Voorafgaand:
ALLE “beschuldigingen” aan op met naam genoemde personen slaan op
ideologische en politieke opvattingen en kunnen (voorzover ik dat
HIER niet doe) concreet gedocumenteerd worden. In sommige gevallen
zal dit nog ACHTERAF uitgebreid worden gedaan, wees gerust.
(Voorlopig kan de lezer hier doorklikken naar een overzicht van reeds gemaakte artikels
waarin een reeks argumenten reeds zijn opgenomen)
In
heel de controverse tussen de “nieuwe” leiding van de PVDA vanaf
2004 en de (voormalig...dus vóór 2004) algemeen
secretaris Nadine Rosa-Rosso neem ik geen standpunt in voor of tegen
de “beschuldigingen” aan het adres van Nadine Rosa-Rosso. (ik
ontmasker wél de dubbelzinnigheid en schijnheiligheid vàn
die “beschuldigingen”. Ik kan wel zeggen dat bij ALLES waar men
Nadine Rosa-Rosso van “beschuldigde” er sprake is van collectieve
schuld van héél de leiding van de PVDA aan identiek of
gelijkaardige feiten als waar men NRR van beschuldigde. Ook zijn
bepaalde “ideologische en politieke fouten” die men NRR
aanwrijft, IN FEITE de verantwoordelijkheid (geweest) van ANDERE
kaders dan NRR zelf. Wel is het zo dat, aangezien ik stelling neem
TEGEN de politieke en ideologische lijn die zich uiteindelijk
ontwikkelde IN de PVDA (sinds pakweg 1999), ik, naargelang die
OVEREENKOMT met de oorspronkelijke opvattingen die heersten onder de
leiding van toenmalig algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, wellicht
aantoonbaar indirect ook stelling neem tegen opvattingen van
haar.....
Tot
wat (dogmatisch geïnspireerd) suivistisch activisme leiden
kan....
Ik
had talrijke rapporten (sinds 1995....zal nog gedocumenteerd worden)
geschreven over de noodzaak van het uitwerken van een concrete
revolutionaire strategie (concreet "geargumenteerd" voor de
werking van communisten "op de vloer" per sector) aan de
militanten die werkzaam waren in de bedrijven (en de
vakbondswerking). Ik heb daar nooit echt antwoord op gekregen, niet
van Nadine, maar ook niet van "hogere" leidingsniveaus
(provinciaal Nicole Jublou en Wout Lootens, nationaal kader
arbeiderswerking Kris Hertogen, ....; “soms” - maar dan vooral en
alleen wat betreft economische analyse - van Jo Cottenier).
Wout
Lootens, Wim Kenis, War Claes, Mieke Van Overveld, Bea Knaepen en Jos
Hennes veroordeelden mijn standpunten uiteindelijk als
"economistisch" en ingaand TEGEN de "eengemaakte
campagne tegen de oorlog". Nadine Rosa-Rosso heeft mij DAT
verwijt nooit gemaakt.(Nu, zij gaf ook geen antwoord op mijn
rapporten...)
Maar
Nadine werd dan verweten, vanaf december 2004..: " NRR heeft
een aantal defaitistische standpunten ontwikkeld over de mogelijkheid
om nog greep te
krijgen
op de arbeidersklasse in de grote bedrijven".... Maar ik heb
NOOIT een excuus of zelfkritiek “met terugwerkende kracht naar VOOR
2004” voor het “defaitisme” dat bovengenoemde kaders dan wel
ontwikkelden (door het NIET beantwoorden van mijn rapporten)
INTEGENDEEL mijn (voor de “val” van NRR) veroordeelde standpunten
die (na de “val” van NRR) OVEREENKWAMEN met bepaalde analyses van
de “nieuwe” leiding bleven gewoon gehandhaafd in mijn
“beoordelings-verantwoording” voor mijn uitsluiting.
Vanaf
december 2004 wordt NRR verweten: "De politieke
verantwoording voor de reorganisatie van 2002-2003 stoelde op de
eclectische verabsolutering van de idee “België als één
kleine provincie van Europa”. De realiteit dat Europa
politiek en staatkundig nog steeds “in wording” is, werd
genegeerd. (...) De reorganisatie van de partij heeft voor alles
geleid naar de afschaffing van de provinciale structuren en daardoor
de nationale leiding (verder) afgesneden van de basis. Het
bureaucratisme in de leiding werd versterkt, waarop Partij van de
revolutie nochtans al uitvoering kritiek maakte. Een essentiële
schakel voor de correcte functionering van het democratisch
centralisme werd geliquideerd. De foutieve beslissingen in verband
met Resist zijn onder andere hierdoor gemakkelijker gepasseerd. Deze
reorganisatie was niet gegrond op een materialistisch en dialectisch
onderzoek naar de reêle noden van de basiseenheden."
MIJ
werd verweten, met name door Wout Lootens, Bea Knaepen dat ik vragen
had rond de (dus DIEZELFDE als de LATER veroordeelde) "reorganisatie"
en dat ik een antwoord op hun vraag tot toetreden tot "nieuwe
organisatie-niveaus" (zoals de "Pools") wilde
laten afhangen van een correcte verantwoording voor die
"reorganisatie".
Wout
Lootens en Bea Knaepen hebben NOOIT laten weten dat IN FEITE mijn
bedenkingen rond de « reorganisatie » waar zij
bij mij mee afkwamen in feite na 2004 zijn BEVESTIGD geworden. Ook DIE
“beschuldiging” (die later blijkt een CORRECT standpunt te zijn –
volgens de “nieuwe” leiding toch...) BLIJFT gewoon in de
“beoordelings-verantwoording staan” voor mijn uittsluiting.
Mijn
protest tegen de "inschakeling in de
Resist/Maria-verkiezingscampagne", waarrond de door miij
geleidde eenheid volgens de "oude organisatie-struktuur"
een rapport had opgesteld over de volgens ons (mijzelf en mijn
celleden) "foute beslissingen in verband met Resist"
dat door een "incorrecte functionering van het democratisch
centralisme" NOOIT beantwoord geweest is (NIET door Nicole
Jublou, Wout Lootens en Bea Knaepen) werd als "antipartij-houding"
beoordeeld. En dit BLEEF een “anti-partijhouding” in de
uiteindelijke “beoordelings-verantwoording” ...voor mijn
uitsluiting.
Als
nu op begin 2004 een AMV wordt georganiseerd over een voorgestelde
Resolutie (van 30 december 2003 - Ik heb daarvan geen copie meer,
maar waarvan de inhoud ongeveer overeenkomt met de Resolutie
over de voormalig algemeen secretaris Nadine Rossa-Rosso en de
vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet – 3 april 2004)
schrijf ik daarna volgend rapport (1 februari 2004)..... «Afrekeningof strijd tussen tweelijnen» gericht aan het Politiek Bureau (met copie voor Wim Kenis en War
Claes – Wim Kenis was door Nationale Leiding gestuurd om «mijn
rapporten – die ik al sinds 1995 opstuurde en nooit beantwoord
werden - te 'behandelen')
Ik
kriig hierop volgend antwoord met de mededeling dat BOUDEWIJN
DECKERS mij zal antwoorden: "Le Bureau Politique a
bien reçu votre texte "Standpunten op mededelingen van
het PB op de AMV" daté du 01/02/2004. Ce rapport sera
traité par le département PB. Depuis le 05/02/2004,
Dekers Boudewijn est chargé(e) de vous répondre dans un
délai approprié. La reponse vous sera communiquée
et une copie de cette réponse sera également adressée
au Secrétariat du Bureau Politique.")
