In
de artikels in het kader "1999,
ideologische aanval op revolutionair karakter van PVDA door
verburgerlijjkte kaders, geholpen door "dogmatische verblinding"
bij veel leden." op pagina "2004:
Revionistische "coup" in PVDA" analyseer ik het ontstaan van de “Resolutie van 1999” die
bij toepassing de PVDA doet evolueren naar een klassieke
“sociaal-democratische partij”. De opstellers weten door het
hanteren van een dogmatische marxistisch-klinkende fraseologie de
meerderheid van de partijleden te misleiden. Dit is mogelijk omdat
een dogmatische afwijking nogal heerst bij veel leden. Zij worden
“gerustgesteld” door enkele naar het revolutionair karakter onder de aandacht brengende passages. De brochure “Omkeren -een dwarse kijk
op paarsgroen” lijkt op het eerste gezicht dan ook het
behoud van het revolutionair karakter van de PVDA te bevestigen.
Temeer daar dit de politiek tekst gaat zijn waarmee gewerkt wordt in
de komende (gemeenteraads-)verkiezingen.
Eén
en ander lijkt ook bevestigd te worden door de 1 mei-speech die
toenmalig Algemeen Secretaris van de PVDA, Nadine Rosa-Rosso.
Hierin
wordt aan de ene kant een lans gebroken voor het revolutionair
karakter van de PVDA, het gebruik van de brochure in de komende
verkiezingscampagne, maar ook voor de toepassing van de Resolutie van
1999. Die 1mei-speech van Nadine Rosa-Rosso is te lezen in Solidair no 18, 3 mei 2000
In
haar 1mei-speech toont ze aan dat de socialisten NIET (ook niet “te
gematigd”) “links” zijn, maar gewoon het “neoliberalisme”
van de liberalen juist iets anders verwoorden. Ook de Groenen zijn
gewoon beschermers van het bestaande kapitalisme. De PVDA moet trouw
blijven aan een revolutionaire strategie en duidelijk stelling nemen
tegen het reformisme.
“(Een)...
passage uit de regeringsverklaring: “Een decennium geleden
vernietigde men de Berlijnse Muur, de schande van Europa. De Muur
sleepte in zijn val de oude tegenstellingen mee tussen Oost en West.
Het failliet van het communisme met zijn aanslagen op mens,
maatschappij en milieu kwam pijnlijk naar boven. Ook in het Westen
kon men op ideologisch vlak vrijer ademen, er was eindelijk meer
ruimte voor politieke reflexie en voor zelfkritiek.”1
(...)
(O)nze
liberale eerste minister Guy Verhofstadt, die al heel zijn leven een
harde voorstander is van de vrije markt. Na twee mislukte pogingen om
een regering te vormen, was een face-lift dringend nodig.
Gedaan
met de arrogantie, gedaan met de slogans over Reagan en Thatcher. En
Guy nieuwe-stijl zegt nu: “Tien jaar na de val van de Muur is het
moeilijk er zich geen rekenschap van te geven dat in Europa een
zoektocht bezig is naar een nieuw model. (...) Wij moeten allemaal
samen meewerken aan deze enorme stroming die een zoektocht is naar
een nieuwe maatschappij.”2
Allemaal samen, allemaal samen... Tous ensemble, tous ensemble...
Heeft Verhofstadt de slogan in het achterhoofd van de arbeiders van
Clabecq en Renault die op zoek zijn naar een nieuwe maatschappij waar
de rijkdom toebehoort aan wie ze geproduceerd heeft?
Toch
niet. Onze Guy-nieuwe-stijl is op zoek naar realistische partners die
het kapitalisme willen verdedigen onder een sociaal kleurtje. (...)
Verhofstadt
zegt: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat een groot aantal mensen
van de sociaal-democratie al erg ver stond, dat zij al ideeën
hadden die je bij Blair ook vindt. Tijdens de
regeringsonderhandelingen hebben wij dat erg snel gezien. Het
thema van de actieve welvaartsstaat is op tafel gegooid door Frank
Vandenbroucke.”3
(...)(D)e
zelfkritiek van de socialisten. Tony Blair heeft die trend
gelanceerd. Maar je moet toegeven dat Maggy het terrein al had
voorbereid met de vernietiging van de vakbonden, de sluiting van de
mijnen, de privatiseringen. Nu was het de beurt van de socialisten,
al was het maar om sociale revoltes te vermijden. “Laten we een
streep trekken onder het verleden. Werkgevers en werknemers zitten in
dezelfde schuit. Onze ploeg heet Groot-Brittannië!” zei Tony
Blair.4
Waarna de autokritiek van de socialisten volgt: “Wij hebben in het
verleden teveel gewezen op de zwakheden van de markt en de sterke
punten ervan onderschat,” biecht Tony op. Frank Vandenbroucke, die
een paar jaar naar Oxford trok om daar te vergeten dat hij opdracht
gaf het zwart geld van de SP te verbranden, heeft goed geluisterd. En
bij zijn terugkeer in België ziet hij dat de Belgische
socialistische leiders dat ook gedaan hebben en net als Blair bereid
zijn tot zelfkritiek. Busquin en Di Rupo willen de trein van de
‘derde weg’ niet missen.
En
ze roepen in koor: “Laat ons voor eens en voor altijd ophouden
investeerders en bedrijfsleiders als vijanden te beschouwen. Zij
zorgen voor de welvaart.”5
Langzaam aan wordt duidelijk wat de zin betekent: “Sinds de val van
de Muur kunnen we in het Westen vrijer ademen.”6
(...)
Je
kan vrijer ademen als men openlijk kan zeggen: “Allemaal samen voor
het welzijn van ONS land.” Dat klinkt allemaal zo in het Engels met
Blair, in het Duits met Schröder, in het Nederlands met
Vandenbroucke en Kok, in het Frans met Di Rupo en Jospin.
Maar
wat met de leiders van de Groenen? Welke zelfkritiek hebben zij
moeten maken om in de regering te kunnen komen?
Voor
de leiding van Agalev en Ecolo was het niet zo erg. Zij waren altijd
al voorstander van de vrije markt. Ze moesten alleen zeggen dat het
tijd was hun verantwoordelijkheid te nemen en in de regering te
treden. (...)
Laat
ons eens kijken in de geschiedenis of er werkelijk iets nieuws is aan
de hele zaak.
Precies
101 jaar geleden ontdekte de Duitse socialist Bernstein al de deugden
van de zelfkritiek. Edouard Bernstein is de eerste socialist die een
systematische kritiek formuleerde op de leer van Marx. Hij was
geschokt door de eerste crisissen van het kapitalisme en bezorgd voor
de komende eeuw, de eeuw die we nu achter ons laten. Hij schreef: “De
klassendictatuur is een idee uit een verouderde cultuur. Het gebruik
van het concept ‘bourgeoisie’ is een absurditeit.
We
kunnen niet met genoeg nadruk zeggen dat we maat moeten houden in
onze scheldpartij tegen het liberalisme. (...) We moeten het
socialisme eigenlijk ‘organiserend liberalisme’ noemen.”7
Al
meer dan honderd jaar lopen de socialisten achter de liberalen aan.
Ze zijn bereid tot eender welke zelfkritiek om deel te kunnen
uitmaken van de regeringen van
het
kapitaal. (...)
Bernstein in 1899: “Ervoor opkomen dat de staat gewoon
iedereen onderhoudt die geen loon trekt, komt erop neer dat de staat
iedereen onderhoudt die geen werk vindt maar ook iedereen die niet
werken wil. Je moet echt geen anarchist zijn om te constateren dat de
oproep voor een eeuwige staatshulp overdreven is. Wij blijven uit
principe stellen dat de moderne proletariër een arme is, geen
bedelaar. Dat onderscheid slaat op de aard zelf van onze strijd. Het
heeft te maken met de hoop op de overwinning.”8
(...)(A)lle
principes van de actieve welvaartsstaat zitten al in die tekst: zodra
de proletariër werkt, zelfs als hij daarmee toch arm blijft,
hebben wij de overwinning behaald. Dat is precies wat de paarsgroene
regering voor ons in petto heeft. De actieve welvaartsstaat wil
breken met “de huidige benadering van werkloosheidsuitkering en
OCMW”.9
Werklozen en mensen met een bestaansminimum moeten ‘geactiveerd’
worden. (...)
De
socialisten liegen de arbeiders al honderd jaar voor: het liberalisme
is geen vijand maar een bondgenoot; de patroon is geen vijand, je
moet die kunnen lijmen; de bourgeoisie, dat is een voorbijgestreefde
benaming; de concurrentie is nog zo slecht niet, er zijn nog sectoren
zonder monopolie,...
En
wat constateren we na honderd jaar? De wereld wordt vandaag
gecontroleerd door tweehonderd multinationals. In 1997 hadden ze een
omzetcijfer van 5.000 miljard dollar (200.000 miljard frank). Dat is
meer dan het gezamenlijke Bruto Binnenlandse Product van alle
derdewereldlanden op uitzondering van oostelijk Azië.10
(...)
En
iedere seconde sterven er op aarde vier kinderen van de honger of van
een ziekte die eenvoudig te genezen is.11
Héél, héél, héél ver van
onze ministers en in alle stilte.(...)
“De
oude, achterhaalde tegenstellingen tussen Oost en West zijn eindelijk
gevallen,” zegt de regeringsverklaring. “Wij hebben eindelijk
onze blik ongedwongen en zonder schroom op de toekomst kunnen
richten.”12
Dit is tegelijk een bekentenis van onze liberale, socialistische en
groene ministers dat het socialisme in het Oosten hen tot een zekere
schroom dwong. (...)
In
1990 wezen wij er al op dat alle afgevaardigden in het parlement,
zonder enige uitzondering, unaniem, de motie ondersteunden van het
Vlaams Blok die de socialistische regimes in het Oosten veroordeelde.
En wat zien wij vandaag, nu mensen uit diezelfde landen de miserie
van het kapitalisme ontvluchten en aan onze deur kloppen? Dezelfde
unanimiteit om deze mensen weg te sturen! In de gemeenteraad van
Antwerpen, in het jaar 2000, ondertekenden alle partijen, met
inbegrip van het Vlaams Blok, een motie van SP en Agalev tegen een
vluchtelingencentrum in het noorden van Antwerpen! (...)
Agalev
en Ecolo hebben zich bij jongeren en syndicalisten laten kennen als
ferme pacifisten. Wat doen ze vandaag in de regering?
Ze
gaan akkoord met een indexering van de begroting voor
Landsverdediging, de eerste sinds zes jaar. De zogeheten
‘linkervleugel’ van de regering, de Groenen, pleiten voor
transportvliegtuigen in plaats van jachtvliegtuigen! Dat zijn dus de
gevolgen van een ‘pacifistische’ politiek van steun aan het
Europese leger. Pierre Galand, de voorzitter van CNCD, de Franstalige
tegenhanger van het NCOS, is daarover zeer verontwaardigd en zegt:
“De niet-gouvernementele organisaties herinneren eraan dat de enige
manier om menselijke catastrofes te vermijden, de duurzame
ontwikkeling is.”. (....)
Naar
verluidt is de Partij van de Arbeid van België tegen de
vrijheid. Ecolovoorman Jacques Bauduin bracht op de televisie een
ongelukkig debat op gang over de PVDA. In zijn bijdrage tot dat debat
legde Philippe Defeyt, de nationale secretaris van Ecolo, in de krant
Le Matin uit wat een vrijheidsberovende partij is: “Tot het bewijs
van het tegendeel, zei hij, is de PVDA voor de instelling van een
eenheidspartij. Dat gaat in tegen de democratische en
burgervrijheden.”13
U
mag lang zoeken, maar u zal nergens een tekst vinden waarin staat dat
de Partij van de Arbeid van België voor het regime is van een
eenheidspartij. In het programma dat wij aannamen bij de stichting
van onze partij in 1979 staat onze politieke definitie van het
socialisme. Er staat: “De partij van de arbeidersklasse vormt het
eenheidsfront met alle revolutionaire organisaties en partijen die
verenigd kunnen worden om de klassenvijanden te verslaan en het
socialisme op te bouwen.”14
(....)
Het
is niet de fout van de PVDA dat wij de enige partij zijn die niet
plat op zijn buik gaat voor het kapitalisme. Dat wij de enige partij
zijn die nog durft praten over het gemeenschappelijk bezit van de
productiemiddelen, over een planeconomie in dienst van het volk, over
een staat in handen van de werkers. Want dat is, zo blijkt, onze
tweede misdaad. Het systeem waar wij voorstander van zijn, is de
geschiedenis ingegaan onder de naam ‘dictatuur van het
proletariaat’. (...)
(W)ij
(hebben) een (...) taak: de verdediging van het socialisme, het
socialisme dat de voorbije eeuw bestaan heeft en dat nu nog bestaat
in China, Cuba, Vietnam, Laos, Korea.(...)
(L)essen
te trekken uit de verdwijning van het socialisme in Europa.
Wij
denken het volgende: de werkers hebben hun interesse voor staatszaken
en voor de communistische partij verloren toen hun leiders begonnen
te zeggen dat de strijd tegen het kapitaal afgelopen was, dat de
werkers geen vijanden meer hadden, dat het onmogelijk was de
uitbuiting opnieuw in te voeren.”
Maar
de basislijn van de Resolutie van 1999 blijft behouden en
doorgevoerd... er MOET een verhoging komen van het aantal stemmen
hetgeen zal MOETEN leiden tot verkozenen. Maar de opdracht die Nadine
Rosa-Rosso geeft aan alle leden: in de verkiezingen wordt,
weliswaar op aangepaste wijze, de fundamenteel revolutionaire
strategie gepropageerd: het kapitalisme heeft geen uitkomst, op
revolutionaire wijze moeten de kapitalisten onteigend worden en het
socialisme ingevoerd. En er wordt met hand en tand en zo concreet
mogelijk aangetoond dat het socialisme SUPERIEUR is aan het
kapitalisme.
“Betekent
dit dat er niets moet veranderen aan de Partij van de Arbeid van
België? Om onze fouten op een juiste manier recht te trekken en
onze zwakheden weg te werken, moeten we er op de eerste plaats van
overtuigd zijn dat wij gelijk hebben en dat het mogelijk is een einde
te maken aan de dictatuur van die tweehonderd multinationals. (...)
(N)iet
(...) terugschrikken voor zware inspanningen en opofferingen als het
gaat om vrede, gerechtigheid en democratie voor het volk.
In
dezelfde geest hebben wij beslist ons op kordatere wijze aan te
passen aan de nieuwe omstandigheden en meer rekening te houden met de
kritieken op ons werk. Dat hebben wij willen doen door terug aan te
knopen met een goede traditie van onze partij: de regeringspolitiek
ernstig en diepgaand bestuderen om waardevolle argumenten te geven
aan hen die weerstand willen bieden aan het systeem.
Een
grote ploeg heeft zes maanden lang gewerkt aan een brochure daarover.
Wij ontwikkelen daarin thema’s die we in het verleden ten onrechte
niet aanpakten zoals de kwaliteit van de voeding, het afvalprobleem,
de huisvesting, het feit dat honderdduizenden burgers en werkers twee
keer per dag in de file moeten staan...
In
de brochure behandelen wij natuurlijk ook onze traditioneel sterke
thema’s zoals de tewerkstelling, de belastingen, het gerecht, de
vakbondsrechten, de vluchtelingen... (...)
Binnen
zes maanden zal de Partij van de Arbeid van België opkomen bij
de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen.
Wij
zijn vast besloten onze score te verbeteren. De verkiezingen van 13
juni vorig jaar hebben de zeer grote capaciteit getoond van het
systeem om nieuwe coalities aan de macht te brengen als de mensen hun
buik vol hebben van de oude coalities.
De
nieuwe regering is een meester in de kunst van de communicatie. Als
wij ons verkiezingsresultaat willen verbeteren, dan moeten wij iedere
dag een gevecht leveren tegen de regeringspartijen en tegen de enige
parlementaire oppositie die nog bestaat, die van de fascisten. Werken
met deze brochure, hem zelf studeren, hem verkopen, collectieve
studie en debatten organiseren, zal onze eerste taak zijn en dat
zolang deze regering aan de macht is.
Wij
zijn een politieke partij en wij zijn een revolutionaire partij.
Wij
weten hoe zwaar de feitelijke dictatuur van het geld doorweegt bij
verkiezingen. Maar wij hebben de plicht met de werkers deel te nemen
aan de verkiezingsstrijd.
Wij
moeten erkennen dat een vermindering of een vermeerdering van ons
stemmenaantal een oordeel inhoudt over de kwaliteit en de hoeveelheid
van ons werk.
Wij
willen in enkele gemeenten een verkozene behalen. Vooreerst omdat de
werkers in dit land recht hebben op enkele communistische verkozenen.
Vervolgens omdat wij ons willen verplichten pilootervaringen op te
doen om zo onze capaciteit te meten om de mensen te overtuigen, hen
te organiseren rond ons en in onze partij, debatten te voeren,
fronten te sluiten. Als wij deze strijd met overtuiging,
doorzettingsvermogen en creativiteit voeren, zullen wij er heel
nuttige lessen kunnen uit trekken om ons werk verder te verbeteren,
ongeacht ons verkiezingsresultaat. (...)
Wij
zullen de 20ste eeuw terug de echte rol geven die zij in de
geschiedenis speelt:die van de algemene repetitie van de mensheid
voor eenwereld zonder uitbuiting, zonder honger en oorlog, ...een
socialistische wereld!”
De
zin “Wij moeten erkennen dat een vermindering of een
vermeerdering van ons stemmenaantal een oordeel inhoudt over de
kwaliteit en de hoeveelheid van ons werk.” betekent in feite
een capitulatie aan het revisionisme dat bepaalde kaders bewust IN de
partij wilden binnenbrengen. (hetgeen hen na 2004 uiteindelijk is
gelukt)....waarbij Nadine Rosa-Rosso uiteindelijjk UIT de PVDA is
gezet door de “zichzelf benoemde nieuwe leiding” (olv Boudewijn
Deckers ...en Peter Mertens.)
1
Regeringsverklaring, blz. 17
2.
Brochure Omkeren, blz.19
3
Regeringsverklaring, blz. 17
4
Idem, blz. 16
5Idem,
blz. 17
6
Idem
7.
Bernstein, Les présupposés du socialisme, blz. 178-183
8.
Idem, blz. 195
9.
Brochure Omkeren, blz. 66
10
Omkeren, blz. 24
11.
Idem, blz. 25
12.
Regeringsverklaring, blz. 17
13.
Le Matin, 23 maart 2000
14.
Programma van de Partij van de Arbeid van België,
Stichtingscongres 1979, blz. 140
Geen opmerkingen:
Een reactie posten