er
geen lijn is" dat "we
zelf een lijn uitwerken voor een gemeentelijke cel"...
(p.51). Welke lijn zal hij uitwerken? Dat wordt dan blijkbaar "de
huisvesting". Gegevens van eventuele enketes hierover zijn
onvindbaar in de rapporten. Waarom hecht N zoveel belang aan
huisvesting en "strijd voor loon"? Waarom maakt N telkens
een tegenstelling tussen enerzijds het 7e Kongres en anderzijds "een
specifiek bilan van L" waarvan volgens hem moet van worden
vertrokken? Op p.18 stelt N "eigenlijk
kun je de hele federalisering van België, de uitbouw van Europa,
de globalisering zien als 1 grote aanval op het loon". En
in zijn rapport van 7/12/02 (p 52): "door
bovengeschetste werking zullen de mensen vatbaarder zijn vooronze
actuele ordewoorden voor directe actie tegen de oorlog..." De
mensen zouden niet vatbaar zijn voor politieke ordewoorden en dus
moeten we eerst een omweg maken langs economische eisen? Het
noodzakelijk buigen voor de economische eisen, dat is het precies wat
Lenin economisme noernt! Snapt N wel dat de manier waarop hij "strijd
voor loon " en "huisvesting" stelt hem juist in deze
richting duwt?
(....)
4.3."lk
vind het 7e congres geen programma voor een kommunistische partij"
(3 Stellingen). Deze zin staat zonder verdere uitleg in zijn tekst "3
Stellingen van mij". De kwestie is nochtans essentieel en het
kan niet dat zo iets slechts in een zijdelingse opmerking wordt
afgehandeld. Meer nog: al zijn kritiek op organisatorische kwesties,
gebrek aan leiding enz , blijken in de eerste plaats een andere
lading dekken. In feite is hij niet akkoord met het 7e kongres en met
de lijn die de partij uitwerkt als antwoord op de veranderingen in de
wereldsituatie! Een eerste besluit moet dan ook zijn dat N deze
kritieken duidelijk uitwerkt, zoniet doet hij zelf wat hij zegt van M
namelijk intrigeren. Besluit. We vinden dat aan een discussie met N 3
concrete besluiten moeten verbonden zijn willen we vooruitgang kunnen
maken:
- N maakt een rapport met welke stellingen van het 7e kongres en van Impact hij precies niet akkoord is en waarom.
- Een concrete zelfkritiek over zijn weigering om mee te werken aan de laatste kiescampagne en over zijn houding van tendensrecht
- Een konkreet rapport over Lecoto: nu onthoudt hij de partij eigenlijk essentiële elementen om over de relatie Lecoto - Stop USA in L een konkreet bilan te maken.
OPM.
De citaten die men van mij aanhaald (uit bepaalde rapporten heb ik
hier in 't geel weergegeven.
In de overeenkomstige rapporten van mij heb ik dezelfde citaten OOK
in't geel gekleurd. Zo kan
de intelligente lezer ZELF nagaan in hoeverre mijn kritiek tav War
Claes/Wout Lootens/Nicole Jublou klopt:”Op een BEWUST
manipulatieve manier worden CITATEN uit hun context gehaald, waardoor
ze gebruikt kunnen worden om de beschuldiging die men wil uiten 'te
bewijzen''“.
Op
andere plaatsen ben ik al ingegaan op bepaalde kritieken op mij en
hoe men die formuleert aan de hand van uitgezochte CITATEN uit
rapporten van mij, aangevuld met insinuaties en vooringenomen
standpunten en vanuit een (politiek) stompzinnig kritiekloos
suivisme, maar hier wil in alleen ingaan op wat het 7e congres
betreft.
"lk
vind het 7e kongres geen programma voor een kommunistische partij"
(3 Stellingen). Deze zin staat zonder verdere uitleg in zijn tekst "3
Stellingen van mij".
Op
vraag van Wout Lootens en Jos Hennes, die wilden op een
celvergadering (van de eenheid waarvan ik celleider was) “de
belangrijjkste tegenstellingen” bespreken die bestonden tussen de
eenheid die ik leidde en de “streekleiding” én
“provinciale leiding” had ik een KORTE tekst met een drietal
(bondig geformuleerde) “belangrijkste tegenstellingen”. Zo zou
die celvergadering efficient kunnen verlopen, zonder dat AL de
problemen zouden worden besproken......
Die
tekst was “3 stellingen van mij”
Hoewel
het “kritiekrapport” pretendeert al “mijn rapporten” in één
keer “te bespreken” wordt er NERGENS iets gezegd van mijn belangrijkste kritiekrapport OVER het Zevende Congres en op basis VAN
de congresdocumenten. Dit rapport geef ik hier onverkort weer 'strijd tussen 2 lijnen 1 congres 7 3juni2003' (ook
al zal ik op bepaalde punten wellicht NU andere opvattingen op na
houden....) Hiermee was aan punt 1 dus AL LANG voldaan....maar op
“een discussie waaraan concrete besluiten moeten verbonden
worden” hierover wacht ik nog altijd!
In
de “verantwoording” voor mijn “uitdrijving” staat “N
formuleerde die kritieken, schreef zijn rapporten toen de partij haar
7e congres hield. Of m.a.w , terwijl alle partijkaders, tussenkaders
en militanten naast hun gewone praktijk volop de discussies voerden
in het kader van het 7e congres, eist N de aandacht op en eist dat
discussie zou gevoerd worden en antwoord zou komen op ZIJN teksten. N
zelf is op zijn eenheid niet als afgevaardigde weerhouden voor dat 7e
congres.”
Ten
eerste schreef ik de meeste rapporten LANG voor het 7e congres
gehouden werd. (OPM.:Door de "volgens de statutaire regels" verstuurde rapporten NIET te beantwoorden overtraden de respectievelijke kaders ZELF de regels van democratisch centralisme....)
Ten
tweede was ik AUTOMATISCH afgevaardigde (omdat ik CELLEIDER was) Het
was het leidend orgaan waarin ik zetelde als celleider van een
basiseenheid (Dat was “mijn eenheid”!) en met name Nicole Jublou
die mij als afgevaardigde niet wilde weerhouden. (van overtreding van
de statutaire regels van democratisch centralisme gesproken...!)
OPM:
in de
“Mededeling
van het Centraal Comite van 22 januari 2001
Bijeenroeping
van het zevende
Congres van de
Partij van de
Arbeid van Belgie”
staat zelfs nog
expliciet:
“Het
Centraal Comite vraagt aan alle basiseenheden van de partij om de
procedure te beginnen om hun afgevaardigden voor het zevende Congres
te verkiezen. Richtlijnen voor deze procedure zullen worden
meegedeeld begin maart. Het Centraal Comite vraagt aan alle eenheden
om dit punt in de maand maart en/of april op hun dagorde te zetten.”3
Het
antistatutair karakter van het optreden van Nicole Jublou werd
impliciet bevestigd omdat men mij (omdat ik wellicht als CELLEIDER reeds
“automatisch” voorkwam op de lijst van afgevaardigden) “te
amenderen voorstellen van congresteksten” opstuurde.
Ter
illustratie hiervan enkele opeenvolgende nota's ( in één
document: Aan C buro en Nat van 16 nov 2002 tem 13dec) die ik hierover doorstuurde (OPM: deze nota's zijn NIET opgenomen
door War Claes/Wout Lootens/Nicole Jublou, in de “stapel rapporten”
die “in
één keer beantwoord”
zouden worden...)
De
indruk bij mij (ik kan dit niet zwart op wit bewijzen, maar heb toch
sterke aanwijzingen) is, dat er reeds een revisionistische fractie
bestond (“onzichtbaar” voor de rest van de partij, door het
algemeen heersend dogmatisme bij de rest van de partij die (toen) weliswaar
- nog steeds – een revolutionaire wereldopvatting had)
Nicole
Jublou “adviseerde” mij om afstand te doen van mijn
“automatisch” (want celleider) afgevaardigde-zijn en een
N3-lid (of enkele N3-leden) te laten gaan: “dan konden ze eens
ervaren hoe de democratie in de partij werd georganiseerd”.
N3-leden werden later dus de “statutair” raadgevende leden. Welnu
als dit de gangbare procedure was om afgevaardigden naar het
(Zevende) Congres te sturen (en anderen te WEERHOUDEN op hun recht
afgevaardigde te zijn), dan wilde men een (te manipuleren)
“meerderheid” scheppen, volgens mij.
