02-10-2015

Peter Mertens haalt trotskisme binnen in PVDA, laat Lenin afzweren, hoopt zo smet “stalinisme” te verliezen en zo “Syriza aan de Schelde” te vestigen

Peter Mertens bereid de PVDA voor om in de komende verkiezingen echt de rol van «Syriza aan de Schelde» te spelen. Hij heeft aandachtig de raadgevingen en adviezen gelezen die in de artikels in De Wereld Morgen zijn neergepend vooral door mensen die zich situeren in hetgeen men vroeger « de trotskisten » noemden.
Allereerst is als partij-ideoloog aangesteld, Marc Vandepittte, iemand afkomstig van links van de SPa, en zich (in zijn studententijd) nooit uitgesproken heeft als het aanhangen van «het trotskisme» (noch van de SAP, noch van LSP) maar zeker toen ook niet als die van het «marxisme-leninisme» van de PVDA. In feite bevind hij zich (zoals een Hendrik De Man) «Au delà du marxisme»
Een tweede zaak is de opdracht aan Herwig Lerouge om Lenin af te zweren, en zich voortaan te concentreren op Gramsci1.Gramsci moet Herwig Lerouge gebruiken om Syriza (die hij in vorige analyses ontmaskerde als onverbeterlijke reformisten) terug aan te bevelen en op te hemelen. Dit op bevel van Peter Mertens, in feite zijn «baas», aangezien Herwig Lerouge «voor de partij werkt» in loondienstverband. (hierover elders meer)

Om een « Syriza aan de Schelde » te worden, wordt het marxisme volledig afgezworen en het trotskisme binnengehaald. Met Marc Vandepitte hoopt Peter Mertens ook definitief de banvloek «stalinisten» komend uit anti-communistische hoek te kunnen opheffen.

De afgelopen zomer waren de verwachtingen hooggespannen. Bij de eerste besparingsronde was de regering exclusief gaan aankloppen bij de gewone werkende man of vrouw: langer werken, indexspron ​g en een rist andere maatregelen. De vermogenden werden netjes buiten schot gehouden. Maar niet getreurd, de veelbesproken taxshift zou het evenwicht opnieuw herstellen en deze keer het kapitaal aanspreken. (..)
Kortom, de gewone kostwinner, de werkloze, de gepensioneerde en de zieke betalen het gelag. Zij hoesten 83% van deze taxshift op. De resterende 17%, als dat percentage al bereikt zal worden, komt van de vermogenden. Omgekeerd bedient de taxshift deze toplaag op zijn wenken. Met de verlaging van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid, incasseren de bedrijfsleiders twee miljard euro. Die komen bovenop de vele miljarden die ze bij vorige bezuinigingsrondes al kregen. (...)
Marc Leemans, (ACV)...: “(...)Werkgevers krijgen nog maar eens een lastenverlaging geserveerd, zonder enige voorwaarde inzake jobcreatie.” Rudy De Leeuw (ABVV) ....: “Deze regering (...) laat de zwakkeren in onze samenleving - de lage inkomens - opnieuw zwaar betalen. De vermogenden worden behendig maar effectief ontzien.”
Dat er vandaag bezuinigd wordt op de kap van zieken, werklozen of gepensioneerden is onbegrijpelijk en een ware schande. België is een van de rijkste landen ter wereld. Het gemiddeld beschikbare inkomen van een gezin met twee kinderen bedraagt bijna 8000 euro per maand. Er is niet de minste reden om aan de opgebouwde welvaart van de bevolking te raken. Ons land heeft meer dan genoeg rijkdom om alle inwoners ruimschoots te voorzien van een royaal vervangingsinkomen.2