In
plaats van een antwoord van Boudewijn Deckers, krijg ik de opmerking
in het verslag ( “Van:
SL Leuven 23 mei 2005 Betreft:
sanctie tov Nico Oldenhof Van
oplosbare meningsverschillen naar antagonistische tegenstellingen.
Van kritieknaar openlijk aanvallen.Schorsing
van N uit de partij op basis van het overtreden va n punten
1-5-33-34-35- 36 uit de statuten
(uitgave Mei 2003)” - lees
hierover
HIER meer -
)
dat ging over de verantwoording voor mijn "uit de partij
zetten", dat
ik (na al mijn kritische rapporten aan de partijleiding) nu ineens
"verzoenend"
zou zijn.
Dus die "negatieve
beoordelingen"
(die later in feite blijken
overeen te komen met het partijstandpunt terzake
waardoor EIGENLIJK Wout Lootens en co NU hadden moeten "erkennen"
dat ZIJ
fout waren - suivistisch tav Nadine of zo... - en ik
IN FEITE JUIST zat)
hadden
moeten vervallen!... en mijn "verzoenend
standpunt"
had BEANTWOORD moeten worden -en wel door Boudewijn Deckers
PERSOONLIJK!
Hoe
kunnen mensen, die ooit zijn toegetreden tot een (toen nog)
communistische organisatie, waarvoor zij een kandidatenciclus
hebben moeten doorlopen....politiek en ideologisch
zo AFSTOMPEN waardoor zij suivistisch-activistisch verdedigen
en uitvoeren wat de leiding (met Nadine Rosa-Rosso) hen opdraagd EN
daarna zonder problemen en zonder zelf-kritiek of zelf-reflectie
HETZELFDE SUIVISME aan de dag leggen, onder een leiding die
de vorige BESTRIJDT?
Welnu,
dit "mechanisme", deze "dynamiek" IS te
ontmaskeren – hetgeen ik dan ook zal doen- door middel van de
dokumenten die de PVDA zélf heeft opgesteld: de brochure
«Bijdragen aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemeen secretaris –Discussieteksten, PVDA- Uitgaven juni 2004».
INTERNE
documenten eerder (door “bestelling” via niveau-3-leden)
bereikbaar voor (eventueel) NIET-leden dan voor partij-militanten
Er
bestond een “intern koeriersysteem” dat ondermeer een “telex”
bezorgde in de bus van ieder partijlid. Omdat ook interne rapporten
zo werden bezorgd had ik (wonend in een appartementsgebouw) gevraagd
om men de “interne post” NIET meer zomaar in de bus zo droppen,
maar persoonlijk overhandigen (ofwel zou ik – als ik dan niiet
thuis zou zijn, de “interne post” wel op een bepaald adres zelf
afhalen. Gevolg: ik kreeg gewoon geen “post” niet meer, ook de
zogenaamde “telex” niet. Mijn vriendin, toen nog niveau-3-lid
(overenkomend met “raadgevend lid”) kreeg nog wél een
“telex”. In het najaar van 2004 zat daar een bon bij waarmee je
“een aantal ex. X 5 euro” kon bestellen, de brochure “Bijdragen
aan de strijd tegen de liquidatielijn van de vroegere algemene
secretaris – discussieteksten” (PVDA-Uitgaven, juni 2004). Dus IN
PRINCIPE INTERNE rapporten die bepaalde INTERNE tegenstellingen
behandelden, kon men zo bestellen! Maar ik kon er alleen maar aan
geraken door mijn vriendin voor mij een ex. te doen bestellen.
OPMERKING:
Er gingen dan in zaaltjes boven cafés, vergaderingen door (in
feite en volgens de “oude” leninistische organisatieprincipes,
INTERNE vergaderingen door (maar volgens de “nieuwe”
organisatieprincipes, “algemene ledenvergaderingen”, dus OVER de
celgrenzen heen) waar kon gediskuteerd worden, en waarbij Boudewijn
Deckers dan antwoord en uitleg kon geven.......Om maar te zeggen hoe
de bezorgdheid over het naleven van het “democratisch centralisme”
en het “beschermen van de partij tegenover politiediensten”
gehanteerd werd.... daar waar Nadine Rosa-Rosso en Luk Vervaet werden
buiten gezet omdat ze juist (volgens de argumentatie in de
betreffende brochure) hiertegen juist gezondigd zouden hebben!
PVDA-brochure
van juni 2004 “Bijdragen aan de strijd tegen de liquidatielijn van
de vroegere algemeen secretaris”1
De
brochure is gericht (zo blijkt uit de “Inleiding”2
geschreven door het Politiek Bureau van de PVDA) aan nieuwe
leden sinds 1999 - de Niveau-3-leden - en sinds het 7e congres de
“raadgevende leden”. Misschien zelfs aan een kring
daarbuiten, nieuwsgierige sympathisanten... Leden/militanten zou het
ook kunnen “overtuigen”... maar dan vooral de “bindende
resoluties”....
Naar
alle waarschijnlijkheid bent u al op de hoogte of hoorde u al iets
over de moeilijke periode die onze partij onlangs doormaakte. (...)
(Die).. heeft (..) te maken met de slechte
verkiezingsresultaten van mei 2003. Naast de PTB-lijst in
Wallonië en de steun aan de lijst MARIA in Brussel, bestond de
campage vooral in onze deelname aan de lijst RESIST, samen met de AEL
(Arabisch-Europese Lig), in Vlaanderen en in Brussel.
In
heel België bleven de verkiezingsresultaten ver onder de
verwachtingen, met een stagnatie. Maar in Antwerpen, ons sterkste
arbeidersbastion, leidde de lijst Resist tot een grote terugval van
meer dan 50% van de “PVDA-stemmen”. De partijleiding kon dit
enkel interpreteren als een strenge
afwijzing van haar verkiezingstactiek. En dus als een mislukking
waarvan de oorzaken ernstig moeten worden onderzocht worden.
Een
andere vaststelling was dat het
initiatief Resist, gelanceerd tegen het overheersende racisme in
België, eigenlijk het tegenovergestelde effect had. In
plaats van de arbeidersklasse te verenigen – Belgen én
migranten – te verenigen, had Resist eigenlijk voor meer
verdeeldheid gezorgd. Nochtans
hadden wij al negatieve ervaringen gehad bij de Belgische en
migrantenwerkers na onze « schok »
-intereventies tijdens de rellen in de volkswijken van Brussel.
Wij hadden daaruit toen besloten
dat we, naast politieke campagnes tegen het racisme via onze steun
aan de petitie Objectief 479.917 bijvoorbeeld, ook de sociale en
politieke problemen van de mensen in handen moesten nemen. Want het
zijn net die problemen die de voedingsbodem vormen voor de
racistische partijen.
Vele
sympathisanten en zelfs leden verweten ons bovendien dat wij dit
resultaat hadden kunnen vermijden als wij maar naar hen hadden
geluisterd.
Deze
en nog andere punten staan in de balans van Resistcampagne,
geschreven door Peter Mertens en goedgekeurd door het Centraal
Comité.
Deze
op laatst genoemde tekst is van 21 maart 2004 en chronologisch
(in de brochure zélf dus) pas de achtste... en ik kom
hier dan ook later op terug. Ik kan wel al zeggen dat in MIJN analyse
van die “crisis van
2003-2004”, die ik in mijn analyse “de
revisionistische coup van 2004” noem, dit bilan (of “balans”)
“gewoon” het vierde bilan is dat vertrekt van het
axioma: “Als 'nederlaag” beoordeelde verkiezingsresultaten
vormen een beoordeling over de GEHELE revolutionair-strategische
werking van de communistische partij”:
- Het verkiezingsbilan uit 1995 door Herwig Lerouge in Marxistische Studies no. 27/1995; Debatten over verkiezingsuitslag PVDA in mei 1995 ...
- De Resolutie van 1999 , bilan van de verkiezingen van 1999
- De Resolutie van juni 2003, opgesteld door Nadine Rosa Rosso en toen “voorlopig” goedgekeurd door het Centraal Comité
- De Resolutie van 21 maart 2004 opgesteld op basis van een verworpen voorstel van Peter Mertens (dat echter na “verbetering” door Boudewijn Deckers toch “goedegekeurd” werd)
Hier
wordt dus omwille van redenen die ik later zal duidelijk maken, door
de auteur(s) van die “Inleiding” - Het
Politiek Bureau - de chronologie doorbroken...
Niet
voor niets staat daarom verder vermeld in de tekst:
“Om
een en ander beter te begrijpen, worden alle gebeurtenissen uit deze
periode chronologisch gesitueerd in de tekst van het Politiek
Bureau: “De chronologie van 11 maanden debat en crisis”.”
Er
wordt gezegd dat “de slechte verkiezingsresultaten
geïnterpreteerd moeten worden als een afwijzing van haar
verkiezingstactieken en dus een mislukking betekent”...en
uiteindelijk wordt “gesuggereerd” dat het felle antiracisme
in de campagne (“gauchisme”) de belangrijkste reden is. En
FEITELIJK wordt er gezegd: een verkiezings “tactiek” er NIET
in mag bestaan dat je je fundamentele programma duidelijk maakt
(Want 'het propageren van revolutie als noodzaak voor fundamentele
verandering' is wellicht nog véél 'gauchistischer'
dan een “fel antiracisme”!!!) maar dat een
“verkiezingstactiek” IN DE EERSTE PLAATS 'méér
stemmen dan bij vroegere verkiezingen' moet opleveren.
(Verkiezings-)“tactiek”
en -“strategie”... het verschil tussen de twee, de
verhouding waarin beide tot elkaar staan, en wanneer men in plaats
van “verkiezings-tactiek” kan spreken van
“verkiezingsstrategie”...hierrond wordt bewust en
omwille van bepaalde redenen door Boudewijn Deckers in zijn tekst
– van 17 april 2004, hij kijgt blijkbaar “het laatste woord” -
“Communisten en
Verkiezingen” een onwarbaar kluwen gemaakt.
Verder
het Politiek Bureau in de “Inleiding”:
In
dagen en weken na de stembusgang, bezorgden velen onder u ons uw
persoonlijke analyse van de slecht verkiezingsresultaten van 2003.
Vaak met de volgende argumenten: “Jullie luisterden niet genoeg
naar de bekommernissen van de mensen”, “heet verkiezingsprogramma
gaf niet weer wat de mensen willen” of “met Resist deden jullie
meer aan provocatie dan aan bewustmaking”.
Deze
reactie waren des te strenger voor de partijleiding, omdat wij
dezelfde opmerkingen al hadden
geformuleerd na onze verkiezingscampagne van juni 1999. De
partij had daar toen uit geleerd dat ze meer rekening moest houden
met de echte bekommernissen van de
mensen, dat ze meer naar hen moest luisteren en de strijd voor hun
eisen in handen moest nemen. Het is trouwens ook daarom dat de partij
beslist heeft haar lidmaatschapvoorwaarden te versoepelen om
veel meer werkers de kans te geven aan te sluiten, wat vertaald werd
in een serieuze uitbreiding van het ledenaantal.
Het
is een goede zaak om op die manier na te denken, want op basis van de
lessen van de verkiezingsnederlaag van 1999 en gesteund door een
brede enquête onder de mensen, behaalden wij bij de
gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000 vijf communistische
verkozenen in Herstal, Zelzate en Hoboken. Een historische
gebeurtenis! Die erg hoopvol stemde, want dankzij de besluiten die
wij amper enkele maanden tevoren hadden genomen, waren we erin
geslaagd een rectificatie van formaat in te zetten.
Maar
wanneer we de balans opmaken van Resist, moeten we vaststellen dat
nergens in de beslissingen omtrent dit initiatief, een spoor is terug
te vinden van de besluiten van 1999 die aan de basis liggen van 5
verkozen gemeenteraadsleden en een belangrijke uitbreiding van de
partij. Het is dus op dat ogenblik dat de eerste ernstige
meningsverschillen ontstonden binnen onze leiding. Sommige kameraden,
zoals voormalig algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso, vonden dat het
resultaat van Resist niet “zo slecht” was en dat het correcter
zou zijn te zeggen dat dit initiatief “te vroeg” was gekomen. Dat
is het standpunt dat u hebt kunnen lezen in het interview met
Nadine Rosa-Rosso in Solidair nr. 38 van 8 oktober 2003.
Op
deze eerste analyse van de algemeen secretaris over Resist, kwamen er
vele reacties van de basis die stelden dat het initiatief niet “te
vroeg” was gekomen, maar gewoon slecht was. Meestal werd daaraan
toegevoegd dat de stelling “te vroeg” elk
ernstig antwoord op de vraag: ”waarom hebben wij de lessen van de
verkiezingen van 1999 laten vallen”, uit de weg zou gaan.
Een
groot deel van het Politiek Bureau en van het Centraal comité
kon deze opmerkingen en kritieken beamen en ging zo in tegen de
mening van de algemeen secretaris.
De
algemeen secretaris heeft de meningsverschillen nog groter gemaakt
met de argumentatie dat de verkiezingsnederlaag van Resist eigenlijk
het logisch gevolg was van de “sectaire lijn” die de partij al
meer dan 30 jaar volgde. Ondanks het bestaan van de lessen die de
partij uit de verkiezingen van juni 1999 had getrokken, bekroond met
het verkiezingssucces van oktober 2000. Maar ook ondanks de talrijke
frontinitiatieven die onze partij in het verleden heeft gesteund, van
de petitie Objectief 479.917 tot de strijd van de arbeiders van
Clabecq. Ook het feit dat onze partij ondanks haar “politieke lijn”
overeind is gebleven in de periode waarin het heel moeilijk was om
openlijk als communist op te treden, werd op die manier gewoon van
tafel geveegd.
In
de gedachtengang van de algemeen secretaris ontwikkelde zich een
mechanisme dat gekenmerkt werd door twee aspecten. Ten eerste
weigerde zij de oorzaken van de verkiezingsuitslag te zoeken in haar
eigen opvattingen, die in de periode vóór de
verkiezingen toch duidelijk de leiding aan de partij hebben bepaald.
En ten tweede weigerde zij systematisch te luisteren naar de
kritieken van kaders, militanten en leden in verband met deze manier
van leiding geven, laat staan die kritieken te centraliseren en er
rekening mee te houden. Het is de analyse van dit mechanisme
die Kris Hertogen ontwikkelt in zijn eerste tekst met als titel “Een
reactie heet van de tong op een bot en kil ontslag”.
De
“meningsverschillen” die er zogezegd tussen NRR en “de
rest van de leiding” vormen GEEN fundamentele politieke
tegenstelling. De “rest van de leiding” KON in feite niet
aangeven in wat nu eigenlijk NRR een “verkeerd standpunt” zou
hebben ingenomen. De “rest van de leiding” kon alleen nota
nemen van het “groot aantal rapporten en notas” die
“allemaal zeiden:'waarom niet de resolutie van 1999 toegepast'
”.(Maar “een groot aantal” gelijke standpunten wil
nog niet zeggen dat die - omille van hun AANTAL - nu ineens correct
zijn)
IN
FEITE zeiden die (“groot aantal”) partijleden en
-symathisanten: “Resist was fout omdat zij niet POPULISTISCH
genoeg was”. En had NRR (wellicht) “de fout”
gemaakt dat zij niet inzag dat de door haar geleide
verkiezingscampagne (een “dubbelzinnigeheid vertoonde”?)
aan de ene kant de mensen iets moest bijbrengen en aan de andere kant
de mensen moest aanzetten hun stem te geven (zodat er genoeg stemmen
zouden zijn voor verkozenen)
IN
FEITE zou je kunnen zeggen dat NRR de “fout” maakte, dat
ze niet inzag dat de verkiezingscampagne niet genoeg
populistisch was.!!!
Ik
zal nog concreet aantonen dat IN FEITE het “verwijt” was,
dat de campagne “te radicaal antiracistisch” was (De PVDA
“volgde” teveel de AEL in haar “radicaal antiracisme”) en kon
daarom mensen niet meteen hun vooroordelen verjagen .... waardoor zij
niet op de partij stemden. (en het “objectief” drie verkozenen
niet kon worden gehaald)
Het
was zo dat “de campagne tegen de oorlog centraal stond”
....en omdat de werkers van migrantenafkomst zich door hun
“verwantschap” verbonden zouden voelen met de door oorlog
getroffen bevolking, werd verwacht dat zij de leidende rol hadden (of
zouden hebben) in “de strijd tegen de imperialistische oorlog”.
Een
eerste “tegenstelling” tussen “het standpunt van
Nadine rosa-Rosso” met “de rest van de leiding”, die
zich blijkbaar baseert door de KWANTITEIT van GELIJKAARDIGE
standpunten van leden, raadgevende leden en sympathisanten, is het
standpunt dat Nadine Rosa-Rosso “dat het resultaat van Resist
nog zo slecht niet is” waarbij men verwijst naar een interview
in Solidair.
Nu,
als men ergens naar verwijst vind ik dat men ook wel de tekst moet
kunnen lezen waarnaar men verwijst....dus
Nu,
hieruit blijk op zijn minst géén onwil van Nadine
Rosa-Rosso om te rade te gaan bij “leden, raadgevende leden en
sympathisaten”.....INTEGENDEEL roept zij op om te reageren en
wil zij vergaderingen hierover bijeenroepen overal.....
Een
tweede “tegenstelling” is dat blijkbaar Nadine Rosa-Rosso
niet wil erkennen dat Resist niet genoeg het “electoralisme”(...of
populisme) had waartoe de Resolutie van 1999 toe oproept... een
electoralisme -of noem het POPULISME, dat in de
gemeenteraadsverkiezingen in 2000 Herstal, Hoboken en Zelzate “met
goed resultaat” is gehanteerd.
...en
nu komt er een”draai” (die niet waarneembaar is doordat de
chronologie doorbroken wordt) waarbij men Nadine Rosa-Rosso
PERSOONLIJK verantwoordelijk stelt voor de politieke “dwalingen”
in de verkiezingscampagne van Resist..... Want in de “Inleiding”
staat NIET vermeld dat er in feite al “bilans” gemaakt waren over
(bepaalde aspecten van) Resist, waarbij NIET Nadine Rosa-Rosso met de
vinger wordt gewezen, maar een waarbij ZELF-kritiek wordt gemaakt
(bilans die wél in de brochure staan (maar niet als zodanig in
de inhoudsopgave opgenomen....):
- Strategische taken, opvatting over het front en de lijst Resist (Amendement op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist -17 december 2003, Kris Hertogen
- De lijst Resist en het werk in de arbeidersklasse (Amendement bij de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist – 17 december 2003, Kris Hertogen
Omdat
hier wéér de chronologie doorbroken wordt – de
redenen zullen achteraf duidelijk worden – zal ik zelf nu de
chronologie “herstellen” door aan te sluiten bij de tekst van de
“Inleiding” die chronologisch op het voorgaande volgt
Voor
Nadine Rosa-Rosso betekent de “sectaire lijn” dat de partij zich
moet aanpassen aan de nieuwe omstandigheden van het België van
2004. Punt waarop niemand haar zal tegenspreken. Maar de helling
wordt wel gevaarlijk steil wanneer de ex-algemeen secretaris
verdedigt dat de voorhoede van de antikapitalistische strijd van
vandaag minder in het proletariaat van de grote industrie zit dan
bijvoorbeeld in de immigratie. Standpunt dat in de pers wordt
vertaald als een “strijd tegen het ouvriëristische dogma” en
“voor de modernisering tegen het sektarisme”. En dat trouwens
voor een groot stuk heeft geleid tot het initiatief Resist. Standpunt
dat ook totuiting komt in het platform van de nieuwe beweging die zij
op poten probeert te zetten.(...)
Wij
ontkennen niet dat de organisatie van de migranten in België een
belangrijke plaats moet innemen. Zij vormen de meest onderdrukte laag
van de bevolking. Maar besluiten dat de immigratie op zich de
voorhoede wordt van de sociale beweging in België is een andere
zaak. Zij is trouwens verdeeld in een linker- en een rechterzijde.
Sinds het ontstaan van het marxisme, mee dan 150 jaar geleden,
proberen denkers te bewijzen dat het industrieproletariaat “niet
meer de voorhoede is van de sociale strijd”. En wel “omdat het
verdwijnt”, of “omdat zijn levensomstandigheden verbeteren” of
om nog andere redenen. Nochtans bewijst de geschiedenis van de
laatste 100 jaar veleer het tegendeel! In België is het aan de
arbeidersklasse dat wij alle sociale verworvenheden, van stemrecht
tot sociale zekerheid, te danken hebben. Recent nog hebben de werkers
van Clabecq toch prachtig aangetoond hoe zij de speerpunt waren van
een sociale, politieke en juridische beweging die de fundamenten zelf
van het systeem waarin wij leven in vraag stelde. Tijdens de strijd
tegen het Globaal Plan in 1993, zijn het de werkers van de grote
bedrijven die de industriezones, waar zich de kleine en middelgrote
ondernemingen bevonden, gingen leeghalen. Ook daar heeft het
proletariaat van de grote industrie nogmaals zijn voorhoedekarakter
aangetoond.
Nadine
Rosa-Rosso zegt graag dat zij in de PVDA de openheid belichaamde.
Maar het minste dat we kunnen zeggen is dat we meet Resist niet echt
van “openheid” kunnen spreken. De laatste jaren bijvoorbeeld,
verdedigde zij meer en eer de optie van een breuk met de twee
grootste vakbonden van ons land, het ACV en het ABVV. Wat op termijn
enkel naar het isolement van de strijdbare delegees zou kunnen
leiden.
Deze
opvattingen over de arbeidersklasse, de migratie en de
vakbondsstructuren, zijn het duidelijkst uitgewerkt in de
resolutie van 10 augustus 2002,
geschreven door Nadine Rosa-Rosso en goedgekeurd door het
Centraal Comité. Jo Cottenier legt in “De resolutie
van 10 augustus 2002 en het strategisch front” uit waarin
deze resolutie eenzijdig is en waarin zij een verkeerde opvatting
vertaalt van de strategische fase waarin wij ons binnen onze
revolutionaire strategie bevinden.
Zo
wordt uiteindelijk de verkeerde opvatting “de oorlog centraal
stellen in één campagne” (en Jo Cottenier toont
deze politiek foute opvatting aan in zijn tekst: “De
resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front”)
.... aan Nadine Rosa-Rosso verweten: “zij
zou de resolutie van 10 augustus 2002 geschreven hebben en dus
verantwoordelijk voor de politieke en ideologische lijn hierin”.
MAAR JO COTTENIER VERMELDT NERGENS in zijn analyse dat “de
schuld hiervan bij Nadine Rosa-Rosso” lag...Ook de tekst van Jo
Cottenier is allereerst een ZELF-kritiek.
Het
gebruik van de termen “proletariaat”, “voorhoede”
en “verworvenheden als resultaat van de strijd daavoor”
moet het volgende verbergen (maar wat ik nog uitgebreid zal
bespreken:
IN
FEITE wordt een streep getrokken over de noodzaak van strijd te
voeren tegen reformistische opvattingen die de strijd tegen het
kapitalisme/imperialisme vervangt (of zelfs revupereert) door
strijd voor hervormingen. Dit leidt UITEINDELIJK tot de volgende
anti-revolutionaire opstelling: de voorgestelde “hervormingen”
zijn een aan de burgerij en de kapitalisten aangeboden “afkoopsom”,
om een mogelijke revolutionaire ontwikkeling van de strijd (tegen het
kapitalisme/imperialisme) OP VOORHAND te “dempen”. De
vakbondsleiding (in zijn geheel, individuele uitzonderingen
daargelaten – zij worden trouwens ofwel gerecupereerd ofwel
uitgestoten) speelt die rol van “schokdemper” ...En tensoltte
“voorhoede-karakter” betekent dat niet, de arbeidersklasse
op één of andere manier er toe brengen om de vakbond
om te vormen tot een antikapitalistische strijd-organisatie?
We
zullen zien dat Kris Hertogen en Jo Cottenier allereerst (nog) vanuit - ideologisch gezien - revolutionair (of noem het
“proletarisch”)standpunt een kritisch bilan maken vooral over de
tot standkoming van Resist en niet zozeer over de rol van Resist in
het VERLIES van stemmen. Ook maken zij in feite allereerst een
ZELFkritiek en wordt NRR (nog) nergens zelf vernoemd, laat staan overladen
met alle zonden van Egypte. Ik zal ook nog aantonen (in een latere analyse van hun teksten) dat reeds dan al
een zekere dogmatische blindheid hun parten speelt....
Kris
Hertogen maakt dan ook nog een tekst met een kritiek op NRR omwille
van haar ontslag, en met een kritiek op de door haar
opgestelde Resolutie van 30 juni 2003. Alleen ziet
KH niet in, dat zijn kritiek op die resolutie, in principe OOK kan
gelden voor de Resolutie van 1999. Hij KAN dit ook niet omdat
hij een verkiezingscampagne geleid heeft geheel “in de geest van
de Resolutie van 1999” en die leverde verkozenen op. (in
Herstal in 2000)
Dus
nu iets over die teksten die chronologisch gezien aansluiten op het
stuk uit “inleiding” hierboven:
“Strategische
taken, opvatting over het front en de lijn Resist (Amendement op de
(ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist – 17 december – Kris
Hertogen
Wij
hebben de campagne eenzijdig op het thema van de oorlog gericht. Dit
feit moet verbonden worden met de Resolutie van het CC van 10
augustus 2002. Het platform van Resist bijv. (behalve het artikel 4
dat door onze partners is gewild), is voor wat de inhoud betreft en
trouwe toepassing van deze resolutie. De sociale en democratische
eisen worden ondergeschikt en ook geïntegreerd in het kader van
de strijd tegen de oorlog. Dat is het perspectief dat gegeven wordt
in de Resolutie van 10 augustus 2002. Toentertijd hebben wij trouwens
de idee bekampt van een “campagne tegen de oorlog” naast andere
campagnes. Het ging om een strategische heroriëntatie die op
heel het werk sloeg. In punt 33 van deze resolutie wordt
gespecificeerd: “De verkiezingsstrijd moet bijdragen tot de
oprichting en de ontwikkeling van een revolutionair front tegen de
oorlog, onder leiding van de communisten.” Zo werd Resist geboren.”
“De
resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front3
– 25 februari 2004 – Jo Cottenier
De
Resolutievan 10 augustus 2002 heeft de partij op een rechtse politiek
spoor gezet waarin de strategische partijtaken werden beperkt tot de
strijd tegen de oorlog. Daaruit volgt een foutieve, rechtse opvatting
van het strategisch front. Deze opvatting die al onze huidige taken
kadert in de strijd tegen de oorlog, snijdt ons tegelijkertijd af van
de bekommernissen van de massa's en leidt ons naar een gauchistische
en sektair spoor. De lijst Resist werd aangevoeld als een
gauchistische ervaring maar stoelt in de feiten op een rechtse
politieke lijn.”
Met
een door mij bij hen vermelde “dogmatische kortzichtigheid“,
koppelen ze de “foute oriëntatie” van Resist aan de
Resolutie van 10 augustus 2002. De nieuw aangestelde leiding
(aangesteld door de “commissie”) die dan ook nog Boudewijn
Deckers aanstelt om het hele zaakje te leiden én hem
aanstelt als “plaatsvervangend” algemeen secretaris, wijt dan ook
de “foute oriëntatie” van Resist én de
Resolutie van 10 augustus 2002 eenzijdig ..... aan Nadine
Rosa-Rosso.
NIEMAND
in de partij ziet dat de hele politieke lijn van “één
centrale campagne tegen de oorlog die alle andere campagnes vervangt
(en dan vooral de mobilisatie van de werkers op revolutie moet
“vervangen”) .... het werk is van ....Boudewijn Deckers.
Hij
is de auteur van het op het 7e congres (maart 2002)
voorgestelde en gestemde “Thesissen over globalisering”
met daarin “de taken van de communisten”
Zijn
“eenzijdige” visie op “imperialisme en de strijd
daartegen” die alleen gaat over het oorlogzuchtig karakter
ervan en de noodzaak dus van “strijd tegen de oorlog” (en
“niet meer op revolutie”) schreef hij al neer in ...2001
(Zie Marxistische Studies no 55 “Stellingen over de imperialistische globalisering”. Door Boudewijn Deckers, in samenwerking met Thomas Gounet, David Pestieau en Michel Collon - Boudewijn Deckers is lid van de nationale leiding van de Partij van de Arbeid van België. Hij werkte deze stellingen uit als bijdrage voor het Internationaal Communistisch Seminarie van Brussel op 2-4 mei 2001.)
Dus degene die Nadine Rosa-Rosso buitenzette, Boudewijn Deckers, is zélf verantwoordelijk voor de aan haar geuite beschuldigingen (en NIEMAND van de ander kaders merkte dit op):
- het eenzijdig op oorlog oriënteren
- het eenzijdig op oorlog oriënteren
- het beschouwen van een tussenliggende
etappe (eerst strijd tegen de imperialistische oorlog) VOORAFGAAND aan de directe strijd voor
socialisme
- Het sinds
7e congres slechts oog hebben voor tweede taak..."de strijd tegen de oorlog", met “speciale rol van werkers van migrantenafkomst”
In
2002 gaf BOUDEWIJN DECKERS (en NIET Nadine Rosa-Rosso hoewel als
algemeen secretaris toen de hoogste in rang in de PVDA) de
richtlijnen voor de “komende centrale campagne voor de komende
jaren” van de PVDA. ZIJN “analyse” wordt de “verklaring van
het Politiek Bureau van de PVDA” (Zie Marxistische Studies no. 60, “Irak:een oorlog om olie en controle over het hele Midden-Oosten - Bush inhet spoor van Hitler”, Boudewijn Deckers)
Kris
Hertogen “capituleert” (en Jo Cottenier zwijgt) voor de
revisionistische oriëntatie die de afwikkeling van de “crisis
in 2004" nu krijgt
In
de “inleiding” vervolgt het Politiek Bureau nu verder:
Een
ander belangrijk punt is dat de algemeen secretaris de tekst
van 1999 openlijk heeft moeten aanvallen om zo haar
gedachtengang in die richting verder te zetten. Zoals gezegd, had
deze tekst ons enorm kunnen helpen als we er ernstig bij hadden
stilgestaan. Kris Hertogen legt dat in het lang en breed uit in
zijn tweede tekst: “Het verdriet en de pech van een nochtans
veelbelovende resolutie”.
Volgens
Nadine Rosa-Rosso zijn de laatste 30 jaar ook gekenmerkt door onze
dubbelzinnige houding ten opzichte van de verkiezingen. “Als de
partij geen betere resultaten behaalt, is dat omdat zij de
verkiezingen niet wil winnen”. Maar ook omdat “de leiding die
resultaten altijd rechtvaardigt met heet feit dat de verkiezingen
niet democratisch zijn”. Ten eerste kunnen in het België van
de 21e eeuw in het bijzonder en in de kapitalistische landen in het
algemeen, verkiezingen in geen geval democratisch zijn. Het gaat
immers in essentie om een gevecht tussen partijen die over kolossale
sommen bschikken die hen genereus worden aangeboden door de Staat om
de werkers te bedriegen. De invoering van de kiesdrempel bijvoorbeeld
is slechts een bijkomende stap om de verkiezingen te herleiden tot
het Amerikaanse model dat 2 partijen tegenover mekaar plaatst: één
“democratische” en één “republikeinse”, maar
beide vóór alles “miljardairspartijen”. Anderzijds
ontkennen wij niet dat de partij problemen heeft om haar boodschap
over te brengen bij brede lagen van de bevolking. Problemen die
inderdaad lot uiting komen in verkiezingsresultaten die beter kunnen
zijn. Maar daaruit besluiten dat het verkiezingsresultaat de enige
barometer is waaraan de vooruitgang en de inplanting van de partij
kan worden gemeten, is een lijn die geen enkele marxist zal
overschrijden. Weinig revoluties in de wereld werden trouwens
voorafgegaan door grote verkiezingsresultaten van de revolutionaire
partij.
Deze
electorale “overschatting” dreef de partijleiding ertoe te
vechten voor een onrealistisch objectief, namelijk 3 verkozenen.(...)
Dat is ook de logica gevolgd in de resolutie van 30 juni 2003. In
“De communisten en de verkiezingen”, legt Boudewijn Deckers uit
waarin deze logica eenzijdig is en een ernstig gevaar kan betekenen
voor onze partij.(...)
Om
een en ander beter te begrijpen, worden alle gebeurtenissen uit deze
periode chronologisch gesitueerd in de tekst van het Politiek
Bureau: “De chronologie van 11 maanden debat en crisis”.
Even
de ECHTE chronologie weergeven van de teksten in de brochure...
Een
reactie heet van de tong op een bot en kil ontslag of de kroniek van
een heilzame crisis Kris Hertogen 07-12-03
Strategische
taken, opvatting over het front en de lijst Resist
(Amendement
op de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist Kris
Hertogen 17-12-03
De
lijst Resist en het werk in de arbeidersklasse
(Amendement
bij de (ontwerp)tekst Verkiezingsbalans Resist) Kris
Hertogen 17-12-03
De
Resolutie van 10 augustus 2002 en het strategisch front Jo
Cottenier 25-02-04
De
chronologie van 11 maanden debat en crisis -goedgekeurd door het
Politiek Bureau Peter Mertens 12-03-04
Hoe
de wereld op zijn kop zetten:over de drie mythes die Nadine
Rosa-Rosso en Luk Vervaet de wereld insturen
-
Document goedgekeurd door het Politiek Bureau Peter
Mertens 14-03-04
Het
verdriet en de pecht van een nochtans veelbelovende
resolutie Kris Hertogen 16-03-04
Geamendeerd
verkiezingsbilan van het electorale debacle van de lijst
Resist Centraal Comité van de PVDA 21-03-04
Resolutie
over de voormalige algemeeen secretaris Nadine Rosa-Rosso
en
de vroegere kaderverantwoordelijke Luk Vervaet Centraal Comité
van de PVDA 03-04-04
Antwoord
op de ontslagbrief van Freddy Visconti Boudewijn
Deckers 05-04-04
Communistn
en verkiezingen – Kritiek op het electoralisme van de Resolutie van
30 juni 2003 Boudewijn Deckers 17-04-04
Inleiding Politiek
Bureau van de PVDA 01-06-04
Het
is maar op het moment dat Kris Hertogen volledig capituleert voor het
electoralisme van Resolutie van 1999 (in “Het verdriet
en de pech van een nochtans veelbelovende resolutie”) en
door de secundaire verschillen niet meer de politieke en
ideologische OVEREENKOMSTEN ziet tussen de Resolutie van 1999
en die (“opgesteld door Nadine Rosa-Rosso”)
van 30 juni 2003. Nu is het zo dat Nadine Rosa-Rosso
blijkbaar veel minder “bedreven” is in het opstellen van een
marxistisch-KLINKENDE analyse dan Boudewijn Deckers (Het is BOUDEWIJN
die het voorstel bij het CC indiende in 1999 van de resolutie toen),
en weet Kris Hertogen inderdaad de Resolutie van 30 juni “uit te
benen”....maar is diezelfde Kris hertogen BLIND voor het
revisionisme van de Resolutie van 1999.
En
zo wordt het Boudewijn Deckers weer makkelijjk gemaakt! In de tekst
“Communisten en verkiezingen” valt hij het
“electoralisme van Nadine Rosa-Rosso” aan, in de “door
haar geschreven” (maar ooit wél goedgekeurd door het
CC!) Resolutie van 30 juni 2003 aan.....om dan de héle
PVDA, via trouw te (laten) zweren aan Resolutie van 1999
(geschreven op basis van de door Boudewijn Deckers geschreven tekst
voor het 5e congres in “Hoofdstuk III,deel 3..” van
“Partij van de revolutie”) ....op een
electoralistische koers te zetten. (Ik beschrijf de “kromme”
redenering die Boudewijn Deckers maakt in het door mij geschreven
document “Marxisme of revisionisme? Revolutionaire of reformistische partij?” - , vanaf pagine 75 – de rest van het
document bevat nog heel wat argumenten bij bepaalde kritiek op de
“nieuwe” leiding van de PVDA)
En
dan besluit de “Inleiding” op een “geraffineerde” manier:
Natuurlijk
zal men daarop antwoorden dat “andere kameraden dit standpunten
hebben verdedigd!”, maar daar ligt de kwestie niet. Wij verwijten
de ex-algemeen secretaris niet dat zij ernstige fouten heeft gemaakt.
Dergelijke verwijten moeten veeleer gericht worden aan de collectieve
leiding van de partij. Wat wij haar wel verwijten, is dat zij haar
fouten weigert te erkennen, dat zij ze uitdiept en de schuld op het
verleden steekt, door dertig jaar partijgeschiedenis in vraag te
stellen. Wij zijn erop zich niet tegen om te bekijken wat goed en
slecht is in de geschiedenis van de partij. Maar wij
vinden dat dat in de eerste plaats enkel moet gebeuren op basis van
de balans van de voorbije verkiezingscampagne. En dat weigert
Nadine Rosa-Rosso.
...en
Boudewijn Deckers is héél stillekes, want 'wat een
geluk....', NIEMAND in de partij ziet in dat HIJ in feite een
'zelfkritiek' zou moeten maken en “zijn fouten erkennen”.
Nee, hij wordt dan nog op het schild geheven om Nadine Rosa-Rosso te
“vervangen” als algemeen secretaris.!!!
Hoe
een ontwikkeling van opportunistische stellingnames (bewust) worden
geaccumuleerd IN de partij. Dit gebeurt onopmerkzaam doordat het
bestaand dogmatisme bij de meerderheid van de kaders en militanten
blindheid veroorzaakte voor dat opportunisme in die stellingnames.
Deze
opportunistische stellingsnames konden op cruciale momenten als
“partijlijn” worden gebruikt om organisatorisch en ideologisch
(en uiteindelijk dus ook politiek) volledig te doen ontaarden.
We
zullen zien dat in 2004 een aantal opportunistische stellingsnames
opgemerkt werden als zijnde een ideologisch en politiek gevaar voor
de partij. Juist op DAT moment moest de verandwoordelijke voor héél
dat proces van accumulatie van opportunisme (tot een kwalitatieve
“omslag” in de partij) op een gewiekst manier de aandacht die op
hem dreigde te komen wis af te wenden en de richten op enkele kaders
die toch al met uitwijzing bedreigd waren. En sterker, onze gewiekste
revisionist werd zelfs benoemd als plaatsvervangen algemeen
secretaris om zowel de uitzetting als de (revisionistische) omslag in
de PVDA te LEIDEN.
...en
op het 8e congres in 2008 werd dan die (revisionistische “omslag”)
bevestigd door een meerderheid van afgevaardigden. (een bewijs van
het heersen van totale ideologische en politieke – door dogmatisme
gedreven - BLINDHEID)
OPM.
Het is Boudewijn Deckers die (in 20034)
het standpunt van de PVDA bepaalde dat China door de politiek
“hervorming en opening” van Deng Xiaoping het socialisme
versterkte (tegenover mijn standpunt dat ik tegenover hem innam –
en ik meen dat ik hierin alleen gevolgd werd door Ludo Martens,
chronologisch gezien is dit natuurlijk juist omgekeerd (..)- dat Deng
Xiaping toen de kapitalistische productieverhoudingen OPNIEUW
versterkte, de arbeidskracht als waar OPNIEUW invoerde en
kapitalisten – dus eigenaars van productiemiddelen – laat
toetreden tot de Communistische Partij)
Hier
wordt “China is socialistisch” maar dan “met problemen” en
waarop wellicht kritiek kan worden geformuleerd. Deze dubbelzinnige
houding wordt naar Noord Korea nog “eigenaardiger”. Hier wordt
Noord-Korea (nog) socialistisch genoemd. Er worden geen “problemen”
of “kritieken” geformuleerd.....maar in 2011 is voor de PVDA
Noord-Korea geen “bestaand socialisme” meer. Is het dan
kapitalisme, dat wordt niet duidelijk gemaakt. Het word een dynastiek
militair regime genoemd... (fascistisch?)
In
die zin is Boudewijn Deckers ook de “oorzaak” voor de
onduidelijkheid van opvatting NU in de PVDA van “wat socialisme nu eigenlijk is”
In
2004 wordt Boudewijn Deckers (ondanks zijn standpunten over
Noord-Korea) op het schild gehesen als “plaatsvervangend”
algemeen secretaris... daar waar Jef Bossuyt (omwille van IN
FEITE positief reisverslag over Noord-Korea) BUITEN de partij
wordt gezet (zoals u hier kan lezen hoe het op de website zélfstond van de PVDA - het echt artikel is niet meer bereikbaar)
Het
dogmatisme waaraan de meeste partijleden en -kades lijden is
ondermeer gebaseerd op een vorm van “maoisme”
Het
enige PVDA-kader die dit ooit heeft aangekaart is Ludo Martens.
Het
enige wat men Ludo Martens kan “verwijten” (of anders
gesteld:...datgene waar ik graag met Ludo over had gediscussieerd) is,
dat hij de lijn van de CCP en de lijn die Mao Zedong verdedigt, soms
gelijkstelt aan elkaar, waardoor bepaalde waargenomen “fouten”
soms aan Mao worden toegeschreven terwijl zij eigenlijk op conto van
de CCP moeten worden geschreven, en andersom. Zo is het “maoisme”
een opportunistische stroming (dogmatisme eigenlijk) die zich baseert
op de CITATEN van Mao, LOS van de context (zowel van het gehele
document van waaruit de citaten komen als van de historische context
waarin de documenten -waaruit de citaten dus “geplukt” zijn –
geschreven zijn) Of zoals Ludo Martens het verwoordt:
Over
de kleinburgerlijke invloed binnen de maoïstische beweging
(...)... de jonge marxistisch-leninistische beweging die zich vanaf
1963 in Europa ontwikkelde. Deze beweging werd gekenmerkt door
kleinburgerlijke ideologieën die het anti-stalinisme als
gemeenschappelijk kenmerk hadden. De standpunten van Mao Zedong die
we hier bespreken, hebben een bepaalde interpretatie vergemakkelijkt
van het "maoïsme" als nieuwe theorie tegengesteld aan
het stalinisme, en dus aan het leninisme. (...) In onze partij
werd het idee verspreid dat "op alle domeinen" de ideeën
van Mao Zedong "superieur" waren aan deze van Stalin of
zelfs van Lenin. Het werd niet nodig geacht om een studie te
ondernemen om aan te tonen op welke punten precies Mao Zedong een
echte verrijking is geweest voor de marxistisch-leninistische
theorie. Zo aanvaardde onze partij de idee - die vaak in de Chinese
teksten werd vermeld - dat Stalin, in tegenstelling tot Mao, niet
begreep dat de klassenstrijd voortduurde onder het socialisme.
Het bewijs hiervoor werd blijkbaar geleverd in het rapport van Stalin
over het ontwerp van Grondwet van 1936. Stalin schrijft er: "Alle
uitbuitende klassen werden uitgeschakeld. De arbeidersklasse is
overgebleven. De boerenstand is overgebleven. De intellectuelen zijn
overgebleven." Professor Thompson levert een klassiek geworden
commentaar op deze passage: "Hier werden de uitbuitende klassen
uitgeschakeld; het lijkt erop dat de klassenstrijd ten einde is."5
In feite leert een uitgebreide studie van het werk van
Stalin hoezeer deze conclusie verkeerd is. Voor Stalin betekende de
uitschakeling van de grootgrondbezitters, van de kapitalisten en de
koelakken geenszins het einde van de klassenstrijd en van de
dictatuur van het proletariaat.
Heel
wat "maoïstische" stellingen die door Thompson
verdedigd worden zijn kenmerkend voor de kleinburgerlijke
intellectuelen die onder de indruk waren van de massabewegingen in de
Volksrepubliek maar die tegelijkertijd de invloed van het
anti-communisme bleven ondergaan. Thompson schreef in 1971:
"Stalin volgde de leninistische lijn tot in 1935 maar vervolgens
week hij ervan af en dit op twee manieren. Aan de ene kant vertrok de
nieuwe grondwet van de veronderstelling dat - voor wat betreft de
interne betrekkingen - de dictatuur van het proletariaat soepeler kon
worden; daarom werd zij door de burgerij, dit dit beschouwde als een
bevestiging van haar voorrechten, goed onthaald. Dit was een rechtse
afwijking. Doordat aan de andere kant de dictatuur van het
proletariaat in de feiten niet kon versoepeld worden, werd zij in
stand gehouden door administratieve methodes, als een opdracht van de
veiligheidsdiensten. Dit was een "linkse" afwijking - de
fout van de "over-administrering" zoals Lenin het had
genoemd - die reeds te merken was in de linkse excessen die de strijd
tegen de koelakken hadden gekleurd. Deze twee afwijkingen vulden
elkaar aan en ondersteunden elkaar. Vijanden werden als vrienden
behandeld en vrienden als vijanden."6
In
Europa werden heel wat marxistisch-leninistische organisaties
beïnvloed door de fouten van Mao Zedong en de CCP. Deze
organisaties "diepten" op eenzelfde manier als professor
Thompson deze fouten vaak verder uit.
Begin
zeventiger jaren heeft Harpal Brar een aantal pamfletten gepubliceerd
die de opportunistische standpunten van Thompson en van verschillende
Britse marxistisch-leninistische organisaties bekritiseerden. Hij
schreef: "Het anti-bolsjewisme van deze heren gaat
onveranderlijk vergezeld van luide betuigenissen van "steun"
en "lof" voor China en Mao Zedong. Onder het bedriegelijk
voorwendsel van bezorgdheid voor de Sovjetboeren, discrediteren zij
de leninistische lijn van de CPSU(b) inzake de landbouwkwestie en
vallen zij deze aan. Vervolgens strikken zij simpele zielen bij de
revolutionairen met verhalen over zogezegde verschillen tussen China
en de USSR, tussen kameraad Mao Zedong en kameraad Stalin. Zij
brengen hen volledig in de war en jagen hen weg van het leninisme.
Hoe reageren bepaalde van onze kameraden op deze verraderlijke
valstrik? In plaats van het te ontmaskeren, bijten zij in het aas,
lopen zij in de val en nemen zij zelf een anti-stalinistisch en
anti-leninistisch standpunt in... Niet iedereen die China ‘looft’
is een marxist".78
In
een volgend artikel wil ik aantonen hoe Boudewijn Deckers zijn
burgerlijke ideologie wist te “verbergen” onder dit “maoisme”
en hoe kaders als Kris Hertogen en Jo Cotternier “verblind” door
deze vorm van dogmatisme van hun oorspronkelijjke revolutionaire en
communistische “partijopvatting” afstappen en de
“sociaal-democratische” of REFORMISTISCHE partijopvatting
“assimileren”.
1De
inhoud van deze brochure zal uiteindelijk VOLLEDIG HIER te lezen zijn
2“Inleiding”
in “Bijdrage aan de strijd tegen de liquidatielijn van de
vroegere algemeen secretaris – discussieteksten”, PVDA-uitgaven
juni 2004, door het Politiek Bureauvan de PVDA
3 (noot van redactie van brochure):Een eerste ontwerp van deze tekst werd gerealiseerd op 9 augustus 2003 en voorgesteld op het Frontbureau op 14 augustus 2003, dus precies één jaar na de Resolutie van 10 augustus 2002. De fundamentele kritiek op de Resolutie van 10 augustus 2002 werd het kader van de discussie over de balans van Resist door de verantwoordelijke voor het Frontbureau ingebracht op het Politiek Bureau van 20 augustus 2003. De stelling luidde dat er een duidelijke band was tussen het unilateralisme van de Resolutie van 10 augustus 2002 en het initiatief tot het verkiezingsfront Resist. De kritiek werd categoriek verworpen door Nadine Rosa-Rosso, de vroegere algemeen secretaris. De tekst werd verschillende keren herwerkt en aangevuld door uittreksels uit rapporten ingediend bij het opmaken van de balans van de verkiezingen. De tekst werd voor het eerst besproken op het Politiek Bureau van 25 februari2004.
3 (noot van redactie van brochure):Een eerste ontwerp van deze tekst werd gerealiseerd op 9 augustus 2003 en voorgesteld op het Frontbureau op 14 augustus 2003, dus precies één jaar na de Resolutie van 10 augustus 2002. De fundamentele kritiek op de Resolutie van 10 augustus 2002 werd het kader van de discussie over de balans van Resist door de verantwoordelijke voor het Frontbureau ingebracht op het Politiek Bureau van 20 augustus 2003. De stelling luidde dat er een duidelijke band was tussen het unilateralisme van de Resolutie van 10 augustus 2002 en het initiatief tot het verkiezingsfront Resist. De kritiek werd categoriek verworpen door Nadine Rosa-Rosso, de vroegere algemeen secretaris. De tekst werd verschillende keren herwerkt en aangevuld door uittreksels uit rapporten ingediend bij het opmaken van de balans van de verkiezingen. De tekst werd voor het eerst besproken op het Politiek Bureau van 25 februari2004.
4Marxistische
Studies no 64, Publicatiedatum: 2003-11-01,“Vragen over de
ontwikkeling van het socialisme in de Chinese Volksrepubliek”,
Boudewijn Deckers. Een delegatie van het Centraal Comité van
de Partij van de Arbeid van België (PVDA) was van 16 tot 25
februari 2003 in China, op uitnodiging van de Communistische Partij
van China (CPC). Boudewijn Deckers, verantwoordelijk voor de
Internationale Betrekkingen van de PVDA, leidde de delegatie.
5
Stalin, Les questions du léninisme, Uitg. Tirana, 1970,
p.702; Thompson, p.131.
6
Thompson George, From Marx to Mao Tse-Tung, China Policy Study
Group, London, 1971, p.135-136.
7
Brar Harpal, Trotskyism or Leninism, 1993, p.502.
8Marxistische
Studies nummer 29, Publicatiedatum: 1996-03-01 Copyright © EPO,
IMAST en auteurs. Overname,
publicatie en vertaling zijn toegestaan voor strikt
niet-winstgevende doeleinden. “Omtrent
enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
- Voor de eenheid van de communisten, voor de verdediging van het
proletarisch internationalisme”, door Ludo Martens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten