08-02-2012

Peter Mertens liegt, de PVDA onder zijn leiding is lafhartig, ALLE huidige kaders en militanten suivistisch ...en “nieuwe” leden misleid.


Herdrukt boek, dienend voor "interne marxistische vorming"
IN FEITE dokumenten van 5e Congres 1995
Peter Mertens is een leugenaar!
Lees eerst zijn woorden:

Op antwerpen.pvda.be/nieuws/article/de-morgen-pvda-beschouwt-zich-niet-langer-als-extreem-linkse-partij-1.html,  25 februari 2008, artikel ZONDER COMMENTAAR dus  blijkbaar met volledig in stemming geplaatst, van De Morgen, 'PVDA beschouwt zich niet langer als extreem linkse partij' van Walter Pauli.

Peter Mertens, nieuwe voorzitter van Partij van de Arbeid; 'Wij blijven marxisten en dat volstaat. De PVDA is niet meer stalinistisch of maoïstisch.'
In de jaren negentig schreef Ludo Martens een hardnekkige verdediging van Stalin bijeen. Mertens: "Ik ontken de verdiensten van Ludo Martens niet en we gaan zeker geen afrekening maken met het eigen verleden. Maar we willen wel moderne communisten zijn en kiezen voor een andere aanpak in de toekomst. Vorig jaar zei PVDA-dokter Mie Branders in een interview met De Morgen nog: 'Wij voelen ons geen stalinisten.' Ik ga verder: 'Wij zijn geen stalinisten.'
Alleen heb ik met de Sovjet-Unie of China niets meer te maken. Je rekent CD&V toch ook niet af op de steun van de Spaanse christendemocraten aan Franco in 1936? Je kunt je toch niet inbeelden dat journalisten in een interview met Caroline Gennez voortdurend terugkomen op Hendrik De Man? Net zo heeft de PVDA niets te maken met het stalinisme of het maoïsme

Was - is - de PVDA ook geen revolutionaire partij? Mertens: "Ik bekamp de regering-Verhofstadt, maar ik smeed daarom geen plannen om zijn auto op te blazen, hé. Maar stel dat de Tweede Wereldoorlog morgen weer zou uitbreken, dan zou ik alle PVDA'ers weer oproepen om bij de partizanen aan te sluiten. Net zoals ik begrijp dat Nelson Mandela in de jaren zestig ooit geen andere uitweg zag dan de gewapende strijd. Maar de PVDA is niet extreem links: wij kanten ons tegen extremistisch geweld à la CCC of DHKP-C
…..
We mikken vooral op de revolutie met ideeën: we waren bijvoorbeeld de eersten om de verlaging van de btw op energie tot 6 procent te bepleiten."

ik kies voor een herkenbaar, een marxistisch alternatief.”  

Op Indymedia, «PVDA vernieuwt en krijgt nieuwe voorzitter», door christophe op 02 Maart 2008., «Een interview met de nieuwe voorzitter Peter Mertens».

Zondag wordt de vernieuwing van de PVDA bezegeld op een congres. Wat houdt die vernieuwing juist in?
“De vernieuwing is gestart in 2004. Wat is onze plaats in de maatschappij, die vraag hebben wij ons toen gesteld na een teleurstellende kiescampagne. … Van een belerende partij willen we meer een bevragende partij worden. Dat betekent dat we werken met enquêtes voor we een probleem aanpakken. Bijvoorbeeld de campagne die we nu voeren rond de electriciteitsrekening is het resultaat van zo'n enquête in 2006. De campagne rond dure medicamenten komt ook uit een enquête.” …
Ik denk dat veel waarnemers toch vooral zullen uitkijken of er ook enkele oude standpunten van de PVDA sneuvelen.
De PVDA bestaat binnenkort veertig jaar. Onze wortels gaan terug tot 1968. … Maar 2008 is 1968 niet meer. De maatschappij is geëvolueerd. …het was wel nodig om een zekere geslotenheid achter ons te laten. In die beginjaren had je een grote zoektocht naar ideologie. Toen was er misschien iets meer de neiging om de maatschappij uit te tekenen volgens een aantal modellen. Ik denk dat we dat pad moeten verlaten.”
Kan u dat concreet maken?
“… De Sovjet-Unie, China of Cuba zijn geen modellen die wij van a tot z willen copiëren. In het verleden hebben we dat te veel gedaan. Nu zeggen we: laat ons die maatschappijen beschouwen als laboratoria voor een nieuwe maatschappij waar goede dingen gebeurden maar waar ook van alles fout liep. Laten we daar proberen het beste uit te halen, maar ze zijn geen blauwdruk van het socialisme dat wij willen.”…
Betekent dat jullie nu ook kritiek gaan geven op die vroegere standpunten?
“We zijn niet echt bezig om te onderzoeken wat we allemaal fout hebben gezegd. … We trekken een paar grote lijnen: we zijn geen extremisten, geen stalinisten of maoïsten. … nu willen we vooral benadrukken dat het socialisme ook een toekomst heeft. …”
(O)nze maatschappijvisie blijft wel socialistisch. We blijven marxisten. Het eerste punt van de statuten zegt: de ¨PVDA komt op voor een socialistische maatschappij.”

Peter Mertens liegt en misleidt, profiterend van het gebrek aan kennis van het marxisme bij de “oudere” leden en van de onwetendheid inzake kennis van marxisme en geschiedenis van de communistische beweging en die van AMADA en PVDA bij de “nieuwere” leden.

Bepalingen, besluiten en collectief gestemde analyses van vroegere congressen van de PVDA zouden besluiten dat Peter Mertens GEEN Marxist en eerder een ANTI-communist is. Beklemtonen dat je GEEN Stalinist bent, én «erkennen» dat er in de Soviet-Unie «ook fouten begaan zijn» (de Soviet-Unie en China uit welke periode dan ook en zo dus  hun revoluties als te bestuderen voorbeeld impliciet afwijzend) én zich sowieso verzetten tegen «extremistisch» geweld (ZONDER aan al die zaken - waaronder de bestempeling “extremistisch” - ook maar een KLASSE-karakter te verbinden; dus ook het a priori tegen het revolutionair- “extemistisch”?- geweld van de massa's?), IN FEITE tegen het geweldadige dat een revolutie met zich mee zal brengen, is een TAKTIEK (à la Kautsky – interessant is hiebij het boekje van Lenin “De renegaat Kautsky en de proletarische revolutie”) om zich af te keren van het marxisme en van socialistische revolutie. Zulke mensen moesten in de “vroegere” PVDA, hun wereldopvatting grondig omvormen of ze werden buitengezet!
Pleiten voor het socialisme ZONDER revolutie en ZONDER diktatuur van het proletariaat is pleiten voor staatskapitalisme onder de diktatuur van de burgerij.

En Peter, zeggen dat je “geen stalinist (méér) bent”, is een leugen!
Wat is “stalinisme”? In wat was de PVDA vroeger dan stalinistisch? “Antistalinisme” hield in (volgens de collectieve gestemde PVDA-congresbesluiten) de verwerping van de revolutionaire kant van het marxisme én de leninistische partijopvatting. Stalin verwerpen was een begin om Lenin te verwerpen …. en aan het eind Marx te verwerpen.
Als Peter Mertens zegt:”Ik ben geen stalinist (meer)”, beschouwt hij zich dan vroeger wél als “stalinistisch”?....
Emile Vandevelde beschouwde zich wel als “echte socialist” en was zelfs voor (onder bepaalde voorwaarden en zéér beperkt in de tijd) voor “diktatuur van het proletariaat” maar zou toch nooit een “bolsjeviek” (overeenkomend met het tegenwoordig etiket  door de burgerij “stalinistisch”) willen genoemd worden!....

Als Peter Mertens zegt dat hij de PVDA-leden zal oproepen bij de partisanen te gaan ingeval van een bezetting, maar met de bovenstaande opvattingen, dan pleegt Peter Mertens op voorhand al verraad tegenover de echte communistische partisanen onder een eventuele bezetting, zoals bepaalde kaders van de KPB dit deden tegenover Grippa terwijl hij gefolterd werd door de nazis. Dit nog VOORDAT Peter Mertens maar enige repressie heeft gevoeld van die bezetter die dus nu nog maar hypothetisch is. Zo'n evolutie bij bepaalde kaders uit de leiding van de KPB tijdens de Duitse bezetting wordt geschetst in het PVDA-CONGRES-document (Tweede congres in 1983): Revolutionaire Moraal.
.
Als Peter Mertens zegt dat hij geen maoist meer is, liegt hij wéér!
De hele ideologie en politieke lijn van de « vernieuwde » PVDA vindt zijn oorsprong in een maoistische  lijn (een opportunistische lijn die zich baseert op citaten uit de werken van Mao, vooral die bijeengebracht zijn in het Rode Boekje) die op het Vijfde Congres vande PVDA in 1995 staat tegenover een revolutionaire lijn op het zelfde congres, een opportunistische lijn die door de afgevaardigden niet is opgemerkt en bestreden.
Die «maoistische» lijn staat in de congresdokumenten verwerkt in het boek «Partij van de revolutie» in Hoofdstuk III, deel 3, onder naar het maoisme verwijzende titel «De massalijn».
Die lijn is gebruikt om de PVDA af te stemmen op deelname aan verkiezingen om verkozenen te halen… de Resolutie van 1999.
Die resolutie is de basis van de «vernieuwing van de PVDA» sinds 2004. Dus de hele «vernieuwde PVDA» is een gevolg van een maoistisch opportunisme. (de verwording van de SP tot een reformistische partij vanuit het « maoist » KEN(ml) is gelijkaardig)
Uit “Partij van de Revolutie” (dat INTERN, nu onder de leiding van Peter Mertens een tekst is voor “vorming in marxisme-leninnisme”):

Mao heeft ook gezegd:”Al het werk dat voor de massa's wordt gedaan, moet uitgaan van hun behoeften en niet, hoe goed bedoeld ook, van het verlangen van een individu. Het gebeurt vaak dat de massa's objectief een zekere verandering nodig hebben, maar dat ze zich subjectief nog niet van de behoefte bewust zijn en niet bereid of besloten zijn de verandering door te voeren. In zulke gevallen moeten we geduldig wachten. We moeten de verandering niet doorvoeren voor het grootste deel van de massa's zich door ons werk van de behoefte bewust is geworden en bereid en besloten is deze uit te voeren. Anders zullen we ons van de massa's isoleren.[1]” (...)
(Z)ich op het niveau van de massa's plaatsen, betekent dat we ons in onze discussie niet mogen beperken tot datgene wat strikt noodzakelijjk is op onze poltieke lijn te doen aanvaarden. We moeten lern “aanpassen” aan de massa's, deelnemen aan hun activiteiten en elementen van de politieke lijn binnen brengen op momenten dat zij die kunnen begrijpen en er kunnen achterstaan.

Dit “maoisme” wordt op een ANDERE plaats in HETZELFDE boek “Partij van de Revolutie” bestempeld als een “links” klinkend opportunisme dat een RECHTS opportunisme verbergt. De bovenvermelde “massalijn” (geillustreerd met het citaat van Mao resulteert in het REFORMISME van de PVDA onder leiding van Peter Mertens.
Dus in “Partij van de Revolutie” staat OOK:

Een communist vormt zijn wereldopvatting om door banden aan te knopen met de massa's, met het doel hen te winnen voor de revolutionaire ideeën.
In de jaren dertig zei men graag dat een bolsjeviek een man van de massa's was. Op de werkende massa's steuneen, hen opvoeden, de juiste ideeën en voorstellen onder hen opsporen en concentreren, diegenen die aarzelen proberen te overtuigen, dat is altijd al een fundamentele werkmethode van de communisten geweest Op die manier kan men de massa's revolutionaliseren en zichzelf omvormen. De massa's maken de geschiedenis wanneer ze geleid worden door een authentieke voorhoedepartij. Ook op ogenblikken dat de massa's overspoeld worden met reactionaire ideeën, moeten de communisten voortdurend en geduldig onder hen werken om ideeën en voorstellen te ontdekken die hen de mogelijkheid bieden zich te bevrijden van deze burgerlijke beïnvloeding. (...)
Tijdens de grote anti-communistische campagne van de jaren 1989-1991[2] werden alle communisteen zwaar op de proeg gesteld. Iedereen kan bij zichzelf nagaan of hij discussies gezocht heeft met de massa's en of hij gevochten heeft om hen van het doel van de contra-revolutie te overtuigen. Op dat vlak reiken het rechts opportunisme en het sectarisme elkaar de hand en versmelten ze als het ware. Beide tendenzen vermijden om zich onder de massa's te begeven en voeren geen overtuigende strijd. Een aantal opportunistische elementen hebben gezegd dat de anti-communistische campagne “geen voordelig klimaat schiep”. Het omgekeerde is waar. Alleen door de ideologische strijd kunnen wij punten scoren, kunnen wij de progressieve elementen overtuigen om zich bij ons te voegen. Wanneer de burgerij overdrijft met har anti-communistische leugens, trekken de opportuniste zich terug. Echte communisten zien hierin kansen: in dergelijke omstandigheden kunnen progressieven zich rekenschap geven van de leugenachtigheid van de burgerij en overtuigd geraken van de juistheid van de communistische analyse. Tijdens de gebeurtenissen op Tien An Men en in Timisoara ziijn een aantal partijleden de strijd uit de weg gegaan, onder verschillende voorwendseels: “Dat zal ons isoleren”, “Het is beter van te wachten tot de storm voorbij getrokken is”, “De mensen zijn zo opgefokt dat ze toch niet naar ons luisteren”. De ervaring heeft het opportunistisch karakter van die standpunten aangetoonds.

Véélzeggend is de uitspraak van Peter Mertens: “De Sovjet-Unie, China of Cuba zijn geen modellen die wij van a tot z willen copiëren. In het verleden hebben we dat te veel gedaan. Nu zeggen we: laat ons die maatschappijen beschouwen als laboratoria voor een nieuwe maatschappij waar goede dingen gebeurden maar waar ook van alles fout liep. Laten we daar proberen het beste uit te halen, maar ze zijn geen blauwdruk van het socialisme dat wij willen.”
Nu blijkt , uit de analyses van PVDA-kaders Boudewijn Deckers, Peter Franssen Herwig Lerouge en Jo Cottenier en uit uitspraken in interviews met Peter Mertens, Dirk Van Duppen... enz, dat bij de opbouw van het socialisme in China voor 1976, en in de Soviet-Unie onder Stalin met name “er van alles fout liep” waarbij de Nieuw Economische Politiek, de NEP (een tijdelijke politiek in het geval van concrete tijdsgebonden problemen) en de economische politiek in China vanaf 1978 (“opening en hervorming” van Deng Xiaoping) voor de PVDA “goede dingen” waren die “als beste “uit die “laboratoria voor een nieuwe maatschappij” gehaald worden door de ideoogen van de PVDA.
Het “model voor socialisme van de PVDA” is het China van NA 1978, van Deng Xiaoping: ontwikkeling van staatskapitalisme, met stopzetting van alle ontwikkeling van beginnende communistische productieverhoudingen en ontmanteling van de diktatuur van het proletariaat en installering van dictatuur van de burgerij.
Dus aan iedereen die gekozen heeft voor de PVDA omdat het nog een “echt” communistische partij zou zijn, met een marxistische ideologie: “U bent bedrogen en misleidt”.

Verder hadden die partijleden en -kaders die de congresdokumenten en congresbesluiten van het VIJFDE congres hebben goedgekeurd.... Peter Mertens moeten als anti-communist, als anti-partij-element, als BURGERLIJK element uit de PVDA verwijderen.....Nu maakten ze hem voorzitter en deden ze het studiewerk en “analysewerk” om hem “zijn” boekje te kunnen laten schrijven. Zowel voor hen als voor Peter Mertens is de typering “renegaat” goed op zijn plaats!

De PVDA van Peter Mertens is (politiek) lafhartig!

Alle persdiensten hadden een commentaar over Noord Korea na de dood van Kim Jong-il.....Zo ook die van de “communistische”, “revolutionaire” en “marxisme toepassende” PVDA:

“De linkse PVDA heeft met verbazing kennis genomen van de aankondiging van Jef Bossuyt als PVDA-spreker over Korea. Jef Bossuyt vertegenwoordigt de organisatie Korea is One, en werd naar verluid in die hoedanigheid gevraagd voor het duidingprogramma Terzake, vanavond 19 december 2011. De PVDA heeft geen relaties met de organisatie Korea is One, en Bossuyt kan in geen enkel geval spreken als PVDA'er over Korea.
Onze partij vindt het ongehoord dat men de heer Bossuyt als PVDA-spreker heeft voorgesteld, dat is beneden elke journalistieke deontologie. Wanneer men de standpunten van de PVDA wil kennen kan men zonder probleem bellen naar onze persdienst, onze woordvoerder of onze voorzitter, wiens gsm nrs en mails eenvoudig op de website te vinden zijn. Het spreekt van zelf dat de PVDA totaal afstand neemt van de woorden van Bossuyt op Terzake, woorden die niet de onze zijn, en evenmin onze standpunten over het socialisme verkondigen. Wij zijn tegenstander van elk model dat gebaseerd is op de dynastie, laat dat klaar zijn. - het Partijbureau van de PVDA, - 19 december 2011[3]
Wat zijn dan wél “de woorden” van de PVDA en waarom de PVDA “afstand neemt van de woorden van Bossuyt” (een erkende PVDA-er, die al artikels schreef in Solidair en Marxistische Studies en daar dus wel “de standpunten van de PVDA” mocht verwoorden, die Russisch kent, PVDA-expert is inzake de val van het communisme in het Oostblok, de  - voormalige – S.U.)en  wie weet in de PVDA méér over Noord-Korea en heeft duidelijker “standpunten over het socialisme”? Peter Mertens, Boudewijn Deckers of Peter Franssen ...of Jo Cottenier misschien of Herwig Lerouge?
OPM: Over het socialisme van de PVDA (van NA het 8e congres in 2008 wel te verstaan vind u hier een overzicht van mijn commentaren - die men één voor één kan lezen door op de link te klikken).....
In ieder geval “hoewel men maar had moeten bellen naar persdienst, woordvoerder of voorzitter”....heeft de PVDA nog steeds GEEN standpunt ingenomen over Noord-Korea....behalve het subjectieve ongeargumenteerde “ Wij zijn tegenstander van elk model dat gebaseerd is op de dynastie”. En daar zal het bij blijven want men voegt eraan toe “laat dat klaar zijn”.

Wat voor de PVDA  dan echt “socialisme” is, ... bij Peter Mertens vinden we het niet, alleen dat Cuba en Noord-Korea géén voorbeelden zijn voor hem.
China (het China van nà 1978, nà de invoering van de politiek van “hervorming en opening” van Deng Xiaoping is dat blijkbaar wél, voor Boudewijn Deckers en Peter Franssen. En aangezien dat Nationale kaders zijn en hun standpunten in Solidair en Marxistische Studies mogen uiteenzetten, en tot nu toe door Peter Mertens niet verloochend worden (zoals wél gedaan wordt met Jef Bossuyt), mogen we aannemen dat het de standpunten van de PVDA zijn: over wat een model is van “echt” socialisme. In ieder geval worden ze beaamd door Herwig Lerouge, OOKk een Nationaal Kader (hoewel met een slag om de arm “het debat is nog open”.....maar als ik aan dat debat wil meedoen wordt ik afgewezen) U kunt er hier alles over lezen - op 'download' klikken en dan op 'openen met Adobe reader' als je op scherm wilt lezen)

Uit werken van Marx pikt men uitgezochte citaten, uit vroegere congresdokumenten kiest men slechts de “bruikbare” teksten.
Na de verkiezingen in 1999 kwam “Resolutie van 1999” tot stand. Die resolutie baseerde zich zogenaamd  op àl de teksten van het VijfdeCongres(1995) of héél “Partij Van De Revolutie” maar in werkelijkheid op het door “maoisme” beïnvloedde Hoofstuk III, deel 3, “De massalijn”, uit dit boek.
Uit de Resolutie van 1999:

Van : Centraal Comite                                        07.08.1999
Aan : te.m. afgevaardigden provinciaal congres ______________11/ part.nr. 1760.899

Resolutie van het Centraal Comite over de verkiezingscampagne

1.   Het is niet normaal dat wij vandaag stagneren, (...)na  wat  waarschijnlijk  de  beste verkiezingscampagne was uit onze geschiedenis. Daarom moeten we stellen dat de verkiezingen een grote politieke nederlaag zijjn voor de partij, waarin fouten tot uiting komen die we al vele jaren meedragen.
2.  Alle bilanpunten uit de verkiezingen staan al in  Partij van de Revolutie . We moeten analyseren waarom wij niet in staat waren te rectifieren en zeifs niet te assimileren wat een Congres had beslist, (...)
172.   Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De partij moet verenigd zijn rond een strict marxistisch-leninistisch programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap "overkomt", aan niet alles over de massa's uitgieten, maar een oftwee essentiele punten scoren in een gegeven situatie"(...)
177.   Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de ornverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt.(...)
187.    "Wij worden als te extremistisch aangevoeld. Het extremisme en het communisme maken bang."   "Wij worden altijd geidentificeerd met een houding van alles of niets ." Hier is er een deel anticommunisme dat onze leden en kaders kan beinvioeden en ze op politiek vlak naar het rechts-opportunisme duwen. Maar deze opmerkingen kunnen ook een deel waarheid bevatten, in de zin dat onze tactiek niet is uitgewerkt om door de massa's te worden begrepen. Wij brengen vaak op het niveau van de massa's naar voor wat juist en essentieel is voor ons- Maar omdat dat vaak de punten zijn waarop de burgerij het meest doorhamert, komt het niet over. Daar waar de burgerij aanvalt, moeten wij niet " ons gelijk " propageren, maar fouten zoeken bij de vijand, zoeken waar wij positief punten kunnen scoren.
244.   Het fundamenteel programma uitstellen naar later, vastleggen welk voorbereidend werk moet en kan gedaan worden tijdens deze periode. In de onmiddellijke toekornst is het niet het gebrek aan een samenhangende visie op het kapitalisme en het imperialisme vandaag of een revolutionair strijdprogramma voor de komende tien jaar, dat ons het meest blokkeert. Het is wel degelijk de vertaling van de grote hoeveelheid ML-analyses waarover wij beschikken in agitatie en propaganda die op het niveau staan van de arbeiders en werkers.(...)

Zoals blijkt verwijst de “Resolutie van 1999” die een als “slecht” beoordeelde VERKIEZINGSUITSLAG een beoordeling laat maken over de WERKING van communisten en het functionieren in een COMMUNISTISCHE partij slechts naar een bepaald deel van “Partij van de Revolutie” (hoewel het boek als zodanig wordt genoemd in de inleiding) dus naar het “maoistische” Hoofdstuk III, deel 3 en wordt die “Resolutie van 1999” in feite VERWORPEN door de congrestext (IN HET ZELFDE BOEK), “De omvorming van wereldopvatting

INTERN  dus BINNEN de PVDA van VANDAAG, is het boek “Partij Van De Revolutie” vandaag de dag het dokument voor de marxistische, ideologische en politieke vorming voor die leden die “echt communist willen worden”..Het bewuste boek is in feite een weergave is van de gestemde congresdocumenten van het Vijfde Congres van de PVDA in 1995. Het boek is dan ook heruitgegeven. Maar waar vroeger als auteurs vermeld werden “Ludo Martens in samenwerking met Nadine Rosa Rosso” wordt nu alleen “Ludo Martens” vermeldt.

Uit “Partij Van De Revolutie
Binnen de Partij van de Arbeid van België is er een grote eensgezindheid over beslissende politieke vraagstukken die tal van organisaties uit elkaar hebben doen spatten.
Deze eensgezindheid is tot stand gekomen doorheen ruime debatten; de resultaten ervan zijn vastgelegd in definitieve dokumenten

De revolutionaire moraal
; Partij en Front; De Partijopvatting; De crisis in de revolutionaire beweging in West-Europa, dateren van 1983.
Dat laatste document kende een vervolg in de strijd tegen de “zes dissidenten” in 1990. Het boek Van Tien An Men tot Timisoara bevat de neerslag erven.(.....)
En over dit laatste dokument staat verder nog:
De PVDA is versterkt uit de anti-communistische vloedgolf van 1989-1991 gekomen. Hoe heeft ze hieraan weerstane geboden? Hoe heeft zij haar revolutionaire eenheid verstevigd en het aantal militanten kunnen verhogen? In het boek Van Tien An Men tot Timisoara vind men het antwoord op deze vragen.
 Maar in “Partij Van de Revolutie” staat ook:
Het zou echter gevaarlijk zijn de problemen te onderschatten onder het voorwendsel dat wij goed stand gehouden hebben tegen het offensief van de burgerij.
De fundamentele analyses, waarvan de essentiële stellingen niet worden gecontesteerd, zijn uitgewerkt door een erg beperkt aantal kaders.
De eenheid rond de lijn is soms formeel en de vermelde dokumenten werden niet altijd voldoende geassimileerd.
Terzelfdertijd kan men in bepaalde sectoren een langzame, bijna onmerkbare, ideologische en politieke verrotting vaststellen.
 Als - zoals in 1999 blijkbaar nog NIET gebeurd was - de erkende partijdocumenten door ieder lid en kader “geassimileerd” waren geweest en als de partij zou “gerectificeerd” zijn geweest, zou Peter Mertens in plaats van verkozen tot partijvoorzitter zijn BUITENGEZET als burgerlijk element.

Uit “Van Tien An Men tot Timisoara
Wie lid wordt van de Partij van de Arbeid doet dit na rijp beraad. Hij engageert zich voor een consequente strijd voor de bevrijding van de arbeidersklasse en de werkende massa's. Hij weet dat hij met alle andere leden van de Partij een zelfde ideaal en een zelfde engagement deelt en dat allen verbonden zijn door dezelfde discipline. In de Partij worden de democratie en de creativiteit bevorderd om beter de gezamelijke doelstellingen te verwezenlijjken. Een communist vecht niet alleen om een einde te stellen aan de uitbuiting, de onderdrukking en de onrechtvaardigheid in zijn eigen land. Sinds het kapitalisme een wereldsysteem is geworden, is de klassentrijd van de arbeiders internationalistisch. Elke communist steunt de anti-imperialistische en democratische revolutionaire bewegingen in de derde wereld. Hij is solidair met de socialistische landen en met de communisten die de socialistische opbouw verdedigen tegen de oude vijandige klassen, tegen de imperialistishe subversie en tegen revisionistische tendenzen in de partij zelf. De politieke lijn van de Partij van de Arbeid inzake geschiedenis van de socialistische landen, is geformuleerd in twee boeken De USSR en de fluwelen contrarevolutie en Een andere kijk op Stalin, verder in het document Tien An Men van revisionistische ontsporing tot contrarevolutionaire opstand.
(...)
Het is nuttig de klassepositie te bestuderen van revisionisten die openlijk naar het imperialistische kamp zijn overgestapt: zij hebben de klasseanalyse en het principe van de klassenstrijd laten vallen, zowel in de imperialistische als in de socialistische maatschappij. Zij zijn, voor alle communisten, leraars door hun negatieve voorbeeld.
De nog resterende leden van de Belgische Communistische Partij bevestigen dat Lenin ongelijk had te spreken over  burgelijke en proletarische democratie; dat de democratische rechten in het Westen volledig toe te schrijven zijn aan de strijd van de arbeidersbeweging en dat men dus ongelijk heeft ze burgerlijk te noemen; dat de uitbreiding van de bestaande democratie zonder revolutie naar het socialisme zal leiden.
De marxistisch-leninistische doctrine onderstreept vier essentiële aspecten van democratische hervormingen onder het kapitalisme. Ze zijn ten eerste het resultaat van volksstrijd; ten tweede worden ze toegekend om de massa's te bedriegen en ze in reformistische richting te duwen: ten derde is elke democratische maatregel beperkt, onvolledig, en kan hij op elk ogenblik weer worden ingetrokken en tenslotte kunnen de revolutionairen gebruik maken van de burgerlijke democratie om de noodzaak van de socialistische revolutie te propageren en in deze zin speelt ze een positieve rol.
In de socialistische landen spreken de revisionisten zich uit voor de “universele democratie” tegen alle repressie- en dictatoriale maatregelen, die het etiket “stalinistisch” of “achterlijk contraproductief” krijgen. Door de “zuivere democratie” te verdedigen, verdedigen zij precies hetzelfde als het imperialisme.   (....)
 Onder de dictatuur van het proletariaat gaat de klassenstrijd verder en blijft het gevaar van een kapitalistisch herstel bestaan: op bepaalde momenten kan de klassenstrijd scherp worden en geweldadige vormen aannemen.
Onze organisatie is met deze stellingen geboren in 1968 en heeft ze bevestigd in haar programma van 1979. Toch blijven volstrekt idealistische opvattingen bestaan, die het socialisme beschouwen al een maatschappij van klassenverzoening en van “democratie voor iedereen”. Vele kameraden slagen er niet in zich voor te stellen wat de betekenis is van het kapitalistisch herstel onder druk van het imperialisme en de reacie. Zij begrijpen ook niet hoe men het gevaar moet bekampen.(...)
 Vervolgens worden in het boek “Van Tien an Men tot Timisoara” (dat dus via “Partij van de Revolutie” verheven wordt als ook een te bestuderen partij-dokument) voorbeelden gegeven van opportunistische opvattingen ... en van uiteindelijk openlijke opportunisten die besluiten uit de partij te gaan of uit de partij gezet worden.

Zo is er het voorbeeld van voorstel dat toen binnen de redaktie was opgesteld,voor een artikel in Solidair om als “standpunt“van de PVDA” te verspreiden (in 1989 dus, twee jaar voordat Peter Mertens toetreedt tot de PVDA....) - Ludo Martens heeft toen de publikatie van dit voorstel verworpen.:

“ In haar officiële stellingname, 'betreurt' de PVDA de tussenkomst van het leger in Beijing. Wij juichen dit niet toe, wij zijn niet gelukkig met de wending die de gebeurtenissen hebben genomen, wij 'betreuren' het.
Toch had de partij haar ontzetting en afkeuring tegenover de meedogenloze interventie van het leger moeten uitspreken, een interventie die onverzoenbaar is met de principes van de socialistische democratie en van het humanisme. Zonder een duidelijke afkeuring blijven wij de misdaden en 'excessen' als toepassing van de diktatuur van het proletariaat verdedigen.
Wij moeten ons beraden over bepaalde essentiële kwesties van de communistische theorie en praktijk, die we tot nu toe onderschreven hebben. Het gaat over de methoden om de demokratische dictatuur uit te oefenen en over het probleem van het geweld onder het socialisme. Bepaalde opvattingen en praktijken van Stalin, Pol Pot moeten we uitdrukkelijk en geargumenteerd verwerpen..... als tegengesteld aan onze opvattingen over het democratische socialisme en het revolutionair humanisme. De redenering van Deng, die zegt dat een miljoen slachtoffers in China niet veel is, is tegengesteld aan dit humanisme.
De Sandinisten volgen waarschijnlijk een concretere politiek terzake. De gebeurtenissen in China, in de USSR, in Polen plaatsen ons voor een identiteitscrisis. Wij zullen geloofwaardiger zijn als we dat publiekelijk toegeven.”
Ik geef hier het hele citaat maar beklemtoon  de standpunten over “Stalin” en over “socialisme” in dit toen door Ludo verworpen voorstel. Voor mij is duidelijk dat de HUIDIGE standpunten over “Stalin” en over “socialisme” van Peter Mertens VERWORPEN zouden moeten worden - en wel dan nog door de congresdokumenten van het VIJFDE congres die nu door Peter Mertens zelf gebruikt worden (!?) om zoals hij dat zegt “het INTERN marxistisch karakter van de PVDA” te verzorgen..Dat dit dus NIET gebeurde op het 8e congres in 2008 door de “in de geest van 'Partij Van De Revolutie' gevormde” kaders, leden en militanten zegt dus iets over hoe de “vorming in marxisme” intern gebeurd!
Het boek “Van Tien An Men tot Timisoara” dat IN ZIJN GEHEEL op het vijfde congres van de PVDA -  waarvan het boek “Partij van de Revolutie” de weergave is – als één van de door de meerderheid aanvaardde congresdokumenten, onder Peter Mertens is heruitgegeven en een INTERN als referentie wordt gebruikt – als voor ieder lid toe te passen partijdokument word bevestigd neemt dus wél stelling.

De partijlijn inzake de bovenstaande formulering zoals verwoord in het boek “Van Tien An Men tot Timisoara”:
Wij moeten eerst de fundamentele houding analyseren, de politieke 'grond' waarin deze stellingen zijn ontloken: de kleinburgerlijke wereldopvatting,
Op het ogenblik van de dramatische gebeurtenissen in Beijing had inderdaad geen enkel kader van de PVDA de politieke en economische ontwikkelingen in het China van de laatste jaren ernstig bestudeerd, nog de politieke oriëntaties van de verschillende fracties van de protestbeweging of de verschillende lijnen binnen de Chinese Communistische Partij (CCP).
Wanneer iemand niet de kans heeft gehad een probleem te bestuderen en toch zijn mening wil uiten, dan geeft hij vooral zijn klassestandpunt weer, een fundamentele houding, veeleer dan besluiten die volgen uit een concrete analyse.
De vernoemde standpunten drukken vooral dit uit: men verlaat de klassepositie van het proletariaat om af te glijden naar dat van de kleinburgerij, ja zelfs van de burgerij; men verlaat de positie van de partij om af te glijden naar die van het kleinburgerlijk individualisme; men verlaat de essentiële begrippen van het marxisme-leninisme en de historische ervaring van de dictatuur van het proletariaat om af te glijden naar de geschiedenis van de sociaal-democratische begrippen en naar een opvatting gebaseerd op idealisme en op “democratie voor allen”.(....)
Men herinnert zich het editoriaal gepubliceerd in De Morgen, enkele uren na de tussenkomst van het leger: “Het bloedbad van Tien An Men bewijst dat het communisme nooit iets anders zal zijn dan de Killing Fields en de Goelags, dat elke communist een Pol Pot of Stalin in spe is”.
Welke ideologische aanpak ligt nu aan de basis van de redenering die we analyseren? De kameraden “kennen” de fundamentele teksten over de dictatuur van de burgerij en de dictatuur van het proletariaat. Maar zij leven, zoals iedereen, in een ideologische omgeving waar ze duizenden keren horen dat “Stalin op een willekeurige manier geweld gebruikte”. En natuurlijk gaan ze niet akkoord met een dergerlijke bewering. Maar door ze duizenden keer te horen, ondergaan ze er toch de invloed van: “Ja, waarschijnlijk heeft Stalin dikwijls overdreven...”. Zij bekwamen zich niet in het maken van een strikte klassenanalyse, al was het maar van één grote sociale en politieke strijd onder Stalin (van het Russisch-Duits Pact bijvoorbeeld) met het doel er algemene lessen uit te trekken. Wie niet leert vechten voor de verdediging van de communistische beweging, wie niet werkt aan de omvorming van zijn eigen wereldopvatting, laat zich inpalmen door de burgelijke sfeer van zijn omgeving en gaat onvermijdelijk door de knieën als er zich dramatische gebeurtenissen voortdoen, die de burgerij aangrijpt om spectakel te maken rond haer klassieke  anticommunistische “waarheden”. Deze breuk met de marxistisch-leninistische standpunten is zeker niet het resultaat van een bewust theoretische aanpak: men heeft opgehouden ze in practijk te brengen, men heeft verleerd ze te verdedigen en men heeft zich ongemerkt laten meeslepen door de heersende anticommunistische ideeën. (....)
Door de kritiek te richten tegen het geweld onder het socialisme en tegen Stalin, dit wil zeggen tegen de fundamentele ervaring van de dictatuur van het proletariaat, zoekt men een “alternatieve” socialistische weg  in de doctrine en de praktijk van de sociaal-democratie. De Sandinisten hebben een kleinburgerlijke lijn gevolgd van “democratie voor iedereen”, van verzoening tussen de werkende massa's en de burgerij., van capitulatie voor de imperialistische druk. Niet veel later was het duidelijk tot welke nederlaag deze reformistische weg leidde. Al tientallen keren betaalden duizenden, tienduizenden arbeiders, er hun leven voor. Op dit punt is het interessant vast te stellen dat de ontkenning van Stalin altijd een zelfde bocht naar de “sociaal-democratische ervaring” impliceert. Dit wordt voorgesteld als “humanitischer”, “democratischer” ... tot de massa's eens te meer de prijs betalen voor het verraad van hun opportunistische leiders.(...;)
Het revisionisme niet meer kritiseren en bestrijden omdat sommige “goede kaders” opportunistische of aarzelende standpunten verdedigen, is de zekerste weg naar verrotting en liquidatie van de partij. Eén van de essentiële regelsin de partijopbouw is dat men de eigen waakzaamheid tegenover het opportunisme aanscherpt en ervoor zorgt dat het zich niet kan ontwikkelen. Daartoe is het noodzakelijk het anarchisme, het reformisme, het revisionisme, het trotskysme, kortom alle varianten van de burgerlijke lijn die doorheen de geschiedenis zijn opgedoken, te leren kennen en te bestrijden.
In de ogen van vele progressieven zou de PVDA “sectair, pretentieus en gek overkomen, door zich de 'enig juiste' te wanen”. Maar is het niet normaal dat mensen, die zich volledig op hun gemak voelen in de kleinburgerlijke denkwereld, vinden dat de communisten “sectair en pretentieus” zijn als ze kopstukken en bekende persoonlijkheden bekritiseren? In de ogen van aanhangers van de kleinburgerlike ideologie zijn communisten “sectair” en “pretentieus” zolang ze het marxisme-leninisme en de revolutie verdedigen. Maar de dag dat een communist de revolutionaire strijd verraadt, wordt hij door iedereen gefeliciteerd om zijn “moed”, zijn “soepelheid”, zijn “oprechtheid” enz., enz. (...)
Opportunisten vechten meestal niet voor een duidelijk uitgewerkte politieke lijn: ze vechten vooral tegen de revolutionaire geest en tegen de marxistisch-leninistische opvattingen van hun eigen organisatie. Daarbij maken ze van alle hout pijlen, ze halen hun wapens en argumenten uit burgerlijke kranten en geschriften die ze toevallig onder ogen krijgen. In de discussies binnen de partij spannen ze zich in om zoveel mogelijk steun te vinden voor kritieken die leven bij een groot aantal leden en voor opportunistische stellingen die in de mode zijn.
Die opportunisten kunnen altijd rekenen op een reservekracht: de verzoeningsgezindheid ten opzichte van het opportunisme.
Die verzoeningsgezindheid komt dikwijls tot uiting in de stelling: “Wat zij zeggen, is toch gedeeltelijk juist”.
De verzoeners vergeten de wetten van de dialectiek: het geheel bepaalt de delen, de hoofdtegenstelling bepaalt de natuur van iets. Wanneer men duidelijk de algemene opportunistische en antipartij oriëntatie van een bepaalde tendens begrijpt, dan beseft men dat de juiste delen van de kritiek gebruikt worden om een verkeerde zaak te verrechtvaardigen. De verzoener die zich laat verblinden door de “juiste kritieken” zal uiteindelijk de algemene opportunistische lijn volgen. (....)
Wij kunnen in de partij aanvaarden dat een lid extremistische, overdreven en absurde standpunten inneemt (....)
Maar wij kunnen niet aanvaarden dat hij  ophoudt communist te zijn, namelijk dat hij de marxistisch-leninistische klassepositie, opvatting en methode weigert. Een communist moet de wil hebben om revolutionaire politieke stellingen te formuleren die samenhangend zijn, die de anti-imperialistische strijd, de opbouw van het socialisme, de anti-kapitalistische strijd en de opbouw van de partij doen vooruitgaan.
Het uitgangspunt van een communist is de klasseanalyse. Als een extreem hevige strijd losbarst, bestudeert hij het vijandelijk kamp: het imperialisme en de burgerij. Hij doet inspanningen om de belangen, de standpunten en tactieken van het imperialisme en de burgerij in deze strijd te kennen. (...)
Om in staat te zijn een klasseanalyse te maken van een nieuwe, zeer complexe situatie, neemt de echte communist de tijd om teksten van Marx, Engels, Lenin, Stalin of Mao te studeren die verband houden met de huidige problemen. Op die manier zal hij de marxistisch-leninistische positie, standpunten en methode grondiger leren kennen en de huidige situatie beter kunnen beoordelen. (...)
Om zijn politieke waakzaamheid aan te scherpen, maakt een communist ook een marxistische analyse over de standpunten van de reformisten en revisionisten, die een weerspiegeling zijn van de burgerlijke standpunten in de progressieve beweging. Wanneer hij vaststelt hoe en op welke concrete punten de revisionisten met de burgerij meeheulen, zal een communist aandachtiger zijn voor de politieke valstrikken waarin de burgerij hem probeert te lokken. (...)
Het gebrek aan revolutionaire openhartigheid en eerlijkheid is een essentieel kenmerk van het opportunisme. Een opportunist zegt niet openlijk wat hij denkt, hij probeert zijn ware standpunten te verbergen. Hij weet dat als hij zich duidelijk uitspreekt, andere communisten hun mening zullen geven en zijn standpunt zullen analyseren en bekritiseren. Aangezien hij afstand heeft gedaan van de principes van eerlijke kritiek en zelfkritiek en van de omvorming van wereldopvatting, wil hij niet dat zijn opportunistische stellingen worden bekritiseerd, want dat zou zijn positie in de partij verzwakken. (...)

En in het boek “Van Tien An Men tot Timisoara” wordt dan het voorbeeld gegeven van “Natan” - en vergelijk de uitspraken van Peter Mertens én zijn manier van formuleren hiermee:
(Natan)...beweert nochtans: “Ik ben bereid het marxisme, het leninisme, het socialisme en de strijd voor de nationaal-democratische revolutie te verdedigen.”
Voor onervaren kameraden lijken deze woorden de communistische kwaliteiten van de spreker te garanderen. Maar sedert Chroesjtsjov hebben wij toch al een en ander kunnen leren uit het revisionisme. In zijn nieuwe politieke standpunten gleed Chroesjtsjov ontegensprekelijk af naar de sociaal-democratische ideologie. Maar dat zou hem niet beletten “marxistisch-leninistische” algemeenheden te debiteren om de waakzaamheid van de partij te verschalken. Zo zou hij de nadruk leggen op “de plicht om de waakzaamheid te verhogen op ideologisch vlak, zeer streng te waken over de zuiverheid van de marxistische leer, vastberaden te strijden tegen kameraden die vervallen in de burgerlijke ideologie”. Als die oproep ook maar enige betekenis had, moest hij leiden tot de onvoorwaardelijke veroordeling van het rapport van Chroesjtsjov! Maar deze abstracte oproep diende juist op concrete ideeën van de burgerlijke ideologie te doen slikken.[4]

Natan is in de partij gekomen met een verkeerde opvatting over zijn werk. Net na zijn studies is hij bij de partij gekomen, om “goede journalistiek te bedrijven”. Hij beschouwde het communisme als bijkomstig. In die tijd bestonden er binnen de partij een aantal verkeerde opvattingen. In de naam van een slecht begrepen strijd tegen het sektarisme en het dogmatisme, beschouwde men de studie en het verwerven van de werken van Lenin en Stalin over de proletarische revolutie, de dictatuur van het proletariaat, de partijopvatting, de strijd tegen het opportunisme en het revisionisme als bijkomstig. Tijdens zijn eerste jaren in de partij, heeft de kameraad niet geleerd zijn wereldopvatting om te vormen en zijn eigen opportunistische tendenzen te bekritiseren met behulp van het marxisme-leninisme. Hij had een zeker theoretische kennis van de klassiekers, maar dat is nog iets anders dan een assimilatie van deze werken door middel van een nauwgezette zelfkritiek. (...)

Natan heeft een aantal politieke standpunten ingenomen die nauw aansluiten bij het antipartij duo  Oscar-Salomon.(...)
(D)oor te weigeren het marxisme-leninisme als leidraad te nemen, door te weigeren zijn kennis van het opportunisme en het revisionisme te verdiepen en door zich op te sluiten in zijn individualistische houding, is de kameraad steeds verder afgegleden op politiek en ideologisch vlak. Wij geven hier een aantal van zijn standpunten. (....)

24 augustus 1990.
(Tijdens een discussie met de partij)

Er is geen politiek leven in de parttij. De partij is niet langer een politieke partij, maar nog enkel een partij van actie en ideologie. Neem bijvoorbeeld het debat over China. Men vraagt aan de militanten om een zelfkritiek te maken, maar men organiseert geen enkele discussie over de grond van de zaak.”
(Hij herhaalde dat idee in een tekst van 1 oktober 1990, “De diskussie had eigenlijk moeten gaan over de prietpraat die in Solidair was verschenen over Roemenië. De hoogste kaders van de PVDA zijn niet bereid politiek te discussiëren of met politieke argumenten het debat te voeren en te winnen. Zij willen ideologisch beleren en pedant betuttelen.”)
“De basis van het revisionisme werd reeds gelegd onder Stalin.Men heeft het over het ontbreken van de banden met de massa's. Maar die banden waren reeds verknoeid door Stalin in de USSR en door Mao tijdens de Culturele Revolutie in China. De werkelijke oorzaak van de ontaarding in het Oostblok is de manier waarop de socialistische landen hun volkeren aan een kadaverdiscipline onderworpen hebben.
Tijdens de gebeurtenissen in China stond Solidair bol van lange dogmatische en theoretische teksten die niemand interesseerden.”
(...)

Wij bekijken nu de kritiek dat de partij niet in staat is hem politieke argumenten te geven, dat ze hem voortdurend naar de ideologie verwijst.
Het is inderdaad juist dat de partij ten opzichte van hem ideologische kritieken formuleert: onze kameraad heeft zich volledig afgekeerd van de marxistisch-leninistische standpunten, hij voert niet langer een bewuste en systematische strijd tegen het reformisme en het revisionisme, hij verwerpt zowel het dialectisch materialisme als de partijgeest. Kortom, we hebben niets gemeenschappelijks meer op het vlak van ideologie.
Als de kameraad beweert dat de partij geen politieke standpunten verdedigt, neemt hij zijn toevlucht tot een vulgaire leugen: de partij heeft klaar en duidelijk en gedetaileerde politieke standpunten uitgewerkt, over Roemenië, China en over de contrarevolutie in het Oostblok en in de USSR. Maar de kameraad is gewoon niet in staat ze te weerleggen. Of beter, hij waagt er zich nog niet aan, want tegenover de marxistisch-leninistische analyse van de partij, die hij zondermeer met het grootste misprijzen verwerpt, kan hij alleen burgerlijke standpunten naar voor brengen, die hij haastig links en rechts heeft moeten bijeenscharrelen.
Zijn kritieken op de artikels over China in Solidair  illustreren heel goed zijn kleinburgerlijke opvatting over “populaire journalistiek”. Het is in naam van de “journalistiek” dat hij zijn afkeer uit. Nochtans waren die artikels vanuit “journalistiek” oogpunt een troef voor de krant, zij waren “exclusief”, in die zin dat Solidair de enige krant was die dergelijk nauwkeurig en ernstig alternatief bracht. Die artikels, geschreven op een moment dat de anti-communistische campagne in alle hevigheid woedde, hebben de communisten en een groot aantal progressieven geholpen om het hoofd koel te houden, om het spel van het imperialisme te begrijpen en om de gebeurtenissen in Beijing te bekijken in het teken van de klassenstrijd. Zij hebben ertoe bijgedragen dat de politieke eenheid van de partij op een zeer moeilijk moment bewaard bleef. Maar dat zijn in de ogen van een opportunist slechts onbetekende details. Uiteindelijk noemt hij die artikels “dogmatisch en theoretisch”. Het is duidelijk dat deze termen enkel uiting geven aan zijn totale vijandigheid tegenover de politieke lijn die in de krant wordt verdedigd.
Dat deze kameraad met het communisme breekt, wordt duidelijk in de uitlatingen, die hij uit één of ander rechts blaadje heeft overgenomen, dat Stalin en Mao “de banden van de partij met de massa's verbroken hebben” en het socialisme hebben gevestigd door “een kadaverdiscipline”. Dat geeft ons al een voorsmaakje van de manier waarop hij  “de kritiek op het revisionisme” wil uitdiepen. (...)

1 oktober 1990

"De ineenstorting van Oost-Europa is niet alleen het logische gevolg van de revisionistische politiek, want landen die van zichzelf bewern dat ze nooit door de revisionistische kanker werden aangevreten (Cuba, Noord-Korea, Albanië en China) hebben met identieke problemen te kampen als de Sovjetunie en de landen van het Oostblok zaliger. Die problemen zijn voor het grootste deel geworteld in een aantal slechte tradities van het stalinisme, het maoisme en het leninisme. Maar daarover is ernstige studie en discussie binnen de partij jammer maar helaa niet mogelijk.”
Dat zijn reeds de woorden van een renegaat. Ook al hebben ze geen enkele fout gemaakt, is het evident dat kleine landen zoals Cuba, Noord-Korea of Albanië enorme moeilijkheden kennen op het ogenblik dat het grootste deel van hun economische relaies ondersteboven worden gegooid door de contrarevolutie in het Oostblok en de USSR.
Het is doodeenvoudig verkeerd dat China “dezelfde problemen” kent als de USSR. Ook al is het waar dat er in China, in het verleden en vandaag, uitgesproken revisionistische tendenzen opduiken, ook al is het waar dat de klassenstrijd er voorduurt en dat de oude en nieuwe burgerij geprobeerd heeft de macht te grijpen in mei-juni 1989, dan nog moeten wij erkennen dat China in 1990-1991 vasthield aan de marxistisch-leninistische principes. In tegenstelling tot wat er in de USSR is gebeurd, is de partij niet uiteengespat, wordt ze niet geleid door agenten van het imperialisme zoals Gorbatsjov en wordt het land niet verscheurd door burgeroorlogen. In de USSR daalt de produktie al jaren, in China kent zi een sterke expansie, enz... En is China een land dat “nooit het revisionisme heeft gekend”? Dat was inderdaad zo tijdens de Culturele Revolutie in 1966-1976. Maar sinds Deng Xiaoping, over wie Mao zei dat hij de tweede Chinese Chroesjtsjov was, aan de macht is gekomen, is de politiek van Mao wel degelijk herzien en heeft het revisionise zich zeer zeker verspreid. (...)
 18 oktober 1991
"Ja, ik heb een diep misprijzen voor  de leden van de partijleiding. Ik heb binnen de partij een discussie willen voeren over de stalinistische en revisionistische ontaarding in de USSR, over de ontaarding van het socialisme in een echte feodaal-socialistische monarchie zoals Noord-Korea (met een Zonnekoning en een prinsenzoon als erfgenaam). Maar de partijvoorzitter heeft niet de minste interesse voor het democratisch socialisme: alles wat hem interesseert zijn de oude verroeste dogma's van de dictatuur van het proletariaat, geleid door een oppermachtige communistische partij, die op geen enkele manier verantwoording moet afleggen aan het volk, die het monopolie over de waarheid heeft en die die waarheid per decreet aan de hele maatschappij oplegt.”
Deze uitdieping van de marxistisch-leninistische doctrine , waaraan onze vriend nog steeds trouw zweert, behoeft geen commentaar. Geen enkele rechtse organisatie zou weigeren deze conclusies van Natan te onderschrijven, conclusies waartoe hij gekomen is na twee jaar en een half te hebben nagedacht over de oorzaken van het revisionisme.(....)
 AL de militanten en kaders van de PVDA  die al lid waren van AMADA en lid van de PVDA van pakweg VOOR 2003 en al die congresdokumenten van al die congressen VOOR het 8e congres ooit hebben gestemd (en daarbij de taak hadden ze te assimileren), hebben verraad gepleegd aan hun eigen (ooit) COMMUNISTISCHE partij (van het type van de DERDE Internationale). Ze hebben TOEGELATEN dat de grote meerderheid van HUIDIGE leden die zijn kunnen toetreden tot de PVDA om een “meerderheid” te leveren voor het 8e congres om de PVDA om te vormen tot een REFORMISTISCHE partij van het type van de TWEEDE Internationale.... In mijn ogen heeft men (dus de vroegere "kameraden") in feite Ludo Martens (politiek gezien dan) VERMOORD.....

[1]    Citaten van voorzitter Mao Tsetoeng, (het rode boekje), Uitgeverij Vereniging België-China, 1971,p.132-133.
[2]    OPM: Peter Mertens zegt ZELF in 1991 pas lid geworden te zijn.....!
[4]    Chroesjtsjov, Rapport d'activités au XXème  Congrès, Ed. Langues étrangères, Moskou 1956, p.146.

6 opmerkingen:

  1. Hallo, ik ben op zoek naar de huidige partijstatuten van de PVDA. Weet u waar ik ze kan vinden ?
    Ik zie ze op hun webshop staan, maar heb geen zin om ook maar een euro uit te geven daarvoor.
    Dank !

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Awel, ik bevind mij in dezelfde situatie als jij..... dus wellicht zal ik ze toch eens moeten kopen. Ik heb nog wel ergens de "vorige" statuten liggen, die van het 7de congres in 2001, toen men definitief afbreuk deed aan het voorhoede-karakter dat een communistische partij toch placht te hebben, door de invoer van "raadgevende" leden die uiteindelijk toch de politieke lijn van de PVDA hebben mogen meebepalen. Als je die wilt lezen/kopieren, dan kunnen we afspreken......

      Verwijderen
    2. Als je ontmoetingen met Fidel hebt gelezen van KD en MVP dan is dit toch alsof de partij het warm water willen uitvinden.
      Men kan uit deze revolutie gesteund op het marx. lenin. die toch standhoudt tegen een supermacht lessen trekken toch lessen

      Verwijderen
  2. Dit is ok
    Wat verstaat men onder socialisme 2.0

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Awel Peter Mertens zegt over socialisme 2.0:
    "“Socialisme 2.0 zal moeten vertrekken van de mensenmaat. Waar de dingen die tellen, gegarandeerd zijn. Een fatsoenlijke baan bijvoorbeeld, en vrije tijd om je te ontspannen en te ontwikkelen. Een goede gezondheidszorg. Een veelzijdig onderwijs dat stimuleert in plaats van selecteert. Een waardig pensioen op een gezonde leeftijd. Een goed betaalbaar dak boven je hoofd. Een veilige omgeving. Banken die het spaargeld goed beheren. Inspraak in de wijkmaar ook in de prioriteiten van de samenleving. Een justitie die elkeen beschermt. Gelijke rechten en mogelijkheden voor mannen en vrouwen. Vrije meningsuiting, met persvrijheid, vrijheid van vergaderen en bijeenkomst. Maar ook de vrijheid van geweten, door een effectieve scheiding van kerk en staat. En tenslotte een economie in harmonie met de natuur, die de planeet niet uitput, maar de natuurlijke krachten respecteert.”
    Ikzelf bespreek dit op dit blog in het artikel met de link http://culturalrevolutionstart.blogspot.com/2012/01/peter-mertens-waardig-opvolger-van-karl.html
    Je zegt maar wat je ervan vindt...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Die zaken hoor je ook bij de andere partijen. Eenmaal de verkiezingen voorbij zijn ze het vergeten
    Het kan dan niet doorgaan omdat ze compromissen moeten sluiten

    BeantwoordenVerwijderen