Sinds het begin van de «besparingen» liet de vakbondsleiding de woedende achterban via de betogingen en (dag-)stakingen de strijdwil richten op «Tegen 'blinde' besparingen en voor een 'rechtvaardige' taxshift (met een vermogensbelasting)». De PVDA heeft dit toen niet ontmaskerd en heeft dit reformisme met de mantel der liefde bedenkt. Ik schreef toen:06-12-14 Kapitalistische belangen ideologisch en politiek beschermd door OBJECTIEVE burgerlijke alliantie van uiterst rechts tot uiterst (reformistisch) links.
Er werd alleen verontwaardigd gedaan met wat «de laatste besparingen» (van regering Michel) aan de werkers koste.
Al de besparingen op de (totale) loonkost die iedere keer gevolgd werd door besparingen in en afbraak vàn de sociale zekerheid die sinds 1980 zijn doorgevoerd (en waar de vakbondsleidingen aan medeplichtig zijn) werden, en worden nu wèèr aanvaard als voldongen feit.
Sinds het begin van de «besparingen» (in feite een stap voor stap opdrijven van de uitbuitingsverhouding van “hun” werkvolk, waartoe het monopoliekapitaal sinds het begin van de overcapaciteitscrisis in 1973 «hun» respectievelijke staatsapparaten dwongen, om in de sindsdien verscherpte concurrentie een zo goed mogelijke positie te hebben), ontrolde zich steeds een gelijkaardig scenario.
Besparingen werden iedere keer aangekondigd. Daartegen werd betoogd en gestaakt (in feite om onderhandelingen «af te dwingen»). De vakbondsleiding kon zogezegd in die «onderhandelingen» dan bepaalde besparingen (voorlopig) tegenhouden. Waarna stakingen en betogingen werden afgeblazen, maar waarbij het deel van de besparingen waarop werd toegegeven dan werd doorgevoerd. Ook werden akkoorden getekend voor allerlei vormen van «werkherverdeling en aanwervingen» waarbij voor de betreffende groepen dan verlagingen van patronale lasten werden toegekend. Ook werden “loonsverhogingen in natura” (maaltijdchecks, bedrijfwagens,...,) afgesproken, waarop helemaal geen patronale lasten meer werden geheven.
Dit reformisme wordt overgenomen (de vakbondsleiders kritiekloos geciteerd)door de PVDA (wellicht in de hoop dat de vakbondsleiders zullen propaganda maken voor de PVDA ...euh...”Syriza aan de Schelde” in verkiezingen?)
Zo wordt «de noodzaak tot bezuinigen» niet bestreden, alleen de «onrechtvaardige verdeling» van de bezuinigingen
Marc Vandepitte (Als «linkse» sociaal-demokraat? Of door de trotskistische strategie van het «entrisme» toe te passen?) zal zorgen dat de PVDA in haar analyses niet meer het marxisme toepast

Om te begrijpen wat we vandaag meemaken en wat er op het spel staat moet je het ruimere historische plaatje bekijken. De verdeling van de rijkdom is het sociaaleconomisch kernvraagstuk van elke maatschappij. Ten tijde van Daens, iets meer dan honderd jaar geleden, was de kloof tussen rijk en arm weerzinwekkend. Langdurig en volgehouden sociale strijd van de ontluikende arbeidersbeweging zorgde toen voor een geleidelijke verbetering van die extreem ongelijke verdeling. Dat bereikte zijn hoogtepunt na de tweede wereldoorlog. Het fascisme was verslagen, (extreem-) rechts was zwaar gediscrediteerd en de arbeidersbeweging stond sterker dan ooit. Uit schrik voor het communisme werden door de elites toen ook heel wat toegevingen gedaan. (...)
Het was in die omstandigheden dat de sociale welvaartstaat werd uitgebouwd.
Maar dat was niet naar de zin van de toplaag. Zij zagen hun aandeel in de rijkdom gevoelig zakken3 Ze zonnen op weerwraak. (...) neoliberalisme. (...) een sociaaleconomisch beleid gekenmerkt door minder belasting op kapitaal, bezuinigingen op sociale uitkeringen, verminderen van overheidsuitgaven, privatiseren, dereguleren en vrijhandel.(....) de voorwaarde om hun beleid ingang te doen vinden, erin bestond de bewakers van de welvaartsstaat te neutraliseren: de vakbonden. Daarmee kreeg deze sociaaleconomische ideologie ook een antidemocratische component.
(Sinds)...de zware economische crisis van 1973.(...) betekende de grote werkloosheid (...) een flinke verzwakking van de vakbonden. Het neoliberaal gedachtengoed, dat na WO II marginaal was, werd nu volop gelanceerd, deze keer met succes. De val van de Berlijnse Muur in 1989 gaf dat ideologisch offensief een extra boost. Stilaan kreeg het uiterst asociaal neoliberaal gedachtengoed overwicht bij de publieke opinie. Tezelfdertijd geraakte de arbeidersbeweging meer en meer in het defensief.
Het is in die context dat je de huidige taxshift en afbraak van de welvaartstaat moet plaatsen. Het kadert in een offensief dat in alle ontwikkelde landen plaatsgrijpt. Het is een goed gecamoufleerde poging van de elites om hun ‘verloren rijkdom’ te heroveren. De rechtse populisten ontpoppen zich meer en meer als grootmeesters in die camouflage. Ze spelen sluw in op onzekerheden en angsten bij de bevolking en leiden de aandacht af naar andere kwestie: een (opgeklopte) terreurdreiging, een (zelfgeorganiseerde) vluchtelingencrisis … Hun antisociaal offensief gaat geheel conform aan de neoliberale theorie, gepaard met aanvallen op de vakbonden en het buitenspel zetten van het maatschappelijk middenveld.(...)
De huidige koers is gebaseerd op het recht van de sterkste. Het beleid is hardvochtig, harteloos en onaanvaardbaar. Een ander beleid is dringend nodig en ook mogelijk.4

En als een echte reformistische vakbondsleider wordt de woede en de strijdwil «gekanaliseerd» zoals sinds 1980:

(W)oensdag 7 oktober 2015 een grote manifestatie in Brussel voor het herstel van de koopkracht, een faire belasting op grote vermogens en kapitaalinkomens, een ernstige bestrijding van fiscale fraude in plaats van amnestie voor fraudeurs, investeringen in welzijn, gezondheid, cultuur en openbare dienstverlening, jobcreatie als voorwaarde voor bedrijfssubsidies, versterking van de sociale zekerheid, pensioen op 65 jaar, met vroegere uitstap voor zware beroepen en een hoger wettelijk pensioen, en ernstig sociaal overleg.5

Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme. Nooit van gehoord! Ah Nee, want Lenin afgezworen!
De kapitalistische productieverhoudingen, met de kapitalistische uitbuiting als basis, zijn verdwenen. Het imperialisme als hoogste stadium?...Bestaat niet! Kolonies? Nooit van gehoord. Dus hoeft er ook niet, de «de-kolonialisering» en daarna de neo-kolonialisering met zijn plundering van de Derde Wereld, de extra-uitbuiting van de volkeren daar, betrokken worden in de «analyse» van de anti-marxist, de anti-leninist (maar NIET de anti-imperialist) Marc Vandepitte.