Tenslotte
schreef ik dus rapporten nav komende 7e congres TEGELIJK met
rapporten die VAN MIJ VERWACHT werden: bv het “geciteerde”
rapport ' een
rapport van 7/12/02 ',
dat dus gaat over mijn rapport 'celplan'van 7 december 2002. Welnu in de aanhef van dat rapport staat het al.....(zie in
italic/fat)::
Aan:
Nicole Jublou (prov.lei.) (copie Nadine – nat.lei.) 7 dec.
2002
Van:
Nico Betreft: Het door de Provinciale Leiding gevraagd
celstandpunt over: De band tussen de uitbouw van een
revolutionaire oorlogsbeweging, de uitbouw van de jongerenwerking en
het eigen celwerk.In feite het celplan voor het
komend jaar. Deze text is dus besproken op de cel en
goedgekeurd. Dus graag een reactie van een leidend
nivo dat basiscellen leidt.
Dat
laatste is dan zeker de aanleiding geweest voor de geformuleeerde
bechuldiging: ” eist N de aandacht op en eist dat discussie zou
gevoerd worden en antwoord zou komen op ZIJN teksten”
Vervolgens
verscheen de congrestekst van het 7e congres in een brochure die ik
hier dan
weergeef.
OP
deze congrestekst schreef ik dus zoals hierboven reeds vermeld mijn
rapport strijd tussen 2 lijnen 1 congres 7 3juni2003'
(dat OOK nooit beantwoord werd, Ook niet in het rapport dat “in
één keer op alle rapporten zou antwoorden”)
Over
de in het “kritiekrapport” aangehaalde en “geciteeerde”
rapporten van mij:
"(25/2/02)
(p11)
gaat over mijn rapport 'LOON_0'van 25 februari 2002
met daarin in 't geel
de citaten die War Claes/Wout Lootens/NicoleJublou aanhalen in het
door hen opgestlde “kritiekrapport en in t blauw
de centrale stellingen in dat rapport WAAR UITEINDELIJK
NIET OP WORDT INGEGAAN:
(Ik
bedoel dat het geheel van richtlijnen vanuit Europa en de
“regeringsmaatregelen” die in de opeenvolgende regeringen (in
overeenstemming met die Europese richtlijnen) zowel tav het
“zichtbare” loon als de “indirecte” vormen van loon als ook
de “onzichtbare” vormen van loon (in privatiseringen van
overheidsdiensten en overheids”bedrijven” én de daarop
volgende dan weer “noodzakelijke besparingen” in sociale
zekerheid, gezondheidszorg, één strategie is om de
uitbuitingsverhouding te vergroten ....ofwel “het loon” (of de
vergoeding voor de arbeidskracht-aankoop) te verlagen. (en bij
gelijkblijvende product-prijzen, betekent dit: vergroten van de door
de kapitalisten toe te eigenen meerwaarde)
OPM
de in het rapport vermelde figuren zaten in een bijlage en ik heb die nu niet
weergegeven.....
'een
rapport van 7/12/02
gaat over mijn rapport 'celplan'van 7 december 2002
met in 't geel
de in het kritiekrapport aangehaalde citaten.
OPM.
Er wordt als kritiek op mij het citaat aangehaald “ dat "er
geen lijn is" dat "we zelf een lijn uitwerken voor een
gemeentelijke cel"... (p.51). Welke lijn zal hij uitwerken? Dat
wordt dan blijkbaar "de huisvesting". Gegevens van
eventuele enketes hierover zijn onvindbaar in de rapporten.”
Nu
kan men verder in het rapport van mij lezen hoe ik vermeld hoe we de
bestaande bilans, resolutie van 1999 en brochure “Omkeren...”
- zijnde de beschikbare 'partijteksten” - hiervoor zullen gebruiken
en in hoeverre die ons geen antwoord geven. Wij baseren ons dus op de
“enketes” reeds gevoerd door de partij zélf!.... en voor
het punt “huisvesting” hoef men echt geen verdere 'enkete” te
doen als men weet (en dat leerde ons “Omkeren...”) wat het deel van het inkomen
is dat naar “huisvesting” gaat.
Ook
geef ik aan hoe we als eenheid de bestaande richtlijn op dat moment
(De Resolutie van 10 augustus 2002, die in 2003 door Kris Hertogen en Jo Cottenier dus gekritiseerd wordt en die in 2004 geheel aan Nadine Rosa-Rosso verweten wordt) van “één
centrale campagne tegen de oorlog” gestalte menen te kunnen geven.
(en waar ik dus van vraag om erop te reageren) Wat het span War
Claes/Wout Lootens/Nicole Jublou mij dan verwijteen ahv een zéér
beperkend citaat (en het is NIET Nadine Rosa-Rosso die mij dit
verwijt maakte...!):”En in zijn rapport van 7/12/02 (p 52): "door
bovengeschetste werking zullen de mensen vatbaarder zijn vooronze
actuele ordewoorden voor directe actie tegen de oorlog..." De
mensen zouden niet vatbaar zijn voor politieke ordewoorden en dus
moeten we eerst een omweg maken langs economische eisen? Het
noodzakelijk buigen voor de economische eisen, dat is het precies wat
Lenin economisme noernt! Snapt N wel dat de manier waarop hij "strijd
voor loon " en "huisvesting" stelt hem juist in deze
richting duwt?” Met andere woorden: War Claes/Wout
Lootens/Nicole Jublou verwijten mij als zou ik de richtlijn “één
centrale campagne tegen de oorlog” verwerpen en weigeren op te
volgen.( dus de richtlijn die later - in 2004 - “gauchistisch” zal worden
genoemd)
'En
dan is er het rapport '3
stellingen van mij'van
4 juni 2003 met in 't geel
het in het “kritiekrapport” aangehaald citaat. OPM dit rapport
was gewoon een samenvatting van de drie belangrijkste problemen die
de eenheid (die ik leidde) had met de “streekleiding”/”provinciale
leiding” Dus het is dus héél manupilatief,
insinuerend om daar een kritiekrapport op uit te bouwen (en dan nog
op basis van een zéér beperkt CITAAT!)
Nu
kom ik terug (in volgende artikels dan) op wat ik in het begin
aankondigde: de bespreking van de 2 kritiekrapporten van Kris
Hertogen en het rapport van Jo Cottenier.
Eén
opm ivm de rapporten van Kris Hertogen, Jo Cottenier ivm “één
centrale campagne tegen de oorlog”
Volgens
Kris en Jo was de fout van Resist het “centraal stellen van één
(partij)campagne tegen de oorlog” en lag de oorsprong van die
fout in de opstelling van Resolutie van 10 augustus 2002.
Later werd Nadine Rosa-Rosso door de opstellers van de “Resolutie over de voormalige algemeeen secretaris Nadine Rosa-Rosso en de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet - 3 april 2004”, Boudewijn Deckers en Peter Mertens
ervan beschuldigd de opsteller te zijn van die resolutie(die van 10 augustus 2002), en zo ook
van de uitbouw van het initiatief Resist.
Welnu
Boudewijn Deckers werkte het voorstel uit dat geamendeeerd en
gestemd, uiteindelijk het 7e-congresdocument “Thesissen
over globalisering” werd. In het laatste hoofdstukje in die
tekst, “De taken van de communisten in de 21e eeuw”, wordt de PVDA gestuwd (door Boudewijn Deckers en NIET door Nadine
Rosa-Rosso) eenzijdig gericht op de “campagne tegen de
(imperialistische) oorlog” die de (revolutionaire) strijd
tegen imperialisme/kapitalisme VERVANGT. Naast de “campagne
tegen de oorlog” is er een strijd voor HERVORMINGEN (“sociale
rechtvaardigheid en democratie...”) En de strijd voor en
solidariteit met de “bestaande socialistische regimes”
moet de strijd voor socialisme VERVANGEN. ....en klassenstrijd
wordt “volksstrijd” Ook wordt hier duidelijk vermeld dat
het Internationaal Communistisch Seminarie een
initiatief was van de PVDA zélf! (...evenals zijn stopzetting)
Boudewijn Deckers erkend (en het 7e congres bevestigt): "Het
beslissende instrument van de revolutie is de communistische partij" Maar aangezien voor BELGIE de
revolutie niet prioritair is, zijn dus “De taken voor de
opbouw van de Partij van de Arbeid van België (als
communistische partij in BELGIË?)zijn ondergeschikt
aan de taken voor de versterking van de internationale communistische
beweging.
Opdat de Partij in staat
zou zijn ten volle haar verantwoordelijkheid op te nemen in de
komende jaren, moet ze zich van hoog tot laag en over alle sectoren
en generaties heen verenigen rond de definitie van haar taken op
politiek, ideologisch en organisatorisch vlak.
De
eerste taak bestaat erin om diepgaand de communistische balans van de
twintigste eeuw te assimileren en ze breed en offensief te
propageren. Onze fundamentele thesis luidt dat alleen het socialisme
de mensheid kan redden en sociale rechtvaardigheid, democratie,
nationale bevrijding en vrede kan garanderen. Alle burgerlijke
en kleinburgerlijke ideologen van de bourgeoisie, die deelnemen aan
de macht of zich infiltreren in de volksbewegingen, gaan tekeer tegen
deze stelling. Onze deelname aan de
volksstrijd
moet het bewustzijn ontwikkelen over de noodzaak het imperialisme te
vernietigen tot in zijn grondvesten, en het socialisme in te stellen,
en de massa’s praktisch in die richting te oriënteren. Deze
taak gaat samen met een uiterst dringende taak van internationale
solidariteit: met alle middelen de verdediging van de socialistische
landen opnemen en een brede solidariteitsbeweging van de volkeren met
deze landen op gang brengen. Het gaat om de Volksrepubliek China, de
Republiek Cuba, de Democratische Volksrepubliek van Korea, de
Democratische Volksrepubliek van Laos en de Socialistische Republiek
van Vietnam. Gewoonweg het feit dat er vreedzame landen
bestaan die in uiterst moeilijke omstandigheden de socialistische
koers blijven volgen, staat haaks op de nieuwe wereldorde zoals die
gedefinieerd is door het imperialisme. Het imperialisme heeft zijn
strategie van omverwerping van socialistische landen niet opgegeven.
Deze strategie bestaat er vooreerst in het socialisme te isoleren–
door diverse embargo’s en het socialisme van binnenuit
teondermijnen – door er de contrarevolutie in al zijn vormen te
steunen in de maatschappij en in de partij. Het
is onze plicht alle inspanningen te ondersteunen die deze landen en
hun partij doen om zich teweer te stellen tegen deze strategie.
Tezelfdertijd moeten we de massa’s voorbereiden op aggressies,
interventies en zelfs oorlogen vanwege het imperialisme tegen de
socialistische landen, om op elk ogenblik hun verdediging te kunnen
opnemen.
De
tweede taak bestaat erin om een globale strategie van strijd tegen de
imperialistische oorlogen en tegen de voorbereiding van een derde
wereldoorlog te ontwikkelen. Gezien de uiterst snelle
ontwikkeling van veranderingen in de wereldsituatie en hun
complexiteit, moeten de communisten drastisch hun studiewerk opvoeren
en zich veel meer steunen op de gezamenlijke mogelijkheden van de
internationale communistische beweging. Aan het militantisme moet men
dringend een meer uitgewerkte theoretische basis geven en
tegelijkertijd moet het studiewerk zich ernstiger baseren op de
marxistische beginselen. Men moet met meer ernst de strategieën
van de verschillende imperialistische centra, de Verenigde Staten,
Europa en Japan, bestuderen om beter de doelwitten van de
imperialistische oorlogen te voorzien evenals de inzet van de
imperialistische wedijver.
Het
zal bijzonder belangrijk zijn om onze
mogelijke bondgenoten te
kennen in de strijd tegen het imperialisme. Grote landen als Rusland
en India behoren tot de strategische zones in de strijd om
wereldoverheersing. We moeten hun evolutie bestuderen om de rol te
bepalen die zij zullen spelen in de strijd tegen het imperialisme.
Met hetzelfde doel voor ogen bestuderen we de ontwikkeling van
onafhankelijke naties in de derde wereld.(...)
De
strijd tegen de oorlog impliceert eveneens dringende praktische
taken. We moeten de massa’s opvoeden en brede fronten mobiliseren
tegen de militarisering en de algemene fascisering van alle
imperialistische centra, in het zog van het Amerikaans imperialisme.
We moeten bijzondere aandacht besteden aan de arbeidersklasse zodat
ze haar leidinggevende rol in deze fronten kan opnemen en aan de
andere lagen van de werkende klasse in het kader van het syndicaal
werk. In alle lagen van de bevolking dienen we bijzondere aandacht te
besteden aan de jongeren om er speerpunten van te maken in de strijd
tegen de oorlog en voor het socialisme. (....)
Als
partij actief op het Europees continent, is het onze plicht in te
gaan tegen de versterking van het Europees imperialisme en te
strijden voor zijn omverwerping en zijn vervanging door een federatie
van socialistische republieken van Europa. Met dit doel voor ogen
moeten we de leiding nemen van de strijd van de massa’s tegen de
antisociale politiek van de Europese Unie, en een brede beweging
tegen de militarisering en de fascisering van de Europese Unie
opzetten.
Het werk van de
communisten onder de massa’s in de Europese imperialistische
metropolen, en in het bijzonder binnen de huidige Europese Unie, moet
altijd de chauvinistische en nationalistische tradities bekampen die
de erfenis zijn van een zwaar koloniaal verleden. De strijd tegen de
antisociale politiek, tegen de militarisering en tegen het
oorlogsgevaar moet onlosmakelijk verbonden zijn met de strijd voor
nationale bevrijding van de volkeren van de derde wereld. Het
beslissende instrument van de revolutie is de communistische partij.
Het beslissende instrument van de wereldrevolutie is de
internationale communistische beweging. De taken voor de opbouw van
de Partij van de Arbeid van België zijn ondergeschikt aan de
taken voor de versterking van de internationale communistische
beweging.
De internationale
situatie duwt de communisten van de hele wereld naar het aanhalen van
de banden met elkaar, naar het uitwisselen van hun analyses en
standpunten en naar het ontwikkelen van een gezamenlijke praktijk. De
Partij van de Arbeid van België draagt hiertoe bij door sinds 1
mei 1992 jaarlijks een internationaal communistisch seminarie te
organiseren waaraan ongeveer 150 partijen en organisaties uit
Azië, Afrika, Zuid- en Noord-Amerika, Europa en de vroegere
socialistische landen van het Oostblok hebben deelgenomen. (...)
In
overeenstemming met onze geografische situatie verlenen we voorrang
aan de taken voor de versterking van de internationale communistische
beweging in de Europese Unie en in de landen van het vroegere
socialistische kamp. We moeten klaar staan om in te gaan op
elke vraag om hulp vanwege communisten die, waar ook ter wereld,
strijden voor de heropbouw van de internationale communistische
beweging.
Deze
analyse wordt hernomen en verder uitgewerkt door Boudewijn Deckers in
Marxistische Studies no. 60, “Irak: een oorlog om olie en controle over het hele Midden-Oosten - Bush in het spoor van Hitler” Hierin
wordt door BOUDEWIJN DECKERS een strategie voor de PVDA uitstippeld
die de PVDA “één centrale campagne tegen de oorlog”
oplegt..... waarvan men in 2004 (en suivistisch volgen de meeste
kaders en leden de “nieuw aangestelde” leiding van o.a. Boudewijn
Deckers én Peter Mertens hierin) Nadine Rosa-Rosso beschuldigt en mede hierom sanctioneert... Voor de formulering van “de
beschuldiging” van Nadine Rosa-Rosso én de uiteindelijke
sanctionering is....BOUDEWIJN DECKERS (aangesteld als voorzitter van
de “crisis-commissie” en later aangesteld als plaatsvervangend
algemeen secretaris) dan ook weer verantwoordelijk .....en kaders zoals Kris Hertogen en Jo
Cottenier hebben dit niet opgemerkt.
1PVDA-uitgaven
juni 2004, M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel
2 (Noot van redactie van brochure): "Een
eerste ontwerp van deze tekst werd gerealiseerd op 9 augustus 2003
en voorgesteld op het Frontbureau op 14 augustus 2003, dus precies
één jaar na de Resolutie van 10 augustus 2002. De
fundamentele kritiek op de Resolutie van 10 augustus 2002 werd het
kader van de discussie over de balans van Resist door de
verantwoordelijke voor het Frontbureau ingebracht op het Politiek
Bureau van 20 augustus 2003. De stelling luidde dat er een
duidelijke band was tussen het unilateralisme van de Resolutie van
10 augustus 2002 en het initiatief tot het verkiezingsfront Resist.
De kritiek werd categoriek verworpen door Nadine Rosa-Rosso, de
vroegere algemeen secretaris. De tekst werd verschillende keren
herwerkt en aangevuld door uittreksels uit rapporten ingediend bij
het opmaken van de balans van de verkiezingen. De tekst werd voor
het eerst besproken op het Politiek Bureau van 25 februari 2004".
3Integraal
HIER
(https://drive.google.com/file/d/0BxxjZ5SsLXstNEsyYldCRHNxZ28/view?usp=sharing)
te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten