April
2005: een plaatselijk middenkader van de PVDA komt mij een briefje afgeven: ik
wordt onmiddellijk uit de PVDA gezet.
Het
was het eindpunt van een heel proces, waarover ik elders of anders
nog wel eens een keer een boekje over zal opendoen....
In
2006 zond ik mijn standpunt nog eens door, nu over hoe ik dacht dat
communisten zouden moeten meedoen aan de komende
gemeenteraadsverkiezingen (die van 2006), ALS men had beslist om mee
te doen.
De
titel doet niet toevallig denken aan een boek van Lenin.....
“Wat
te doen”...bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Veel
partijen die zullen meedoen met de gemeenteraadsverkiezingen zijn
plaatselijke afdelingen van reeds bestaande politieke formaties, die
reeds verschillende keren hebben meegedaan aan verkiezingen en dat op
verschillende niveaus. Sommige partijen vragen aan potentiële
stemmentrekkers om mee op de lijst te staan, daarom niet als
partijlid (en dus gebonden aan het partijprogramma), maar als
“onafhankelijke”. Dit wil zeggen dat als je eventueel verkozen
wordt, je in principe je eigen standpunten en strategie kan
ontwikkelen in de gemeenteraad..
De
meeste partijen of/en organisaties die opkomen bij de
gemeenteraadsverkiezingen stellen hiervoor een specifiek gemeentelijk
verkiezingsprogramma op. Hiermee roepen ze op om op personen op hun
lijst te stemmen. Want deze mensen zouden dan programmapunten
verdedigen in de gemeenteraad en zich houden aan de strategie die die
partij en/of organisatie tijdens de verkiezingenspropagandaslag
beweren te zullen ontwikkelen, NA de verkiezingen.
Huisvesting
als voorbeeld van een gemeentelijk programmapunt
Laten
we eens zien wat dat inhoudt aan de hand van een punt dat in ieders
gemeentelijk programma voorkomt: huisvesting, sociale huisvesting,
kosten voor huisvesting.
De
partijen/coalities/gemeentelijsten die aan de macht zijn en het
beleid hebben bepaald VOOR de verkiezingen zullen zeggen: “Kijk
wat wij hebben gerealiseerd op het vlak van huisvesting. Dit is
(afgezien van enkele fouten en tekortkomingen die wij erkennen, MAAR
zullen verbeteren), het beste wat mogelijk was bij de bestaande
voorwaarden van beslissingsmacht die een gemeenteraad heeft en budget
dat zij ter beschikking heeft.”
Eventueel, indien die partij op hoger niveau in de oppositie zit ,
kan zij hier nog aan toevoegen: “wij
wilden wel méér realiseren, maar waren gebonden aan de
wetten en budgetten op hoger niveau beslist.”
En:
“Wij
hebben bij de BESTAANDE voorwaarden de meest mogelijke sociale huur-
en koopwoningen gerealiseerd en dit aan de best mogelijke
(huur)prijs.”
Partijen
die in de oppositie hebben gezeten, maar een reële kans maken om
NA de verkiezingen MEE het beleid te bepalen, in een NIEUWE coalitie
of in een coalitie met één of meerdere partijen die NU
al mee het beleid bepalen zullen in verschillende variaties zeggen:
“Wij
halen feiten aan die bewijzen dat de bestaande coalitie ONVOLDOENDE
gedaan heeft, ONZORGVULDIG is omgesprongen met de beslissingsmacht
die zij wettelijk heeft en met de budgetten. Wij hebben bewezen met
onze constructieve oppositie dat we dit BETER kunnen en zullen
CONCRETE voorbeelden geven hoe en wat WIJ zullen doen, als we (mee)
aan de macht zijn.”
En:
“Met
ons in het beleid zullen er ZONDER de bestaande belastingen te
verhogen er MEER “betaalbare”woningen zijn, op voorwaarde dat wij
dus mee het beleid kunnen bepalen…en dat wanneer wij genoeg stemmen
gaan hebben”
Als deze partijen op een hoger niveau al in het beleid hebben gezeten
kunnen zij er nog aan toevoegen: “Er
waren toch nog mogelijkheden die de bestaande coalitie niet ten volle
hebben gebruikt, maar die wij zullen WEL ten volle gebruiken.”.
Dan
heb je partijen en organisaties, die weinig kans maken, om NA de
verkiezingen mee in de beleidscoalitie te zetelen (of duidelijk
zeggen dat zij DAT sowieso niet zullen doen) en dus beloven de
OPPOSITIONELE stem van hun kiezer te zijn in de gemeenteraad. Dit op
basis van een programma of programmapunten waar zij nu VOOR de
verkiezingen mee propaganda maken om stemmen te ronselen. Dit is
relatief makkelijk als ze op andere hogere niveaus OOK ofwel niet
verkozenen hebben of in de oppositie zitten.
Zij
zullen zeggen dat zij pleiten voor MEER sociale huur- en koop
woningen, BETERE woningen aan LAGERE woonkosten.
Dus
de kiezer moet als hij of zij wil dat er iets aan de huisvesting en
aan de huisvestingskosten gedaan wordt maar de keuze maken voor die
bepaalde personen op die bepaalde lijst.
WELNU,
de kiezer wordt door AL DIE PARTIJEN bedrogen.
Geen
enkele coalitie, eenmaal in het gemeentelijk beleid kan een serieuze
uitbreiding realiseren van welk sociaal programma, behalve als ze
serieus besparen op ANDERE programma's.
Want de gemeentes zijn gebonden door de wetten en budgetten die op
hoger niveau worden bepaald. Europa legt begrotingsnormen op aan de
staten. In het Belgische geval werkt dat door in de dotaties aan de
gewesten en de overdrachten aan de gemeenten. De gemeenten hebben zo
een beperkt budget. Zij krijgen wel hun kernopdrachten. Tot voor kort
konden gemeenten van het gewest voor bepaalde diensten subsidies
krijgen maar die zijn gebonden aan voorwaarden. (De Sociaal Impuls
Fonds-gelden horen daar bij.)
Als
de gemeente bepaalde extra diensten wil leveren of bepaalde sociale
initiatieven wil uitwerken (onder druk b.v. van de publieke opinie of
protest), moet zij beroep doen op de privé voor sponsoring,
moet zij samenwerken met de privé of moet zij beroep doen op
mogelijke (maar aan voorwaarden verbonden) subsidies van hogere
overheden.
Huisvesting
als behoefte van een bevolking zou staatszaak moeten zijn, maar zal
dat pas zijn, NA de revolutie.
Huisvesting
verzorgen voor de bevolking is in feite een zaak voor de overheid of
regering van een (lid-)staat (of voor de “overheid” van een “echt
ander” Europa) en deze maatschappelijke behoefte kan niet door de
gemeente of andere “lokale” overheid” ingevuld worden. De
gemeente kan de behoeftes peilen van haar gemeentelijke bevolking en
de beste mogelijkheden voor hen onderzoeken. Maar het probleem
huisvesting is een staatszaak. Huisvestingspolitiek is meer dan
alleen “in een bepaald aantal sociale woningen voorzien”. Zij
omvat ook maatregelen tegen de privé-huurmarkt en moet ervoor
zorgen dat de kosten voor wonen - een essentiële behoefte -
gedekt kunnen worden door de vergoeding voor de arbeidskracht (het
loon).
Hoewel het logisch klinkt dat de staat verantwoordelijk is voor de huisvesting van zijn burgers, is het alleen een socialistische staat die daar echt kan voor zorgen. Nu krijgen de lagere overheden de "opdrachten" of “de bevoegdheid” voor huisvesting (via bv een systeem van huisvestingsmaatschappijen waar zowel de gemeenten als de privé inzitten), maar tegelijkertijd krijgen ze voor het totaal van opdrachten of bevoegdheden een te beperkt budget. Ze moeten zelf bepalen hoeveel ze aan huisvesting willen besteden binnen hun begroting, en dus een keuze maken van de verdeling van het (beperkt) budget over al de opdrachten en bevoegdheden.. Zo hebben juist de armere gemeenten (met de grootste noden) de minste mogelijkheden.
Hoewel het logisch klinkt dat de staat verantwoordelijk is voor de huisvesting van zijn burgers, is het alleen een socialistische staat die daar echt kan voor zorgen. Nu krijgen de lagere overheden de "opdrachten" of “de bevoegdheid” voor huisvesting (via bv een systeem van huisvestingsmaatschappijen waar zowel de gemeenten als de privé inzitten), maar tegelijkertijd krijgen ze voor het totaal van opdrachten of bevoegdheden een te beperkt budget. Ze moeten zelf bepalen hoeveel ze aan huisvesting willen besteden binnen hun begroting, en dus een keuze maken van de verdeling van het (beperkt) budget over al de opdrachten en bevoegdheden.. Zo hebben juist de armere gemeenten (met de grootste noden) de minste mogelijkheden.
Huisvesting
zou moeten inhouden : een plafond voor de huurprijzen in de privé,
lage huurprijzen voor sociale woningen (dat is vaak niet het geval)
en door het beschikbaar stellen van voldoende koopwoningen aan een
lage sociale prijs, waardoor de prijzen op de eventuele privé
koopmarkt ook laag blijven. De gemeenten kunnen zelf de huren in de
sociale woningen bepalen (en dus ook VERHOGEN) maar ze "kunnen"
(en willen) in feite niets doen aan de ontwikkeling van de
huurprijzen in de privé. Ofwel moeten ze een beetje "rebels"
zijn, of "burgerlijk ongehoorzaam"(hetgeen wij zouden
kunnen aanmoedigen.). "Financiële" problemen (bij de
huisvestingsmaatschappij of een gebrek aan financiering vanwege een
hogere overheid) kunnen zo als externe reden aangehaald worden om "de
huurprijzen wel te moeten verhogen." Als er al een
“huisvestingsbeleid” is van Europa dan is dat gericht op méér
privé-huisvesting, en een 'vermarkting" van de sociale
woningen (b.v. de stimulans om “sociale” woningen te kopen),
maar voorziet niet in enig budget om het mogelijk te maken om de
BEHOEFTE-leniging van huisvesting los te koppelen van de koopkracht
van de mensen. In het beleid van de gemeenten is dat al te zien: zij
promoten b.v. het kopen van woningen (ook sociale woningen), maar zij
bepalen zich onbevoegd om iets te doen aan de te hoge huren in de
privé.1
In
Europa besteden de meeste mensen steeds meer van hun inkomen aan
huisvesting: huisvestingkosten stijgen harder dan consumptieprijzen.
Sociaal
huisvestingsbeleid in alle landen van Europa levert een relatief
klein percentage van woningen op die onder "sociale huisvesting"
vallen: zowel in de vorm van bouw van sociale woningen als het geven
van huursubsidies.
Europees
zijn er GEEN richtlijnen of fondsen beschikbaar voor huisvesting
Er
zijn alleen aanbevelingen voor deelstaten of gewesten.
Aan
de andere kant zijn er dwingende richtlijnen wat begrotingen en
staatschuld betreft, naar de “lidstaten” toe en dus ook naar
België ofwel de FEDERALE staat.
Er
zijn WEL subsidies, fondsen, speciale leningen e.d. voor het
instaleren van bedrijven.
Zo
zijn er richtlijnen en subsidies ivm "wetenschapsparken".
De
lagere overheden moeten bepalen wat ze doen aan huisvesting en
hoeveel ze kunnen besteden. Ofwel krijgen lagere overheden
richtlijnen van hogere overheden wat ze MOETEN doen aan huisvesting,
maar krijgen daarvoor niet de middelen.
Bv.
Een gemeente als Leuven vergroot het woonaanbod door sociale woningen
te koop aan te bieden, privé-nieuwbouw te promoten binnen het
struktuurplan voor Leuven. Maar verwacht geen echt sociaal
huisvestingsbeleid (goede en betaalbare woningen door GENOEG (al naar
BEHOEFTE van) aanbod van sociale woningen, democratisering van de
toekenningsvoorwaarden én een daling van de privé-huurprijzen)
Integendeel: de gemeente plant een langzame implementatie van de
nieuwe woningen: "om de woonmarkt niet te doen instorten".
Wat anders is een instorting van de woonmarkt dan een drastische
DALING van de huur en/of kooppprijs tot het niveau dat iedereen de
BEHOEFTE aan huisvesting kan lenigen, ONAFHANKELIJK van het inkomen?
Maar ja de woonmarkt wordt beheerst door grote bedrijven in de bouw,
immobiliën en de financiele wereld. … Of zijn de eigenaars van
meer dan één woning die de woning waar zij niet in
wonen zien als een extra-inkomenbron… potentiële kiezers.
De
lagere overheden kunnen wel beslissen "wetenschapsparken"
in te richten volgens de aanbevelingen en kunnen dan subsidies
krijgen, en via consortia met universiteiten en banken (ofwel krijgen
de bedrijven die zich daar gaan vestigen, subsidies) In Leuven volgt
met de bouw van nieuwe wetenschapsparken de Europese aanbevelingen en
werkt samen met de KULeuven om ze in te richten.
Gemeentes
moeten voor hun ruimtelijke ordening rekening houden met het
Ruimtelijk Struktuurplan Vlaanderen, waarin Vlaanderen (als Europese
regio en blijkbaar NIET meer als deel van België) van Vlaanderen
eigenlijk een grote interessante industriesite/ hub-magazijn
/transportknooppunt binnen Europa wil maken.
Bij
het doorvoeren van het struktuurplan van een gemeente als Leuven
wordt men geconfronteerd met tegenstellingen: tussen de wensen van de
bevolking en de plannen van de overheid.
Ik
denk dat er een Europees "spreidingsplan"2
moet komen voor Sociale Woningen. De gemeentes kunnen hieraan
bijdragen door een behoefteanalyse en via voorstellen (die dan op
hoger niveau goedgekeurd moeten worden - net zoals dat
"spreidingsplan" via openbaar debat in het parlement) Dat
zal bepalen hoeveel geld er moet worden vrijgemaakt. Dit
"spreidingsplan" voorziet in sociale woningen (zoveel
mogelijk door renovatie, onteigening van leegstand eerder dan
nieuwbouw op nieuwe terreinen)
De
gemeentes moeten dit mee afdwingen, ipv via plaatselijke
huisvestingsmaatschappijen en andere plaatselijke
samenwerkingsverbanden met de privé te dweilen met de kraan
open en tegelijkertijd genoodzaakt zijn om sociale huurprijzen te
verhogen, de voorwaarden te verstrengen en niets te (kunnen) doen aan
het uit de pan swingen van de huurprijzen op de privé-markt.
Er
moet een "behoefteanalyse" komen en een daaruit resulterend
woningbeleid (gebaseerd op goede en betaalbare huurwoningen voor
iedereen, door maatregelen tegen de privé, renovatie van
bestaande wijken en de leegstand, onteigening van het grootkapitaal
van gronden en gebouwen…..) Er moet hier een overeenkomend budget
tegenoverstaan….
Bouwbedrijven
moeten onteigend worden en opgenomen in een openbaar Europees
bouwbedrijf.
Ook
kunnen bepaalde industrieën (zoals de Staal- en de
Wapenindustrie) Europees onteigend worden en geconverteerd, en
eventueel Europees samengesmolten naar staatsbedrijven die toeleveren
aan de bouw en renovatie, of hoogtechnologische afval- en
milieuindustrie…..
Het
is duidelijk dat hiervoor alle geinstaleerde en ondemocratische
organen van Europa moeten worden afgeschaft en dat het parlement
omgevormd wordt tot een rechtstreeks verkozen en af te zetten,
beslissend en uitvoerend orgaan, waarin de verkozenen tijdelijk een
redelijke vergoeding krijgen (voor de tijd dat ze hun oorspronkelijke
job niet kunnen uitoefenen) en dat ze hun oorspronkelijke job (of
iets gelijkaardigs) na hun mandaat kunnen terugkrijgen.
Een
organisatie die zegt dat zij opkomt voor een ECHT woonbeleid moet
allereerst de mechanismen ONTMASKEREN die dit tegenhouden. Deze
ONTMASKERING moet diegenen mobiliseren die vragende partij zijn voor
daling in de woonkosten en de betaalbaarheid van een goede woning.
Vervolgens
moet zij de mensen OPROEPEN zich te organiseren, en door het
centraliseren van goede voorbeelden van waar dit al “spontaan”gebeurt
dit zelf in de praktijk ter hand nemen.
Door
de discussie, door het centraliseren van reeds opgedane ervaringen
worden die strijdbewegingen uitgebouwd in verhouding met de
objectieven die men wil nastreven en in verhouding met de “vijandige”
mechanisme(n), die men tegenover zich geplaatst weet.
De
strijdbeweging zal weten dat zij zich DIRECT geplaatst weet, niet
tegenover in de eerste plaats “de beleidsvoerende gemeentelijke
coalitie”, ook niet de “gewestregering” of de
“federale”regering, maar het Europa
van het monopoliekapitaal met zijn ondemocratisch AANGESTELDE en
NIET-verkozen “staatsinstellingen”: Commissie, raad van
regeringsleiders, Europees hof, Europese bank, Europese
repressie-organen (Europol, interventiemacht….)
De
strijdbeweging zal zich organiseren over de gemeentegrenzen, over de
“gewest”-grenzen, over de “federale” of (lid-)staatsgrenzen
heen tot op een schaal van de “tegenstander” of de “vijandige
mechanisme(n)”.
TACTISCH
zal zij de “lagere”(bv gemeentelijke) beleidsniveaus door “druk”
voor hun “verantwoordelijkheid” zetten: bv tot vormen van
“rebellie” tegenover “hogere” beleidsniveaus.
De
uit de verkiezingen resulterende gemeentelijke beleidsploeg kan om
hun VERKIEZINGS-beloftes waar te maken, nu ze in “het (gemeentelijk
)beleid” zit, al dan niet schoorvoetend aansluiten bij de eisen
van de strijdbeweging zoals een eis voor bijvoorbeeld “hogere
budgetten die overeenkomen met de huisvestings-behoefte” (=het
door onderzoek bepaalde aantal goedkope goede woningene).
Ze
moeten weigeren om verplicht te worden, door gebrek aan middelen,
“partnerschap” met de privé te moeten aangaan.
Integendeel
zouden ze de eis mee kunnen verdedigen: Onteigening
in Europa van de grote bouw- en immobiliën bedrijven.
Die kunnen dan, voor de materiële uitvoer van de renovatie,
herinrichting of nieuwbouw en de verdeling van de goedkope en goede
woningen, ondergebracht worden in Europese OVERHEIDS-bedrijven onder
controle van een VERKOZEN en REKENING AF TE LEGGEN parlement.
Elke
andere “verkiezings-taktiek”dient uiteindelijk voor het behalen
van STEMMEN en zo mogelijk VERKOZENEN.
Door
“op te komen voor de eisen die de mensen stellen aan de
gemeenteoverheid” doen ze aan populisme en degraderen ze de mensen
tot kiesvee.
Dat
extreem-rechts dat doet, moet duidelijk worden gemaakt. Maar dat
zogenaamd zichzelf “links”, “socialistisch’ of zelfs
“communistisch” noemende organisaties dat doen, moet OOK
duidelijk worden gemaakt.
ECHTE
“linksen”, “socialisten” of “communisten” moeten de
mogelijkheden die VERKIEZINGEN en VERKIEZINGS-periodes bieden,
gebruiken om dus in de eerste plaats de “ontmaskering” en de
mogelijkheden tot massale strijd duidelijk te maken aan al degenen
die nog niet de kans hebben gekregen hiervan kennis te nemen. Dit
zijn bijvoorbeeld de mensen die NOG niet of NOG weinig betrokken
geweest zijn in strijdbewegingen of in het verkrijgen van
“ontmaskerende” informatie.
Hiervoor
kan het MEEDOEN aan de verkiezingen, strategisch gezien een optie
ziijn, indien mogelijk en indien het gebruik van middelen, geld en
mensen nuttig is in het kader van de hierboven geschetste
doelstellingen.
Er
moet echter geen
moeite, middelen of tijd vrij gehouden worden om prioritair
bepaalde
VERKIEZINGSRESULTATEN na te streven.
Dat is trappen in de val die degenen uitzetten die streven naar en
alle energie en activiteit richten op het inpassen
in het bestaande sisteem
van (diverse vormen van) zogenaamde “parlementaire democratie”....
hetgeen gewoon de verpakking is van de dictatuur van de burgerij.
1
HEEL STRAF IS: Op een infoavond over het Struktuurplan verklaarde
een schepen dat de bouw van sociale woningen bewust BEPERKT en TRAAG
is “om de woonmarkt niet te doen instorten”; dwz dat de
huurprijzen zouden DALEN.
Maar dat is toch juist de kern van een sociaal huisvestingbeleid:
het ineenstorten van de woonmarkt
2
De term "spreidingsplan" verwijst naar de politiek van de
nationale overheid om de opvang van vluchtelingen af te schuiven
naar gemeentes, die dan hen moeten huisvesten, zodat door de
beperkte aantal (sociale) woningen, de “eigen” plaatselijke
bevolking geplaatst worden (waardoor racistische vooroordelen worden
“bevestigd”) tegenover de verplicht te huisvesten
“vluchtelingen”.... Maar “spreidingsplan” verwijst ook naar
het aspekt “plan” in “socialistische plan-economie”....