Het zelfde imperialisme dat de wereld verdeelde en herverdeelde, eerst via kolonisering daarna via «neo-kolonisering»,via oorlog en plundering en dat aan de basis ligt van de noodzaak die grote groepen mensen voelen om te migreren/wegvluchten van de opgewekte armoede, honger, van de roof van alle mogelijkheden om een leefbaar bestaan uit te bouwen, dàtzelfde imperialisme voorzag uit zijn opgestapelde extra-winsten afkomstig uit de extra-uitbuiting van die «neo-gekoloniseerde» wereld, de fondsen om in Europa (vooral, want gelegen net naast de «communistische wereld») de vakbondsleidingen en sociaal-democratische partijen om te kopen en de regeringen van de Europese staten de (financiële) mogelijkheid te geven, om alle revolutionaire neigingen van hun achterban, van de werkers, te dempen met sociale zekerheid, goedkope woningen, gezondheidszorg,....en ook om de «vluchtelingen» vanuit het Oostblok, door het toekennen van volledig burgerschap te bewijzen dat hun keuze om te vluchten naar de kapitalistische wereld de juiste was.
Maar het zijn ook de reformistische vakbondsleiders die na 1980 iedere keer de strijd tegen besparingen (in feite de verhoging van uitbuitingsverhouding) doen stilvallen, en op basis van bepaalde «toegevingen» de essentie iedere keer van de besparingen en indexinleveringen doen slikken.
Nu wordt weergegeven door de vakbondsleiding en ook door de PVDA (hier bij monde van Marc Vandepitte) wat «de laatste besparingen» 'gezin modaal' gaat kosten. Maar wat het de werkers in het algemeen al sinds 1980 gekost heeft, wordt niets gezegd. Al de huidige armoede, de huidige dakloosheid, de huidige niet toekomende uitkeringen, de reeds bestaande uitsluitingen, schorsingen, verminderingen, de reeds lang bestaande problemen bij veel gezinnen voor onderwijskosten, woonkosten gezondheidskosten, energie- en waterkosten (OOK als er «maar» 6% btw zal worden geheven), kosten voor bewoners van rust-en verzorgingshuizen, de onvoldoende “leefbaarheid” van reeds véél pensioenen.... zijn een gevolg van al die besparingen, patronale lasten-verlagingen, waarvoor de vakbonds-leidingen reeds gecapituleerd hebben, hun achterban reeds vroeger tijden hebben doen stoppen te staken, het strijdsindicalisme in hun «eigen» vakbond hiervoor bestrijdend. (De PVDA is blijkbaar volledig vergeten hoe HUN syndicalisten zijn gesanctioneerd, soms uit de vakbond gezet of bewust «opgeofferd» - toegelaten dat ze werden afgedankt..., zoals ondergetekende!)
Het is HETZELFDE anticommunisme én DEZELFDE mogelijkheden van economische groei van na de tweede wereldoorlog in Europa (en de noodzaak te concurreren met de VS) dat de ontheemden na WOII, afkomstig uit de gebieden die dan ACHTER het (zoals Churchil dat noemde) «Ijzeren Gordijn» lagen én de «vluchtelingen voor het communisme» (zoals de 200.000 Hongaren in 1956) dat zowel de sociale zekerheid als de conventie van Genève hebben opgeleverd.
En het is dezelfde kapitalistische/imperialistische drang om in de, door de crisis verscherpte concurrentie-strijd, de uitbuitingsverhouding te verhogen, dat zowel de sociale zekerheid als de conventie van Genève nu moeten sneuvelen.

Marc Vandepitte lanceert trotskistische analyse van het « neoliberalisme » in de PVDA die zij vroeger bestreed
Marc Vandepitte legt (in opdracht van Syriza-aan-de-Schelde-voorzitter Peter Mertens) een door trotskisten gemaakte analyse op aan de PVDA-leden.
Die trotskistische theorie van het «neoliberalisme» werd vroeger door de PVDA bestreden. Maar Peter Mertens heeft gezworen (KNACK 5/9):«Maar NU zal je zo'n 'absurde' en 'sectaire' analyse als vroeger, niet meer tegenkomen in de publicaties van de PVDA»...
Maar in Marxistische Studies kunnen we (nu nog) lezen:

Moeten wij terugkeren naar de situatie zoals ze was in de jaren ’50 en ’60? Dienen wij terug te keren tot een politiek van inkomensverdeling, zoals men tot nog toe heeft gekend, in de rijke landen, maar ditmaal gespreid over wereldniveau? Zo luidt het voorstel van de nieuwe reformistische theoretici. Maar deze herverdeling belet niet dat de arbeiders uitgebuit worden, dat de derde wereld wordt geplunderd, zoals dit ook het geval was tussen 1950 en 1973. (...)
Deze doctrine....(van de neoliberale theorieën)... is sterk aanwezig in de derdewereldlanden en vooral in Latijns-Amerika. (...) Wij hebben ons vooral toegelegd op het kritiseren van de meest reformistische versie van deze theorie, namelijk deze van de trotskisten van de Vierde Internationale.
Al deze stellingen botsen met twee onontkoombare feiten.
Vooreerst, dat het kapitalisme één van zijn ergste crisissen doormaakt. De economische crisis, begonnen aan het eind van de jaren 60 en volop losgebarsten in 1973, verdiept zich steeds verder. Op deze wijze verscherpt ze alle tegenstellingen van het kapitalistische systeem: deze tussen het kapitalisme en het socialisme, tussen patroons en werknemers, tussen de imperialistische machten en de volkeren van de derde wereld, en ook de onderlinge tegenstellingen tussen de kapitalisten zelf. De economische crisis bevindt zich vandaag op een keerpunt. Aan de ene kant ontwikkelt zich de fundamentele basis ervan (de overproductie die blijkt uit de permanente overcapaciteit). Aan de andere kant staan de financiële markten, die tot nog toe toelieten te ontsnappen aan de rampzalige gevolgen van een algemene krach, op instorten.
Zo verscherpt doorheen de economische crisis, de algemene crisis van het kapitalisme. Het kapitalisme bewijst hoe langer hoe meer dat het niet in staat is zijn essentiële problemen te boven te komen. Het slaagt er immers niet in aan de werkers en aan de wereldbevolking een oplossing te bieden voor hun problemen. In tegendeel, het buit hen steeds meer uit en stort hen dieper in wanhoop en armoede. Het kapitalisme is een voorbijgestreefde productiewijze. Het gaat er dus niet om een uitweg te vinden binnen het kapitalisme zelf, maar vooral om eruit weg te geraken; dit systeem is verantwoordelijk voor de economische crisis die arbeidsplaatsen vernietigt, de werknemers werkloos maakt en in de miserie duwt. Doordat het kapitalisme steunt op de privé-eigendom van fabrieken en ondernemingen, zet het iedere patroon aan alleen zijn eigen winst te zoeken. Daarom moet men een systeem instellen gebaseerd op het collectief bezit, namelijk het socialisme. Alleen dit regime kan de verlangens van de werkers realiseren want alleen het socialisme laat toe dat de rijkdom die zij voortbrengen ook volledig aan hen toekomt.
Vervolgens vertegenwoordigt de staat in geen enkel geval het algemeen welzijn. De staat weerspiegelt ook geen evenwicht tussen elkaar bestrijdende sociale krachten. Lenin schrijft over de staat dat hij "het product en de uiting is van het feit dat de klassentegenstellingen onverzoenbaar zijn."6 Hij is "het orgaan van klassenheerschappij, een instrument van verdrukking van de ene klasse door de andere." Onder het kapitalisme is de staat de staat van de bourgeoisie, die de andere klassen — en vooral de arbeiders — aan zich onderworpen houdt.
De bewijzen hiervan zijn legio. Het volstaat de rol te tonen van de staatshoofden bij de sluiting van een onderneming. De sluiting van een fabriek toont in de eerste plaats de dictatuur van de kapitaalbezitters. Enkele beheerders van een firma beslissen over de toekomst van duizenden arbeiders, vaak over de toekomst van een ganse regio. Tegenover zo’n ongelooflijke agressie, die duizenden mensen van hun loon, hun voornaamste levensbron berooft, kunnen de politiekers slechts verklaren dat zij niets kunnen doen, dat ze onmachtig zijn. Nochtans is heel hun beleid erop gericht geschenken uit te delen aan de eigen of vreemde multinationals die investeren op het nationaal grondgebied. Het geval van Renault Vilvoorde is op dit vlak duidelijk. De politici kunnen ten hoogste de dag uitstellen waarop het bedrijf zal sluiten.
En wanneer de arbeiders de euvele moed hebben hun lot in eigen handen te nemen zoals in Forges de Clabecq, komt de rijkswacht tussen om hun strijd te breken. En als ook dit niet volstaat, beschuldigt het klassengerecht de stakingsleiders ervan terroristen te zijn.
De staat is nooit en zal nooit de vertegenwoordiger zijn van het algemeen belang. Hij zal steeds de verdediger van de heersende klasse zijn. Het doel is dus niet om het staatsapparaat via het parlement in handen te krijgen om zo een nieuwe linkse politieke koers te kunnen varen. Het voorbeeld van Allende in Chili in 1973 moet ons doen nadenken. Links haalde toen een meerderheid in het parlement. Maar zij had echter niet de gewapende macht, het essentieel instrument om effectief de zaken te veranderen, in handen. Men moet de burgerlijke staat omver werpen en vervangen door een nieuw staatsapparaat, geleid door de werkers zelf. Want men kan dezelfde machine niet doen werken met dezelfde politiechefs die de strijdende arbeiders hebben aangevallen, met dezelfde rechters die de arbeidersleiders hebben veroordeeld omdat zij aan het hoofd stonden van de volksopstand, met dezelfde functionarissen die hun hele leven het patronaat hebben gesteund. Ook niet met de dezelfde wetten die de privé-eigendom van de fabrieken en ondernemingen in standhouden. En evenmin met het bureaucratisch corps dat afgesneden leeft van de bevolking.
De huidige situatie is gunstig voor de revolutionairen. Het kapitalisme worstelt met tegenstellingen waar het niet uit geraakt, het ogenblik van maatschappelijke omwenteling nadert.. In de derde wereld - waar elke ontwikkeling uitblijft - is de nationale democratische revolutie aan de orde om zich van de imperialistische krachten te bevrijden die het land afhankelijk willen houden. Om dit te verwezenlijken, dient men trouw te blijven aan de strategie en doctrine die in het verleden de werkende klassen de overwinning hebben bezorgd, namelijk de leer van Marx, Engels, Lenin, Stalin, Mao, Enver Hodja, Kim Il Sung, Fidel Castro, enz. Men dient de communistische partij die op basis van deze theorie werkt aan de socialistische revolutie, te versterken. Omdat zij deze principes niet trouw zijn gebleven (vb. door de klassenstrijd onder het socialisme niet te erkennen) hebben de Russische leiders het herstel van het kapitalisme in Oost-Europa versneld en dit deel van de wereld meegesleurd in de ergste economische recessie uit de geschiedenis van deze landen.7

1http://marx.be/nl/content/gramsci-en-de-griekse-crisis, “Gramsci en de Griekse crisis” in Marxistische Studies nr. 111, Auteur: Herwig Lerouge
2http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0, 7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
3 Piketty T., Capital in the Twenty-First Century, Londen 2014, p. 324.
4http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0, 7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
5http://solidair.org/artikels/7-oktober-en-de-wraak-van-de-rijken-0, 7 oktober en de wraak van de rijken, Marc Vandepitte
6 Lenin, Staat en revolutie, in Oeuvres complètes, Deel 25, Editions Sociales, Parijs p.419.

7http://marx.be/nl/content/archief?action=get_doc&id=39&doc_id=130, Nummer 44, publicatiedatum: 1998-11-30 Copyright © EPO, Marxistische Studies en auteurs — Overname, publicatie en vertaling zijn toegestaan voor strikt niet-winstgevende doeleinden. “Welk antwoord op het neoliberale offensief?”, door Thomas Gounet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten