Al
die “oude” partij-militanten en -kaders die constant de artikels
van, interviews met, de uitlatingen van Peter Mertens en Raoul
Hedebouw euforisch “liken” of “geweldig” vinden, zouden beter eens de
congresdocumenten (zoals hier die van het 2e congres in 1983!) bestuderen.
(hetgeen zij wellicht NOOIT hebben gedaan, gezien hun “blindheid”
voor de de huidige “partijopvatting” en huidige
“partij-ideologie”... die grote overeenkomst vertoont met de toen
(in 1983) bestreden “sociaal-democratische liquidatie-stroming”.
Kaft van document van 2e PVDA-congres in 1983 |
Uit
“De liquidatiestroming binnen de marxistisch-leninistische
beweging”, Partij van de Arbeid van België – Tweede congres
maart-april 1983:
Hoofdstuk
2: Oorzaken van zijn ontwikkeling
2.1.
De uitzichtloze economische crisis.
We
maken een diepgaande economische crisis mee in de hele
kapitalistische wereld, waarvan geen enkele burgerlijke partij het
einde ziet. Wij leven in een imperialistisch land waarin de
bourgeoisie en bepaalde delen van de kleinburgerij een luxueus of een
vrij gemakkelijk leven heeft bereikt op basis van de genadeloze
uitbuiting en onderdrukking van honderden miljoenen arbeiders en
boeren van de Derde Wereld. Ook de hoogste laag van de
arbeidersklasse heeft zekere voordelen verkregen van “onze”
imperialistische bourgeoisie, die werden gerecupereerd op de rug van
de Derde Wereld.
In
de imperialistische landen brengt een diepgaande economische crisis
niet direct een overgang teweeg van de arbeiders en werkers naar
revolutionaire posities.
Iedereen
beseft de enorme kracht op economisch, politiek en militair gebied
van de monopolie-bourgeoisie.
Iedereen
beseft dat revolutionaire strijd tegen die klasse, veel en harde
inspanningen, talrijke offers, langdurige en bittere gevechten zal
teweegbrengen.
Een
groot deel van de arbeiders hecht geloof aan de propaganda van de
bourgeoisie die belooft dat zij een groot deel van hun verworvenheden
kunnen behouden, door de crisis af te wentelen op diegenen die nog
zwakker zijn dan hen: voor sommigen zijn dat de vrouwen, of de
werklozen, of de vreemde arbeiders of de Derde Wereldlanden.
De
grote massa durft niet direct de echte vijand – het
monopolie-kapitaal – aanvallen als schuldige van de crisis.
Zij
hoopt de crisis 'op te lossen” door een herverdeling van de lasten
onder de werkende mensen zelf.
In
1968 was de revolutie voor de nieuwe, linkse generatie, een noodzaak
die kon afgeleid worden uit ideologische discussies. In 1983 ziet en
voelt men dat de revolutie voorkomt uit de verarming, de
verbittering, de miserie van een groot deel van de werkers en men
ziet dat de monopolie-burgerij haar stoottroepen uitrust en
voorbereid voor genadeloze repressie. Ook bij een deel van de
marxist-leninisten ziet men de reflex: capituleren om zijn privileges
te behouden. De angst en de onzekerheid tast hun revolutionair denken
aan. Zij weten zeer goed dat de angst en onzekerheid die overal om
zich heen grijpt aantoont hoe de burgerlijke orde in haar voegen
begint te kraken. Zij weten dat de arbeiders en werkers hun illusies
over het behoud van hun verworvenheden zullen zien vernietigen, dat
de bittere slagen van de burgerij hen onvermijdelijk in volle gezicht
zullen treffen. Zij weten dat de arbeiders en werkers meer dan ooit
een echte, revolutionaire partij nodig hebben.
Maar
zij capituleren, zij trekken zich terug in een vrij confortabele,
kleinburgerlijke loopbaan en zij hopen dat de miserie van de crisis
en van de repressie hen zal gespaard blijven.
2.2.
De algemene verrechtsing
De
agressiviteit van het kapitaal en de rechtse partijen neemt
voortdurend toe. Dit is geen toeval, maar een noodzaak. Het is een
uiting van het antagonistische karakter van de tegenstelling tussen
arbeid en kapitaal. Al diegenen die de crisis willen oplossen maar
binnen het kader willen blijven van de kapitalistische samenleving,
zijn verplicht om steeds drastischer maatregelen tegen de arbeiders
en werkers voor te stellen. Zij noemen dit “noodzakelijke offers”.
Allerlei linkse reformisten hebben een grotere haat voor de
socialistische revolutie dan voor het kapitalisme.
Wie
een “oplossing” zoekt binnen de perken van het kapitalisme is
verplicht om rechts en extreem-rechtse maatregelen aan te prijzen
onder “linkse” kleuren.
Deze
algemene verrechtsing van het politiek klimaat heeft zijn weerslag op
bepaalde marxist-leninisten.
Hoe
luider de rechtse oplossingen van de daken worden geschreeuwd, hoe
minder zij geloven in de revolutie. De burgerlijke partijen gaan over
op extreem-rechtse posities. De burgerlijke arbeiderspartijen gaan
over op rechtse standpunten die in een reformistische verpakking
worden aangeprezen. Uitgebluste revolutionairen voelen zich geroepen
op “druk” uit te oefenen op reformistische leiders. Hoewel zij
goed beseffen dat de posities van de reformistische partij steeds
meer naar rechts opschuiven, stellen zij het voor alsof de PS-SP de
enige “sterke” en “grote” partij is die weerstand kan bieden
aan rechts.
Sommige
“marxist-leninisten” worden geïntimideerd door de algemene
verrechtsing. Hoewel dit feit zelf de noodzaak van de revolutie in
het licht stelt, oordelen zij dat het revolutionair werk niet
“realistisch” is.
Zij
zoeken naar realistische en realiseerbare oplossingen voor de
fundamentele vraagstukken die alleen door de socialistische revolutie
kunnen opgelost worden. Zij komen noodzakelijk tot voorstellen voor
de uitbouw van het staatsmonopolie-kapitalisme die er meestal in
bestaat het industriekapitaal te versterken tegenover het
bankkapitaal en bepaalde groepen van het industriekapitaal ( de
sectoren met speerpunttechnologie, de kleine en middelgrote
bedrijven) tegen andere groepen.
De
sociaal-democratische politiek maakt een diepgaande crisis door. In
de jaren '60 wierp haar praktijk van klassensamenwerking tastbare
resultaten af voor de arbeiders.
Zij
heeft behoefte aan een nieuwe generatie van theoretici die een
“realistisch alternatief” kunnen bedenken.
Daarvoor zoekt zij toenadering tot het soort revolutionairen dat aan de crisis van het marxisme en de crisis van het militantisme toe is.
Daarvoor zoekt zij toenadering tot het soort revolutionairen dat aan de crisis van het marxisme en de crisis van het militantisme toe is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten